dinsdag 3 augustus 2021

Groene claim : Een badpak gemaakt van plastic soep, is dat duurzaam?

 


Een badpak gemaakt van plastic soep, is dat duurzaam?

Zwemmen in een zee zonder plastic? Met de badkleding van JUA June, gemaakt van opgevist en opgeraapt oceaanplastic, help je eraan mee. Een kwestie van goed bezig, of ‘bluewashing’?


e zou het ironisch kunnen noemen dat de presentatie van een badkledingmerk in het water valt door corona. Het overkwam Kaylee Ramman, een Nederlandse die in Engeland woont. Vorig jaar wilde ze direct na haar afstuderen haar bedrijf JUA June onder de aandacht brengen. Krap een jaar later is het dan toch zover.

Ramman wil met haar merk bijdragen aan een duurzamere mode-industrie. Daarom zijn de badpakken en bikini’s gemaakt van econyl en ecowave. Econyl is van gerecycled polyamide (nylon). Het nylon komt van opgeviste visnetten, verzameld door vrijwilligers van de Healthy Seas Foundation. Het bedrijf Aquafil verwerkt ze daarna tot garen, een proces waarbij ook oude tapijten en industrieel plastic afval worden gebruikt.

Ecowave is van gerecycled polyester. Het polyestergedeelte komt van gerecyclede petflessen én van plastic afval dat wordt verzameld bij de kusten en stranden aan de Middellandse Zee. De fabriek waar ecowave wordt gemaakt, heeft zonnepanelen en het waterverbruik van het productieproces is relatief laag.

Chemisch gerecycled textiel is net zo goed als nieuwe

Beide materialen zijn chemisch gerecycled. Dat betekent dat ze zijn teruggebracht tot moleculenniveau en van daaruit opnieuw zijn ‘opgebouwd’ tot garen. Dat is anders dan mechanische recycling, waarbij stoffen worden versnipperd en daarna opnieuw worden gesponnen en geweven. Volgens Anton Luiken, oprichter van bureau Alcon Advies en expert op het gebied van hoogwaardige textielrecycling, is chemisch gerecyclede textiel net zo goed als nieuwe. Wel verwacht hij moeilijkheden bij de recycling van afgedankte JUA June-badkleding, omdat er veel elastaan in zit. 

 De badpakken en bikini’s van JUA June zijn iets dikker dan ‘normale’ varianten, zodat ze minder snel uitlubberen. Ze hebben eveneens een ‘unieke beschermlaag tegen zonnebrand en chloor’. Luiken weet dat de uv-bescherming afhangt van de kleur en weefdichtheid van de stof. Mariska Joustra van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal wijst er echter op dat badkleding doorgaans niet zoveel huid bedekt.

Tenslotte is het de vraag of de zwemkleding van JUA June zelf microplastics afgeeft. De producten zijn immers gemaakt van synthetisch materiaal en dat laat vrijwel altijd microplastics los. Luiken denkt dat het wel meevalt. “Dit soort stoffen bestaat uit lange vezels, waarvan relatief weinig deeltjes vrijkomen. Bovendien wordt badkleding op lage temperaturen gewassen. Misschien komen er wat vezels vrij als je van de glijbaan gaat, maar dat geldt voor alle textielsoorten.” Dagevos weet dat het vrijkomen van microplastics ook afhangt van coatings en kleurstoffen. “Eigenlijk is er alleen iets zinnigs over te zeggen als de kleding is getest.” De Plastic Soup Foundation heeft daar een methode voor ontwikkeld.

Zoveelste geval van mogelijk goedbedoelde greenwashing

Dick Vethaak, emeritus hoogleraar Ecotoxicologie Waterkwaliteit en Gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en verbonden aan onderzoeksinstituut Deltares, ziet de duurzame waarde van JUA June vooral in een mogelijk grotere bewustwording van het probleem van de plastic soep. Van Franeker is kritischer. “In mijn ogen is dit het zoveelste geval van mogelijk goedbedoelde greenwashing, of ‘bluewashing’. Het is nuttig als de gemiddelde badgast zich milieubewuster gaat gedragen, maar onzinnig als hij of zij denkt dat dit helpt de plastic soep op te ruimen.”

Lees ook:
Geen plastic soep, maar zeeën van stofdraden

De oceanen zijn vervuild met vezels. En wie dan meteen aan plastic denkt, staat op het verkeerde been. Het merendeel is, verrassend genoeg, textiel.

 

Je zou het ironisch kunnen noemen dat de presentatie van een badkledingmerk in het water valt door corona. Het overkwam Kaylee Ramman, een Nederlandse die in Engeland woont. Vorig jaar wilde ze direct na haar afstuderen haar bedrijf JUA June onder de aandacht brengen. Krap een jaar later is het dan toch zover.

De badpakken en bikini’s van JUA June zijn iets dikker dan ‘normale’ varianten, zodat ze minder snel uitlubberen. Ze hebben eveneens een ‘unieke beschermlaag tegen zonnebrand en chloor’. Luiken weet dat de uv-bescherming afhangt van de kleur en weefdichtheid van de stof. Mariska Joustra van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal wijst er echter op dat badkleding doorgaans niet zoveel huid bedekt.

Tenslotte is het de vraag of de zwemkleding van JUA June zelf microplastics afgeeft. De producten zijn immers gemaakt van synthetisch materiaal en dat laat vrijwel altijd microplastics los. Luiken denkt dat het wel meevalt. “Dit soort stoffen bestaat uit lange vezels, waarvan relatief weinig deeltjes vrijkomen. Bovendien wordt badkleding op lage temperaturen gewassen. Misschien komen er wat vezels vrij als je van de glijbaan gaat, maar dat geldt voor alle textielsoorten.” Dagevos weet dat het vrijkomen van microplastics ook afhangt van coatings en kleurstoffen. “Eigenlijk is er alleen iets zinnigs over te zeggen als de kleding is getest.” De Plastic Soup Foundation heeft daar een methode voor ontwikkeld.

Zoveelste geval van mogelijk goedbedoelde greenwashing

Dick Vethaak, emeritus hoogleraar Ecotoxicologie Waterkwaliteit en Gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en verbonden aan onderzoeksinstituut Deltares, ziet de duurzame waarde van JUA June vooral in een mogelijk grotere bewustwording van het probleem van de plastic soep. Van Franeker is kritischer. “In mijn ogen is dit het zoveelste geval van mogelijk goedbedoelde greenwashing, of ‘bluewashing’. Het is nuttig als de gemiddelde badgast zich milieubewuster gaat gedragen, maar onzinnig als hij of zij denkt dat dit helpt de plastic soep op te ruimen.”

Lees ook:
Geen plastic soep, maar zeeën van stofdraden

De oceanen zijn vervuild met vezels. En wie dan meteen aan plastic denkt, staat op het verkeerde been. Het merendeel is, verrassend genoeg, textiel.

Ramman wil met haar merk bijdragen aan een duurzamere mode-industrie. Daarom zijn de badpakken en bikini’s gemaakt van econyl en ecowave. Econyl is van gerecycled polyamide (nylon). Het nylon komt van opgeviste visnetten, verzameld door vrijwilligers van de Healthy Seas Foundation. Het bedrijf Aquafil verwerkt ze daarna tot garen, een proces waarbij ook oude tapijten en industrieel plastic afval worden gebruikt.

Ecowave is van gerecycled polyester. Het polyestergedeelte komt van gerecyclede petflessen én van plastic afval dat wordt verzameld bij de kusten en stranden aan de Middellandse Zee. De fabriek waar ecowave wordt gemaakt, heeft zonnepanelen en het waterverbruik van het productieproces is relatief laag.

Chemisch gerecycled textiel is net zo goed als nieuwe

Beide materialen zijn chemisch gerecycled. Dat betekent dat ze zijn teruggebracht tot moleculenniveau en van daaruit opnieuw zijn ‘opgebouwd’ tot garen. Dat is anders dan mechanische recycling, waarbij stoffen worden versnipperd en daarna opnieuw worden gesponnen en geweven. Volgens Anton Luiken, oprichter van bureau Alcon Advies en expert op het gebied van hoogwaardige textielrecycling, is chemisch gerecyclede textiel net zo goed als nieuwe. Wel verwacht hij moeilijkheden bij de recycling van afgedankte JUA June-badkleding, omdat er veel elastaan in zit.

 
Badkleding van JUA June

Het aandeel grondstoffen van de badkleding dat daadwerkelijk uit zee komt, is volgens experts waarschijnlijk beperkt. “De kwaliteit van oceaanplastic is volstrekt ontoereikend om textielvezels van te maken”, zegt Michiel Scheffer van het Circular Fashion Lab van de Wageningen Universiteit. “Econyl wordt van versleten visnetten gemaakt die door vissers worden ingezameld op de kade en niet op zee. Aquafil maakt zo’n 40.000 ton econyl per jaar, ongeveer 1 procent van de wereldproductie van polyamide.”

Jan Andries van Franeker van Wageningen Marine Research verwacht dat er relatief veel industrieel nylon afval wordt gebruikt, omdat dat makkelijk te recyclen is. “Daar ga ik van uit omdat JUA June geen details geeft over het gewichtsaandeel van opgevist en strandgeraapt plastic in de stof. Daarbij kost het ontzettend veel energie om afval uit zee te halen, daar verstoken schepen massa’s brandstof voor. Het is de vraag of je dat terugwint met de materiaalopbrengst van chemische recycling.”

Energie-intensief proces

JUA June laat weten het aandeel oceaanafval in de badkleding graag verder uit te zoeken, maar daar in aanloop naar publicatie te weinig tijd voor te hebben gehad. “Het is een klein team dat op maat produceert in een fabriek in Engeland. Zo wordt overproductie voorkomen, maar daar staat tegenover dat de lijntjes soms wat langer zijn”, zegt de Nederlandse woordvoerder van het bedrijf.

Maar zelfs als er meer oceaanafval in de badkleding zou zitten dan verwacht, is de verwerking ingewikkeld. “Het afvalplastic wordt met een sterk zuur onder temperatuurverhoging gekraakt, totdat de bouwstenen van het plastic overblijven”, zegt Albert van Oyen van kunststoffenlaboratorium Carat. “Dat is een erg energie-intensief proces.”

Jeroen Dagevos van de Plastic Soup Foundation heeft eveneens twijfels. “De business case bij dit soort producten zit meer in de marketingwaarde dan in het werkelijk gebruiken van grondstoffen uit zee. Nieuw en gerecycled plastic is veel goedkoper en makkelijker om nieuwe producten mee te maken.”

 

De badpakken en bikini’s van JUA June zijn iets dikker dan ‘normale’ varianten, zodat ze minder snel uitlubberen. Ze hebben eveneens een ‘unieke beschermlaag tegen zonnebrand en chloor’. Luiken weet dat de uv-bescherming afhangt van de kleur en weefdichtheid van de stof. Mariska Joustra van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal wijst er echter op dat badkleding doorgaans niet zoveel huid bedekt.

Het aandeel grondstoffen van de badkleding dat daadwerkelijk uit zee komt, is volgens experts waarschijnlijk beperkt. “De kwaliteit van oceaanplastic is volstrekt ontoereikend om textielvezels van te maken”, zegt Michiel Scheffer van het Circular Fashion Lab van de Wageningen Universiteit. “Econyl wordt van versleten visnetten gemaakt die door vissers worden ingezameld op de kade en niet op zee. Aquafil maakt zo’n 40.000 ton econyl per jaar, ongeveer 1 procent van de wereldproductie van polyamide.”

Jan Andries van Franeker van Wageningen Marine Research verwacht dat er relatief veel industrieel nylon afval wordt gebruikt, omdat dat makkelijk te recyclen is. “Daar ga ik van uit omdat JUA June geen details geeft over het gewichtsaandeel van opgevist en strandgeraapt plastic in de stof. Daarbij kost het ontzettend veel energie om afval uit zee te halen, daar verstoken schepen massa’s brandstof voor. Het is de vraag of je dat terugwint met de materiaalopbrengst van chemische recycling.”

Energie-intensief proces

JUA June laat weten het aandeel oceaanafval in de badkleding graag verder uit te zoeken, maar daar in aanloop naar publicatie te weinig tijd voor te hebben gehad. “Het is een klein team dat op maat produceert in een fabriek in Engeland. Zo wordt overproductie voorkomen, maar daar staat tegenover dat de lijntjes soms wat langer zijn”, zegt de Nederlandse woordvoerder van het bedrijf.

Maar zelfs als er meer oceaanafval in de badkleding zou zitten dan verwacht, is de verwerking ingewikkeld. “Het afvalplastic wordt met een sterk zuur onder temperatuurverhoging gekraakt, totdat de bouwstenen van het plastic overblijven”, zegt Albert van Oyen van kunststoffenlaboratorium Carat. “Dat is een erg energie-intensief proces.”

Jeroen Dagevos van de Plastic Soup Foundation heeft eveneens twijfels. “De business case bij dit soort producten zit meer in de marketingwaarde dan in het werkelijk gebruiken van grondstoffen uit zee. Nieuw en gerecycled plastic is veel goedkoper en makkelijker om nieuwe producten mee te maken.”

Tenslotte is het de vraag of de zwemkleding van JUA June zelf microplastics afgeeft. De producten zijn immers gemaakt van synthetisch materiaal en dat laat vrijwel altijd microplastics los. Luiken denkt dat het wel meevalt. “Dit soort stoffen bestaat uit lange vezels, waarvan relatief weinig deeltjes vrijkomen. Bovendien wordt badkleding op lage temperaturen gewassen. Misschien komen er wat vezels vrij als je van de glijbaan gaat, maar dat geldt voor alle textielsoorten.” Dagevos weet dat het vrijkomen van microplastics ook afhangt van coatings en kleurstoffen. “Eigenlijk is er alleen iets zinnigs over te zeggen als de kleding is getest.” De Plastic Soup Foundation heeft daar een methode voor ontwikkeld.

Zoveelste geval van mogelijk goedbedoelde greenwashing

Dick Vethaak, emeritus hoogleraar Ecotoxicologie Waterkwaliteit en Gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en verbonden aan onderzoeksinstituut Deltares, ziet de duurzame waarde van JUA June vooral in een mogelijk grotere bewustwording van het probleem van de plastic soep. Van Franeker is kritischer. “In mijn ogen is dit het zoveelste geval van mogelijk goedbedoelde greenwashing, of ‘bluewashing’. Het is nuttig als de gemiddelde badgast zich milieubewuster gaat gedragen, maar onzinnig als hij of zij denkt dat dit helpt de plastic soep op te ruimen.”

Lees ook:
Geen plastic soep, maar zeeën van stofdraden

De oceanen zijn vervuild met vezels. En wie dan meteen aan plastic denkt, staat op het verkeerde been. Het merendeel is, verrassend genoeg, textiel.

In de serie Groene Claim worden als duurzaam aangeprezen producten kritisch bekeken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten