zaterdag 28 december 2019

De woorden van 2019 verbeelden, dat was de opdracht voor de tien fotografen die ­meewerkten aan deze bijlage. / Trouw

Nooit eerder was het in Nederland zo heet als deze zomer. Niet alleen de buitentemperatuur ging richting kookpunt. In het najaar rukten boze boeren op naar het Malieveld in Den Haag, de plek waar in ­februari de klimaatspijbelaars al samen­ kwamen. Op Schiphol was het weliswaar ­onverminderd druk, maar niet iedereen gaat nog onbekommerd naar de gate: 2019 was het jaar waarin het woord vliegschaamte oprukte. Parallel daaraan lijkt ook de elektrische auto definitief door te breken, evenals veganisme.
Het ging dit jaar, samengevat, direct en ­indirect veel over milieu en klimaat. Stikstof is een van de woorden die niet konden ont­breken in dit alternatieve jaaroverzicht. Maar Nederland zette zich ook schrap voor een brexit die maar niet kwam, en we bleken te wonen in een heuse narcostaat.
De woorden van 2019 verbeelden, dat was de opdracht voor de tien fotografen die ­meewerkten aan deze bijlage. De een is pas afgestudeerd, de ander al jaren bekend bij de Trouwlezer. Ze wisten ons allemaal te ­verrassen met hun aanpak: van reportage en portret tot abstracte fotografie en zelfs ­microscopie.
STIKSTOF
In mei vernietigde de Raad van State het ­Nederlandse stikstofbeleid, met directe gevolgen voor onder meer bouwers en boeren. Het kabinet moest op zoek naar noodmaatregelen, en zodoende ­mogen we straks nog maar 100 kilometer per uur rijden op de snelweg. Een definitieve ­oplossing voor het ‘stikstofprobleem’ – ook zo’n woord uit 2019 – is nog niet ­gevonden.
Het ging in Nederland vooral over de ­neerslag van stikstofverbindingen zoals ­ammoniak en nitraat in natuurgebieden. ­Stikstof is een essentiële bouwstof voor alles wat leeft, maar een overmaat van bemesting is slecht voor de bodem en de soortenrijkdom, omdat snelgroeiers gaan domineren.
Hetzelfde principe geldt in onze sloten, plassen en zeeën. Voor het plantaardige ­plankton dat daarin leeft, het zogeheten ­fytoplankton, zijn die stikstofverbindingen voedingsstoffen. Maar net als op land geldt: overbemesting is slecht.
En dat terwijl fyto­plankton van levensbelang is: het is de grootste primaire producent van zuurstof op aarde.
Fotograaf en filmmaker Jan van IJken bracht onder zijn microscoop fytoplankton in beeld. Deze micro-organismen zijn zo klein en fijn van structuur dat één foto niet werkt. Jan heeft de foto’s gestacked. Dat wil zeggen: door een heleboel foto’s achter elkaar te ­maken, telkens de scherpte even te verleggen en al die foto’s op elkaar te stapelen krijg je één helder beeld.
De meeste foto’s die u hier ziet zijn van individuele cellen, de foto hierboven is van een kolonie. De bovenste foto bij dit artikel is een cel van een diatomee te zien, ook wel kiezelwier. Het plankton op deze foto’s komt onder meer uit de Noordzee (o.a. cover) en het Grevelingenmeer.
Foto’s: Jan van IJken
HITTERECORD
Zucht, puf, zweetdruppels. Wat was het heet in juli. Nog nooit werd in Nederland een temperatuur van boven de 40 graden celsius gemeten, maar in juli was het raak. En hoe! In liefst vijf ­provincies passeerde het kwik de 40-graden-grens. Het heetst werd het op 25 juli in Gilze-Rijen: 40,7 graden.
Tijdens de hittegolf stapelden de codes oranje van het KNMI zich op. Het Nationaal Hitteplan werd afgekondigd. Zoek de schaduw op! Drink ­genoeg water! Denk aan zieken en ouderen! Het bracht kunstfotograaf Mark Kohn op het idee van dit zelfportret. “Al die symptoombestrijdende maatregelen helpen ons op termijn vooral ­verder van huis. Doe die koelkastdeur dicht, zet de airco uit, isoleer je huis en trek zo nodig iets warms aan. Met een beetje geluk kunnen we dan onze nakomelingen een catastrofe besparen.”
Foto: Mark Kohn
VLIEGSCHAAMTE
Ton den Boon begon zijn taalrubriek begin augustus als volgt: “Als we de Bijbel mogen geloven, is schaamte een van de vroegste emoties die de mens heeft ervaren. (…) Het mag dus een wonder heten dat het tot 2019 duurde voordat het Jaar van de ­Schaamte aanbrak.”
Vliegen werd misschien wel schaamte nummer één, Judith Jockel bracht het woord in beeld. “De foto moest een mix worden van vakantie, vliegen, natuur en schaamte. Fel en grotesk, met blauw voor de hemel en een mens om de schaamte te verbeelden. Na het fotograferen bekende mijn model dat hij die ochtend een vliegticket had gekocht naar Wenen, en met een lachje, ‘erg hè’.”
Foto: Judith Jockel
KLIMAATSPIJBELAAR
De term klimaatspijbelen haalde op 18 ­januari van dit jaar voor het eerst deze krant, vanwege Belgische scholieren die spijbelden om actie te voeren voor het ­klimaat. Een dag later meldde Trouw dat ook Nederlandse scholieren plannen maakten om te spijbelen.
De eerste Nederlandse klimaatspijbel­actie was op 7 februari. Zo’n 15.000 ­scholieren zaten niet in de schoolbanken maar trokken te voet door Den Haag. Het leverde de scholieren onder meer een ­gesprek met premier Mark Rutte in het ­Torentje op. In de loop van het jaar werd klimaatspijbelen een wereldwijd fenomeen. In beeld drie klimaatspijbelaars van het eerste uur.
Foto’s: Martijn Gijsbertsen
Lilly (11), woont in Huis ter Heide, krijgt thuisonderwijs
Lilly werd bekend omdat ze elke week een uur alleen voor het gemeentehuis van Zeist zat om bestuurders te wijzen op het ­klimaat, nog voordat klimaatspijbelen in Nederland serieus werd. Lilly: “Mijn wens voor 2020 is dat milieuthema’s zoals ­klimaatverandering en plasticvervuiling vanaf de eerste klas op school worden ­onderwezen, zodat er een generatie ­kinderen opgroeit die van de natuur houdt en deze problemen wil oplossen.”
Ianthe (16), woont in Maarssen, gaat naar het Gerrit Rietveld College Utrecht
Ianthe is al meer dan een jaar klimaat­spijbelaar. Ze maakte in september 2018 deel uit van een klein groepje scholieren dat actievoerde op het Binnenhof, net ­zoals Greta Thunberg staakte bij het Zweedse parlement. Ianthe: “Mijn wens voor 2020 is dat alle politici hun verant­woordelijkheid nemen ten opzichte van de toekomstige generaties. Wij zijn ­scholieren, ons enige doel is om politici te wijzen op klimaatverandering. Wij zijn er niet om oplossingen aan te dragen.”
Dana (17), woont in Utrecht, gaat naar de Stichtse Vrije School in Zeist
Dana spijbelde voor het eerst in februari en ging naar het Malieveld in Den Haag. Daarna ­begon ze in Utrecht met een eigen groepje vaker actie te voeren. Zoals op 29 ­november tijdens de internationale ­actiedag klimaat. En vorige week vrijdag nog, tijdens de Urgenda-uitspraak. Dana: “Mijn wens voor 2020 is dat de grote vervuilers gaan betalen voor de schade die ze toebrengen aan het klimaat. Zo kunnen we toewerken naar een leefbare toekomst voor iedereen.”
ELEKTRISCH
De gaskraan gaat dicht, fossiele brandstoffen zijn uit de mode: iedereen moet over op ­elektrisch. Als het aan de regering ligt, hebben alle auto’s die na 2030 nieuw worden verkocht een stekker.
Het mantra lijkt aan te slaan in Nederland. Voor het eerst is maakt een ­elektrische auto kans om de best­verkochte van het jaar te worden: de Tesla Model 3, waarvan er tot en met september 13.587 stuks zijn verkocht. Gerenommeerde auto­bouwers ­besloten dit jaar om alleen nog elektrische auto’s te ontwikkelen.
Lars van den Brink fotografeerde zijn ­gedachte bij het nieuwe elektrische rijden. Want wat als je niet in staat bent om te ­investeren in een elektrische auto of een dak vol zonne­panelen? Misschien voel je je dan wel bedolven onder alle duurzame berichten van 2019.
Foto: Lars van den Brink
VEGANISME
Naar schatting zijn er in Nederland 131.000 veganisten, becijferde de Nederlandse ­Vereniging voor Veganisme. Dat is nog geen 1 procent van de bevolking, maar het aantal veganisten groeit iedere dag. De belangrijkste redenen om veganist te worden zijn dierenwelzijn en het milieu.
Een veganist kiest ervoor om helemaal geen dierlijke producten te eten, dus ook geen zuivel, eieren of honing. Nog verder gaan de ­veganisten die voor zover dat mogelijk is afzien van alle vormen van exploitatie van dieren, ook voor onder meer kleding en cosmetica.
Emma Metz fotografeert vooral voedsel. Voor haar afstudeerproject maakte ze vorig jaar een fictief kookboek met recepten van kweekvlees. Vorm en kleur zijn niet langer een beperking. Alles kan, is Emma’s adagium. Dus ook deze ­veganistische zoete aardappelkaasbitterbal.
Foto’s: Emma Metz
NARCOSTAAT
Minister Grapperhaus van justitie hield cocaïnegebruikers dit jaar een spiegel voor: ‘Iedereen die een lijntje snuift, ­financiert misdadigers’, zei hij.
De ­Brabantse boswachter Erik de Jonge zette een filmpje van op Twitter. ‘Lieve xtc-gebruikers. Het is 03:39. Vanaf 18:00 (uur) hebben we gewerkt om het afval van jullie pilletjes op te ruimen. (…) kunnen jullie weer lekker festivallen!’
Politici en politie richtten dit jaar hun pijlen op drugsgebruikers. Nederland is een drugsland bij uitstek, geschikt voor de doorvoer en productie van verdovende middelen. Een narcostaat. De drugscriminaliteit die daarbij komt kijken ontwricht de ­samenleving, concludeerden onder­zoekers dit jaar. Jongeren worden al vroeg het drugscircuit ingezogen.
Deze gebruiker, die in beeld wil, maar verder anoniem wil blijven, legt de waarschuwingen naast zich neer. Deze avond gebruikt hij een zegeltje LSD. Dat doe hij soms. Verder blowt hij vooral. “Ik gebruik drugs, omdat ik er plezier in heb. Drugs kopen is voor mij net alsof ik naar de ­supermarkt ga. Dat een minister of wie dan ook iets zegt, is voor mij geen reden om minder te gebruiken. En ik vind dat zonder een beetje risico is het leven ook zo saai is.”
De naam en gegevens van de gefotografeerde zijn bij de hoofdredactie bekend. 
BOERENPROTEST
Ineens waren ze er, de boeren en hun trekkers, op 1 oktober in Den Haag. Genoeg hadden ze ervan, al die regeltjes die de overheid ze oplegt. Of dat stikstofprobleem dat uit de lucht kwam vallen. Halveren van de veestapel? Ho maar.
Vrijwel wekelijks voerden agrariërs actie. Bij provinciegebouwen, bij het Binnenhof, bij het RIVM in Bilthoven, bij de studio van Harry Mens in Noordwijk en meermaals in Den Haag. En altijd met hun trekker, hét symbool van het boerenprotest.
Deze boeren komen uit Noord-Holland. Zoals Tim Pijper, trots op zijn trekker, maar zegt hij, “Ik ben vooral een koeienman. Met die ­trekker vallen we meer op. Mensen denken ‘oh daar zijn die boeren weer. Dan zwaaien en toeteren ze.’”
Bart Klaver, ook een koeienman, protesteerde twee keer in Den Haag en stond bij het provinciehuis in Haarlem. “Deze Fendt 820 heb ik van mijn broer geleend. Zonder ­trekker zijn we als boer niets. Onze beroepsgroep is in aantallen maar klein, wil je een lonend protest dan moet je je goed laten zien. Dat kan met de trekker. Niet dat die protesten leuk zijn, ik heb werk zat en moet personeel regelen om het werk over te nemen. Maar we moeten onze stem laten horen.”
Bollenkweker Cees Koopman protesteerde 18 december nog. Hij steunt de veehouders, die nu vooral getroffen worden. “Wij bollen­kwekers krijgen ook regels voor ­onze kiezen waar we niets mee ­kunnen. We moeten er voor elkaar staan. Die trekker? Dat is een middel om onze kracht te tonen.”
Foto’s: Loek Buter. Swipe naar rechts voor meer.
DEMENTIE
Dementie is een terugkerend thema in Trouw. Dit jaar verhevigde de discussie over ­voltooid leven of euthanasie. Die woorden bleken extra gevoelig in combinatie met dementie. Zo werd dit jaar een arts ­vervolgd voor euthanasie, omdat de patiënt een oudere met vergevorderde dementie was. Zowel de rechter als de Hoge Raad vonden dat de arts niets te verwijten viel. Een zwaarwegend besluit.
Sjaak Verboom maakte een fotoserie over het thema dementie. Hij fotografeerde ­kledingstukken omdat ­kleding vaak meer blijkt te zijn dan slechts een middel om je warm te houden of te bedekken. Zie je de ­kleding, dan zie je de drager. Verboom liet zich inspireren door een citaat van Johannes van Damascus. ‘Ik heb vaak ­geliefden gezien die de kleren van hun geliefde ­aankijken, ze ­omhelzen met hun ogen hun lippen, alsof het kledingstuk de geliefde was…’
De kledingstukken fotografeerde Verboom in een huis met zichtbare sporen van het ­verleden. Herinneringen die ontoegankelijk zijn geworden. Net als bij dementie.
Op de foto staan met de klok mee vanaf linksboven kledingstukken van Rie (89), Klaas (85), Coby (88) en Janny (85).
Foto’s: Sjaak Verboom
BREXIT
Al ruim twee decennia haalt Jacob de Ridder (53) uit heel Europa vracht op met als eindbestemming het Verenigd Koninkrijk. Trailers beladen met ­landbouwmachines, staal of complete hotelkamers levert de vrachtwagenchauffeur af bij havens in Nederland en België.
2019 zou het jaar zijn van de brexit. Maar Groot-Brittannië verliet de EU niet. De Britse terugtrekking uit het grootste handelsblok ter wereld staat nu gepland voor 31 januari 2020. Met de verkiezingswinst die premier Boris Johnson in december haalde, lijkt een vertrek van het VK uit de Europese Unie nu een kwestie van tijd. Toch blijft De Ridder laconiek. “Ik denk dat we nog wel een paar jaar aanmodderen voordat er een deal ligt tussen het VK en Europa.”
Hoe zijn werk er daarna uitziet, stemt De Ridder minder gelukkig. “Groot Brittannië blijft gewoon bestaan. Al die goederen die nu naar het VK moeten en die deze kant op komen, die stroom die houdt niet op. Ik voorspel je: dan loopt alles vast. Havens, wegen, alles. Laten we hopen dat ik straks niet iedere dag uren sta te wachten voor het lossen van mijn vracht. Ik wil wel een beetje bezig blijven.”
Foto’s: Jeroen Toirkens. Swipe naar rechts voor meer.
DE FOTOGRAFEN

Jan van IJken - Stikstof

Jan van IJken is fotograaf en filmmaker. Hij is gefascineerd door natuur, biologie en microscopie. Zijn werk bevindt zich op het grens van kunst en wetenschap en zijn korte films ‘The art of flying’ en ‘Becoming’ kregen internationaal veel aandacht. Nu werkt hij aan een korte film over plankton.

Mark Kohn - Hitterecord

Portretspecialist, maar vooral perfectionist die graag alles naar zijn hand wil zetten. Met zijn koelkast foto wil Mark Kohn zichzelf en anderen wijzen op de gebreken van de maakbare ­wereld. Wordt het warm, dan zorgen mensen voor verkoeling. Maar niet alles hoeft maakbaar te zijn, een beetje ontbering kunnen we best verdragen.

Martijn Gijsbertsen - Klimaatspijbelaar

Ze zijn de toekomst, ze zijn strijdbaar en ze hebben een boodschap, de klimaatspijbelaars. Door hen niet tegen een neutrale achtergrond in zijn studio te portretten wil Martijn Gijsbertsen de spijbelaars én hun boodschap centraal zetten. Zo komt de oproep van de scholieren het beste tot zijn recht.

Lars van den Brink - Elektrisch

De roep om over te schakelen naar duurzaam energiegebruik wordt luider. Lars van den Brink houdt ervan de werkelijkheid naar zijn hand te zetten, of het nou gaat om een portret, landschap of een illustratieve foto. Dus nam hij de auto van de vader van zijn ­stagiair en 800 meter stroomkabel en maakte de werkelijkheid absurd.

Jeroen Toirkens - Brexit

Op de dag van de Britse verkiezingen trof Jeroen Toirkens op de ferry-terminal Jacob, een vrachtwagenchauffeur die zojuist opa was ­geworden. Voor zijn werk heeft hij veel met het VK te maken, Toirkens vroeg wat hij van de brexit vond. “Als dit maar niet het failliet van Engeland wordt”, was zijn antwoord.

Judith Jockel - Vliegschaamte

Als Judith Jockel een onderwerp verbeeldt, gaat ze eerst op onderzoek uit; visueel en ­inhoudelijk. Ze verzamelt beelden, ideeën, houdingen, gebaren en kleuren. Een van haar favoriete kunstwerken is een sculptuur van Martin Kippenberger: ‘Martin, ab in die Ecke und schäm’ dich’. De man in de hoek is ­universeel. Haar foto moest dat ook zijn. ­Helder in beeldtaal, maar niet te serieus. Met een knipoog.

Emma Metz - Veganisme

Hoe de toekomst er precies uit zal zien, is ­uiteraard niet te voorspellen. Welke rol ­veganisme erin speelt ook niet. Emma Metz koos ervoor om futuristische beelden te maken van veganistische gerechten om zo het oog te voeden. Laat de kijker maar aan het ­denken worden gezet.

Sjaak Verboom - Dementie

Sjaak Verboom is portretfotograaf en werkt aan projecten, zoals ‘Dit is mijn Land’, over samenleven met ­ruimte voor verscheidenheid. Hij onderzoekt hoe de mens (samen)leeft in relatie tot zijn ­geschiedenis, religie en geografische wortels. Zijn project Biblebelt maakte deel uit van de expositie ‘Bij ons in de biblebelt’ in het Catharijneconvent, eerder dit jaar.

Folkert Koelewijn - Narcostaat

In zijn handen hield hij twee zakjes met LSD, zijn ‘tickets naar het geluk’. Een rustige, vriendelijke ­jongen, met een relatief uitzichtloos leven, die recreatief gebruikt. Zijn nacht hield niet meer in dan hangen bij een skatepark en dwalen door de straten. Fotograaf Folkert Koelewijn begreep zijn verlangen om te ­ontsnappen aan de werkelijkheid.

Loek Buter - Boerenprotest

Trekkers zijn hét symbool van de boerenprotesten. In de chaos van de ­demonstraties maakte Loek Buter portretten van de ­boeren in de intimiteit van hun cabine, de plek waar ze dagelijks veel tijd door­brengen, nadenkend over de toekomst van hun bedrijf.

Amnesty International

vrijdag 27 december 2019

Maarten is kapot en raakt niet meer heel

Maarten Biesheuvel In november 2018 overleed Eva Biesheuvel. Hoe moest het verder met Maarten Biesheuvel? Eva was immers zijn steun en toeverlaat op alle vlakken. „Ik zit maar de hele dag. En liggen. En om me heen kijken. Ik ben zo droevig.”
Foto Lars van den Brink
„Toen Eva overleed was het stil.” Maarten Biesheuvel zit in zijn stoel in het houten, groene huis in Leiden waar hij na het overlijden van zijn vrouw Eva, op 20 november 2018, nog steeds woont. Zelf had Biesheuvel ooit gesteld dat dat niet zou lukken als Eva er niet meer zou zijn. In 2018 zat hij een deel van het jaar nog op de gesloten afdeling van de psychiatrische inrichting Rivierduinen in Leiden.
Behalve manisch depressief is Biesheuvel ook kortademig, en hij trilt. Dat komt door de medicijnen, denkt hij. „Ik slik nog steeds zeven pillen per dag, die moeten me stabiel houden.” Op tafel staan een theepot en een asbak, daarnaast liggen enkele doosjes sigaren.
Biesheuvel wordt goed verzorgd sinds Eva er niet meer is. Daarvoor was dat niet nodig, „Eva was een en al zorgzaamheid”. Daarnaast was Eva zijn muze, degene die als eerste zijn manuscripten beoordeelde. Wanneer zij ook maar enigszins twijfels had bij het verhaal, ging het direct de prullenbak in. Zelf omschreef Biesheuvel haar als een ‘kundig kapitein’ die hem drijvend hield.
De mensen die hem nu opvangen zijn aardig en hij houdt vooral van de pasta met zalm die in het weekend soms voor hem wordt gemaakt, de Iglo-maaltijden door de week zijn „vreselijk vies”.
Eind september wordt het boekje Eva organiseert en doet gepresenteerd. Vrienden en bekenden hebben verhalen geschreven met herinneringen aan Eva en Maarten Biesheuvel. „Eva had wel honderd vriendinnen”, denkt Maarten Biesheuvel na die middag. „Ik kende ze niet. En dan lachen ze naar je, en strelen je.” Hij aait over zijn hoofd. „Ze strelen je op je hoofd, schouder, rug. Zo vervelend, dat strelen.”
Hoe de mensen met hem omgaan sinds Eva er niet meer is, is ook veranderd. Naast de vele aardige mensen zijn er ook mensen die hem soms behandelen alsof hij een baby is. Heel vervelend is dat, herhaalt Biesheuvel.

Veel slapen

Het was emotioneel best een zware bijeenkomst rondom de presentatie van het boekje voor Eva en de vele vriendinnen, maar gehuild heeft hij niet. Soms huilt hij nog wel. Als hij bijvoorbeeld een filmpje ziet waar Eva in voorkomt, of een radioprogramma terugluistert waar Eva te horen was. Daarna is er een sigaar om bij te komen van de emoties. Lachen doet hij naar eigen zeggen nauwelijks nog. Hoesten des te meer.
Mensje van Keulen was er die middag ook, ze las een tekst voor. Dit voorjaar nog kwam ze met Maarten ’t Hart op bezoek. Gelukkig voor ’t Hart was de hond Mikkie dood, die blafte altijd als ’t Hart kwam. Als Maarten ’t Hart als Maartje ’t Hart kwam „trapte de hond daar mooi niet in, hoor”, vertelt Biesheuvel.
Met zijn geheugen is niets mis, met zijn taalgevoel evenmin. Verhalen van vroeger dist hij makkelijk op. Hij antwoordt soms kort, in enkele gevallen zelf monosyllabisch. Hij zwijgt veel en slaapt veel, zeker sinds Eva dood is. Dat helpt om een beetje te vergeten, want overdag denkt hij aan weinig anders dan aan Eva. „Aan niets anders”, zegt hij erbij. Soms zijn er dagen dat hij denkt: waarom heeft ze me in de steek gelaten.
Lees ook Zonder Eva wordt Maarten een dakloze in een kartonnen doos
Op de vraag of hij blij is dat hij er nog is, roept hij uit: „Ik mis Eva toch?”
Het schrijven lukt al enige tijd niet meer en lezen gaat ook moeilijk. „Dat is de concentratie die er niet meer is, denk ik.”
Dat hij niet meer kan schrijven, vindt hij vreselijk. Lichamelijk en geestelijk is het niet op te brengen. „Ik zit maar de hele dag. En liggen. En om me heen kijken. Ik ben zo droevig. Ik wil wel schrijven, maar het gaat niet. Ik heb vier jaar niet geschreven.”
En ook: „Ik vind het afschuwelijk hoor, dat ik niks meer heb om over te schrijven. Nee hoor, het is geen bevrijding voor me dat het niet meer hoeft. Het is ook geen writer’s block, ik ben gewoon kapot door de dood van Eva. En dáárover schrijven kan ik niet. Ik was na de dood van Eva helemaal kapot. Ben ik nog steeds, en ik raak niet meer heel.”

Getraumatiseerde poes

Als hij ’s ochtends te lang in bed blijft liggen, haalt de thuiszorg hem uit bed. ’s Middags kruipt hij er nog even in – als er geen bezoek is, want er komt bijna elke dag wel iemand uit de nabije vrienden-, familie- en kennissenkring langs om te kijken hoe het met hem gaat. De trap opklimmen naar zijn slaapkamer gaat moeizaam.
Boven woont een poes, Zusje, die wil geen mensen zien en verstopt zich elke dag onder Eva’s bed, in een kamer tegenover die van Maarten Biesheuvel. Soms komt ze nog naar beneden, als er vis is, om dan zo snel mogelijk weer naar boven te gaan. Volgens Biesheuvel is Zusje door iets getraumatiseerd geraakt. De andere twee poezen, Japie en Blacky, zoeken wel beneden de gezelligheid of de buitenwereld op. Zelf gaat hij weinig de deur uit. „Soms een blokje om met de fysiotherapeut.”
’s Nachts is hij alleen. Tot anderhalve maand na Eva’s dood bleef er iemand slapen. „Op een gegeven moment zei iemand van de thuiszorg tegen me: ‘U mag nu zelf slapen’.”
Het is vooral in de ochtend dat hij Eva mist. „En bij het instoppen. Dan ga ik naar Eva’s kamertje en dan vraag ik: moet je lachen? En dan lacht ze ook, of ze komt mij instoppen en dan vraagt ze: moet je lachen? Ben je goed ingestopt? Ja, kusje nog, kusje”, doet Biesheuvel de momenten na.
Hij droomt niet vaak, en als hij dat al doet dan is het van Eva, maar ook van zijn beste vrienden Huib Drion en Karel van het Reve. Met Van het Reve was hij veertig jaar bevriend. Met Eva was hij zestig jaar samen. „Van tien voor half drie op 4 augustus 1958 tot 20 november 2018”, preciseert hij. Het was een mooie dag geweest toen hij en Eva trouwden. Op Schiermonnikoog deden ze dat, een mooie plek, want „intiem en te overzien”. Biesheuvel lacht een klein beetje om zijn soort-van-rijmpje.
Eva’s dood kwam plotseling. Ze stond in de keuken boterhammen te smeren. Hij hoorde een enorme dreun. „Eva was van het keukenstoeltje gevallen. Toen ik kwam, zag ik blote boterhammen tussen haar benen. Ik probeerde haar op te tillen, maar dat lukte niet. Ze viel weer terug. Toen heb ik 112 gebeld. Vier dagen later was ze dood. Ik heb niet eens afscheid kunnen nemen.”
Foto Lars van den Brink

Op de ochtend van haar dood schrijft hij zelf de rouwadvertentie: „Goedendag. Ik ben dood. Ik mis Maarten, mijn vrienden, de poezen, de kauwtjes en de duiven.” Dat kort opschrijven was hem gelukt, maar dat er verder niets meer aan verhalen bij hem opkomt, mist hij enorm.
Achter hem ligt een plaat. Eva had die op straat gekocht voor een euro. Het is een verzameling 75 jaar kerkdiensten op zee. Biesheuvel zingt: „Daar was een vissersjongen. Ik zie een poort wijd open staan.” Hij was soms een beetje ongerust als Eva ernaar luisterde. „Ze vond de plaat zo mooi. Ik dacht: potdorie, is ze nou toch gelovig?” Hij vroeg haar vaak of ze gelovig was geworden, maar „elke keer antwoordde ze: nee, ik ben niet gelovig”.
Biesheuvel had er niet aan moeten denken dat ze alsnog gelovig was geworden. „Ik wou dat ik dood was”, zegt hij. „Dan hoef ik niet meer over het geloof na te denken.” Zijn mooiste jeugdherinnering is zijn ‘grootste schrik’: de dag dat de dominee hem in vertrouwen nam en vertelde dat hij eigenlijk niet in God geloofde. Daarna kon Biesheuvel niet meer geloven. Hij verwerkte de ervaring in het verhaal Mijn grootste schrik. Als kind had hij het geloof weliswaar leuk gevonden, maar dit nieuwe inzicht was ook niet mis. „Ik geloofde graag, dat komt door mijn moederbinding. Dan ging mijn moeder achter de piano zitten en dan zei ze: zing dat eens, en dat en dat. Dat deed ik allemaal, met erg veel plezier.” Hij was de muzikaalste van alle vijf de kinderen.
Hij zwijgt weer een tijdje en zegt dan opeens: „Ik denk alsmaar: was Eva er maar, die kan antwoord geven op alle vragen.” Ze deden alles samen en spraken de hele dag door, vertelt Biesheuvel. Dat was lastig als hij was opgenomen. „In het gekkenhuis was er niemand om mee te praten. Eva kwam elk bezoekuur met een pot yoghurt Griekse stijl. Die at ik dan helemaal leeg. Het eten was er verder vies, ik ben er erg mager geworden.”

Haren kammen

Op haar sterfdag bezoekt hij ’s ochtends eerst het graf en gaat daarna naar een walnotenboomplanting om haar te gedenken, georganiseerd door de vriendinnen van Eva. Er zijn een paar mensen die kort spreken. Biesheuvel niet. Daarnaast kon hij de mensen slecht verstaan.
Het jaar daarvoor had hij ook niets gezegd toen ze werd begraven, maar het was wel een mooie begrafenis geweest. Hij herinnert zich de dag nog goed. „Eva werd het kapelletje binnengedragen en er werd verder helemaal niks gezegd. Dus de kist stond daar en honderd man waren op bezoek. En ik deed AAAAHHH! [Hij schreeuwt hard en houdt dat enkele seconden vol]. Verder gebeurde er niks en toen werd Eva begraven.”
Enkele dagen na haar sterfdag wil Biesheuvel naar Vlaardingen. Hotel Delta is de eerste bestemming. Daar ging hij vaker heen met Eva, samen met Rudi en Nelleke Fuchs. Het uitzicht op de haven is schitterend. Biesheuvel vertelt over de eerste keer dat hij met een Esso-olietanker naar Libanon voer. Hij had gehoopt aan land te mogen, maar dat kon niet. De olie werd een eind voor de kust afgehandeld en toen gingen ze weer terug met olie, maar zonder aan land te zijn geweest.
Net als de andere keren in Hotel Delta eet Biesheuvel een uitsmijter met ham en kaas. Het brood legt hij opzij. „Anders wordt het zo’n smeerboel, hoor”, verklaart hij. Daarna gaat hij nog even naar de wc. Zijn haren zitten te slordig, vindt hij – en dat terwijl hij op de foto moet. Met natte, gekamde haren loopt hij naar de fotograaf, die een wit bord heeft neergezet in het grasveld met uitzicht op zee. Het waait hard, het gras is zompig en Biesheuvel heeft moeite te blijven staan. Na enkele foto’s zegt hij: „En nu is het genoeg.” Hij stapt naar de auto en steekt een sigaar op. „Dit vind ik helemaal niet leuk, hoor”, legt hij uit. „Ik kon niet eens rechtop staan.”

Oude handen

In Schiedam wil hij langs zijn geboortehuis rijden. „Je staat voor het verkeerde huis”, weet hij zeker. In het boek Een Schiedamse jongen, dat dit jaar verscheen en waarin verhalen over zijn jeugd zijn verzameld, staat een verkeerde foto van het geboortehuis. „Dat van mij is weggevaagd door een bom. Er is nu leegte boven een garage van ongeveer drie meter.” Hij wijst enkele huizen de andere kant op. Daar staat het huis, althans, de garage. „En hoeveel meter denk je dat die garage is?”, vraagt hij. Een meter of drie inderdaad. Biesheuvel knikt tevreden.
Vlakbij is ook het huis waar Eva opgroeide, en waar ze elkaar voor het eerst ontmoetten. „Ik belde aan en dacht: wat een mooi meisje, die wil ik in mijn bed hebben. En dat is gelukt. Ik heb haar nooit laten gaan.” Hij stapt uit en loopt resoluut naar de voordeur van Eva’s ouderlijk huis. Hij belt aan. „Ik wil even naar binnen”, zegt hij, terwijl hij geduldig voor de deur wacht. Het is donker. De deur wordt niet opengedaan.

„Ik belde aan en dacht: wat een mooi meisje, die wil ik in mijn bed hebben.

Na een mislukte poging de school te vinden waar hij en Eva op hebben gezeten, vindt hij het mooi geweest en wil hij snel naar huis. Op de vraag wat hij het meeste mist: het schrijven of Eva, slaakt hij een pijnlijke kreet. „Eva!” Hij steekt nog een sigaar op. Eenmaal thuis loopt hij meteen naar een tafeltje dat een week voor de eerste sterfdag van Eva is leeggemaakt. Hij pakt het sigarendoosje waar hij wat op had geschreven in de auto en gaat verder. Het zijn enkele titels van verhalen die hij nog wil maken. ‘Oude handen’, ‘Zeereis’ en ‘Moedertje’. „Ik keek gisteren naar mijn handen en dacht: ik ga een verhaal maken over deze handen, wat ze allemaal hebben meegemaakt.”
Met medewerking van Aart Hoekman, vriend van Biesheuvel en uitgever bij uitgeverij Brooklyn.

dinsdag 24 december 2019

Top 25 De beste films van 2019 / Volkskrant




Dit zijn de 25 beste films van 2019

Tellen, turven, discussiëren en een beetje ruziemaken. Het was nodig om tot één lijst te komen van de films die dit jaar onze harten stalen, onze tongen losmaakten of ons verbijsterd deden zwijgen.
Filmposter Tarde Para Morir Joven
Wat maakt een geslaagd filmjaar? Volle bioscopen? Heel veel goede films? Weinig slechte films? Of toch die twee à drie meesterwerken waar iedereen het over had, films die zich prompt in ons collectieve geheugen nestelden?
We hadden ons in de vingers gesneden door op deze plek, precies een jaar geleden, de oogst van 2018 te benoemen tot ‘uitzonderlijk sterk’. Was allemaal waar, kijk maar terug. Maar wat dan nu te beweren over 2019?
Wederom sterk bezet, ja. En veelbesproken. 2019 was het jaar waarin Martin Scorsese de noodklok luidde: de alomtegenwoordige superheldenfilms verdringen de overige films in de bioscoop. En die langgerekte avonturen van Avengers en overige Batman-achtigen, redeneerde de 77-jarige cineast, dat betrof toch eerder ‘pretparkentertainment’ dan ware cinema. Waar Hollywood zich specialiseert in merkblockbusters en vervolgfilms, wierp Netflix, dat in 2018 al Roma had uitgebracht, zich dit jaar nóg nadrukkelijker op als veilige en kapitaalkrachtige haven voor het betere drama: The Irishman, Marriage Story, ga maar door. Even te zien in de theaters, maar vaker geconsumeerd op het kleine scherm.
Wie in Nederland woont, het land met de hoogste arthouse- en filmhuisdekking op aarde (op Frankrijk na misschien), heeft vooralsnog weinig te klagen. Het aanbod is divers, het aantal belangstellenden groot. Ook voor een Koreaanse horrorkomedie of voor Brits kitchen sink drama.
Wat betreft de ordening van deze top-25, samengesteld door de filmmedewerkers van de Volkskrant: die is zonder vooraf bepaald protocol tot stand gekomen. Geen weging met puntensysteem, geen lijstduwers, geen veto’s. Gewoon vijf mensen die dit jaar veel te veel films hebben gezien en met elkaar in overleg traden. Volkomen subjectief, dus zuiver. Over de nummer 1 en 2 ontstond enig debat. Als de eerste vooral het hoofd bespeelde en de tweede het hart, was die van het hart dan niet beter?
Nee, niet per se. En zo werd 2019 het jaar van de parasiet. BB

25. Tarde para morir joven (Dominga Sotomayor Castillo)

Sommige beelden nestelen zich als vrienden in je hoofd. Zoals de interieurshots uit Tarde para morir joven: gefilterd licht in een zelfgebouwd huis in een stoffige commune. Je zou het ‘zoekende cinema’ kunnen noemen, de manier waarop de Chileense Sotomayor Castillo herinneringen en andere vluchtige ervaringen probeert vast te leggen. Ze drong in De jueves a domingo (2012) door tot de kern van de kinderjaren en roept in Tarde para mori joven de adolescentie op. Alles speelt zich af in die hippieachtige Chileense commune, in de zomer van 1990, kort na de val van Pinochet. Die geschiedenis is alleen op de achtergrond aanwezig. Voorop staat het universele gemodder van tieners en hun ouders. PK

24. Ad Astra (James Gray)

Zie hem tuimelen, de astronaut Roy McBride, in een van de eerste scènes van Ad Astra, als er iets misgaat in het ruimtestation waar hij werkt. De man in vrije val – je kunt dat ook schitterend symbolisch opvatten. Gespeeld door een vermoeid ogende Brad Pitt gaat McBride op zoek naar zijn vader, die ergens in een uithoek van het heelal schijnt te vertoeven. Ruimteschip in, spacebuggy uit, en ondertussen wordt de astronaut steeds dieper meegezongen in een vortex waarin ratio steeds meer lijkt te verdwijnen. Hoera voor de Nederlandse cameraman Hoyte van Hoytema en voor de altijd verrassende regisseur James Gray, die een Heart of Darkness in de duizelingwekkende ruimte maakte. FS
Filmposter Ad Astra

23. Mirai (Mamoru Hosoda)

In het kleine het grote vinden, in het alledaagse het wonderbaarlijke: de Japanse cineast Mamoru Hosoda kan het als geen ander, zo bewijst hij keer op keer met zijn prachtige animatiefilms. Terwijl hij steeds weer zijn eigen belevingswereld als uitgangspunt neemt, komt hij tot fantastische, door tijd en ruimte zoevende vertellingen die ook nog eens diep menselijk blijven. Zo ook in dit pareltje, waarmee hij eindelijk zijn entree in de Nederlandse filmtheaters maakte. Net als Hosoda’s eigen zoontje worstelt de 4-jarige Kun in Mirai flink met de komst van zijn kleine zusje. Dus creëert Kun in de achtertuin een fantasiewereld vol personages die hem steunen bij het verwerkingsproces. En die je ook als toeschouwer helpen mijmeren over je eigen oorsprong en toekomst. KT
Filmposter Mirai

22. Climax (Gaspar Noé)

De Franse meesterprovocateur Gaspar Noé (IrréversibleEnter the Void) is halverwege de 50, maar bewees zich dit jaar andermaal als jonge hond, nauwelijks minder wild en provocatief dan bij zijn doorbraak, twee decennia geleden. Een groep dansers in een afgelegen oefenruimte viert de generale repetitie met een grote kom sangria, zonder te weten dat iemand daar een scheut lsd aan heeft toegevoegd. Wat volgt is vintage Noé: een afdaling in een wereld waarin verwarring en paranoia, euforie en geilheid zich als oerkrachten manifesteren. Op virtuoze wijze in beeld gebracht, grotendeels door Noé zelf, in eindeloos lange, gekantelde of zelfs ondersteboven gedraaide beelden die de toeschouwer deelgenoot maken van de waanzin. BJB
Filmposter Climax

21. Minding the Gap (Bing Liu)

De beste sportdocumentaires van het jaar – en het was toch al een uitstekend jaar voor de sportdocumentaire – zijn de rotsklimthriller Free Solo en het skateboardvriendenportret Minding the Gap. Twee films over buitenbeentjes. De eerste volgde een ongezekerde klimsolist, de tweede tastte diep in de levens van een kliek skatende jongens uit onveilige gezinnen in een economisch neerwaarts bewegend Amerika. Minding the Gap van skater Bing Liu wint. Die laatste verstopt zich eerst achter zijn camera om zijn vrienden te filmen, maar onthult stukje bij beetje meer over zijn aangrijpende verleden. Fraaie ode ook aan het skateboarden. BB
Filmposter Minding the Gap

20. If Beale Street Could Talk (Barry Jenkins)

De romantische komedie mag dan nog steeds de Nederlandse bioscopen overspoelen, wie dit jaar op zoek was naar echte, onvervalste romantiek, die van het weelderige, dromerige, bloemrijke soort, moest bij If Beale Street Could Talk van Berry Jenkins zijn. Ja, het is ook een rauw, realistisch drama over de zwarte man Fonny, die onterecht wordt beschuldigd van verkrachting, waarna zijn zwangere vriendin Tish hem uit de gevangenis probeert te krijgen, naar het boek van de activistische schrijver James Baldwin. Maar Jenkins, die slim speelt met flashbacks, weet de twee uitersten soepeltjes te combineren. FS
Filmposter If Beale Street Could Talk

19. De Libi (Shady El-Hamus)

Geregeld duiken er typetjes op in het Amsterdam van De Libi. De toeristen die door de hoofdpersonages, vrolijk spijbelende jongens op de drempel van het volwassen leven, vriendelijk naar Amstelveen worden gestuurd. De snuivende en slikkende studenten bij wie Bilal (Bilal Wahib) en Gregg (Daniel Kolf) zich als drugsdealers voordoen. De deftige burgerman die meteen de politie belt. Maar boezemvrienden Bilal, Gregg en Kevin (Oussama Ahammoud) zijn zelf de karikaturen al lang voorbij. Hun Marokkaanse en Surinaamse afkomst maakt gewoon deel uit van hun personages, het is geen onderwerp op zich: De Libi draait om hun vriendschap, om hun rusteloosheid en verlangen naar erkenning. ‘Ik zie die drie jongens als drie jongens’, aldus regisseur Shady El-Hamus in een interview met de Volkskrant. KT
Filmposter De Libi

18. Booksmart (Olivia Wilde)

Elk tijdperk krijgt de middelbareschoolkomedies die het verdient, dus mogen we ons gelukkig prijzen met een jaar waarin Eighth Grade (nummer 13 op deze lijst), De Libi (19) en Booksmart het licht zagen: films over moderne tieners die veel meer zijn dan het zoveelste pubercliché. Booksmart, over twee verstandige vriendinnen die voordat ze gaan studeren één keer uit de band springen, volgt netjes het stramien van het genre (feestje, verliefdheid, feestje, diploma), maar is ondertussen heerlijk dwars, grappig en opruiend. De scène waarin de meisjes tijdens een drugstrip veranderen in barbiepoppen behoort tot de hoogtepunten van het filmjaar; regisseur Olivia Wilde liet zich inspireren door de bowlingdansscène uit The Big Lebowski. PK
Filmposter Booksmart

17. High Life (Claire Denis)

Krachtvoer voor de avontuurlijke filmkijker, noemden we dit Engelstalige debuut van Claire Denis in de recensie van afgelopen maart. De 73-jarige Franse psychodramakoningin maakte een radicale lowbudgetsciencefictionfilm die je met het verstand hooguit deels kon vatten – en die juist daarom op het netvlies bleef plakken. Ga maar na: een vruchtbaarheidsexperiment in een ruimteschip richting de eeuwigheid, aan boord een ruimte die de ‘fuckbox’ wordt genoemd, Juliette Binoche als sperma verzamelende dokter. Een verontrustende bespiegeling op misschien wel het grootste taboe: incest als overlevingsstrategie. En als baken te midden van alle ontregeling: voormalig Twilight-ster Robert Pattinson, die voor de zoveelste keer in de jaren tien zijn tieneridoolimago de middelvinger gaf. BJB
Filmposter High Life

16. An Elephant Sitting Still (Hu Bo)

Wil je een film op de juiste waarde schatten, dan helpt het vaak om de regisseur te ‘vergeten’, zodat de beelden en geluiden voor zichzelf kunnen spreken. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor dit bijna vier uur durende, intens zwaarmoedige en tegelijkertijd verpletterend fraaie meesterwerk rond enkele wanhopige zielen die op verlossing hopen in een grauwe Chinese industriestad. Maar toch: het besef dat cineast Hu nog vóór de Berlijnse wereldpremière een eind maakte aan zijn leven, 29 jaar oud nog maar, zorgt voor een laag tragiek die de film des te schrijnender en bozer maakt. Met die kennis in je achterhoofd transformeren de lange, zeer beheerst geregisseerde shots tot stille noodkreten. KT
Filmposter An Elephant Sitting Still Beeld K2

15. Vice (Adam McKay)

Alles wat op papier saai klinkt – Dick Cheney, achterkamertjespolitiek, nog meer Dick Cheney – bruist en sprankelt in Vice, een staalkaart aan moderne verteltechnieken. Regisseur en scenarioschrijver Adam McKay bewees met The Big Short (2015, over de financiële crisis) al eens dat hij lastige materie heel behapbaar en zelfs amusant kan maken. Vice heeft ook nog eens fantastisch acteerwerk te bieden, met alleskunner Christian Bale voorop. Hij lijkt als twee druppels water op de echte Cheney, de vicepresident die achter de schermen bij president Bush jr. de dienst uitmaakte. Verontrustende kost, en een onontbeerlijke les moderne geschiedenis. PK
Filmposter Vice

14. Beats (Brian Welsh)

De rij voor de wereldpremière in de Rotterdamse Schouwburg tijdens het lokale filmfestival leek op die voor een technoclub: jonge mensen, trappelend van energie, in de startblokken om de remmen los te laten. Ze wisten precies waarvoor ze kwamen: de Schot Brian Welsh probeerde het vuur te verfilmen dat hij in de jaren negentig zelf had ervaren toen hij op een avond als 16-jarige op een rave was beland. Zijn Beats bleek een schot in de roos: geslaagd als portret van een generatie jonge Britten die zich in de jaren na Thatcher via spannende, nieuwe elektronische muziek van het burgermansjuk hoopten te bevrijden, uniek als gloedvolle verbeelding van een nacht dansen op xtc. BJB
Filmposter Beats

13. Joker (Todd Phillips)

Goed, Joker was niet van hetzelfde kaliber als de filmklassiekers (Taxi Driver, King of Comedy) waaruit Todd Phillips zo overduidelijk put in zijn inktzwarte komedie over psychopathie in een empathieloze wereld. Maar zijn prequel over de wordingsgeschiedenis van Batmans aartsvijand, die het midden houdt tussen realisme en cartoon, is wel een van de best gelukte filmexperimenten van 2019. Uitgerekend in het jaar waarin de Marvelstudio met Avengers: Endgame de kroon plaatste op het superheldenvlechtwerk, mept concurrent DC Comics terug met een gedurfdere comic-interpretatie. De boodschap – ruim 1 miljard dollar aan de kassa, bij een budget van 55 miljoen dollar – kwam aan in Hollywood. Dat massale superheldenpubliek valt dus ook te verleiden voor een ander type cinema. Mede dankzij de geniale Joaquin Phoenix natuurlijk, memorabel kronkelend als die Joker, de zieke geest in een zieke samenleving. BB
Filmposter Joker

12. Eighth Grade (Bo Burnham)

Wie iets van de belevingswereld van een jonge tiener anno 2019 wilde proeven, werd dit jaar op maat bediend door het intelligente en frisse Eighth Grade. Deze  film van een van de eerste grote YouTube-sterren (Bo Burnham, inmiddels komiek, muzikant en nu dus ook speelfilmregisseur en -scenarist) betekende de doorbraak van actrice Elsie Fisher. Zij speelt de aandoenlijke rol van Kaya, een onzeker pubermeisje verdwaald in stuntelige vlogs en lange scrollsessies op Instagram. Filmmakers hebben weleens de neiging neer te kijken op jongens en meisjes als Kaya, die verliefd zijn op hun telefoon en sociale media, maar niet Burnham. Die kiepert je niet alleen linea recta het puberbrein in, maar roept die wereld ook echt tot leven. Wat een verademing. BJB
Filmposter Eight Grade

11. Toy Story 4 (Josh Cooley)

Wat Star Wars niet was gelukt (afsluiten met een hoogtepunt), deed Pixar wel met de finale van Toy Story. Alles leek al wel ontgonnen, in de eerdere animatiedelen over dat levende speelgoed, maar toen was er de plastic spork met opplakogen. Het blijft verwonderen hoeveel emotie Pixar perst uit wat tekenfiguurtjes, zonder toevlucht tot sentiment. Cowboypop Woody, die moet leren zich niet zo vast te klampen aan zijn positie van ‘natuurlijke’ leider van het speelgoed, zo wijs en ontroerend ingebed in een sprankelend avontuur voor alle leeftijden. Als we Star Wars een kinderfilm voor volwassenen noemen (zonder dedain, George Lucas zegt het zelf ook), is Toy Story de volwassenenfilm voor kinderen. BB
Filmposter Toy Story 4

10. Dolor y gloria (Pedro Almodóvar)

Fysieke aftakeling, eenzaamheid: de ouderdom is geen zegen voor filmmaker Salvador Mallo (Antonio Banderas, op weg naar zijn eerste Oscarnominatie), het alter ego van Pedro Almodóvar in het betoverend mooie, soms ook rauwe Dolor y Gloria, zijn meest autobiografische film tot nu toe. Het is een rijke, slim geconstrueerde vertelling over zijn jeugd, de band met zijn moeder, een verloren liefde en verslaving. Almodóvar is niet alleen een groot regisseur, maar ook een groots kunstgenieter en curator, zoals blijkt uit de aankleding van al zijn films. Dolor y gloria is tot de nok toe volgestopt met zijn persoonlijke favorieten uit de schilderkunst, literatuur, muziek en mode. Dat is genieten. PK
Filmposter Dolor y Gloria

9. The Irishman (Martin Scorsese)

Goed, je moet wat geduld hebben met de mannen om wie het 3,5 uur lange The Irishman draait. Historische interesse helpt ook, voor de zaak rond Jimmy Hoffa, de populaire Amerikaanse vakbondsleider die innige banden had met de maffia en in juli 1975 spoorloos verdween. En ten slotte moet je de ogen enigszins sluiten voor het baanbrekende, maar nog relatief primitieve digitale proces waarmee de acteurs werden verjongd. Als dat allemaal lukt, is er maar één conclusie mogelijk: The Irishman is een geweldige film, melancholiek, gelaagd en scherp. Het is heerlijk om Robert De Niro, Al Pacino en vooral Joe Pesci zo in vorm te zien. Scorsese is en blijft een meesterverteller. PK
Filmposter The Irishman

8. Lazzaro felice (Alice Rohrwacher)

De Italiaanse cinema kent een rijke traditie van zowel rauw realisme als filmmagie. Alice Rohrwacher versmelt in haar werk die twee uitersten als geen ander, zo ook in deze zachtmoedige parabel over een groep moderne lijfeigenen. Volkomen vanzelfsprekend laat ze Lazzaro, een jongeman zo lief en naïef dat hij er iets heiligs van krijgt, uit de dood verrijzen en jong blijven. En wanneer hij en zijn medeverschoppelingen worden weggejaagd uit de kerk waar hij slechts het orgelspel wilde bewonderen, zweeft de muziek uit sympathie weg uit de kerk, achter hen aan, de straat op, als een akoestisch vliegend tapijt. En dat in een film die óók een precies afgewogen aanklacht tegen uitbuiting is. Waanzinnig knap. KT
Filmposter Lazzaro Felice

7. Once Upon a Time... in Hollywood (Quentin Tarantino)

Toen regisseur Quentin Tarantino aankondigde dat hij bezig was aan een film over de vermoorde Sharon Tate en dat hij de première wilde laten samenvallen met haar sterfdatum – geinig toch? – waren de reacties zacht gezegd gemengd. Wat zou de regisseur, met zijn voorliefde voor expliciet geweld, maken van een film rondom de Manson-moorden, waarbij onder anderen Roman Polanski’s hoogzwangere partner op gruwelijke wijze was omgebracht? Nou, een heerlijke ode aan het Hollywood van 1969, waarin Tarantino de verheerlijking van geweld bevraagt en/of viert. Net zoals de symboolfunctie van Tate, die hier bijna woordloos rondhuppelt als de fantasievrouw die ze altijd al was. FS
Once Upon a Time in Hollywood Filmposter

6. Sorry We Missed You (Ken Loach)

Met bestelschaamte de bioscoop uit: Ken Loach (83), de meest onverbiddelijke socialist onder de cineasten, kreeg het voor elkaar met zijn razend effectief in een drama gegoten pamflet Sorry We Missed You. Zie dat sympathieke, met geldnood kampende Britse gezin kapotgaan als vader Ricky aan de slag gaat als bestelbuskoerier, met zo’n desastreus nulurencontract. Vastgesnoerd en uitgebuit door de moderne gig-economie, die onderbetaalde werknemers voorhoudt dat ze ‘zelfstandig’ zijn, ja zelfs heuse ‘franchiseondernemers’. ‘Urgent’ is een te vaak gebezigd begrip in de kunstkritiek – maar soms dekt de term exact de lading. BB
Filmposter Sorry we missed you

5. Monos (Alejandro Landes)

De Engelse componist en musicus Mica Levi weet met haar soundtracks steeds weer unieke klankuniversums te scheppen. Muziek waarvan je denkt: zoiets heb ik nog nooit gehoord. Dat deed ze voor Jonathan Glazers sf-thriller Under the Skin (2013) en Pablo Larraíns biopic Jackie (2016), en dit jaar ook weer voor het verpletterende, op je zintuigen inbeukende Monos. Levi’s etherische fluitjes, donderende percussie en onaardse synths volgen geen duidelijk narratief plan, maar verzinken vervreemdend in het sowieso voortreffelijke geluidsontwerp. Daarmee verlenen ze een haast instinctief, driftmatig fundament aan de film. Dus zó klinkt het, wanneer piepjonge paramilitairen alle remmen losgooien en hun verstand verliezen in de Zuid-Amerikaanse jungle. KT
Filmposter Monos

4. Marriage Story (Noah Baumbach)

Het begint met een vriendelijk gesprek tussen twee slimme, rationele mensen. Maar dan zegt hij precies dát waar hij haar mee op de kast krijgt. En haalt zij nog maar eens een oude koe uit de sloot. En bam, dan staan ze schreeuwend tegenover elkaar, stekend in elke zwakke plek die ze van elkaar kennen. Onvergetelijk, die ruziescène in Marriage Story – nu al gretig opgevoerd in internetmemes. Fenomenaal geacteerd door Adam Driver en Scarlett Johansson, en schitterend geregisseerd door Noah Baumbach, die als kind van gescheiden ouders zelf precies weet hoe zulks werkt en een nieuwe echtscheidingsklassieker afleverde. FS
Filmposter Marriage Story

3. The Favourite (Yorgos Lanthimos)

De pruikentijd op zijn potsierlijkst: wat een recalcitrante, grappige en verrassende draai gaf de Griek Yorgos Lanthimos aan het kostuum-gááp-drama. The Favourite is smullen: je kunt je verlustigen aan spectaculaire decors, seks, jaloezie, machtsspelletjes, verraad, vulgariteiten en vooral aan Olivia Colman. Met haar rol als pruilende, kinderlijke koningin won ze volledig terecht een Oscar. Momenteel zou Lanthimos zich bezighouden met de verfilming van The Hawkline Monster, dat wordt omschreven als ‘een fascinerende hybride tussen western, horror, fantasy en surrealistische komedie’. Veel regisseurs hebben hun tanden er al op stukgebeten, maar voor Lanthimos moet dat een makkie zijn. FS
Filmposter The Favourite

2. Portrait de la jeune fille en feu (Céline Sciamma)

Het eerste beeld van Portrait de la jeune fille en feu toont een hand die een gezicht schetst. Een wit vel en dan de eerste grove lijnen, de contouren, in houtskool. ‘Ik sluit vanaf het begin een pact met de kijker’, zei de Franse filmmaker Céline Sciamma in de Volkskrant, over de subtiele wijze waarop ze haar intieme portret van de onmogelijke liefde tussen twee vrouwen in de 18de eeuw opbouwt. ‘Dít is wat we gaan doen, zeggen die beelden.’ Laag na laag na laag voegt ze vervolgens toe, in een film die je uitnodigt om echt te kijken, om de personages af te pellen, zoals schilder Marianne dat doet met haar model, de adellijke Héloïse. Sciamma, met haar eerdere films ook al zo goed en vanzelfsprekend in het broodnodige verfilmen van een vrouwelijk perspectief, wist zichzelf te overtreffen. BJB
Filmposter Portrait de la jeune fille en feu

1. Parasite (Bong Joon-ho) 

Over de beste film van het jaar valt van alles te zeggen. Maar regisseur Bong Joon-ho smeekte iedereen dit niet te doen. Want zijn meesterlijke, tussen allerlei filmgenres bewegende sociale horrorkomedie puilt uit van de potentiële spoilers. In elke nis, elk hoekje of vertrek van die majestueuze, modernistische villa waarin Parasite zich afspeelt gaat er wel eentje schuil. Of twee, of drie. 
Wat we zien? Arm en rijk, en hoe dat nooit samengaat. Arm en arm ook niet trouwens. Wie zijn of haar positie verbetert, doet dit ten koste van de ander.
Nihilistisch? Zeker. Maar Bongs vernuftige, grappige en gruwelijke illustratie van de eeuwige klassenstrijd maakt uitmuntende cinema. Hoe een straatarm Zuid-Koreaans gezin binnendringt in het leven van een schatrijke, met de VS gepreoccupeerde familie en dan uiterst slinks het bestaande personeel elimineert. Niemand laat zijn acteurs, en daarmee zijn publiek, zo soepel switchen tussen emoties als Bong, viel te lezen in de vijfsterrenrecensie in de Volkskrant.
Bong, die begin 2020 een masterclass geeft op het Rotterdamse filmfestival en daar een speciale zwart-witversie van Parasite zal tonen, zei er dit over. ‘Ik geloof dat Koreanen vrij plots van de ene emotie op de ander overgaan: ze houden van scènes waarin allerlei gevoelens door elkaar worden aangesproken.
En: ‘Ik ben ook wel een beetje pervers, mogelijk is dit gewoon míjn humor.’ BB
Filmposter Parasite