maandag 24 februari 2020

De extase van Theresia, Bernini’s meesterwerk, is een fascinerend beeld om méérdere redenen

  
   
 De extase van Theresia, Bernini’s meesterwerk, is een fascinerend beeld om méérdere redenen 



 De heilige Theresia is in extase, haar mond iets open, haar ogen dicht en weggedraaid. Liet Bernini zich inspireren door dat ándere grote genot?

 
De heilige Theresia is in extase, haar mond iets open, haar ogen dicht en weggedraaid. Liet Bernini zich inspireren door dat ándere grote genot? 
Een toonbeeld van ingetogenheid is het niet, de Santa Maria della Vittoria in Rome. Integendeel, de decoraties van het interieur van de barokkerk aan de Via Venti Settembre lijken samengesteld door iemand met compulsief dwangmatige neigingen. Gekleurd marmer, vergulde kapitelen, blinkende lijsten en dartele engeltjes: hier bleef nog geen centimeter onversierd. Nee, wie houdt van strak en eenvoudig, kan de Santa Maria della Vittoria beter overslaan, ware het niet dat er links voorin, in het transept, in de Cornarokapel, een sculptuur staat, zweeft eigenlijk, behorend tot de knapste ooit door mensenhanden gemaakt; een beeld van de hand van de vooraanstaandste maker van zijn tijd, Gian Lorenzo Bernini. De extase van St.-Theresia van Ávila (1645-52) heet het. Die met die engel, ja. Die van het or… maar wacht, we lopen op de zaken vooruit.
Het is een kapel die in iedere reisgids wordt vermeld onder het kopje ‘niet te missen’, terecht. Het hart wordt dus gevormd door die marmeren non in een marmeren gewaad geflankeerd door een marmeren engel met een speer, van marmer. Ze rusten op een stenen wolk en worden beschenen door neerdalende koperen zonnestralen en, op zonnige dagen, door echte zonnestralen, afkomstig uit een aan het oog onttrokken venster – dat laatste gebeurt trouwens pas sinds kort weer: jarenlang was het venster bedekt met een dermate dikke laag duivenstront dat geen daglicht tot de kapel doordrong, goddelijk of anderszins.
De beelden staan in een poppenkast van gekleurd marmer: zwart, rood, groen en worden geflankeerd door loge-achtige ruimten met gebeeldhouwde reliëfs: dat zijn de kardinalen van de Cornaro-clan, de naamgevers van de kapel. Daarboven, onder het plafond: een schildering van een hemel met wolken en loungende engelen.  Ze kijken toe hoe hun soortgenoot op het punt staat Theresia’s hart te doorboren.  Zo kan-ie wel weer, hoor je ze roepen, kom nu maar weer terug. Schildering, reliëfs en sculpturen smeedde Bernini samen tot een ingenieus totaalkunstwerk. De Italiaanse kunstenaar dient nu samen met Caravaggio als publiekstrekker van een tentoonstelling over de vroege barok in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Gian Lorenzo Bernini, ‘De extase van St.-Theresia van Ávila’ (detail), 1652.Beeld Scala, Florence

Bewonderd en benijd

Toen Bernini aan De extase begon was hij net de vijftig gepasseerd, een tengere man met een smal gezicht en een blik die sinds zijn tienerjaren niet was veranderd; vurig was die blik, koortsig. Hij had zijn sporen verdiend. Hij was de meest bewonderde, en ook de meest benijde maker van zijn tijd, tussen die zaken bestond een verband, dat spreekt. Bernini had vier pausen gediend, en zou er nog vier dienen. Hij had prestigieuze publieke werken het licht doen zien, en ook daarvan kwamen er meer, waaronder de fonteinen op het Piazza Navona en het ovale plein met zuilenrijen voor de Sint Pieter. Bernini was beeldhouwer, architect, acteur, toneelschrijver en decor-ontwerper, maar vooral beeldhouwer. Hij had wezenlijke dingen aan de traditie van het hakken in marmer toegevoegd. Als begin-twintiger produceerde hij een reeks bustes en beelden die qua levensechtheid en dynamiek alles deden verbleken wat zijn landgenoten hadden geproduceerd, inclusief Michelangelo, met wie Bernini werd vergeleken, en die hij adoreerde, en vaak overtrof.
Bernini’s David-sculptuur (1623-24), bijvoorbeeld, was veel levendiger dan die van zijn voorbeeld. Meer psychologisch doorvoeld ook. Ziet Michelangelo’s David eruit als een kogelstoter, wachtend op het fluitsignaal; die van Bernini is echt een jongen in het vuur van de strijd. De gefronste wenkbrauwen, het verbeten mondje – alles aan hem ademt inspanning en concentratie. Wie in de Villa Borghese voor deze David staat, kijkt toch even over zijn schouder om zich ervan te verzekeren dat Goliath er niet plotseling aankomt. Het David-beeld belichaamt ook een van Bernini’s terugkerende obsessies: het publiek, over wie hij totale controle wenste te hebben, maar niet had. Ze bekeken zijn werk nooit vanaf het daarvoor bestemde standpunt, de lastpakken! Zijn beelden zouden pas volledig tot hun recht komen, meende Bernini, wanneer hij ook hun omgeving construeerde. Zo gebeurde in De extase van Theresia, een exemplarisch werk voor de (beeldhouw)kunst van de barok.
Zulke kunst, waarvan Rome de kraamkamer was, stond deels in dienst van de contrareformatie. Ze diende de band van de gelovigen met de kerk te verstevigen en hun religieuze geestdrift aan te wakkeren. In de praktijk betekende dat: veel schilderijen en beelden van heiligen en martelaren, verbeeld op een manier die raakte. De strijd om het hart van de kijker, gecombineerd met de strijd om opdrachten en prestige tussen kunstenaars onderling, zorgde voor sculpturen die retorischer en hoogdravender oogden dan die van weleer. In de De extase vond deze tendens een van zijn hoogtepunten.

Cornaro-kapel

De opdracht kwam voor Bernini op een precair moment. Voor het eerst in zijn leven was hij uit de gratie gevallen bij het pausdom. Zijn staat van ongenade had weinig te maken met zijn persoon of werk, en alles met de betrekkingen tussen de zittende paus, Innocentius X (bekend van het beroemde Velazquez-portret), van het geslacht Pamphilj, en zijn voorganger, de nepotistische Urbanus VIII, een Barberini. Innocentius had het land aan de Barberini’s, en iedereen die goed was met Urbanus cum suis diende het veld te ruimen, te beginnen met diens architect en officieuze kamerheer, Bernini. Al snel vond men een stok om hem mee te slaan. Zijn campanile van de Sint-Pieter (de linker) vertoonde scheuren, een euvel dat Bernini’s vijanden hem in de schoenen wisten te schuiven (een commissie stelde later vast dat de scheuren kwamen door een zwakke fundering en Bernini geen blaam trof): zo werd Cavaliere Bernini effectief kaltgestellt. Voordeel: hij had zijn handen vrij voor externe klussen. Een ervan was de Cornaro-kapel
De ruimte dankte haar naam aan de opdrachtgever: kardinaal Federigo Cornaro, patriarch van Venetië (cornaro is Venetiaans dialect voor hoek; denk aan: ‘corner’). In de linkerzijde van het transept van de Santa Maria della Vittoria bezat hij een grafkapel die hij door Bernini liet decoreren. Het mocht wat kosten, wat het ook deed: 12.089 scudi, om precies te zijn, omgerekend bijna een half miljoen euro. Alles bij elkaar spendeerde Bernini zeven jaar aan het project, dat werd gezien als een triomf. Lang heeft de kardinaal er niet van kunnen genieten. Een jaar nadat de kapel was opgeleverd overleed Federigo.
De Cornaro kapel van Bernini.Beeld Oberlin College
Het middelpunt van de kapel was de lievelingsheilige van de kardinaal: Theresia van Ávila (1515/82), de Spaanse hervormer van de karmelieter-orde en mystica, die kort ervoor was gecanoniseerd. Haar leven kende een nogal zonderling verloop. Als twintiger was Theresia geveld door een onverklaarbare ziekte, een sterk progressief malheur, dat haar zelfs jaren in een staat van ‘schijndood’ zou hebben gebracht, een coma, tot ze van de ene op de andere dag genas. Op haar ziekbed ontving Theresia haar eerste goddelijke genaden, en ook na haar herstel had ze mystieke ervaringen, waaronder levitaties (contemporaine medici concludeerden uit Theresia’s zeer gedetailleerde geschriften dat ze leed aan epilepsie). Tijdens een van deze genaden, zo noteerde Theresia, verscheen aan haar een engel (‘niet lang maar kort en heel knap’) met een gouden speer met een punt van vuur: ‘Deze [de speer dus] duwde hij verscheidene malen in mijn hart, zodat hij mijn ingewanden penetreerde. Toen hij hem eruit trok nam hij ze mee, en liet me vervuld van een grote liefde voor God. […] De pijn was zo hevig dat ze me deed kreunen. De zoetheid van de intense pijn was dusdanig dat je niet wenste dat hij stopte. Dit was geen fysieke pijn, maar spirituele pijn, hoewel het lichaam er ook een deel in had.’
In zijn sculptuur combineerde Bernini het verhaal van de transverberatie (de doorboring) met een van Theresia’s befaamde levitaties. De non komt los van de grond als Linda Blair in The Exorcist. De jongensachtige engel tilt haar gewaad op waar hij de speer (eerder een pijl) in haar hart zal steken. Welbeschouwd is het weinig Theresia, en veel gewaad van Theresia hier. Het lichaam gaat schuil onder een cascade van stof. De golvende plooival, begrijpen we, symboliseert Theresia’s kolkende emoties. Drie lichaamsdelen zijn onbedekt: een voet, een hand en Theresia’s gezicht met de wijkende lippen en weggedraaide ogen. Ze ziet eruit alsof ze een aanval heeft. Maar eerlijk, die details zie je enkel op een reproductie. In de Cornaro-kapel zelf zijn ze nagenoeg onzichtbaar.
De hand van Theresia, een van de weinig zichtbare lichaamsdelen van de heilige, de rest wordt bedekt door haar glooiende gewaad, dat haar kolkende emoties symboliseert. Beeld Scala, Florence
Daar verschijnt De extase als een bleke maan. Wat vooral treft is de schijnbare gewichtsloosheid van Bernini’s beeld. Hoe is het mogelijk dat zoiets zwaars zo licht kan ogen? Het is een beeld met een efemere, spookachtige kwaliteit, en wie het ziet, verbaast het niks dat Shakespeare bij Bernini te rade ging toen hij een geest op het toneel wilde laten verschijnen. Het is de verbeelding van een visioen dat zelf ook oogt als een visioen, maar een visioen van wie? Van ons, uiteraard. Maar ook van de gebeeldhouwde Cornaro-voorvaderen in de theaterloges links en rechts. Ze zijn zichtbaar getroffen door wat zich voor hun neus afspeelt. Ze gesticuleren er druk over, als de oude mannen in de synagoge op een Rembrandt-ets. Speelt De extase van St.-Theresia van Ávila zich enkel af in hun hoofden? Dergelijke dubbelzinnigheden maken de beeldengroep uitermate fascinerend.

Orgasme

Er is nog een reden waarom Bernini’s beeld zo fascinerend wordt gevonden, een reden die weinig te maken heeft met artistieke criteria, en alles met seks: de Cornaro-kapel is, zoals Franco Mormando schrijft in zijn levendige studie Bernini: his life and his Rome, ‘de meest verbluffende peepshow in de kunstgeschiedenis’. En Theresia’s extase, menen velen, is een even rake als discrete weergave van een vrouw tijdens een orgasme. Niet iedereen trouwens. Specialisten in Italiaanse barokkunst zijn sceptisch wat de kwestie ‘o’ betreft. Ze zuchten vermoeid wanneer je erover begint. Niet wéér dat orgasme.
Maar is de klaarkomende Theresia werkelijk slechts een product van de verbeelding van geperverteerde, goddeloze 21ste-eeuwers? Misschien niet. Bernini heeft er in ieder geval alles aan gedaan om zijn Theresia zo sensueel mogelijk te maken. Zijn Spaanse mystica is niet de plompe en aardse vrouw van middelbare leeftijd zoals we die treffen op beeltenissen gemaakt tijdens Theresia’s leven, maar een schoonheid die de 20 amper lijkt te zijn gepasseerd; haar gezicht toont niet het minste spoor van de ziekte en zelfkastijding die de échte Theresia zeker zullen hebben getekend; haar gewaad is niet de stugge habijt van een ontberingen zoekende karmeliet, maar iets zachts en zijde-achtigs, als in een reclame voor bodylotion. Bernini geeft ons een bevallige Theresia, zoals hij ons ook bevallige andere heiligen gaf. En wie weet zelfs een erotische Theresia.
Het zinnelijke en het godsvruchtige sloten elkaar niet per definitie uit namelijk, nu niet, en toen ook al niet. Het oudtestamentische Hooglied staat bol van de erotisch getinte beeldspraak. Frasen als ‘laat Hem me zoenen met de zoenen van zijn mond’ en ‘je borsten zijn twee kalveren van een gazelle’ (vreemde borsten zijn dat trouwens), werden door toegewijde monniken gezien als allegorieën voor de vereniging tussen God en ziel, de maagd Maria en God en, belangrijk in deze context, God en gelovige, de unio mystica. In het Theresiabeeld zou je een voortzetting hiervan kunnen zien. Het woord werd steen.
Maar er bestaat een logischer argument waarom seksuele climax Bernini wel degelijk door de kop stak toen hij zijn Extase ontwierp; een argument dat alles te maken heeft met retoriek en inlevingsvermogen. Ga maar na: Theresia had een transverberatie meegemaakt, al gaf ze direct toe dat woorden tekortschoten om die ervaring te delen. Bernini had zoiets niet meegemaakt, en, net zo belangrijk, zijn stadgenoten evenmin. Hun harten waren niet doorboord door een engel met een gouden speer; zij wisten niets van het zoete gevoel. Wat ze wél kenden was dat andere zoete gevoel. Door dát te verbeelden, moet Bernini zich gerealiseerd hebben, benaderde hij Theresia’s extase zo dicht als voor een kunstenaar mogelijk was. Oh, God.
Caravaggio-Bernini. Barok in Rome. Rijksmuseum, Amsterdam, t/m 7 juni
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten