Mannen en vrouwen praten aantoonbaar verschillend. Het taalgebruik
van mannen is functioneel en informatief. Vrouwelijk taalgebruik getuigt
van betrokkenheid. De seksen gebruiken verschillende woorden. Dat stelt
taalkundige Karen Keune in het onderzoek waarop ze op 15 oktober
promoveert in Nijmegen.
Keune gebruikte voor haar onderzoek het Corpus Gesproken Nederlands
(CGN): acht miljoen gesproken woorden. Die zijn tussen 1998 en 2004
opgenomen uit de monden van mannen, vrouwen en jongeren van alle
leeftijden, uit alle lagen van de bevolking en verspreid over Nederland
en Vlaanderen.Vrouwen gebruiken vooral woorden zoals natuurlijk, moeilijk, makkelijk, vriendelijk, lelijk, vrolijk en verschrikkelijk. Volgens Keune spreekt uit deze woorden betrokkenheid. Mannen spreken ze ook nog anders uit dan vrouwen: mannen zijn meer geneigd ze verregaand in te slikken. Eigenlijk wordt dan 'eik', mogelijk wordt 'moo'k', natuurlijk wordt 'tuuk'.
Mannen en vrouwen blijken ook verschillend om te gaan met voor- en achtervoegsels. Vrouwen gebruiken vaker de achtervoegsels -je, -ke en -achtig: wijntje, meiske, bloemetjesachtig. De man past voorvoegsels zoals ver- eerder toe: bouwen wordt dan verbouwen, timmeren wordt vertimmeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten