donderdag 13 mei 2021

Participatiewet

 

Participatiewet

Gerard Sangers (63) werd vermorzeld door de Participatiewet: ‘Ook ik ben beschuldigd van fraude’

Gerard Sangers raakte in 2011 zijn baan kwijt. Hij werkte keihard om uit de bijstand te komen en nam drie nulurencontracten tegelijk aan. Inmiddels resteert het gevoel dat hij toch het moeras is ingezogen. Hij schreef er een boek over. ‘Uiteindelijk heb ik met werk moeten stoppen, omdat het niet meer te betalen was.’

Toen ik voor de eerste keer naar de Voedselbank ging, reed ik erlangs en ging weer naar huis. De drempel was te hoog.

Met die zinnen begint een van de 27 hoofdstukken die Gerard Sangers (63) schreef over zijn leven in de bijstand. Ze zeggen veel over het taboe dat – ook bij hemzelf – op armoede rust. Hij had dan ook niet gedacht dat hij in deze situatie terecht zou komen. Vanaf zijn zeventiende werkte hij in supermarkten. Hij klom er op in de hiërarchie en nam uiteindelijk zelfs een winkel over. Later ging hij in de relatiegeschenken – tot hij er tijdens de bankencrisis uit vloog, als ervaren vijftiger. Een leeftijd waarop iets nieuws vinden bijna onmogelijk is.

En dus zit Sangers in de bijstand, al bijna tien jaar. Natuurlijk wilde hij er zo snel mogelijk uit. Maar telkens waren er afwijzingen. Regeltjes die tegenwerkten en hem van de regen in de drup lieten belanden. “Ik ben op dit moment die bankzitter, luilak, labbekakker, profiteur”, schrijft hij in zijn boek. Precies datgene wat hij niet wilde worden toen hij voor het eerst een uitkering moest aanvragen.

Wanneer kwam u bij de Voedselbank terecht?

“De eerste jaren dat ik in de bijstand zat, kwam ik er financieel nog wel uit. Ik was al gewend aan een laag inkomen. Met alle aanvullingen en regelingen die er zijn, redde ik het redelijk. Dat veranderde in 2015, toen mijn zoon 18 jaar oud werd: toen had ik geen recht meer op kinderbijslag en een kindgebonden budget. Daarnaast veranderde de regelgeving in mijn nadeel, én kwam ik in de problemen doordat ik naast mijn uitkering werkte. Ik had drie nulurencontracten, en daarmee in feite vier inkomens: drie keer werk en mijn uitkering. Maar je kunt slechts over één inkomen loonheffingskorting krijgen, en dus betaalde ik in feite veel te veel belasting. Die krijg je op termijn wel terug. Maar als je in de bijstand zit, heb je niet de ruimte een jaar lang je eigen werk voor te schieten. Het gevolg was dat ik in een jaar bijna 500 euro per maand inleverde en steeds vaker rood kwam te staan.”

Waarom bent u blijven werken als u er geld op toelegde?

“Omdat het allemaal nogal ingewikkeld is, duurt het een tijdje voor je doorhebt dat werken je eigenlijk geld kost. En ik wilde ook graag iets bijdragen, in plaats van op de bank zitten. Maar uiteindelijk heb ik met werk moeten stoppen, omdat het niet meer te betalen was. Vanwege de loonheffing, maar ook omdat ik demonstraties in winkels gaf, waarbij ik een auto nodig had. En daar moet altijd geld bij. Dan kom je ook nog eens in de bizarre situatie dat je niet zelf het werk mag opzeggen. Want dat zou werkweigering zijn, en dan word je gekort. Dus hebben de werkgevers uiteindelijk mijn contracten niet verlengd.”

Wat bracht u ertoe om een boek te gaan schrijven?

“Toen mijn jongste broer zelfmoord pleegde, zette me dat aan het denken. Hij was in feite de hoogopgeleide binnen onze familie. Hij had goede banen als hr-manager, een groot huis, kinderen, een leuke vrouw, een auto van de zaak... Toch was hij blijkbaar ongelukkig. Ik ben me gaan afvragen waarom, en ik denk dat de oorzaak ligt in de banen die hij had. Hij werkte bij een groot busbedrijf. Als ze een aanbesteding verloren, moest hij al die mensen ontslaan. Zo’n zelfde gevoel krijg ik bij ambtenaren die zo’n Participatiewet moeten uitvoeren. Als je steeds sancties moet opleggen, mensen moet controleren... Hoe slaap je dan ’s nachts nog? Vanuit die verwondering over het systeem ben ik begonnen.”

Veel mensen met een uitkering ervaren veel wantrouwen van de overheid. Hoe is dat voor u?

“Ook ik ben beschuldigd van fraude, een halfjaar geleden nog maar. Mijn zoon kwam in de problemen en kon de huur niet meer betalen. Hij was in die periode ook regelmatig hier: een keer of drie per week at hij mee. In dezelfde periode trok mijn dochter bij haar vriend in, en kon mijn zoon tijdelijk in haar huis terecht. Maar bij de gemeente hadden ze één en één opgeteld. Mijn zoon was regelmatig hier, en hij was zijn oude huis uit. Dan móest hij hier wel wonen.

“Vervolgens krijg ik dus een brief van de gemeente waarin ik beschuldigd word van fraude. Want als mijn zoon hier inwoont, geldt de kostendelersnorm en gaat mijn uitkering omlaag. Niemand heeft me opgebeld om te vragen hoe het zit; ik krijg meteen een boze brief. Het is uiteindelijk met een sisser afgelopen. Ik heb een aantal jaar in de lokale cliëntenraad gezeten en weet daardoor waar ik moet aankloppen. Maar veel anderen zijn niet zo mondig, en komen dus op dit soort manieren gigantisch in de problemen. Het probleem is dat er een soort omgekeerde bewijslast geldt: ik moet gaan bewijzen dat ik níet fraudeer.”

Het boek van Gerard Sangers is te bestellen via zijn website www.tegekvoorwoorden.org.

Lees ook:

De Participatiewet moet op de schop, vinden gemeenten: ‘Te veel wantrouwen’

Het sociaal minimum in Nederland moet linksom of rechtsom omhoog. En het systeem van uitkeringen, toeslagen en aanvullende regelingen waarin mensen met lage inkomens nogal eens verdwalen, is hard aan een drastische vereenvoudiging toe. Dat vindt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Werken moet lonen, zegt het kabinet al jaren. Maar dat is bij mensen met een uitkering vaak niet het geval

Zes op de tien uitkeringsgerechtigden komen in de financiële problemen zodra ze gaan werken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten