vrijdag 26 november 2021

Nirvana in concert
Vandaag dertig jaar geleden gaf Nirvana in Paradiso in Amsterdam een veelgeroemd nachtconcert in een zaal vol springende, duwende en dansende mensen. Onze recensent Jan Vollaard haalt herinneringen op: het was hard, het was rauw, het was zinderend.

 


dinsdag 23 november 2021

Urk een jaar na dato. / Volkskrant

 

Urk als buitenbeentje, dat lijkt een steeds groter onderdeel van de identiteit te worden’

Urk krijgt een spiegel voorgehouden, zeiden de inwoners over het boek De ontdekking van Urk. Een roerig jaar na de verschijning gaat de Volkskrant met schrijver Matthias Declercq terug naar het dorp. Hebben de Urkers in de spiegel gekeken?
Een jaar na de publicatie van zijn boek ‘De ontdekking van Urk’ is de Vlaamse schrijver Matthias Declercq terug in het dorp. ©Ivo van der Bent

Matthias Declercq staat in een Weens museum een schilderij te bekijken, als zijn telefoon onophoudelijk begint te trillen. ‘Het zal wel weer iets zijn op Urk’, zegt hij tegen zijn vriendin. Het is weer iets op Urk: een groepje jongeren heeft er bij wijze van protest tegen de coronamaatregelen verkleed in nazi-uniformen rondgelopen en tijdens een feest de Hitlergroet gebracht. Op sociale media gaan ook foto’s rond van een jongen die, gehuld in een gevangenispak met Jodenster, zogenaamd onder schot wordt gehouden.

Wie zullen de talkshowredacteuren eens bellen? De Vlaamse schrijver van De ontdekking van Urk, die in 2019 bijna een jaar zijn intrek nam in het gereformeerde vissersdorp, in 25 kerken een dienst bezocht, een week op zee meewerkte en honderden Urkers sprak, om Urk van binnenuit te kunnen doorgronden. 

Als zijn boek in oktober 2020 verschijnt, is er veel over te doen. Declercq heeft oog voor de saamhorigheid, de verbondenheid, het eigengereide karakter en het harde werken waar Urkers zichzelf om prijzen. Maar hij beschrijft ook uitvoerig de gevolgen van een ontbrekende gesprekscultuur, hoe sociale controle en het beklemmende religieuze denkkader binnen de eigen gemeenschap worden ervaren. Een voor een behandelt hij thema’s waarover niet vrijuit wordt gesproken: seksueel misbruik, ondermijning, dingen de minderjarigen uitspoken in de talrijke illegale bars in bedrijfspanden op het industrieterrein, de zogenoemde jeugdhonken.

‘Het oude ritme van het Urker leven is sterker dan de nieuwe ideeën’, schrijft hij in De ontdekking van Urk. ‘Gij zult niet dit. En gij zult niet dat. Urk verzet zich tegen de buitenwereld, dat klopt, maar Urk verzet zich ook tegen de binnenwereld, tegen al wie zaagt aan de poten van de status quo. En dat vertelt hier haast niemand.’

‘Die Belg’, zoals hij op Urk bekendstaat, verkoopt talkshowredacteuren vaak nee, en niet alleen omdat je er maar zin in moet hebben: van Gent, zijn woonplaats, naar Amsterdam reizen voor een kort gesprek in een televisiestudio. Hij voelt ongemak bij de reflex van journalisten om hem, een andere journalist, te vragen om Urk-duiding. Die neiging zegt volgens hem iets over de gemakzucht van redacties enerzijds en de moeizame relatie van Urk met journalisten anderzijds.

Belangrijker: hij wil gewoon niet ‘die Belg’ zijn die in de media steeds iets over het dorp meent te moeten zeggen. ‘Ik ben geen ‘urkoloog’, en ik heb nooit de ambitie gehad om urkoloog te worden.’

Toch werd hij geregeld in die hoedanigheid benaderd, het voorbije jaar, als er weer iets was op Urk. Vuurwerkrellende jongeren, weekenden achtereen. Een GGD-teststraat in de fikDe man die inrijdt op een PowNed-verslaggever die kerkgangers wil interviewen over het loslaten van de coronamaatregelen. Een ouderling van de kerk die de uitspraak ‘De SS handelde vriendelijker in de oorlog’ op zijn naam schrijft, aangevuld met: ‘We hadden gisteren niet te maken met journalisten, maar met terroristen.’ Het Openbaar Ministerie dat een onderzoek instelt naar het handen schudden van Thierry Baudet. Het bericht dat Urk de laagste vaccinatiegraad van Nederland heeft; op dit moment is 32 procent van de inwoners volledig gevaccineerd.

En niet te vergeten het interne onderzoek dat de gemeente Urk heeft ingesteld naar het lekken van gevoelige informatie uit een vertrouwelijk onderzoeksrapport over ondermijnende criminaliteit, dat het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) in 2019 schreef. Declercq citeert eruit in zijn boek; hij schrijft over de samenwerking tussen een criminele organisatie en een ‘prominent politiek figuur’, die binnen de gemeente zaken voor de criminelen zou regelen.

Matthias Declercq (36) twijfelde dus even of hij wilde ingaan op ons verzoek om nog eens samen naar Urk te gaan, voor een gesprek met de Urkers die ons vorig jaar hadden verteld over de impact van zijn boek. Na elf herdrukken zijn er inmiddels bijna 45 duizend exemplaren van verkocht.

©-

Anderhalve week na de verschijning was boekhandel Koster in het dorp al vierhonderd stuks kwijt, vertelde de eigenaar. Op dat moment was De ontdekking van Urk de talk of the town. Steeds vielen de woorden ‘confronterend’ en ‘spiegel’: Declercq hield Urk een spiegel voor. Hij maakte het ook op uit de lange, persoonlijke mails die hij ontving van lezers, van wie sommigen hoopten dat zijn boek een kentering teweeg zou brengen.

‘Stuur je reactie op mijn boek niet naar mij’, was zijn antwoord daarop. ‘Stuur ’m naar je vader, naar je broer, naar je zus, naar een vriend. Het is veilig om mij om 3 uur ’s nachts drie pagina’s te mailen, te zeggen dat ik je leven heb beschreven, dat je zo blij bent dat ik verwoord heb wat je zelf niet onder woorden durft te brengen. Ik waardeer al die berichten, ik ga er discreet mee om. Maar ze veranderen niks voor wie verandering wil. Met mij los je niks op. Mij hoef je nergens van te overtuigen.’ Zijn rol zag hij als uitgespeeld. ‘Het is nu aan Urk.’ 

Heeft Urk in de spiegel gekeken, of heeft het De ontdekking van Urk weggelegd en is het overgegaan tot de orde van de dag? 

Anneke van Urk ©Ivo van der Bent

Boekhandel Koster is een Intertoys geworden, weet Anneke van Urk (61) te vertellen. Ze schenkt koffie uit dezelfde thermoskan als een jaar geleden en serveert er stukjes banketstaaf bij. 

Van Urk zet zich al jaren in voor cultuurontwikkeling in het dorp. ‘Dat is hier een gebied in de marge.’ Tegenwoordig wil ze ook een vangnet zijn voor mensen die om wat voor reden dan ook geen kerkelijke uitvaart willen; die kunnen bij haar terecht voor advies en ondersteuning. ‘Leuk als jullie langskomen!’, mailde ze van tevoren. ‘Of we positief nieuws hebben weten we niet...’ 

Met Matthias Declercq had ze na zijn vertrek uit Urk nog af en toe appcontact. Ze vond het wel een tikje naïef van hem, zegt ze, dat van die uitgespeelde rol. ‘Zoals Geert Mak onlosmakelijk verbonden is met Jorwerd door Hoe God verdween uit Jorwerd, zit ook jij voor de rest van je leven vast aan een deel van Nederland.’

Declercq begint te lachen: ‘Dat méén je niet!’ Dan, serieuzer: ‘Voor de consequenties van mijn boek verstop ik mij uiteraard niet, daarom zit ik hier ook. Maar wezenlijke verandering kan nooit van buitenaf komen, dat bedoelde ik er eigenlijk mee te zeggen. De wil om iets te veranderen zal uit de gemeenschap moeten komen. Ik heb het boek ook niet geschreven omdat ik vind dat er iets moet veranderen. Ik heb alleen maar beschreven hoe ik de dingen hier heb ervaren.’

Anneke van Urk vertelt dat ze haar exemplaar van De ontdekking van Urk drie keer heeft uitgeleend. Ze voelde de sterke drang om iets te organiseren, een gesprek op gang te brengen, iets te doen – iets! Maar wat? ‘Ik dacht: nu zit ik hier met die overweldigende info, wat nu?’ 

Bert en Anneke van Urk: ‘De irritatie zit hoog – hoger dan een jaar geleden, ja. Maar hierdoor komen we nog meer op afstand te staan.’ ©Ivo van der Bent

Zij en haar man Bert (68) merkten dat de welwillende sfeer rondom het boek al snel plaatsmaakte voor een vertrouwder perspectief. Declercq weet wat ze bedoelen: ‘Er staan acht hoofdstukken in het boek, maar de voornaamste kritiek die ik krijg, is dat ik Urk als ‘te gereformeerd’ neerzet, dat ik ‘de zware kerken’ de boventoon laat voeren in het deel over geloof. Maar ik heb óók geschreven over geo-economie, over het industrieterrein, over jongerencultuur, en dat wordt allemaal aan de kant geschoven. De verontwaardiging is zeer selectief.’

Bert: ‘Ik kreeg het soms ook te horen als ik in discussies over het boek terechtkwam: ‘Maar hij gelooft niet.’ Dan zei ik: ‘Nou, Matthias is in 25 kerken geweest, hij heeft overal diensten bezocht, en geen van de kerken is erin geslaagd om hem te overtuigen. Dus wie heeft er nou gefaald?’

Anneke: ‘Vorige week maakte een transportbedrijf bekend niet te willen controleren op een QR-code. Ook dan wordt de hoogste almacht erbij gehaald. We moeten terugkeren naar de schoot der vaderen, enzovoorts. Dan ben je dus uitgepraat. Dat is precies wat er met het boek van Matthias gebeurt: het gesprek dat je zou kunnen en moeten voeren over de inhoud, wordt afgekapt met ‘maar hij gelooft niet’. 

‘Als ik de stemming peil, zie ik dat niet veranderen. En als ik kijk naar de manier waarop simpele coronamaatregelen niet worden nageleefd, dan denk ik: we leven hier in een complete anarchie.’

Om die reden doen ze geen boodschappen meer in het winkelcentrum waar ze vlakbij wonen, zegt Bert. ‘We rijden wel naar de supermarkt in Emmeloord.’

Anneke: ‘Het wekt te veel ergernis bij mij. De irritatie zit hoog – hoger dan een jaar geleden, ja. Maar hierdoor komen we nog meer op afstand te staan. Wij zijn eigenlijk niet meer representatief om iets aan te vragen over dit dorp.’

Rinke Oost en Albert Visser. ©Ivo van der Bent

Ook Rinke Oost (53) voelt zichzelf geen doorsnee Urker, maar hij houdt wel van Urk. Oost werkt als psychosociaal therapeut en is degene die Declercq met zijn zeilboot over het IJsselmeer naar Urk voer  daar begint het mee in De ontdekking van Urk. Voor Declercq schenkt hij whisky in, zelf drinkt hij rode wijn.

Vorige maand zat hij samen met zijn zoon in een café in Amsterdam, waar ze aan de praat raakten met een stel. ‘Waar komen jullie vandaan?’, wilden René en Esther weten. En even later: ‘Er is toch een Belg die alles van Urk weet? Wat een boek zeg, ik heb het gelezen.’ Toen ze hoorden dat hij die man van de zeilboot was, boden ze hem gelijk een drankje aan. 

‘Buiten Urk zijn natuurlijk altijd de drugs interessant’, zegt Oost, ‘dus daar maak ik meestal een geintje over. Ik vraag hoeveel ze nodig hebben. Dan is dat gelijk klaar.’ Hij vertelde René en Esther waar hij zich het meest over had verbaasd bij het lezen van De ontdekking van Urk: de allemachtige hoeveelheid vis op het industrieterrein iets verderop, dat Urk de grootste visafslag van Europa heeft, dat die dus in het binnenland staat, en niet aan zee, waar je hem zou verwachten.

Het stoorde hem dat in de nasleep van het boek alle aandacht uitging naar het RIEC-rapport over ondermijnende criminaliteit en het lek in de gemeente, vertelt hij. ‘Terwijl er veel meer in staat dat aangepakt moet worden, de problemen op het industrieterrein voorop. Ik kwam terug van vakantie uit Frankrijk en las een stukje in Het Urkerland, ons sufferdje, over overlast van de jeugd, crossen met auto’s, vuurwerk, dat soort dingen. Er stond: je moet de politie bellen bij overlast. Dat schoot bij mij helemaal in het verkeerde keelgat. Ik heb een ingezonden brief gestuurd, die ook geplaatst werd: bel de politie, laat me niet lachen. Dat is totaal zinloos. Er wordt geen actie ondernomen.’

En neem ‘die hele nazipakkentoestand’. Rinke Oost beschouwt het als ‘een psychodrama’, zegt hij. ‘Wat je daar zag, heeft niks met de Holocaust te maken. Bewust of onbewust zijn die jongeren bezig met machtsvereffening, ten opzichte van de overheid, de gemeente. Als je zo’n pak aantrekt, word je zelf overheid. Eigenlijk zeggen ze: kijk nou even naar ons, los onze problemen op.’ 

Wat die problemen zijn, volgens hem? ‘Te weinig horeca. Te weinig ruimte – te weinig mentale ruimte ook. Voldoe aan het Urker paspoort, zoals Matthias het in zijn boek beschrijft.’

Declercq: ‘Ik denk toch ook aan een gebrek aan educatie. Je kunt zeggen dat het niet over de Holocaust gaat, maar er ontbreekt evengoed een besef van: zoiets doe je niet.’

Albert Visser (38) staat voor de deur, de Urker met wie Matthias Declercq zich op persoonlijk vlak misschien wel het meest verwant voelt. Ze spelen nog weleens online een potje schaak – potjes die Declercq doorgaans verliest.

Vorig jaar sprak Visser zijn zorgen uit over wat hij ‘de drukkende collectieve identiteit op Urk’ noemde, en de reactionaire keerzijde van een cultuur die streeft naar behoud. Hij vertelde over die ene keer dat hij met een knoop in zijn maag van zijn werk in Almere terug naar huis was gereden. Dat was in maart 2019, toen honderd jongeren het huis van een Marokkaanse familie hadden belaagd. De aanleiding was een ruzie in een WhatsAppgroep tussen Soufyan, de destijds 18-jarige zoon van het gezin, en een leeftijdsgenoot. Soufyan, zijn moeder en zus werden mishandeld. 

De afgelopen periode is hij vaker met buikpijn naar huis gereden, zegt Visser. ‘Bijna alles wat in het boek aangestipt wordt, is in de tegenbeweging extremer geworden. De dingen die gebeuren worden steeds gekker. Eind oktober kwam de ambassadeur van Hongarije hier spreken over de positie van het gezin en ‘het knielen van Europa voor de regenboogvlag’ – dat stond letterlijk in het persbericht. De burgemeester en wethouders gaan vrolijk met die man op de foto, waarmee ze dus openlijk een signaal afgeven aan de homogemeenschap. Mijn hoofd ontploft als ik dat zie.’

Oost: ‘Landelijk worden de zeehelden ter discussie gesteld, hier komt een nieuwe Zeeheldenwijk.’

Declercq: ‘Als het gaat om de relatie tot de buitenwereld, is corona het slechtste wat Urk kon overkomen, denk ik. Het is het gedroomde thema om op te polariseren. Een anti-overheidssentiment bestond hier al. Plots is er een overheid die je dagelijks leven heel letterlijk bepaalt, die zegt: je doet een mondkapje op als je ergens naar binnen gaat, je gaat niet naar de kerk, je laat jezelf vaccineren. De weerstand daartegen legt de Urker identiteit uitvergroot bloot.’

Rinke Oost, Albert Visser en Matthias Declercq. ©Ivo van der Bent

Visser: ‘Als volgende maand de halve Talma (een protestants-christelijk verzorgingstehuis op Urk, red.) ziek wordt, dan heeft de overheid daar niks mee te maken. De landelijke overheid heeft ons alle middelen gegeven, maar wij kiezen ervoor als gemeenschap – dat is de som der delen – om niet te vaccineren. Dat heeft gevolgen.

‘Ik stoor me eraan dat de burgemeester zich niet steviger uitspreekt over het belang van vaccineren. Ook in het gemeentehuis dringt het idee dus door dat wij prima anders kunnen zijn en onze eigen spelregels wel bepalen. Ik zie het als totale stompzinnigheid, dat je altijd maar je eigen ruiten ingooit. Dat hele anders zijn, Urk als buitenbeentje in alle statistieken, dat lijkt een steeds groter onderdeel van de identiteit te worden.’

Declercq: ‘Het vreemde is dat ik daar misschien op een bepaalde manier aan heb bijgedragen. Als een buitenstaander opschrijft wat hij allemaal heeft gehoord en gezien, dan is het een begrijpelijke neiging om gezamenlijk op te trekken en te zeggen: waar bemoeit hij zich mee, wat weet hij ervan? Door dingen te benoemen waar veel mensen liever niet over praten, klitten die mensen nog meer aan elkaar vast.’

Albert Visser is opgegroeid op Urk en heeft drie jonge kinderen. ‘Het afgelopen jaar hebben mijn vrouw en ik het er voor het eerst over gehad: horen wij hier nog wel?’

Oost: Ik snap dat wel. Wij hebben ook tien jaar in Emmeloord gewoond, omdat wij onze kinderen een andere cultuur wilden meegeven. Ik vond het ook belangrijk dat ze goed Nederlands zouden leren  hier hoor je veel dialect. Maar na tien jaar wilde ik terug naar Urk.’

Visser: ‘Laatst las ik in Het Urkerland over zes dominees die het over de ‘Great Reset’ hadden. Die dominees realiseren zich kennelijk niet wat voor positie ze hier hebben in de maatschappij, hoe belangrijk hun woord is. Het normaliseren van complottheorieën en anti-overheidsideeën komt hier dus van de kansel. Ik vind het waanzin.’

Oost, laconiek: ‘Hij heeft er buikpijn van, mij laat het ondertussen siberisch. Ik zie niet in hoe je de cultuur hier zou kunnen veranderen. De wil om het anders te doen is er gewoon niet. De tendens is: het is verschrikkelijk wat er gebeurt, maar met z’n allen vinden we het niet erg.’

Declercq: ‘In maart is iemand op het industrieterrein met een heftruck over de benen van een man van 24 gereden.’

Oost: ‘En de moeder van die man had met de dader te doen. Dat zie ik als het probleem van dit dorp in een notendop: zolang we hier empathie houden voor daders, opdat ze zich op een dag ook maar mogen bekeren van hun heilloze weg, is het eind zoek.’

Declercq: ‘Het ziet er donkerder uit dan een jaar geleden.’

Visser: ‘Ik heb er twee dagen over nagedacht of ik wel aan dit gesprek wilde meewerken, omdat het zo donker is. Ik vind het erg om dat te moeten vaststellen.’

Oost, met een ironische grijns: ‘Je schrijft toch wel een beetje mooi, hè, over ons Urk?’

Burgemeester Cees van den Bos: ‘Je kunt van alles zeggen over Urk, maar het is vooral een dorp waar saamhorigheid speelt.’ ©Ivo van der Bent

Anderhalve week later licht het gezicht van Matthias Declercq op van een laptopscherm in het gemeentehuis, in de kamer van SGP-burgemeester Cees van den Bos (41). Toen Van den Bos in oktober 2020 De ontdekking van Urk overhandigd kreeg, was zijn eigen ontdekking van Urk nog maar net begonnen. In zijn eerste jaar als burgemeester kreeg hij een steen tegen zijn ruit, een doodsbedreiging en corona. Hij was maanden uit de running.

‘Met wie moet ik volgens jou in gesprek gaan?’, vroeg hij Declercq bij hun eerdere ontmoeting. Met de jongeren, antwoordde Declercq  van de 21 duizend inwoners zijn er meer dan 9 duizend jonger dan 25 jaar. ‘Jongeren krijgen hier in mijn beleving een soort korset aangereikt: dit is onze identiteit, dit is hoe je het hoort te doen op Urk. Er is zeer weinig zuurstof in dat korset. Urk praat niet over de schaduwkant daarvan, en Urk schrikt als die schaduwkant zwart op wit staat. Ik vind dat Urkers de moeilijke dingen meer zouden mogen bevragen. Dat lijkt me voor een burgemeester ook belangrijk, dat er genoeg gepraat wordt.’

In de bars op het industrieterrein is hij nog niet geweest, zegt Van den Bos nu, maar hij heeft een stuk of honderd jongeren gesproken. ‘Het belangrijkste wat ik steeds hoorde, was: burgemeester, wij willen elkaar ontmoeten, dat doen wij hier op Urk. Het stukje oprechte interesse van de burgemeester hebben ze bijzonder gewaardeerd.’

Anders dan de vorige keer zit er nu een communicatieadviseur naast Van den Bos, die ’s ochtends in een ‘coachgesprek’ met hem alvast de onderwerpen heeft doorgenomen die in het gesprek met de Volkskrant ongetwijfeld weer voorbijkomen: de jeugdhonken, corona, de nazi-actie. Een mail over dat coachgesprek stuurde de burgemeester per ongeluk door.

Hij heeft De ontdekking van Urk gelezen, zegt hij, met complimenten voor de fraaie zinnen van Declercq. Wat hem het meest is bijgebleven? ‘Je kunt van alles zeggen over Urk, maar het is vooral een dorp waar saamhorigheid speelt.’ 

Je kunt van alles zeggen over Urk, bijvoorbeeld als het over de lage vaccinatiebereidheid gaat, en de burgemeester zegt het volgende: ‘Ik sta voor mijn Urkers. De bevolking maakt eigen keuzen. Ik ga niet over hun geweten en niet over hun lichamelijke integriteit.’ Of hij zelf is gevaccineerd zegt hij niet, dat vindt hij een privékwestie. ‘Ik roep op het landelijke beleid te volgen, en ik roep degenen die zich niet willen laten vaccineren op verantwoordelijkheid te nemen door de maatregelen in acht te nemen.’

Als burgemeester wil hij ‘een eerlijk totaalbeeld neerzetten’ van Urk. ‘Aan de ene kant zijn er een aantal heftige gebeurtenissen, maar tegelijkertijd heb ik daardoor de mooie kant van Urk leren kennen. Ik kreeg kaartjes, cadeautjes, vis, bemoedigende woorden via sociale media. Die kant is veel groter dan al dat negatieve dat er in de media is geweest. Er waren vuurwerkrellen, maar er was daarna ook een surveillerende ouderwacht van een man of honderd.’

Wat hij na een roerig jaar, waarin veel over Urk is gezegd en geschreven, blijft benadrukken: Urk is een kern als alle anderen: je hebt hier uitdagingen en dingen die goed gaan. Als inwoner van een gemeenschap en als burgemeester moet je die in samenhang zien.’

Declercq werpt tegen: ‘Maar je hebt niet in elk dorp een industrieterrein waar jongeren volledige discotheken kunnen inrichten en kunnen doen wat ze willen. Ik schrik ervan als ik hoor dat iemand daar met een heftruck over de benen van een ander rijdt. Op dat industrieterrein gebeuren dingen die elders op een andere manier worden aangepakt. U bent nu een jaar burgemeester, heeft u een plan van aanpak?’

Van den Bos: ‘Er liep al controle ten aanzien van de jeugdhonken. Wij hebben die controle voortgezet. Er is sprake van een situatie die in vijftien tot twintig jaar tijd zo is gegroeid als ze nu is. Dat verander ik niet van vandaag op morgen. En dat gaat ook over een stukje beleving in Urk. Er is een groep die vindt dat dit normaal is, erbij hoort, van alle eeuwen is. En er is een toenemende groep die aangeeft: wat hier gebeurt, dat kan niet. Er zijn trouwens ook een flink aantal honken waar geen grenzen worden overgegaan.

‘Vorig jaar hebben we twee jeugdhonken gesloten. Om succesvol te kunnen zijn is het eerst nodig dat alle neuzen qua beeldvorming dezelfde kant op staan. Wat wil Urk? Hier moet niet een burgemeester komen vertellen wat wel en wat niet mag. Hier moet de gemeenschap van zeggen: dit is niet gewenst.’

Matthias Declercq wenst hem een rustige tijd toe voor hij van het beeldscherm verdwijnt. Het is aan Urk.

maandag 22 november 2021

Willem de Regisseur
Cultuurhistoricus René van Stipriaan schreef de eerste ‘volledige’ biografie van de Vader des Vaderlands, vol details over de persoon en de wereld waarin hij leefde. Daaruit komt een herwaardering naar voren voor zijn historische rol, vertelde Van Stipriaan in een interview. De recensent stelt ook vast: Willem van Oranje bleek nooit te beroerd om nepnieuws te verspreiden.

 

 




Beste foodwatcher,

Helaas zijn consumenten ook het afgelopen jaar weer onverminderd misleid met verborgen boodschappen en valse versiertrucs. Daarom organiseren wij ook dit jaar weer de Gouden Windei verkiezing. Zo laten we producenten zien dat mooi-praat-marketing niet geaccepteerd wordt.

Wij hebben ons over al jullie inzendingen gebogen en drie kanshebbers geselecteerd. Aan elk van de drie genomineerde producten is een influencer als ambassadeur gekoppeld. Samen met jullie gaan zij de komende tijd de strijd aan met hun Gouden Windei kandidaat in een spannende wedstrijd: wie zal de prijs (die je absoluut niet wil), winnen? 

 


1. 'Recyclebare kroepoekzakken’ van Conimex




Met een recyclebare kroepoekzak lijkt Conimex een duurzame weldoener, maar eigenlijk wordt er gewoon meegelift op nieuw nationaal beleid op het gebied van afvalverwerking. Conimex recyclet dus vooral andermans werk. > Lees meer en stem op de ‘recyclebare kroepoekzakken’ van Conimex. Net zoals duurzaamheid-koningiMarije van der Made. 

 


2: ‘Poké Bowl met lekker veel groente’ van Knorr




Volgens Knorr zet je met hun Poké Bowl-pakket makkelijk een gerecht met veel groente op tafel. Maar de enige groente die daadwerkelijk in het pakket zit is 5% rode paprika in de topping-mix. Knorr biedt dus voornamelijk gebakken lucht. > Lees meer en stem op de ‘Poké Bowl met lekker veel groente’ van Knorr. Net zoals vlogger Bram de Wijs.

 


3: ‘Veggie candy - Let’s make it fun. Better. Yum!’ van Let's.




Nicolette beveelt haar ‘gezonde’ groente- en fruitsnoepjes Veggie Candy 6 keer per week aan, waarvan één keer voor bij het sporten. Dit terwijl iedere portie evenveel suiker bevat als de Haribo snoepbeertjes. Dit noemen wij niet verantwoord, Nicolette. Lees meer en stem op de ‘veggie candy’ van Nicolette van Dam net zoals Anki schrijfster van de Lazy Fitgirl Methode. 

 


Er is geen twijfel over mogelijk, misleidend zijn ze alle drie. Maar welk product zal dit jaar de gevreesde prijs in ontvangst nemen? Aan jou de vraag om je stem te laten horen en mee te beslissen wie dit jaar het Gouden Windei het meest verdient.  




Deel deze nieuwsbrief vooral en roep je vrienden, familie en collega’s op om stemmen. Hoe meer stemmen, hoe groter de druk op de voedselindustrie om eens heel snel een stuk eerlijker te worden. 



Twitter
Facebook
LinkedIn
Whatsapp

Met vriendelijke groet,

Liz Kunst,
Campaigner




De stembus voor het meest misleidende voedselproduct is nu geopend!


Wordt dit bericht niet goed weergegeven? Klik dan hier
Logo Foodwatch


De stembus voor het meest misleidende voedselproduct is nu geopend!


Wordt dit bericht niet goed weergegeven? Klik dan hier
Logo Foodwatch

 

zaterdag 20 november 2021

Adele 30

 

Adele tart alle wetten van de muziekindustrie, hoe doet ze dat?

Zes jaar stilte, pas dan een nieuw album, nauwelijks sociale media en toch is Adele de grootste popster ter wereld. Het druist in tegen alle regels voor succesvolle artiesten anno 2021. De Volkskrant analyseert hoe Adele dit klaarspeelt. 
©Simon Emmett

De verkoop- en luistercijfers moeten na vandaag natuurlijk binnenkomen, maar de voortekenen bedriegen niet. Adele gaat het weer voor elkaar krijgen. Haar vierde album 30 ploft vrijdag in één klap en in zijn geheel op de streamingplatforms, en als geluidsdrager in de winkel. En daar zal 30 in recordbrekende aantallen uitvliegen, digitaal en fysiek.

Zet straks de radio aan: Adele. Open de streaming-app van Apple Music of Spotify, en wie staart u daar aan én staat bovenaan in alle belangrijke afspeellijsten? Adele. Over wie heeft de hele wereld het wekenlang, van sterrenblogs tot sociale media en ouderwetse talkshows? Adele. En wie spot hiermee met alle muziekwetten van het afgelopen decennium, het tijdperk van de geheel vernieuwde muziekindustrie? Juist.

©x

Dat Adele met haar nieuwe album alle ogen op zich gericht krijgt, is gezien de omstandigheden razend knap. Vrijwel geen popster doet haar dat meer na. Want de muziekhandel veranderde tien jaar geleden drastisch, met de opkomst van de streamingplatforms en de wereldwijde introductie van Spotify in 2011. Terugkijkend op die periode mogen we stellen dat streaming de grote, nieuwe (toekomstig klassieke) popalbums geen goed heeft gedaan.

Want waar zijn de grote blockbusters van de afgelopen tien jaar? Waar zijn die knallende albums met eeuwigheidswaarde die in alle voorafgaande popdecennia bij iedereen in de kast stonden? De albums waar ook iedereen het over had, tot maanden na de verschijningsdatum?

Probeer het zelf maar na te gaan. De grote albums van de jaren zeventig en tachtig? Daar beginnen we niet eens aan, de lijst is te lang. Van de jaren negentig dan? Een kleine greep: Ten van Pearl Jam, OK Computer van Radiohead, Nevermind van Nirvana, het Black Album van Metallica, The Miseducation of Lauryn Hill en Automatic for the People van R.E.M.  En o ja: Jagged Little Pill van Alanis Morissette. En dan nog honderd, van Oasis tot Rage Against the Machine.

©x

De jaren nul? Weer een eindeloze lijst, van Coldplay tot U2, Britney Spears, Radiohead, Outkast en The White Stripes. Iedereen kent de albums van deze bestsellers, dus hoeven we de titels hier niet op te dreunen. En bijna iedereen sleepte ze als geluidsdrager uit de platenwinkel.

Dan de streamingjaren tien, en de jaren die net achter ons liggen. De nieuwe klassiekers van de jaren tien, de grote blockbusters? Ze zijn op een paar handen te tellen. Lemonade van Beyoncé, misschien, en 1989 van Taylor Swift? En natuurlijk de twee enorme Britten: Ed Sheeran met Divide en de allergrootste popster van dit moment: Adele, met haar albums 21 en 25. Maar waar zijn de Dark Side of the Moons en de Hotel California’s van de jaren tien? De Gracelands en de Rumours?

Het is  helemaal niet zo dat het nu slecht gaat met de consumptie van popmuziek: integendeel. Er werden de afgelopen jaren héél veel albums op de markt gebracht en ze werden in versnipperde vorm, als setje singles, ook onwaarschijnlijk vaak gedraaid. Maar door de ‘verstreaming’ van de muziekmarkt kelderde het belang van het album als voornaamste uiting van de popster. Vooral omdat het dankzij streaming niet meer nodig was een exemplaar van een album aan te schaffen: je kon het ding uit de lucht grijpen. Maar dat betekende ook dat de gebruiker niet alle nummers in een bepaalde volgorde hoefde af te spelen, waarom zou hij? Dankzij Spotify pikten we massaal alleen nog maar de favoriete tracks van een plaat, voor gebruik in onze eigen afspeellijsten.

©x

Daardoor devalueerde het album in recordtempo, als commercieel én artistiek product. Er bleef een kleine maar volhardende fysieke markt voor de muziekschijven bestaan: vooral het vinyl bleef een geliefd product, bij hippe en fanatieke muziekliefhebbers met gevoel voor authenticiteit en bij oudere liefhebbers die weigeren afstand te nemen van hun album- en verzamelhobby. Maar de cijfers zijn toch helder: op de grootste muziekmarkt, de Verenigde Staten, werden in 2007 ruim 500 miljoen ‘album-units’ verkocht, en in 2020 nog slechts 100 miljoen: een rechte lijn omlaag. 

Tegelijk schoten singles van artiesten dankzij streaming als een raket door het universum: tracks als The Box van Roddy Rich en Old Town Road van Lil Nas X werden zomaar een miljard keer gestreamd. En drongen dus veel dieper door tot de oren van de wereld dan ooit mogelijk was geweest als de liedjes tot ons waren gekomen op zoiets ouderwets als ‘een album’. 

Voor zowel de grote artiest, de luisteraar als de platenmaatschappij is de single tegenwoordig oneindig veel belangrijker dan het album. Ga maar na: iedereen kent het nummer Blinding Lights van The Weeknd. Maar wie weet op welk album die hit staat? Zeg het maar. Mede hierom zijn albums, in tegenstelling tot singles, nu gewoon niet meer zo spraakmakend. En daar hoor je hardnekkige platenwinkels én de grote platenmaatschappijen ook vaak over klagen. Twee weken na de release van het toch langverwachte tweede album van Billie Eilish (Happier Than Ever), of die de hemel in geprezen plaat van Lana Del Rey (Norman Fucking Rockwell) hoor je eigenlijk niets meer over het album. In de winkel komt er ook niemand meer om vragen en het ding verdwijnt uit de etalage, tot verdriet van de platenzaakbaas, die ook graag een halfjaar draait op verkoopsuccessen.

En toch zweert Adele juist bij het album en gaat zij met 30 naar verwachting opnieuw records verbreken, zoals ze eerder deed met de voorganger. Van 25 uit 2015 verkocht zij er 22 miljoen, digitaal en fysiek, en alleen haar eigen tweede album 21 uit 2010 deed het nog beter, met 33 miljoen exemplaren. Het zijn in de huidige tijd onwaarschijnlijke aantallen, waar alleen Taylor Swift en Drake nog bij in de buurt komen. De enige single Easy on Me, die Adele liet verschijnen als teaser voor haar plaat, staat al wekenlang onbedreigd bovenaan de charts, van de VS tot de UK, en ook dat is voor de concurrentie een alarmerend signaal.

Hoe doet zij dit? Waarom lukt het Adele vrijwel als enige nog mega-albums, dus nieuwe klassiekers uit te brengen, waar iedereen mee bezig lijkt? Het antwoord op die vraag is interessant, want het vertelt ons veel over Adele en de huidige, ingewikkelde maar zeer dynamische muziekindustrie.

1 Het album als artistiek statement

Het is gezien de voorgaande bespiegelingen eigenlijk een wonder dat de veelverdienende popsterren überhaupt nog albums uitbrengen. Waarom doen ze dat eigenlijk, nu de hele handel lijkt gericht op virale singles (en bijbehorende TikTok-rages)?

De muziekwereld breekt zich al jaren het hoofd over deze vraag, maar Adele kan het antwoord geven. Zij vindt dat je nog altijd het sterkste artistieke statement kunt maken met een verzameling liedjes en veel popsterren zijn dat met haar eens. De albums van Adele gaan ergens over. Zij vouwt haar liedjes rond een albumthema: een leeftijd en dus een levensfase, en veel collega’s vinden zo’n gericht schrijfproces nog altijd inspirerend. 

Op 30 bezingt zij de levens- en relatievragen die opkwamen rond haar 30ste, en 30 is een echte break-up-plaat. Haar albums zijn een kroniek van haar eigen levenswandel, maar ook die van een gemiddeld mens in ontwikkeling. Adele hoopt dat haar leeftijdsplaten universeel herkenbaar zijn, en weet op deze slinkse wijze ook nog eens fans met haar mee te laten groeien. Adele ziet haar albums als een aaneengeschakelde biografie en laat het artistieke belang van het album als geheel zwaarder wegen dan dat van het losgezongen lied. 

Adele volgt dus de ouderwetse muziekwet van vóór het streamingtijdperk: zij zet een album in de markt en laat dat voorafgaan door slechts één smaakmakende single. Voor veel platenmaatschappijen, in Adeles geval Columbia, zal dat enig aanpassingsvermogen vergen, want vrijwel alle albums worden tegenwoordig versnipperd vrijgegeven, single voor single. Van de meeste nieuwe albums zijn om commerciële redenen op de dag van release al een track of zeven beschikbaar, want eerder uitgebracht. Adele doet daar niet aan.

2 Verkoop of streaming, of toch allebei?

Adele, of liever gezegd: het marketingteam rond Adele, durft het nog aan onderscheid te maken tussen  verkoop van een album, ook als fysieke geluidsdrager, en de uit de lucht te plukken stream. Al is het verschil minder groot dan voorheen.

Haar vorige album 25 verscheen zes jaar geleden op de releasedag uitsluitend in de winkel, dus als album in de platenzaak of als digitale verkoop. Dat was destijds uniek: bijna geen enkele artiest durfde met een grote nieuwe release weg te blijven van Spotify en Apple Music. Maar de strategie werkte: Adele verkocht miljoenen albums, omdat fans die noodgedwongen moesten aanschaffen. Het creëerde een soort genootschap van Adele-bezitters  en deed de kassa rinkelen. Ook het moment dat 25 na een half jaar eindelijk beschikbaar werd via Spotify was goed getimed: Adele kon een nieuwe releasedag vieren, ze stond weer in de schijnwerpers en het album werd opnieuw een hit, maar dan nu als stream.

De aanpak bij 30 is anders en minder gewaagd. Het album verschijnt tegelijk in de winkel en op de streamingplatforms. Toch maakt Adele weer een onderscheid. Vrijdag verschijnen drie verschillende, fysieke en digitaal verkoopbare versies van 30, elk met exclusieve tracks die niet beschikbaar zullen komen als stream. Dat moet genoeg zijn om haar fans, die ook de eerdere albums uit de winkel haalden, te overtuigen de collectie compleet te maken. Verzamel ze allemaal: het zijn net Pokémon-kaartjes

3  Schaarste creëert waarde

In tegenstelling tot zo’n beetje al haar collega-popsterren richt Adele zich niet op de in streamingtijden zaligverklaarde single. Dat heeft een artistieke achtergrond, maar toch ook een persoonlijke. Adele wil niet altijd maar een popster zijn, zegt ze graag in interviews. Ze trekt zich na de verschijning van een album, en de plichtplegingen daaromheen, graag terug. Om weer te kunnen schrijven, maar ook om gewoon weer een beetje mens te kunnen zijn en daar na een jaar of vijf weer zinnige liedjes over te kunnen schrijven.  Als je meegaat in de singlesgekte, is dit een onmogelijk arbeidsproces: je zult als artiest elke paar maanden met een nieuwe track moeten komen, anders verzuip je in het overweldigende, dagelijks aangevulde streamingaanbod. 

Dat doet Adele dus niet en daarmee gaat ze in tegen de huidige praktijk van de constante aanwezigheid, op streamingplatforms maar ook op sociale media. De zangeres trekt zich na een nieuw album doodleuk een jaar of vijf terug uit de openbaarheid. Volgens kenners van de muziekindustrie zou dat dodelijk moeten zijn voor een hedendaagse muziekloopbaan, maar bij Adele werkt het anders. Bij haar treedt de volgende, antieke economische wet in werking: schaarste creëert waarde in een wereld van overvloed. De beperkte beschikbaarheid lijkt haar werk een meerwaarde te geven, en die blijkt haar albums boven die van de rest uit te kunnen tillen. En met ieder nieuw succes op haar naam kan Adele weer met een gerust hart een jaar of vijf met sabbatical.

Adele trekt de praktijk van de schaarste door naar alle facetten van haar vak, van interviews tot optredens. Vier jaar geleden liet zij al weten niet langer te willen touren om haar album te promoten. ‘Ik doe het eigenlijk alleen maar voor mijn fans, het is niets voor mij’, verklaarde ze. Het lijkt erop dat de zangeres ook met haar nieuwe album niet op reis gaat: voorlopig heeft zij voor volgend jaar alleen twee shows in het Londense Hyde Park aangekondigd. 

En het kan nóg exclusiever. Vorige week koos Adele één mediamoment uit om de hele Verenigde Staten mee te bedienen. Zij liet zich interviewen door interviewkoningin Oprah Winfrey, in een twee uur durende Adele-special voor de Amerikaanse zender CBS. En daar speelde zij een mini-liveset van vier nummers, voor een vip-publiek van Drake tot Leonardo DiCaprio, Selena Gomez, Gordon Ramsay en Lizzo. En ook voor Nederland heeft Adele een zorgvuldig geselecteerd media-optreden op het programma staan: donderdag verschijnt zij in de tv-show Busje komt zo! van Paul de Leeuw, bij wie ze al twee keer eerder optrad.

Maar daarmee zullen we het voorlopig moeten doen. En natuurlijk met album 30, waarvan er volgens de laatste voorspellingen meer dan een miljoen zullen worden verkocht. In één week.

woensdag 17 november 2021

 




Beste Brigitte,

Met trots presenteren wij de genomineerden voor de Vieze Verkiezing! Uit ruim 1500 nominaties koos de jury de 5 meest brutale fossiele reclames. Wie gaat er vandoor met deze dubieuze publieksprijs en verdient een heuse Greenpeace-verrassing? Het lot van deze vervuilers ligt in jouw handen: stem nu!
De Vieze Verkiezing: stem nu!

Dit zijn de genomineerden

Maar liefst 1500 nominaties ontvingen we van jullie. Overweldigend! Samen met Reclame Fossielvrij selecteerden wij de 5 meest brutale fossiele reclames. Wie verdient het volgens jou om de Vieze Verkiezing te winnen? 
  • KLM presenteert zich met de campagne Urban Trail als een sportief bedrijf. Best gedurfd als je enorme fijnstofkanonnen in je hangar hebt staan.
  • Land Rover maakt reclame voor hun slurpende SUV’s rondom de James Bond-film ‘No Time to Die’. 
  • Ryanair vindt dat we moeten “Inenten en gaan”. Say what?! Dankzij Ryanair vliegen we steeds sneller de klimaatcrisis in.  
  • Shell “neemt samen met Staatsbosbeheer de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen van Nederland.” Plant een paar bomen en je hebt voor 10 jaar reclame.
  • Vattenfall voert campagne met de leus “Fossielvrij binnen 1 generatie”, maar bungelt in de energie-ranglijst van de Consumentenbond onderaan met een 4,3 als rapportcijfer. 
Laat je stem horen!

Vieze reclames bij de Effie Awards

Gisteravond pakten we - onaangekondigd - hét podium van de reclamewereld: die van de Effie Awards. Om direct aan honderden reclamemensen te laten weten: reclame maken voor fossiele vervuilers kan echt niet meer. Samen met onze supporters maakten we het punt dat de reclame-industrie haar talenten beter kan inzetten voor een fossielvrije toekomst. Het was spannend voor de actievoerders, maar het is gelukt!


Maak toekomst,

Cas van Kleef 
Campagneleider