vrijdag 31 juli 2020

Het oeverloos delen van intimiteiten taboe verklaren – dat is pas echt een taboe

Elma Drayer

Zo bont als een paar jaar geleden maken ze het gelukkig niet meer. Toen stonden de kranten in de aanloop naar een nieuw seizoen van VPRO’s Zomergasten vol met bloedserieuze voorbeschouwingen, profielen van de genode gasten en interviews met de presentator van dienst. Na elke aflevering volgden uitgebreide recensies, bij voorkeur gelardeerd met bijdehante kijkerstweets. De kwaliteit van de presentator, het onderhoudend gehalte van de gast, de onderlinge chemie, de fragmentkeuze, het decor, de kijkcijfers – werkelijk elk aspect werd de moeite van een diepgravende analyse waard geacht. Begrijpelijk bij een nog altijd uniek programma, dat bovendien midden in de (doorgaans) nieuwsarme weken op tv komt. Maar een tikje hysterisch was al die aandacht naar mijn smaak wel.
Voor zover ik kan overzien is dat tijdperk nu zo goed als voorbij. Het enige wat ervan rest zijn de nabeschouwingen. Ook dit seizoen – het 32ste, als ik me niet vertel – laten tv-recensenten ons met haast roerend plichtsbesef daags na de uitzending weten wat ze ervan vonden.
Zelf kon ik vanwege dringender besognes afgelopen zondag niet kijken, maar uit die stukjes begreep ik dat zich bij de tweede zomergast van deze reeks een klein mirakel had voltrokken. Ondanks aandringen van presentator Janine Abbring weigerde strafrechtadvocaat Inez Weski vragen te beantwoorden over haar privéleven, emoties of persoonlijke drijfveren.
Hoe ongebruikelijk dat was bleek alleen al uit de koppen die de recensies meekregen. ‘De kunst van het zwijgen’, zette De Groene Amsterdammer erboven. ‘Een genadeloos college over de kunst van het zwijgen’, schreef uw krant op de website. NRC: ‘Zomergast Inez Weski verheft zwijgen over privédingen tot kunst’. Ook liet geen recensent onvermeld dat Weski uiteindelijk toch één onthullinkje deed: haar familiebetrekkingen met de beroemde beeldhouwer Ossip Zadkine, die een Joodse vader had. In de meeste besprekingen klonk overigens respect door voor Weski’s onmededeelzaamheid. Alleen de recensent van Het Parool (‘Op zichzelf hoeft een zomergast zijn of haar zielenroerselen niet prijs te geven’) noemde het feit dat zij ‘zelfs’ niet wilde vertellen welke boeken ze haar kleinkinderen voorleest ‘irritant’.
Hoe dan ook was mijn sympathie voor Weski gewekt, dus ik keek terug. Tjonge, wat een verademing! Eindelijk iemand die hardop zegt dat haar privéleven de buitenwereld geen donder aangaat.
Als iets immers dit therapeutische tijdsgewricht kenmerkt dan wel de gretigheid waarmee min of meer bekende Nederlanders intimiteiten in de openbaarheid gooien. Lees, zie of beluister een interview met een willekeurige schrijver, acteur of tv-persoonlijkheid. Heel zelden gaat het gesprek over hun vak of over hun opvattingen. Over dooie moeders, afwezige vaders, jeugdpesterijen, eetstoornissen, burn-outs, lastige exen en akelige ziekten kom je daarentegen alles te weten. Dikwijls, valt mij op, gaat een en ander gepaard met de rechtvaardiging dat het hier een ‘taboe’ betreft dat hoognodig doorbreking verdient. Onzin, natuurlijk. Het zijn tegenslagen die iederéén kunnen treffen. Hoezo zou je daar in hemelsnaam heel Nederland mee lastigvallen?
Het oeverloos delen van intimiteiten taboe verklaren – dat is pas echt een taboe. Een taboe om voortaan te koesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten