donderdag 28 november 2019

Nederlands asielbeleid!!!

Uurtje Kunst Kees Verwey


Kees Verwey (1900-1995) liet zich al vanaf jonge leeftijd inspireren door het werk van andere kunstenaars. Hij kwam in aanraking met George Breitner, Floris Verster en met het werk van Frans (post)impressionisten en de Cobra-beweging. Op latere leeftijd inspireerden kubisten als Pablo Picasso en George Braque hem tot het experimenteren met abstracte schilderkunst.

Verwey werd geboren in Haarlem, in een familie van schilders, dichters en architecten, en geldt als een ware vertegenwoordiger van de school van de klassieken, maar met een eigen 'twist'. Zijn thema's bestaan uit kleur en vorm, bloemen en verval, vrouwen, objecten en materie, allen geschilderd in zijn studio aan het Spaarne onder constant wisselende lichtval en sfeer.
  • #
Waar & wanneer
zo 29 dec 15:00 Centrale Bibliotheek

Jules Deelder als Rotterdams Erfgoed

NIEUWS: Jules Deelder benoemd tot Echt Rotterdams Erfgoed
Een mooi verjaardagscadeau voor Jules Deelder! Hij vierde afgelopen week zijn 75e verjaardag en kreeg deze onderscheiding uit handen van burgemeester Aboutaleb. Echt Rotterdams Erfgoed is de actieve tentoonstelling van Museum Rotterdam waarin objecten, mensen en verhalen worden verzameld die iets betekenen voor de stad.

dinsdag 26 november 2019

‘Ik heb 25 vacatures, de kinderen betalen de rekening.’

‘Je zult je handen eraan vol hebben’, zei Leonard Cohen tegen zoon en producent Adam over zijn nieuwe plaat

Je zult je handen er vol aan hebben, jongen

©EPA
- Zanger Leonard Cohen tegen zijn zoon Adam, die beloofde het postume album Thanks for the Dance te produceren. Cohen overleed op 7 november 2016.

 

Drie jaar na zijn dood is het postume studioalbum uitgekomen van Leonard Cohen. Een plaat die niemand zag aankomen, behalve de Canadese zanger zelf en zijn zoon Adam. De beste producer is Adam naar eigen zeggen geenszins, toch liet Cohen hem de plaat maken. Omdat de zoon precies aanvoelt hoe hij de dingen wilde hebben.


Adam Cohen, de zoon van Leonard Cohen en producer van diens laatste, postuum verschenen studioalbum. ©© The New York Times
In de vroege zomer van 2016 lieten Leonard Cohen (81) en zijn zoon Adam (44) zich in Cohens huis in Mid-Wilshire, Los Angeles, meevoeren door wat Cohen de ‘mystical wind’ van hun inspiratie noemde. Leonard schreef, droeg voor en zong. Adam hielp, voor het eerst, als opnameleider en producer.
Tussen de opnamen door sloeg de oude, broze man soms even zijn arm om zijn zoon heen. ‘We’re the Cohen boys,’ zei hij dan grijnzend. ‘We gaan samen nog tien albums maken.’
Adam grijnsde met hem mee, maar ondertussen wisten ze allebei wel beter. De oude Cohen werd zwakker, zijn gezondheid holde achteruit door de oprukkende leukemie in zijn lichaam. Ze waren zijn afscheidsalbum aan het opnemen – en ze wisten het.
Leonard benoemde het niet, maar hij zong het wel: ‘I’m leaving the table/ I’m out of the game.’ En: ‘I’m ready, my Lord.’
Het bloedstollend mooie album You Want It Darker verscheen op 21 oktober 2016. Negentien dagen later, op 7 november, maakte Leonard Cohen een ongelukkige val in zijn woning die de laatste krachten uit zijn lijf wrong. Hij stierf later die avond in zijn slaap, anderhalve maand na zijn 82ste verjaardag.

Leonard Cohen (1934 - 2016) in 1967. ©Getty Images
De volgende dag won Donald Trump de presidentsverkiezingen. Ze deelden de voorpagina’s: Trump en Cohen, de Canadese dichter, songschrijver en zanger van Suzanne en So Long, Marianne (1967) en natuurlijk het zowat aan gort gecoverde Hallelujah (1984). Zijn laatste acht jaren waren in bijna elk opzicht de meest succesvolle van zijn leven.
Ruim drie jaar later. Adam Cohen, nu 47, is in Berlijn om te vertellen over Thanks For The Dance, het postume studioalbum van zijn vader dat bijna niemand zag aankomen. Niemand, behalve de ‘Cohen boys’ zelf. Adam (qua uiterlijk een kruising tussen zijn vader en talkshowpresentator Jimmy Fallon) voltooide het prachtige, volwaardige album, al is het kort: negen songs, 29 minuten.
‘In 2016 werd al snel duidelijk dat You Want It Darker een donkere plaat zou worden over God, afscheid en de dood. De songs die aan die thema’s raakten, kregen voorrang. De andere helft van de songs was sensueler, romantischer, erotischer. Voluptueuzer. Die vormen nu Thanks For The Dance.’
Leonard koos de albumtitel nog zelf. Zingen en aan de muziek werken kon hij na de voltooiing van zijn zwanenzang niet meer, maar hij bleef wel schrijven. Zijn laatste worp gedichten, schrijfsels en tekeningen moesten nog worden samengebracht in een boek dat The Flame moest gaan heten. Het was zijn laatste artistieke project.
Voltooiing van de laatste worp songs zat er niet meer in. Pal voor zijn dood gaf hij Adam de instructie het karwei af te maken. De vraag hóe zijn vader dat precies zei, lijkt hem te overvallen.
‘You’re gonna have your hands full, kid,’ zegt hij, na een korte stilte. Je zult je handen eraan vol hebben, jong. ‘Zo zei hij het.’
Zeven maanden na zijn vaders dood trok hij zich met de opnamen terug in een tot studio omgebouwde garage bij Leonards huis. Vaak waren het kale opnamen van zijn vaders stem: Leonard, praatzingend, voordragend, zonder muziek. Andere songs waren spaarzaam opgetuigde demo’s, met basale muzikale begeleiding.
‘Toen ik zijn stem weer hoorde, was het alsof hij tegen me sprak, alsof we weer een conversatie hadden in de studio.’
Viel het hem zwaar?
‘Nee, het was makkelijk. Echt heel makkelijk. Dat hij me bij de opnamen wilden hebben als producer, was niet omdat ik nou zo’n geweldige producer of albummaker ben. Dat ben ik niet. Hij vroeg me omdat ik precies aanvoel hoe hij dingen hebben wil. Bij alles wat ik deed, hóórde ik hem zijn goedkeuring of juist afkeuring uitspreken. Ik wist precies wat me te doen stond.’
Hij haalde onder anderen Javier Mas erbij, de Spaanse gitarist uit de begeleidingsband waarmee Cohen de laatste acht jaar van zijn leven eindeloos op tournee was. Mas luisterde naar die majestueuze stem en moest huilen: hij had niet verwacht Leonard nog eens te begeleiden.
Adam Cohen werd grootgebracht door zijn moeder, Suzanne Elrod, die hem na haar scheiding van Leonard een tijd meenam naar Cohens huis op het Griekse eiland Hydra, waar Leonard in de jaren zestig twee romans schreef, maar ook een groot aantal liedjes die de start van zijn tweede carrière markeerden: als singer-songwriter.
Ook Adam werd muzikant. Tussen 1998 en 2014 bracht hij vier soloalbums uit (de labels stonden voor hem in de rij), maar een doorbraak bleef uit. Het frustreerde hem, maar inmiddels heeft hij er vrede mee: ‘Ik was niet goed genoeg.’
Een van zijn soloplaten werd geproduceerd door de ervaren rot Patrick Leonard, die hij aan zijn vader koppelde toen die in 2012 zijn eerste album in acht jaar wilde maken. Dat werd Old Ideas, het eerste paneel van een majestueus drieluik in de herfst van Cohens leven. Patrick Leonard produceerde ook Popular Problems (2014) en een deel van You Want It Darker (2016), de plaat waarop Adam de fakkel als producer een beetje overnam. Het voltooien van Thanks For The Dance liet Leonard helemaal aan Adam Cohen.
‘Ik viel zowat van mijn stoel toen mijn vader met Patrick Leonard ging werken. De oude Cohen die míjn advies opvolgde, dat was nooit eerder gebeurd. In 2015 haalde hij mij er ook bij. Patrick gaf me de ruimte. Zo heb ik op de valreep een krap jaar met mijn vader kunnen werken. Ik hoef je niet uit te leggen hoe waardevol dat was.’
Leonard had toen al leukemie. Zijn krachten verlieten hem, maar Adam was niettemin diep van hem onder de indruk: zo ‘masterful’, zo ontzettend ‘in command’.
‘Hij kon het huis niet meer uit, noemde zichzelf een gevangene. Hij zei: het enige dat ik nog heb, is tijd. Die benutte hij om te schrijven, zijn voordracht en melodieën te oefenen. Tegen de tijd dat hij voor de microfoon plaatsnam en ik op ‘record’ drukte, had hij het volkomen onder controle en stond het er meestal in één keer op.’
Alles voor zijn kunst, zijn werk, tot het einde toe. ‘I was always working steady, but I never called it art,’ luidt de eerste tekstzin op het album, in Happens To The Heart, zo’n kenmerkend lied waarin Cohen couplet op couplet stapelt. Als gedicht zette hij het vooraan in afscheidsbundel The Flame (2018); als lied opent het daarom Thanks For The Dance.
De glorieuze artistieke eindsprint van Leonard Cohen begon noodgedwongen. In 2008 ging hij voor het eerst sinds de vroege jaren negentig weer op tournee, nadat dochter Lorca bij toeval had ontdekt dat het grootste deel van zijn geld was verdwenen. Het bleek weggesluisd door Cohens ex-manager Kelley Lynch. Cohen won de rechtszaak, maar het geld was verdwenen.
De zeventigplusser Cohen palmde de hele wereld in. Hij was charmant, innemend, geestig. De lange optredens (soms wel drie uren) waren onvergetelijk. Aan de tournee leek geen eind te komen.
‘Het waren de succesvolste en misschien ook wel gelukkigste jaren van zijn leven,’ zegt Adam. ‘Al die mensen die van zijn werk bleken te houden en vaak ook hun kinderen meenamen, ik denk dat het verklaart waarom hij weer zo enthousiast begon te schrijven en platen wilde maken. Hij had het altijd over de ‘strategieën’ die hij toepaste om het leven het hoofd te bieden. Hij probeerde er veel: drugs, vrouwen, leermeesters, reizen, medicatie, therapie. Maar uiteindelijk bleek de effectiefste levensstrategie toch zijn werk te zijn: schrijven en optreden. Het laatste jaar bleef hij letterlijk leven voor zijn werk, denk ik. Dat boek en dat album moesten af.
‘Ik denk dat die eindeloze tournee hem fysiek versleten heeft en in die zin bijgedragen heeft aan zijn aftakeling, maar het heeft hem vooral veel geluk en plezier gebracht. Per saldo waren die laatste acht jaren een geschenk uit de hemel. Zonder de erkenning van het publiek waren die fantastische laatste albums er ook niet gekomen.’
Eén ding bevreemdde hem: veel mensen meenden dat de zwaarmoedige, pretentieuze dichter en songschrijver uit Montreal op zijn oude dag ineens geestig en met veel zelfspot uit de hoek kwam.

Marianne Ihlen en Leonard Cohen op het Griekse eiland Hydra, 1950. ©Time & Life Pictures
‘Zo was hij altijd al,’ zegt Adam. ‘Hij heeft soms met depressies geworsteld, maar ik herinner me hem als warmbloedig, lief, charismatisch en genereus. Hij is er altijd voor ons geweest, is altijd grappig geweest. Die zelfspot had hij al toen hij 15 was en heeft hem nooit verlaten.’
En toen kwam er toch nog een crisis. Adam beleefde een vliegende start, na twee weken was Thanks For The Dance voor 90 procent voltooid, maar toen kwam de twijfel over de laatste puntjes op de i. Had hij het goed gedaan, zoals zijn vader het gewild had?
Hij besloot artiesten te benaderen die hij bij zijn vader vond passen: Beck, Feist, Damien Rice en producer/muzikant Daniel Lanois.
‘Damien Rice zei dat ik naar Berlijn moest komen, waar hij op het People Festival zou optreden. Veel van de muzikanten die ik had benaderd, waren daar. Ook Bryce Dessner van The National, bijvoorbeeld. Dat samenzijn, in augustus 2018, was zo belangrijk. Ze luisterden, gaven adviezen, praatten me moed in, leverden muzikale bijdragen. Het beeld van een Joodse begrafenis drong zich op: ze kwamen respectvol een steentje op Leonards grafzerk leggen. Het is fijn om juist hier in Berlijn over het album te praten: het kreeg hier het beslissende duwtje.’
De gastmuzikanten stelden zich dienstbaar op: je hoort nauwelijks dat ze meedoen. Ze maken zich ondergeschikt aan de oude meester.
En toen was het klaar: het vijftiende studioalbum van Leonard Cohen. Het is tevens het laatste.
‘Mijn vader was een man van orde, die afmaakte waaraan hij begon. Al zijn laatste schrijfsels zijn gebundeld in The Flame. Alle nagelaten opnamen zijn nu ook verschenen. Op één na. Dat lied kreeg ik niet af, het paste niet bij de rest. Misschien komt het er nog eens van, als los lied. Daarna is de koek echt op.’
De dame van het platenlabel steekt haar hoofd om de hoek: tijd om af te ronden, laatste vraag. Wat was het mooiste compliment dat hij ooit van zijn vader kreeg?
Adam Cohen is even stil.
‘Tijdens de opnamen zakte de moed ons even in de schoenen. Mijn vader was breekbaar. Ik begon aan mezelf te twijfelen. Ik zei: pa, je hebt een betere producer nodig. Hij zei: nee, ik heb jou nodig.’

Leonard Cohens nieuwe abum Thanks for the Dance. ©S

©K2 - Album Leonard Cohen, Thanks for the dance

Het gaat slecht met de natuur in Nederland


 Slechts 6 van de 52 beschermde Natura 2000-gebieden zijn er goed aan toe. Stikstof is de belangrijkste oorzaak.

vrijdag 22 november 2019

Op zoek naar de Tsjechoslowaakse wortels van het stuntelige duo Buurman & Buurman

Postuum album van Leonard Cohen verschijnt in november

Pop Het album ‘Thanks for the Dance’ is samengesteld door zoon Adam Cohen met hulp van onder anderen muzikanten van The National en Arcade Fire.
Leonard Cohen in 2009 tijdens een optreden in Frankrijk.
Leonard Cohen in 2009 tijdens een optreden in Frankrijk. Foto Yoan Valat
Van de eind 2016 overleden Canadese dichter en zanger Leonard Cohen verschijnt eind november een album met nieuwe nummers. Dat is op zijn website bekendgemaakt.
Het album, Thanks for the Dance getiteld, is samengesteld door zoon Adam Cohen, die zijn vader ook hielp met het produceren van zijn veertiende en laatste album, het in 2016 verschenen You Want It Darker. Het was zijn vaders laatste wens, zegt de jonge Cohen, om de songs die voor dat laatste album afvielen alsnog te voltooien.
Dat heeft Adam Cohen gedaan met diverse artiesten uit de begeleidingsband van zijn vader en met hulp van indiemuzieksterren als Beck, Bryce Dessner van The National, Richard Reed Parry van Arcade Fire en Damien Rice. Daarnaast hebben ook de bekende producers Daniel Lanois en Patrick Watson en het Berlijnse koor Cantus Domus meegewerkt.
Bij het componeren en arrangeren van de muziek bij de al door Cohen ingezongen woorden zijn de samenstellers trouw gebleven aan zijn meest karakteristieke muzikale handtekeningen, zegt zijn zoon Adam. „Wat me het meest aan het album ontroert, is de geschrokken reactie van degenen die het album al hebben gehoord. ‘Leonard leeft!’ krijg ik steeds te horen.”
Op YouTube is al één song van het album te beluisteren, het slechts 1,13 minuut durende ‘The Goal’. Daarin bezingt Cohen zijn sterfelijkheid: „Settling at last / Accounts of the soul / This for the trash / That paid in full.
In een interview met The New Yorker dat een maand voor zijn dood werd gepubliceerd, betwijfelde de ernstig zieke Cohen of hij zijn laatste songs nog zou kunnen afmaken. „Misschien krijg ik een tweede wind, ik weet het niet”, zei hij. „Ik ben klaar om te sterven.”
In september 2018, twee jaar na zijn dood, verscheen al de bundel The Flame, met de laatste gedichten en teksten van Cohen. Zoon Adam Cohen stelde ook die bundel samen. In een vraaggesprek met The Guardian zei Adam Cohen toen dat zijn vader in de laatste maanden van zijn leven „een man op een zoektocht was, op een missie”.

''Achter het gezicht van een vreemde kan een vriend schuilgaan.''


donderdag 21 november 2019

''Iemand werkelijk helpen is iemand helpen zichzelf te helpen.''


Hoe Greta Thunberg van getroebleerd kind tot boegbeeld voor het klimaat uitgroeide

woensdag 20 november 2019

Foodwatch / CETA


De kans slinkt dat het parlement instemt met ratificatie van het handelsverdrag. De handtekeningen van alle 28 EU-lidstaten zijn nodig om CETA volledig en officieel goed te keuren. Het lijkt erop dat in de Tweede en Eerste Kamer de gehele oppositie zal tegenstemmen. 
Tijdens een hoorzitting gaf specialist Publiek Recht Prof. Dr. Wolfgang Weiß meer uitleg. In naam van foodwatch toont hij aan hoe ondemocratisch dit verdrag is. Hieronder lees je het in een notendop.


Achter gesloten deuren

Ondemocratisch, hoezo? De onderhandelingen worden achter gesloten deuren gevoerd, door dubieuze 'comités'. De leden en inhoud blijven geheim. Er is dus zowel door Nederland als het Europees Parlement geen controle mogelijk, terwijl er geschaafd wordt aan onze voedselveiligheid, biodiversiteit, dierenwelzijn en pesticidengebruik. 



Alternatieve rechtbank

Het Investment Court System (ICS) gaat als een soort arbitragesysteem investeerders beschermen tegen nationale democratische besluiten. Via een speciaal hof kunnen bijvoorbeeld Canadese bedrijven schadevergoeding eisen als ze vinden dat ze worden benadeeld door regelgeving in een Europees land. Dit arbitragesysteem is niet toegankelijk voor consumentenorganisaties, milieuorganisaties of vakbonden. 


We mogen ons voedselbeleid niet overlaten aan geheime comités en bedrijven. Handelsverdragen die ondemocratisch tot stand zijn gebracht, zoals CETA, moeten weg worden gestemd. Stop dit ondemocratische handelsverdrag en teken vandaag nog!


Met vriendelijke groet,
Nicole van Gemert,
Directeur

Beste foodwatcher,

Het debat over het wel of niet goedkeuren van het CETA-verdrag met Canada woedt heviger dan ooit. De strijd tegen dit schadelijke verdrag begint haar vruchten af te werpen. Nog niet getekend? Teken ook tegen CETA en geef het laatste zetje!
De afgelopen weken hebben we ons ontzettend ingezet om de consument te beschermen tegen CETA. Naast vele oproepen aan onze achterban, waren we actief betrokken bij een belangrijke hoorzitting over CETA in de Tweede Kamer. Bij deze hoorzitting waren verschillende experts aanwezig, waaronder professor Weiß die namens foodwatch optrad. Zijn boodschap? CETA is ondemocratisch en moet worden weggestemd. 



Stop CETA!






Teken nu


zondag 10 november 2019

''Wie een berg wil verzetten, begint met opruimen van kleine stenen.'' Confucius


Progressief Nederland flirtte in de jaren zestig en zeventig opzichtig met de DDR. / Volkskrant

Progressief Nederland flirtte in de jaren zestig en zeventig opzichtig met de DDR. Al was het maar om de machthebbers in Den Haag op de kast te jagen. Margriet Meindertsma behoort tot de weinige Nederlanders die geregeld de DDR bezochten. 
In de gesprekken die Margriet Meindertsma (76) voerde met de bewoners van dat verdwenen land kwamen twee thema’s steevast aan de orde: de Trabantjes, die hen er voortdurend aan herinnerden dat de Oost-Duitse auto-industrie door die van de Bondsrepubliek was overvleugeld, en het beklemmende gegeven dat zij alleen binnen het voormalige Oostblok mochten reizen.
Met de val van de Muur, zaterdag dertig jaar geleden, kwam aan de begrenzing van hun reisvrijheid in elk geval een einde. Meindertsma kon zich dus goed verplaatsen in de vreugde die deze historische gebeurtenis bij de burgers van de DDR teweegbracht. Maar of het wel zo’n goed idee was om het land dan maar meteen op te doeken? Meindertsma is er nog steeds niet van overtuigd. ‘Het ging wel erg snel allemaal. Te snel, volgens velen. En alles wat het behouden waard was, kwam op de mestvaalt van de geschiedenis terecht. Met alle mentale gevolgen voor de Oost-Duitsers van dien. De DDR had beter nog wat langer kunnen blijven bestaan.’

Links-christelijke hoek 

Als vredesactivist uit de links-christelijke hoek en voorzitter van de Nederlandse Christen Studentenvereniging (NCSV), vatte Meindertsma in de jaren zestig een zekere sympathie op voor de DDR. Geen onvoorwaardelijke liefde, want zij had wel degelijk oog voor het dictatoriale karakter van ‘de eerste socialistische staat op Duitse bodem’ – anders dan Christenen voor het Socialisme die kritiek op de DDR als een vorm van verraad beschouwden. De NCSV hoopte ‘in dialoog’ met christenen aan gene zijde van het IJzeren Gordijn het systeem te veranderen.
Een foto die Margriet Meindertsma maakte tijdens een bezoek aan de DDR.
Meindertsma en haar geestverwanten bij de NCSV zagen de DDR als het beste van de twee Duitslanden. En nog steeds kan zij zich in die zienswijze verplaatsen. ‘In de DDR waren nazi’s grondiger weggezuiverd dan in de Bondsrepubliek. Op veel terreinen, zoals stadsvernieuwing, was het in de jaren zeventig een innovatief land. Het bood zijn burgers gratis kinderopvang, gratis openbaar vervoer, en gratis gezondheidszorg. De bezitsverhoudingen waren er ingrijpend gewijzigd.’
Ze zette zich dan ook energiek in voor erkenning voor de DDR door de Nederlandse regering. Ook nadat het land had bijgedragen aan het neerslaan van de Praagse Lente in 1968 – de poging om in het toenmalige Tsjecho-Slowakije het ‘socialisme met een menselijk gezicht’ te vestigen. ‘Ik was daar diep ontgoocheld over. Kort tevoren had ik in Sofia het Wereldjeugdfestival bijgewoond. De Tsjecho-Slowaakse delegatie was een baken van hoop. Die hoop was volkomen verdwenen toen ik een maand na de Russische inval Praag bezocht: de stad was ondergedompeld in droefenis.’
Aan haar inzet voor de erkenning van de DDR deed dit geen afbreuk. Integendeel. ‘Ik was ervan overtuigd, en dat ben ik nog steeds, dat het isolement van de DDR alleen maar heeft bijgedragen aan de verstarring van het regime.’ Die ontwikkeling was al onomkeerbaar, denkt Meindertsma, toen Nederland – als een van de laatste landen – in 1973 de DDR erkende. Op dat moment had zij haar positieve belangstelling voor het land allang verloren. Krantenknipsels, activistische stencils, plakboeken met treinkaartjes en fletse kleurenfoto’s van bevlagde overheidsgebouwen en straten met Trabantjes herinneren aan haar vroegere engagement. ‘Dit is letterlijk een wereld van gisteren.’

DDR als restproduct 

Het imago van de DDR is altijd sterk afhankelijk geweest van uiteenlopende wanen van de dag, zegt historicus Jacco Pekelder – auteur van een in 1998 verschenen boek over de relatie tussen beide landen. ‘In de eerste jaren van haar bestaan werd de DDR louter gezien als restproduct van de Tweede Wereldoorlog. Een Duitse Sovjet-republiek waar ‘rot lackierte Faschisten’ het voor het zeggen hadden. Een land dat mentaal veel meer gemeen had met Pruisen dan de Bondsrepubliek. Dat kon je alleen al zien aan de Nationale Volksarmee: de helmen, het eikenloof op de uniformkragen en de ganzenpas bij de wisseling van de wacht bij het Neue Wache: alles verwees naar het militaire verleden. De antifascistische pretenties van het regime ten spijt.’
In de jaren zestig kantelde het beeld van de DDR bij ‘mainstream sociaal-democraten, linksige christen-democraten en zelfs ondernemers’, zegt Pekelder. ‘Het land werd toenemend als een succes waargenomen, ook door geslaagde zelfpromotie van het regime in Oost-Berlijn. Het werd geassocieerd met zijn sportieve prestaties, en het wist zichzelf als tiende economie van de wereld te verkopen. In links Nederland was de modieuze afkeer van de Bondsrepubliek omgekeerd evenredig aan de sympathie die de DDR er genoot. En sympathie voor de DDR ging vaak gepaard met sympathie voor de opgepakte leden van de Rote Armee Fraktion, die als politieke gevangenen werden beschouwd.’
Voor Nieuw Links, de progressieve vleugel binnen de PvdA, was erkenning van de DDR een thema waarmee ‘de zittende macht’ in verlegenheid kon worden gebracht. Erkenning van de DDR gold als een voorwaarde voor de beëindiging van de Koude Oorlog. En wie kon daar nu tegen zijn? ‘Nieuw Links kon stemming maken met de DDR’, denkt Pekelder. ‘Als je in de Duitse pot roerde, kreeg je altijd een groot deel van het publiek mee.’
Een foto die Margriet Meindertsma maakte tijdens een bezoek aan de DDR.

Marx in een kist 

In 1987, twee jaar voor de val van de Muur, werd de erkenning van de DDR bezegeld met een ‘officieel bezoek’ (geen staatsbezoek) van partijleider Erich Honecker aan Nederland. Zelfs onder de communisten, die al niet meer in de Tweede Kamer waren vertegenwoordigd, genoot zijn land nauwelijks nog aanzien. Een kleine delegatie van de zieltogende CPN bezocht de ‘onverstaanbaar mummelende Honecker’ in diens presidentiële suite in het Kurhaus. ‘Aan het eind krijgen we een geschenk mee’, schreef delegatielid Marius Ernsting naderhand. ‘Een bronzen beeld van Marx op schaal 1:3, verpakt in een houten kist. (…) De symboliek ontgaat iedereen op dat moment: Honecker doet afstand van Karl Marx, en geeft hem (in een kist!) mee aan vertegenwoordigers van een communistische partij die zich op dat moment al voorbereidt om op te gaan in GroenLinks.’
In Baarn vindt op zaterdag 9 en zondag 10 november het Festival 30 Jahre Mauerfall plaats, met medewerking van onder anderen Ben Bot, Margriet Brandsma, Hanco Jürgens, Willem Melching en Maarten van Rossem. Informatie: DDR-museum.nl.

Margriet Meindertsma over de DDR: ‘Op veel terreinen, zoals stadsvernieuwing, was het in de jaren zeventig een innovatief land.’ Beeld Harry Cock / de Volkskrant

‘In onze hoofden staat de Muur nog overeind’ / NRC

Sternberg Dertig jaar geleden viel de Muur, wat het eind van de DDR betekende. Bleef er iets over van de Oost-Duitse identiteit? Nynke van Verschuer, die als kind kort na de Duitse hereniging een paar jaar in de voormalige DDR woonde, reisde terug naar oud-klasgenoten en een oud-lerares.
Nynke van Verschuer (rechts) halverwege de jaren 90 met haar broer op weg naar de basisschool in Sternberg.
Nynke van Verschuer (rechts) halverwege de jaren 90 met haar broer op weg naar de basisschool in Sternberg.
In de zomer ligt Sternberg tussen glooiende, gele akkers vol koolzaad. In de DDR, waar het stadje tot 1990 lag, werd gefluisterd dat de koolzaadolie zou worden verwerkt tot brandstof voor het USSR-ruimteprogramma. Nu is een privaat bedrijf eigenaar van de silo’s aan de rand van het stadje, die bij ongunstige wind een muffe lucht door de straten verspreiden. Niemand die nog denkt dat een raket de ruimte haalt op dat spul.
Van 1992 tot 1998, van mijn vierde tot mijn tiende, woonde ik in Sternberg. In die jaren werd de DDR ontmanteld, staatsbedrijven werden geprivatiseerd, de werkloosheid in Mecklenburg schommelde rond de 18 procent en wakkerde het toch al wijdverbreide alcoholisme aan. Sociale voorzieningen waren met het regime ingestort en werden maar mondjesmaat weer opgetuigd. Het sluimerende neonazisme stak de kop op, gemarkeerd door de aanslag in Rostock-Lichtenhagen op een flat van nieuw aangekomen asielzoekers en gastarbeiders, die door een meute woedende skinheads met molotovcocktails werd bekogeld in de zomer van 1992. Mijn ouders, arts en predikant, verhuisden in februari van dat jaar met kleine kinderen vanuit Tytsjerksteradiel naar Meck-Pomm om de opbouw van de democratie mee te maken. Ik ging, onverschillig voor de politieke aardverschuiving, naar school en vond de kolenkachel heel normaal.
Nu ben ik op zoek naar mijn klasgenoten van toen, voorzover ze er nog wonen, en naar wat er over is van hun Oost-Duitse identiteit. Want hoewel geen van mijn generatiegenoten de DDR bewust heeft meegemaakt, moet hun leven getekend zijn door het zwijgen van een oudere generatie, die had geleerd alles in te slikken uit angst voor de Stasi, door de werkloosheid in de jaren negentig, en door het knagende gevoel steeds te gast te zijn in het herenigde Duitsland.
Koffie van graan in plaats van bonen
Sütinerstrasse, Sternberg, rond 1995. Twee neefjes uit Nederland (op de trekker) zijn op bezoek bij Nynke van Verschuer (links). Rechts haar zusje.Eco-nazismeEen van zijn oma’s, vertelt Balzer, kwam oorspronkelijk uit Stuttgart. Ze verhuisde als jong kind in de jaren twintig met haar ouders naar Mecklenburg met de overtuiging het platteland te moeten bevolken om de cultuur te beschermen tegen werkzoekende boeren uit Polen. „Mijn overgrootvader was een hoofd van de Artamanen. Dat zijn eco-nazi’s van het eerste uur.” De leus van de Artamanen is iets met Blut und Boden, Sonne und Wahrheit. „Rudolf Höss [de latere kampcommandant van Auschwitz, red.] was ook deel van de beweging en kwam in het dorp van mijn grootouders op bezoek. Mijn oma leeft nog, ze verpacht haar land nu aan hedendaagse aanhangers van het eco-nazisme. Rond de zonnewende vieren ze nog altijd de vruchtbaarheid, en hun Duits-zijn. De vrouwen zien eruit alsof ze uit de jaren dertig komen, met lange vlechten en schorten. Ze hijsen een zwarte vlag: die moet wapperen zolang Duitsland nog niet ‘patriottisch’ is. Ik kom er soms, ja. Maar het is zinloos om een gesprek te voeren met mijn grootmoeder.”De moeder van Balzer haalt een oude klassenfoto tevoorschijn: klas 4b, onder hoede van de immer kordate Frau Bittermann. De klasgenoot die naast mij zit, Andy Laube, is op zijn zeventiende omgekomen bij een auto-ongeluk, vertelt Balzer, op de terugweg van de bioscoop in Schwerin, de hoofdstad van Mecklenburg, vijfentwintig kilometer verderop. Laube en Balzer waren buren, en beste vrienden sinds hij zich kan herinneren. De vader van Balzer overleed een paar jaar later aan een allergische reactie op een wespensteek.Geen spoor van OstalgieFrau Bittermann is met pensioen, en woont in een nieuwe bungalow naar eigen ontwerp aan het meer. Anke Bittermann was lerares Duits en wiskunde en van klas één tot vier (groep drie tot zes) onze mentor. Haar man Willy had een fietsen- en brommerwinkel bij ons in de straat. In de DDR, vertelt hij nu, maakte hij clandestien Trabbi’s uit oude onderdelen om bij te verdienen – geen sinecure, want zelfs Trabant-onderdelen waren op rantsoen.Anke Bittermann werd in 1944 geboren in Mecklenburg. Haar vader sneuvelde datzelfde jaar op de Krim – althans, daarvandaan stuurde hij de laatste brief aan zijn vrouw. Haar man Willy Bittermann werd geboren in 1938 in Bessarabië, destijds deel van Roemenië. Na het Molotov-Ribbentroppact in 1939 werden alle Duitsers daar teruggehaald naar het moederland, om de weg voor de troepen vrij te maken, en werd Willy Bittermann met zijn moeder en zijn broers twee jaar in een doorgangskamp bij Linz ondergebracht. In 1942 werd het gezin – zonder vader, die stierf in het jaar van de volksverhuizing uit Bessarabië – overgeheveld naar een verlaten en vernietigd dorp in Polen, om de Duitse cultuur in het nieuwe grondgebied post te doen vatten. De twee oudere broers van Willy Bittermann sneuvelden bij Stalingrad. Zijn moeder moest, met de jonge Willy, in de winter van ’44-’45 voor de Sovjet-troepen uit, met paard en wagen, terug naar Duitsland. Willy: „Mijn moeder was een heel inventieve vrouw. Ze zette me gewikkeld in donzen dekens op de bok, want ze wist: kogels raken verstrikt in dons.”Bij het echtpaar Bittermann geen spoor van Ostalgie, ook al leefden ze het grootste deel van hun leven in de DDR – of juist daarom. Met Frau Bittermann fiets ik naar hun volkstuintje aan een steiger aan het meer, even verderop. Het houten huisje in de tuin was tot de val van de Muur bezit van het houtwerkerscollectief: alle mogelijke collectieven hadden samen vakantiehuisjes verspreid door de DDR, zodat je als houtwerker uit Mecklenburg vakantie kon vieren in de Harz en andersom. In de jaren negentig gingen de huisjes met hun tuintjes in de verkoop.In het schemerdonker onder het houten dak vertelt Bittermann over haar vader: pas een paar jaar geleden werd in haar geboortedorp een gedenksteen opgericht met zijn naam en die van andere gesneuvelde Duitse soldaten. „In de DDR waren alle Duitse militairen misdadigers, het vermelden niet waard. De DDR zelf was natuurlijk zogenaamd gezuiverd van het fascisme, want de fascisten, dat waren de kapitalisten, die zaten in het westen.” In het westen mocht de muur dan ‘de Muur’ heten, in de DDR was het de ‘Antifaschistischer Schutzwall’.Anke Bittermann vroeg in de jaren negentig haar Stasi-akte op. De namen van een aantal hooggeplaatste Stasi-medewerkers en belangrijke IM’s, Inoffizielle Mitarbeiter, informanten, waren weggelakt, maar ze kwam toch een en ander te weten over welke van haar collega’s en kennissen praatten met de inlichtingendienst. De schooldirecteur briefde alles door, en één leraren-echtpaar in het bijzonder – van de vrouw heb ik nog les gehad – was de belangrijkste informatiebron over het wel en wee van Bittermann. Glunderend vertelt ze: „Er is één zin in mijn Stasi-akte die ik nooit zal vergeten. Ze schreven: ‘Die Bittermann zag er weer geraffineerd uit. Alle mannen keken naar haar om.’ Ze vonden dat ik me te wuft kleedde. Naar ossi-maatstaven was dat al snel zo.”Veel mensen van Bittermanns generatie missen het gemeenschapsgevoel uit de DDR, en praten met weemoed over de kroegen in elk dorp, waar schnapps en bier werd geschonken. Bittermann, smalend: „Ja, maar ze zeggen er dan niet bij dat achter de toog een cassettebandje meeliep. De DDR was een dictatuur. Al die mensen die hun vrienden verraadden. Ze hebben mijn man ook benaderd om informant te worden. Ik heb toen geroepen: ‘Schweine zijn het, de mensen die alles doorbrieven.’ Maar ik weet natuurlijk niet wat ik gedaan had als ze gedreigd hadden mijn dochters in een tehuis te plaatsen.”Het Stasi-apparaatDertig jaar na de val van de Berlijnse Muur lijkt veel van het destijdse optimisme vervlogen. NRC belicht in een onregelmatig verschijnende serie artikelen de aanloop naar de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 en de uitwerking daarvan.18 augustus 2019 In ’89 scheurde in Hongarije het IJzeren Gordijn. Nu zijn ze blij met prikkeldraad26 augustus 2019 Onvrede over chaos na ondergang DDR broeit nog26 september 2019 Dit keer stemt de herdenking van ‘1989’ minder vrolijk1 november 2019 Europa heeft de moed uit 1989 weer nodig4 november 2019 Opa werkte bij de Stasi, maar wat deed hij daar?5 november 2019 Nooit eerder hadden Polen het zo goed als nu7 november 2019 ‘In onze hoofden staat de muur nog overeind’Ondanks al het gespioneer, het verraad, de 250.000 politieke gevangenen en de martelmethodes zijn er na de val van de Muur maar veertig DDR-functionarissen veroordeeld. Dat is een symbolisch aantal als je bedenkt hoe uitgebreid het Stasi-apparaat moet zijn geweest, met agenten en informanten tot in de kleinste dorpen. Maar de hereniging van Duitsland moest harmonieus en constructief verlopen, zonder dat de bondslanden van de voormalige DDR al te zeer gekleineerd werden. Het betekent ook dat er, net als in de DDR na WOII, een boel hoge functionarissen waren die na de hereniging hun leventje zonder al te ingrijpende veranderingen konden voortzetten. Bittermann: „Het verzekeringswezen was de favoriete sector van voormalige Stasi-agenten. De verzekeraars kwamen na de val van de Muur massaal naar Oost-Duitsland, waar voorheen geen private verzekeringen bestonden. Die bedrijven uit het westen waren niet geïnteresseerd in de voorgeschiedenis van hun nieuwe werknemers.”In het kader van de Vergangenheitsbewältigung werd bij landelijke en regionale verkiezingen wel openheid van zaken verlangd over het cv van de kandidaten vóór de val van de Muur. Na een haastig uitgeroepen verkiezing in 1990, waren er in 1994 voor de tweede keer vrije gemeenteraadsverkiezingen in Sternberg. De voorzitter van de gemeenteraad, Bruno Pischel, voorheen nertsenboer, stelde voor dat de Stasi-aktes van alle kandidaten zouden worden beoordeeld door een onafhankelijke commissie, en dat alleen degenen met een schone lei mee zouden mogen doen aan de verkiezingen. In die commissie zaten naast voorzitter Pischel de plaatselijke pastoor, en de predikant – mijn vader.Volgens mijn moeder reed op een dag een bestelbusje voor en laadden ze onze gang vol met archiefdozen. Dagen achter elkaar werd er gelezen en gewogen. Jammer genoeg moest de ‘commissie’ concluderen dat, als ze zouden vasthouden aan de aanvankelijke eis – geen duidelijke banden met de Stasi – er bijna geen kandidaat zou overblijven. Het merendeel was IM geweest, ook al voorzag de ene in belangwekkender informatie dan de ander. Uiteindelijk werden onder druk van de zittende gemeenteraadsleden alleen die aspirant-kandidaten van de lijst geschrapt die duidelijk anderen hadden verlinkt en in gevaar gebracht. „Een schijnvertoning”, noemt mijn vader het achteraf.Frau Bittermann en ik fietsen langs het meer terug naar haar huis. Een vrouw op leeftijd staat op blote voeten en in een roze badpak op het fietspad, een handdoek om haar middel. Frau Bittermann staat stil en stelt ons voor: „Jij hebt nog les bij haar gehad!” Het is de vrouw van het informanten-echtpaar. Bittermann, zodra we verder fietsen: „Van haar en haar man wist bijna de hele stad het. Hun gezelschap is jarenlang gemeden. Maar sinds kort laat ze zich weer zien. Ze zit nu ook weer in een schilderclubje.”Tank met hakenkruisIn mijn herinnering tekende Marcel Stier een keer in de pauze een tank met een hakenkruis op het bord. Als ik het hem nu voorleg, zegt hij: „Ik herinner het me niet. Het kan best zo zijn, maar dan wist ik net zomin als jij toen waar een hakenkruis voor stond en had ik dat ook gewoon maar ergens gezien.”Die verklaring is plausibel, want ook in Sternberg was de neonazi-scene al goed vertegenwoordigd in de vroege jaren negentig en lieten jongens op kisten en in bomberjacks hakenkruizen en ondubbelzinnig xenofobe leuzen achter in de stad. Ook vóór de val van de Muur waren rechts-extreme sentimenten niet ongewoon, hoewel er geen precieze cijfers over zijn. De DDR-autoriteiten negeerden rechts-extreme groepen, zoiets kwam nu eenmaal niet voor in een socialistische heilstaat. Een racistische kreet op een muur werd genoteerd in de categorie ‘Rowdytum’, vandalisme, en niet als een politieke daad (‘Rowdys’ is een zeldzaam Engels leenwoord in het communistisch vocabulaire; Lenin gebruikte het al in 1917 om antirevolutionaire sujetten aan te duiden).De Duitse auteur Ines Geipel schrijft dat in de DDR de „Holocaust in de ijskast” ging. Er werd niet meer over gesproken; het verleden werd niet geconfronteerd, zoals in een open democratie, maar doodgezwegen. Al in 1953, schrijft Geipel, wees de DDR schadeclaims van Israël voor Holocaust-overlevenden af als „hetze”. Met de DDR werd de ene extreme ideologie ingewisseld voor de volgende. Er werd gedaan alsof het fascisme een idee van de buren uit het westen was, waar de socialisten uit het oosten per ongeluk ingetuind waren. Daarmee werd iedere zelfreflectie overbodig en kon het rechtse gedachtegoed welig blijven tieren.Stier vertelt aarzelend over zijn politieke opvattingen. Ik mag alles opschrijven, zolang zijn baas het maar niet te lezen krijgt, want je „moet bang zijn dat je eruit vliegt, alleen omdat je een andere opvatting hebt. Vrijheid van meningsuiting bestaat niet, niet echt. Je kunt niet zeggen: ‘vluchtelingen sind Scheisse’, dan ben je meteen de nazi”. Hij aarzelt ook omdat hij het allemaal nog niet helemaal rond heeft: hij heeft gehoord van George Soros, en dat die met zijn kapitaal misschien bepaalde politici in zijn macht heeft, wat vergezocht klinkt, maar „het zou kunnen”. „Alles is erg vreemd nu”, zegt hij herhaaldelijk. „Je ziet altijd alleen maar mannen, en de meesten hebben niet eens asiel, en toch krijgen ze geld. Als ze de wet overtreden wordt er een oogje toegeknepen, terwijl een Duitser voor hetzelfde vergrijp heel anders zou worden gestraft. Er wordt met twee maten gemeten. En nu was er weer die zaak met die man die dat kind op het spoor duwde. Als ze nou hier zouden komen, en zeggen: ‘ja ik wil werken en Duits leren’, dan was het een heel ander verhaal.” Maar er is hier toch nergens een immigrant te bekennen? „Het gaat me ook meer om de rest van Duitsland.”Ongewenste minderheidSören Balzer zei de avond tevoren nog dat Mecklenburg-Vorpommern veel te doods was voor de Syriërs. „Er is geen sociaal leven en geen werk.” De vluchtelingen waren er kort, na 2015, inmiddels zijn de tijdelijke asielzoekerscentra opgerold en staan de oude schoolgebouwen gewoon weer leeg.Marcel Stier liep toen, op een maandagavond in oktober 2015, mee in een demonstratie van de ‘MVgida’ (‘Mecklenburg-Vorpommern gegen die Islamisierung des Abenlandes’), de Mecklenburgse evenknie van Pegida. De lokale voorman van de NPD, de extreemrechtse partij, voerde het woord. Volgens het verslag van de lokale krant, de Schweriner Volkszeitung, liepen er die avond driehonderd neonazi’s mee en stonden tegelijkertijd zo’n honderd inwoners van Sternberg verbroederende liederen te zingen op het kerkplein, met kaarsen in de hand.SPD-politica Petra Klöpping publiceerde vorig jaar een boek getiteld Integriert doch erst mal uns! Veel inwoners van de voormalige DDR voelen zich nog altijd een soort ongewenste minderheid, een bevolkingsgroep die niet voor vol wordt aangezien. Minder dan de helft heeft vertrouwen in de democratie. Bij de landelijke verkiezing in 2017 resulteerde dat in 19 procent voor de rechts-nationalistische AfD in Mecklenburg, waarmee ze na de CDU (33 procent) de grootste werden. Bij regionale verkiezingen, in het voorjaar van 2019, kreeg de AfD in Mecklenburg 14 procent, Die Linke 16 procent, het CDU 25 procent. Sören Balzer heeft nog een pragmatischer verklaring voor de populariteit van rechts: „Overal waar vrouwen en hogeropgeleiden wegtrekken, spelen angst en vreemdelingenhaat op, en radicaliseren de achterblijvers.”Ondanks de politieke uitersten is Sternberg niet zo gepolariseerd als zou kunnen. In de piepkleine stad en de omliggende dorpen kent en spreekt iedereen elkaar, en kun je het je nauwelijks veroorloven mensen buiten te sluiten om hun politieke voorkeuren. Balzer was een tijdje lid van Die Linke, de socialistische partij die voortkomt uit de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). Balzer: „Allemaal oude SED-bonzen en Karteileichen [kaartenbaklijken, red.] Er zat geen enkele beweging in.” Als ik zeg dat ik de volgende dag met Marcel Stier afspreek, zegt hij, „Doe ’t Stierchen de groeten.”Stier is maar een enkele keer over de bondslandsgrenzen geweest. Gevraagd naar de Oost-Duitse ziel zegt hij: „Ossi’s zijn bodenständiger, [meer geworteld, red.] zou ik zeggen. En ik denk dat we veel zelf aanpakken. In het westen, tja, ik ben er niet veel geweest, maar ik denk dat ze een beetje met hun neus in de lucht lopen.”
Bernard van Verschuer, van 1992 tot 1998 dominee in Sternberg, bij zijn Trabant.Grote horloges en dure auto’sIk had ook vriendinnen in Mecklenburg, maar ze wonen er niet meer. Steffi Zimmermann en Tini Ohde wonen in respectievelijk Hamburg en Berlijn, maar zijn bij toeval op bezoek bij familie in het weekend dat ik door Mecklenburg tour.Steffi Zimmermann is doktersassistente in een kliniek voor plastische chirurgie in een van de voetbalvrouw-buurten van Hamburg. Ze groeide op in Kobrow I, in de straat waar die oude brandweerkazerne stond. Dit weekend past ze in het gehuchtje Mustin op de honden van haar nicht. Zimmermanns moeder was een nakomertje; haar vader was aan het westfront tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog was er geen spoor van de man, Steffi’s grootvader; waarop haar grootmoeder een privédetective naar Frankrijk stuurde, om te ontdekken dat de grootvader een nieuw gezin was begonnen met een Française. Met behulp van onbekende pressiemiddelen is de grootvader begin jaren vijftig toch teruggekeerd naar Kobrow I om de moeder van Steffi te verwekken.Zimmermanns vader was beroepsmilitair in de DDR (in de ‘Nationale Volksarmee’), vaak dronken, of afwezig, al helemaal toen Steffi’s moeder kanker kreeg. Steffi’s moeder overleed toen wij een jaar of twaalf waren; Steffi’s oudere zus, die de zorg voor haar zusje op zich had genomen, kwam een paar jaar later om bij een auto-ongeluk. De laatste keer dat ik in Sternberg was, was op de begrafenis van die zus.Als er werk was, zou Steffi Zimmermann wel in het oosten willen wonen, in Rostock, vertelt ze, als we een rondje door de omgeving rijden. We komen langs Dabel, waar de militaire kazerne stond waar haar vader zat, en die nu leeg staat, en langs een verlaten schoolgebouw dat eerder als vluchtelingenopvang dienst deed. Het volgende dorp, Stieten, sprak erg tot de verbeelding toen ik kind was, omdat het uitsluitend uit betonnen woonblokken en stallen bestond, gebouwd om de mensen die in het landbouw-collectief werkten zo efficiënt mogelijk te huisvesten. Het dorp is in zijn geheel afgebroken, op de stallen na. Je ziet nog waar de Plattenbau stond aan een paar percelen achtergebleven puin. Tussen al die treurnis door lopen prachtige lanen met aan weerszijden eeuwenoude kastanjebomen – ooit moet het keizerlijk devies zijn geweest om zoveel mogelijk kastanjes langs de wegen van Mecklenburg aan te planten.„In Hamburg zijn de mensen toch wat koeler en materialistischer”, zegt Zimmermann. „Mensen uit het oosten zijn gastvrijer, hartelijker. En ik heb de indruk dat mensen hier harder werken. In Hamburg draait het voor veel mannen toch om grote horloges en dure auto’s. Wat dat betreft vind ik de Oost-Duitse mannen een stuk charmanter. Als ik uitga in Hamburg, pik ik ze er zo uit. Ik heb nog nooit met een Wessi gedatet.” En in Hamburg, voel je je dan soms ook weggezet als ossi? „Absoluut niet, um Gottes Willen.”Riksja-bestuurderChristin (‘Tini’) Ohde is met haar man en haar kind van anderhalf in Sternberg voor de tweeëntachtigste verjaardag van haar grootvader. Ik tref de hele familie aan op een terras uitkijkend over het meer. De grootvader van Tini, kwiek en bruin, is sinds de jaren zestig visser op het meer, begin jaren negentig kon hij het bedrijf overnemen van de Treuhand, de instantie die staatsbedrijven taxeerde en privatiseerde. Zijn zoon en zijn schoonzoon, Jörg Rettig en Thomas Ohde, waren allebei succesvolle zeilers. Rettig werd in 1983 wereldkampioen bij de junioren in de 470-klasse.Ook Tini Ohde was voorbestemd om Olympisch te zeilen. Iedere dag kruiste ze het meer over met haar vader in een motorboot in haar kielzog. Terwijl andere zestienjarigen naar Lloret de Mar op Jugendweihe-reis gingen, vertelt Tini nu, ging zij naar een trainingskamp. In de DDR deden de jonge burgers van de republiek Jugendweihe – een seculiere variant van het ritueel van volwassenwording, zoals bar mitswa of belijdenis. Het ritueel heeft de Wende overleefd, ook al draait het nu om veel cadeaus en een reis naar de costa.Op haar vierentwintigste staakte Ohde haar studie fysiotherapie in Rostock, en het professionele zeilen, geplaagd door dwangneuroses. In Berlijn was ze jarenlang riksja-bestuurder: „Door de medicijnen kwam ik erg aan en ik wilde in beweging blijven.”De ongebonden levenswijze van Tini Ohde en haar man, die met een camper rondreizen, hun kind niet hebben ingeënt en overal op de wereld met een laptop kunnen werken (Marco Ohde is IT-personeeladviseur) stuit op onbegrip bij haar familie. De Oost-Duitse ideeën over discipline en hard werken van haar ouders worden door Tini, die uitblonk in alle vakken, niet langer gedeeld.„Als ik in de DDR was opgegroeid was ik weggestopt in een gesticht in het bos, uit het zicht van iedereen. Want in de DDR hadden de burgers natuurlijk geen mentale problemen. Net zomin als dat er gemoord werd, of dat er überhaupt criminaliteit was, of zelfmoord. Dat alles werd vakkundig weggemoffeld. Want de DDR was ‘perfect’”, sneert Tini Ohde. Haar moeder werpt tegen dat het heus wel meeviel, als je niet de aandacht trok. Maar het ‘niet opvallen’ wordt door Tini niet zo vanzelfsprekend gevonden. Als ze hardop lacht, manen haar ouders haar tot kalmte. „Ja, hier vinden ze me luidruchtig”, zucht Tini. „In Berlijn niet.”In 1969 ging het gerucht dat de Rolling Stones op 7 oktober van dat jaar op zouden treden op het dak van Axel Springer Verlag, een gebouw pal naast de Berlijnse Muur aan de West-Duitse kant. De Rolling Stones waren heel populair in de DDR, ook al waren hun platen illegaal en konden ossi’s alleen via de zwarte markt aan vinyl komen of er via een West-Duitse radioverbinding naar luisteren. Honderden fans stonden aan de Oost-Duitse kant bij de Muur om de Stones te zien, die nooit kwamen. De Oost-Duitse autoriteiten waren er wel. Fans werden in elkaar geslagen en opgepakt. Marco Ohde: „Mijn oudoom, Charly Rau, is daar, op zijn zeventiende, gearresteerd. Hij heeft vastgezeten tot 1987, zeventien jaar later. Een paar jaar erop kreeg hij kanker. Tijdens zijn gevangenschap is hij gemarteld en probeerden ze verschillende soorten straling op hem uit.”„De dictatuur,” concludeert Marco Ohde, „wordt schaamteloos gerelativeerd.” De jonge Ohdes vinden dat het oost-westdenken nu maar eens afgelopen moet zijn. Marco Ohde: „Ik zou me graag identificeren als Mecklenburger, of als Noord-Duitser voor mijn part. Het is niet zinvol om te blijven hangen in die fictieve tegenstellingen tussen oost en west.”Minder materialistischMijn oud-klasgenoten zijn geneigd zichzelf, of op zijn minst andere ossi’s, als ijveriger, gastvrijer en minder materialistisch te zien dan West-Duitsers. „Wertekonservativ”, noemt de AfD dat goedkeurend, en de partij benadrukt die gekoesterde waarden om in de oostelijke deelstaten een proteststem tegen het westen te winnen. Maar natuurlijk is Die Linke ook ‘Wertekonservativ’, en stelt zichzelf voor als de partij die nog weet waar het goede leven om draait voor het consumentisme uit het westen kwam overwaaien.Otto von Bismarck zou over Mecklenburg-Vorpommern hebben gezegd: „Als de wereld vergaat, dan verhuis ik naar Mecklenburg, want daar gebeurt alles vijftig jaar later.” Of nooit, want er is nooit veel bedrijvigheid geweest in Mecklenburg, het was altijd een dunbevolkt gebied dat het van kleinschalige landbouw moest hebben. Balzer: „Er is heus veel geïnvesteerd hier. De wegen zijn geasfalteerd, het gemeentehuis van Sternberg is fris gestuukt. Maar wat heb je daar aan als er niemand woont omdat er geen werk is?”Steffi Zimmermann is berustender: „Er bestaan geen maatregelen die oost en west definitief met elkaar zullen verzoenen. Dat gaat gewoon niet gebeuren. Niet op korte termijn tenminste.”Luister ook naar deze aflevering van onze podcastserie NRC Vandaag: Dertig jaar na de Muur voelen Oost-Duitsers zich nog altijd ‘Ossi’Cover Image