zaterdag 21 maart 2020

'Beschavingen' zet de wereldgeschiedenis op haar kop / Interview Laurent Binet

'Beschavingen' zet de wereldgeschiedenis op haar kop

InterviewLaurent Binet

Laurent Binet over zijn nieuwe roman ‘Beschavingen’: ‘Vakmanschap is balanceren op de rand’

Beeld Bart Koetsier
Hij zet de geschiedenis graag naar zijn hand. In ‘Beschavingen’, zijn nieuwste roman, laat de Fransman Laurent Binet de Inca’s Europa veroveren. 
Realisme aanlengen met wat fictie? De romancier Laurent Binet (47) laat liever de verbeelding aan de macht. In zijn nieuwe roman ‘Beschavingen’ zet hij de wereld­geschiedenis op haar kop. Binet beschouwt literatuur en populaire cultuur niet als strikt gescheiden werelden. De Franse titel van zijn roman, ‘Civilizations’, verwijst naar een gelijknamig computerspel. Gamers kunnen zich van de prehistorie naar het heden werken en zelfs de toekomst ingaan. Binet herkent zich in hun plezier en toewijding: “Dit is mijn meest speelse boek.”
Van zijn bestseller ‘HhhH’ uit 2010 maakte de VPRO de tv-serie, ‘Hitlers hersens heten Heydrich’. Voor ‘Beschavingen’ bestaan nog grotere plannen. “We werken aan een tv-serie voor Netflix, HBO of een soortgelijke zender. Scenarioschrijvers met meer ervaring in het film- en televisievak doen het meeste werk. Ik doe en kijk mee.”
Wie het branieachtige en ingenieuze ‘Beschavingen’ leest, kan zich zo’n serie voorstellen. De Inca’s veroveren Europa, en later komen ook de Azteken naar de Oude Wereld. ‘Game of Thrones’-achtige verwikkelingen te over.
De roman valt uiteen in vier delen: Noormannen als de eerste Europeanen in Amerika rond het jaar 1000. Columbus’ ontdekkingsreis rond 1492, waarbij de ontdekkingsreiziger niet terugkomt uit de Nieuwe Wereld. Het hart van het boek, over de Inca’s in Europa vanaf 1531. En een aan de schrijver Miguel de Cervantes (‘Don Quichot’) opgehangen epiloog, spelend rond 1571. Vooral in het deel over de invasie van Europa onder leiding van de Incakoning Atawalpa wemelt het van de historische gebeurtenissen en figuren (onder wie Hendrik VIII, Erasmus, Luther en Michelangelo) die in het door Binet veranderde verleden net een andere draai of rol krijgen.

‘HhhH’ speelde in Tsjecho-Slowakije tijdens de Tweede Wereldoorlog, in ‘De zevende functie van taal’ stond de Franse elite rond 1980 centraal. U voert nu uw lezers vijf eeuwen terug in de tijd. Waarom die reuzenstap?

Lachend: “Verder weg is wel zo veilig. Na ‘De zevende functie van taal’ heb ik problemen gehad met mensen die nog in leven waren en die ongelukkig waren met de inhoud. De kans dat Christoffel Columbus zich boos bij me meldt vanwege ‘Beschavingen’ is klein.”
Op de middelbare school waren taal en geschiedenis al de grote fascinaties van Binet. “Mijn vader was geschiedenisleraar. Ik ben het ook gaan studeren. Later switchte ik naar Franse taal en literatuur, voornamelijk omdat veel van mijn vrienden dat deden en ik met hen naar de kroeg wilde. Onbewust zijn beide interesses uiteindelijk prettig door elkaar heen gaan lopen. Eigenlijk best logisch: geschiedenis is het ultieme verhalenvertellen.”

Hoe kwam u op het idee voor dit boek?

“In 2015 was ik voor een boekenbeurs in Lima, Peru. Ik bezocht musea en raakte geïnteresseerd in de pre-Colum­biaanse tijden en de veroveringen erna. Toen ik terugkwam in Parijs, vertelde ik iedereen erover.
“Mijn halfbroer gaf me kort daarna het boek ‘Zwaarden, paarden en ziektekiemen’ van de Amerikaanse wetenschapper Jared Daimond cadeau. Die vroeg zich af waarom de Spaanse conquistador Francesco Pizarro de Incakoning Atawalpa gevangennam en waarom de Inca’s niet naar Spanje kwamen om Karel V te arresteren. Die laatste mogelijkheid nam ik als uitgangspunt voor ‘Beschavingen’.”

In uw vorige boek speelde u al met de geschiedenis, nu zet u de wereld­geschiedenis volledig op haar kop. Daar lijkt me moed voor nodig.

“Moed is niet het juiste woord. Ik zou zeggen: ambitie. Hoe groter het project, hoe enthousiaster ik word.”
Beeld Bart Koetsier

Hoe ging u te werk, nadat u het uitgangspunt van Inca’s in Europa in uw hoofd had? Is het dan een kwestie van schema’s maken van de werkelijke en van de eigen alternatieve geschiedenis?

“Nee. Ik beschouwde het meer als een groot strategisch spel: ik had een probleem, zocht daar een geloofwaardige oplossing voor en ging dan op weg naar het volgende probleem. Hoe verover je met tweehonderd mensen een onbekende wereld met miljoenen inwoners?
“Hoe neem je hun machtigste monarch gevangen? Het kan: Pizarro en de andere beroemde Spaanse conquistador, Hernán Cortés, bewezen het in Amerika. Bijvoorbeeld door bondgenootschappen te sluiten. Dat doet Atawalpa in mijn roman ook: met Joden, moslims, Duitse boeren, Fransen. In wezen is het één grote wraak der verliezers, de verdoemden der aarde.”

Was u verrast door de haast al te toevallige manier waarop sommige historische feiten naadloos in uw verhaal pasten? Copernicus beweert dat de aarde om de zon draait, juist op het moment dat de Inca’s in uw boek hun Zonnegod introduceren in Europa.

“Werkelijkheid en verzinsels pasten perfect. Zulke dingen overkomen je. Bij mij landen de Inca’s in Portugal op de dag dat in werkelijkheid Pizarro voet aan wal zette in Zuid-Amerika. Ik beschrijf de gevolgen van een catastrofale aard­beving in en rond Lissabon. Sommige lezers denken dat ik die heb bedacht of dat ik de grote aardbeving van 1755 een paar eeuwen heb verplaatst. Maar ik heb niet vals gespeeld. Er was echt een aardbeving op exact die dag.”

Met zoveel spelplezier bij het schrijven ligt het gevaar van over the top gaan op de loer.

“Over sommige vondsten heb ik getwijfeld. Ik laat Azteken een piramide bouwen bij het Louvre. Ik dacht: misschien is dat net te veel. Maar veel lezers vinden het nu de grootste grap van het boek.
“Vakmanschap is altijd balanceren op de rand. Vergelijk het met tennis: een speler moet continu beslissen of hij naar het net loopt of even afwacht.”

Had u de opzet met vier delen in verschillende tijden meteen in uw hoofd?

“Eigenlijk wel. Vooral van het laatste deel kijken lezers op. Ik vond het mooi om aan het einde nog een sprong van pakweg 25 jaar in de tijd te maken om te laten zien hoe het verder gaat. Naar de slag bij Lepanto in 1571.
“In werkelijkheid streden de christelijke Heilige Liga en het Ottomaanse Rijk daar over zeggenschap over het oostelijk deel van de Middellandse Zee. In ‘Beschavingen’ trekken ze samen op tegen de Inca’s. Aan de echte levensloop van Cervantes, die gewond en deels verlamd raakte tijdens de slag en op de terugweg naar Spanje werd ontvoerd door Barbarijse zeerovers, hoefde ik niet eens veel te veranderen. Het is natuurlijk ook een klein eerbetoon aan hem als vader van alle romanschrijvers.”

Is uw blik op de zestiende eeuw veranderd door het schrijven van dit boek?

“Van sommige zaken wist ik vooraf weinig tot niets: de Reformatie en Luther bijvoorbeeld. Ik had me bovendien nooit gerealiseerd dat dit tijdperk het begin van de grote groei van het kapitalisme vormde.
“Daar kon ik mooi mee spelen, want de Inca’s hadden een totaal verschillend systeem, dat dichter bij het socialisme lag. De lol is dan om die ideeën te laten botsen.”

Want geschiedenis moet ook iets over het heden zeggen?

“Dat gebeurt gewoon. Ik hoor bij deze tijd. Dus alles wat ik schrijf, zegt daar iets over. Maar het vertellen van een groot avonturenverhaal stond voorop. Het andere kwam automatisch mee. Neem de Duitse Boerenoorlog van 1525, verarmde lieden die het niet langer pikten. Mijn vader, de oud-geschiedenisleraar, wees me erop. Ik las me in en besloot het te gebruiken. Kort daarna werd Frankrijk voor minstens een jaar één grote rel met de opstand van de Gele Hesjes. Dat verzin je niet.
“Ik ben geen groot fan van kapitalisme. Ik denk dat het de dood van ons allemaal gaat worden. Maar ik begrijp de schoonheid en het avontuur van de handel van destijds. Die enorme reizen maken, alleen om wat specerijen te kunnen kopen. Dat is fascinerend. De zestiende eeuw was mooi en afschuwelijk tegelijk.”
Beeld Bart Koetsier

Veranderde het schrijven van het boek uw kijk op de loop van de geschiedenis?

“Nee. Die is wel veranderd, maar meer door actuele ontwikkelingen. Vroeger zag ik geschiedenis als een langetermijnproces. Echt grote veranderingen strekten zich uit over meer dan één mensenleven. Maar dat is niet waar. In mijn jeugd ging het haast nooit over China. Een enkeling voorspelde dat land een grootse toekomst. Maar wie geloofde toen dat dit snel zou gebeuren? En kijk nu eens.”

U heeft in het verleden geregeld kritiek geuit op het gros van de historische romans. Wat stoort u daarin?

“Ik word niet graag slecht voor de gek gehouden. Als je me vertelt over bijvoorbeeld Napoleon, dan wil ik wat horen over de echte Napoleon. Niet het ware verhaal opgeleukt met een paar verzinsels. Tegelijkertijd zie ik de verbeelding graag aan het werk. Echte fictie. Daarom hou ik van what-if…, van alternatieve geschiedenis. Want die wil je niet voor de gek houden. Mijn ‘Beschavingen’ wil niemand laten geloven dat Indianen echt Europa hebben veroverd. Het werkt alleen als de lezer de echte geschiedenis kent. De schrijver neemt geen loopje met de historie, die speelt ermee.”

De verzonnen geschiedenis moet wel realistisch lijken.

“Vanzelfsprekend. En ik ben niet geïnteresseerd in een paar kleine veranderingen. Daarom was ik niet zo onder de indruk van Philip Roths ‘Het complot tegen Amerika’. Pas op, ik hou van Roth. Maar in deze roman zou zijn verhaal zonder de alternatieve geschiedenis niet eens veel anders zijn.”
Wat Binet tegenstaat, vertelt hij, is dat Roths verhaal, over de overwinning bij de presidentsverkiezingen van de nazi-vriendelijke vliegheld Charles Lindbergh ten koste van Franklin Delano Roosevelt, vooral dient ‘als omlijsting’. “Het toenemende antisemitisme speelt een rol, maar in wezen draait het, zoals in meer Roth-romans, om een joodse jongen die erg op Roth zelf lijkt. Dat is heel anders bij de Amerikaanse tv-serie ‘The Man in the High Castle’. Daarin zijn nazi’s in de VS de spil van het verhaal. Zó wil ik het. Als je besluit om zo’n wezenlijk andere draai aan de geschiedenis te geven in je boek, verwacht ik dat het centraal staat.”

Maar neigt in tijden van fake news de literatuur niet juist sterk naar het autobiografische, het echte?

“Frankrijk is nog steeds dol op familiegeschiedenis en autofictie. Tien jaar geleden was het dé weg naar literair succes. Nu wordt dat gelukkig iets minder.
“Romans moeten niet zo kort op de werkelijkheid willen zitten. Andere media en methoden lenen zich daar beter voor. Als ik geïnteresseerd ben in arbeiders in een zilvermijn in Chili, kijk ik liever een goede documentaire. De tijden van de negentiende-eeuwer Honoré de Balzac, die naast schrijver tevens een soort socioloog was, zijn voorbij. Het leidt alleen maar tot bleke kopieën van de realiteit. Een schrijver moet zich daar juist van durven laten afdrijven.” 

Lees ook:

Over angstzweet staat niets in de archieven

Voor zijn bekroonde oorlogsroman ‘HhhH’ ploegde de Fransman Binet stapels archieven door. In zijn handen komt de geschiedenis tot leven.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten