dinsdag 3 maart 2020

Koolhaas zet Stalin op een treintje in Guggenheim

Stalin rijdt een half jaar lang door het Guggenheim Museum in New York. Voor de vorige week geopende tentoonstelling Countryside, The Future is een bijna manshoge foto van de Georgiër die decennialang de Sovjet-Unie terroriseerde, gemonteerd op een computergestuurd karretje. Feilloos vindt het Stalinwagentje zijn weg langs de bezoekers op de omhoogspiralende hellingbaan van het museum. Buiten het door Amerika’s grootste twintigste-eeuwse architect Frank Lloyd Wright ontworpen museumgebouw staat een tractor, de machine die Stalin in grote aantallen liet produceren in uit Amerika geïmporteerde fabrieken.
De tentoonstellingmakers onder leiding van Nederlands beroemdste architect Rem Koolhaas hadden ook Hitler op een karretje kunnen zetten. Stalins Duitstalige tegenhanger maakt – naast onder anderen Mao, Gadaffi, Franklin D. Roosevelt, Sicco Mansholt en Stalin zelf – deel uit van een select gezelschap twintigste-eeuwse politici wier plannen voor de grootschalige omvorming van het platteland worden belicht in het Guggenheim. Maar een karretje voor de autoliefhebber Hitler zou ongetwijfeld hebben geleid tot protesten tegen zijn smakeloze, rijdende aanwezigheid op de monstertentoonstelling over het platteland op vijf continenten. Stalin blijkt wel acceptabel. Hoewel de Sovjettiran als massamoordenaar niet onderdeed voor Hitler, is ophef tot nu toe uitgebleven.
Ook een van de boerinnen uit de late, figuratieve schilderijen van de Oekraïense avant-gardist Kazimir Malevitsj rijdt rond in het Guggenheim. De gezichtsloze boeren die Malevitsj omstreeks 1930 schilderde, worden vaak beschouwd als een stil protest tegen Stalins collectivisatie van de landbouw die toen in de Sovjet-Unie plaatsvond en miljoenen plattelanders het leven kostte. Vreemd genoeg krijgt Stalins hardhandige hervorming van de landbouw verder geen aandacht op Countryside, The Future. Wel worden zijn plannen en die van zijn opvolger Chroesjtsjov om de landbouw van de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog net zo productief te maken als die van de Verenigde Staten in woord en beeld uit de doeken gedaan. Ook dit waren overigens grandioze mislukkingen, maar ze eisten wel minder slachtoffers dan de collectivisatie.

Manhattan

Countryside, The Future is niet de eerste tentoonstelling van Rem Koolhaas in het Guggenheim Museum. Al in 1978 waren er de tekeningen te zien die Madelon Vriesendorp maakte voor Delirious New York , het debuutboek geschreven door Koolhaas, waarmee hij op slag internationaal bekend werd. Koolhaas (1944), die schrijven en onderzoek nog altijd net zo belangrijk vindt als ontwerpen, schreef zijn ode aan de ‘cultuur van congestie’ van Manhattan, toen New York leed aan inner city blues en de vervallen stad van Taxi Driver en The Joker was. Maar Delirious New York was niet bedoeld als de geschiedenis van een stad op zijn retour. Integendeel, Koolhaas presenteerde zijn boek als een actueel ‘retroactief manifest’ voor grootsteedse architectuur en stedenbouw.
Stalin op wielen. Foto Laurian Ghinitoiu
Na Delirious New York publiceerde Koolhaas, met tussenpozen, een flink aantal pillen over, onder meer, de opkomst van Chinese miljoenensteden als Shenzhen (Great Leap Forward, 2002) en de razendsnelle verstedelijking van golfstaten als Dubai (Al Manakh 2, 2011). Maar nu sinds een jaar of tien een snel groter wordende meerderheid van de wereldbevolking in steden woont en het aantal architectuurboeken, -tentoonstellingen en -biënnales met de stad als onderwerp niet meer te tellen is, vond de mede-oprichter van het Office for Metropolitan Architecture (OMA) het tijd dat het platteland eens aandacht kreeg. Voor Countryside, The Future deden tientallen medewerkers van onder meer de denktank AMO en de universiteiten van Wageningen en Nairobi onderzoek naar de geschiedenis en de ‘dramatische veranderingen’ van de niet-stedelijke gebieden die nog altijd 98 procent van het aardoppervlak beslaan.
Shenzhen ruikt kans door onrust in Hongkong

Hippies

Hoe Koolhaas op het idee kwam voor een tentoonstelling over het platteland, vertelt hij aan de hand van foto’s en teksten in een introductie onderaan de Guggenheimspiraal. Een jaar of tien geleden besefte hij tijdens een verblijf in het Zwitserse Engadin plotseling hoezeer het Zwitserse platteland veranderde. Engadin, waar hij al vele jaren regelmatig kwam, was aan het leeglopen, maar was toch drie keer zo groot geworden door de bouw van onder meer nieuwe vakantiehuizen van stadsbewoners die rust zoeken op het platteland. Het Zwitserse platteland was de achtertuin geworden van de groeiende steden, die moet zorgen voor de voeding, vermaak en rust van de grotestadsbewoners, stelde Koolhaas vast.
Het verlangen naar het platteland is al eeuwenoud, zo laat een tientallen meters lang gordijn met een collage van tekeningen, schilderijen en foto’s verder op de spiraal zien. De oude, welgestelde Romeinen in hun villae suburbanae waren niet veel anders dan de hippies die een halve eeuw geleden de stad inruilden voor communes op het platteland. Na het gordijn komen de al dan niet utopische plannen voor het platteland uit de negentiende en twintigste eeuw aan bod, zoals de phalanstères, volkspaleizen op het boerenland, van de utopisch socialist Charles Fourier. Tot slot laat de tentoonstelling een groot aantal nieuwe verschijnselen en ontwikkelingen zien die zich op het platteland voordoen, van de bouw van het grootste gebouw ter wereld – een batterijenfabriek van Tesla in de woestijn van Nevada (volgens Koolhaas een nieuwe, „sublieme” vorm van posthumane architectuur) – , via de recente ontruiming van het dorpje Manheim in Duitsland door de uitbreiding van een bruinkoolmijn, tot het reservaat voor gorilla’s in het grensgebied van Rwanda en Congo.
Foto Laurian Ghinitoiu
Eerdere tentoonstellingen van Rem Koolhaas/OMA/AMO leden onder een overvloed aan ontwerpen, teksten, kaarten, statistieken en diagrammen die de bezoeker niet alleen deden duizelen maar ook ergernis opriepen. Ook Countryside, The Future, die Koolhaas zelf „pointillistisch” noemt, behandelt weer zo veel onderwerpen dat ze lang niet in een halve dag allemaal kunnen worden doorgrond. Maar mede dankzij de bemoeienissen met de inrichting door Irma Boom, de vaste vormgever van Koolhaas’ boeken, vormen de honderden collages, foto’s, kopieën van schilderijen als De Hooischelven van Claude Monet, filmfragmenten, apparaten, robots en nieuwe landbouwkundige uitvindingen dit keer een overzichtelijk en educatief geheel.

Marsmannetje

Koolhaas, die zijn carrière begon als journalist bij de Haagse Post, heeft eens gezegd dat het uitgangspunt voor zijn beschouwingen en tentoonstellingen is om te rapporteren als een bewoner van Mars die voor het eerst de aarde bezoekt. Om zijn houding als marsmannetje dat zich zonder moralisme of ironie buigt over verschijnselen als globalisering en shopping, is Koolhaas tot zijn afgrijzen al eens uitgemaakt voor ‘cheerleader van het neoliberalisme’. Misschien is dit de reden dat hij nu zijn inleiding in Countryside. A report, het boek bij de tentoonstelling, geheel onverwacht afsluit met het uitspreken van de hoop dat de expositie een basis is ‘from which to make the world a better place.’
Toch geeft Countryside, The Future geen enkele aanwijzing voor wereldverbetering. Ook de tientallen medewerkers aan de tentoonstelling hebben zich de houding van marsmannetjes aangemeten. Of het nu gaat om de bouw van nieuwe dorpen in China waar de oude communistische droom het verschil tussen stad en platteland op te heffen eindelijk gestalte krijgt, of de ronduit angstaanjagende want onstopbare ontdooiing van de permafrost in Siberië die gepaard gaat met het vrijkomen van verbijsterende hoeveelheden broeikasgassen, alles wordt zonder commentaar of oordeel onder de aandacht gebracht.
Lees ook over de bibliotheek die het bureau van Koolhaas ontwierp in Doha: Meesterwerk van Rem Koolhaas: boekenoase in de woestijn
Dat Countryside, The Future toch weer is uitgelopen op een monstertentoonstelling zonder boodschap of rode draad, maakt Koolhaas al duidelijk in het begin van de lange tocht naar boven in New York. Een van de eerste dingen die de bezoeker krijgt te zien, is een muur vol vragen die rondom een kopie van De Stier van Paulus Potter zijn geschreven. ‘Where did the cows go?’ is de eerste vraag. Hierna volgen er nog vele honderden die ook allemaal staan in het boek van ‘RK’ (zoals Rem Koolhaas in het boek wordt genoemd). Sommige zijn begrijpelijk, zoals: ‘Why did we embrace the market economy at the exact moment that science knew climate change was upon us?’ Maar vele vragen zijn de orakeltaal van een op hol geslagen marsmannetje: ‘Would it be exciting to try holiness? And for After? Is it me or are sections of Switzerland – and maybe much larger sections of the world – living a new form of afterlife? Manicured like a cemetery?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten