dinsdag 19 april 2022

Zonder literatuur worden we oppervlakkiger en egoïstischer

ColumnNelleke Noordervliet

Zonder literatuur worden we oppervlakkiger en egoïstischer

De grote supermarktketens hebben een ijzeren productieritme. In de zomer wordt Kerstmis voorbereid, nog vóór kerst wordt aan Pasen gedacht. De gebeurtenissen in de echte wereld staan volledig los van het leven van de AH- en Jumbo-families, die ons deelgenoot maken – olijk of ontroerend – van hun wederwaardigheden. Zij bewonen een parallel universum van vrede en veiligheid.

Bij AH laten ze rustig een peuter en een kleuter zonder toezicht in de keuken los. We zullen er geen sombere Oekraïense families aan de ­ontbijttafel van Frank Lammers ­aantreffen. Soberheid is ver te zoeken bij de delicieuze barbecue van Lidl. Felle kleuren bezweren ons dat we het goed hebben, in een gaaf land. Kijken ernaar bezorgt je een acute ervaring van cognitieve dissonantie. Rot op met je eieren en je haasjes.

Een soort hysterische vrolijkheid

Tegelijk wordt deze week tot en met tweede paasdag de uitgestelde Boekenweek gehouden. ‘Eerste liefde’ is het onschuldige thema. Op het boekenbal werd een roze of rode ­outfit op prijs gesteld. Feestzaal ­Escape was veel te klein om de drommen boekenmakers te herbergen. Een voor het gehoor schadelijke hoeveelheid decibellen werden over de dicht opeengepakte menigte uitgestort. Het boek moest worden ­gevierd.

Ook hier weer een aanzienlijke hoeveelheid cognitieve dissonantie. We vieren onze vrijheid en onze ­levensstijl, want hoelang kunnen we er nog van genieten! Een soort hysterische vrolijkheid. Tja. En ja, de CPNB liet trots weten dat het goed gaat met het boek, heel goed zelfs.

Daar zijn ze voor ingehuurd, dat moeten ze dus verkopen. Gerenommeerde literaire kopstukken als Ilja Leonard Pfeijffer en Marieke Lucas Rijneveld schreven de begeleidende geschenken. Nou ja, voor het essay moet worden betaald. Voor het ­‘geschenk’ betaalt de boekhandelaar waar de klant zijn leesvoer betrekt.

Met Nederlandse literaire fictie en poëzie gaat het niet goed

Dat het literaire boek de vlag is waaronder de Boekenweek vaart, heeft zijn bittere kantjes. Want met Nederlandse literaire fictie, poëzie en literaire essayistiek gaat het helemaal niet zo goed. In de top 60 van de CPNB zijn literaire boeken spaarzaam aanwezig. Vertaalde literatuur doet het – een enkele uitzondering daargelaten – vrij slecht. Uitgevers wagen zich minder en minder aan buitenlandse titels. Ze kunnen het zich niet meer permitteren.

Twee vragen zal de lezer van dit stuk stellen. Wat is dan eigenlijk ­literatuur en hoe erg is het dat het er slecht mee gaat?

Daar kan ik lang over uitweiden, maar kortweg dit. Literaire fictie/­poëzie/essayistiek voegt iets toe aan de werkelijkheid van de lezer: ­begrip, inzicht, schoonheid, verbeeldingskracht, kennis van andere ­levens, kennis van andere culturen en andere tijden. Als het daar slecht mee gaat, ontstaat er een tekort. Dat tekort is niet in getallen te vangen. Maar ik ben ervan overtuigd dat we geestelijk armer worden. Oppervlakkiger. Egoïstischer.

Beter dan Netflix

Een literatuur waarin de grote kwesties van de tijd en de menselijke reacties erop worden bewaard en doorgegeven, is wezenlijk voor een samenleving. Literatuur is daarvoor beter geschikt, verrassender en houdbaarder dan door algoritmen voorgekookte, eenvormige Netflixseries.

De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de bezetting en de ­Jodenvervolging is gecondenseerd en gekristalliseerd in vele schitterende romans die de afgelopen 75 jaar zijn verschenen. Daarin bewaart een samenleving haar uiteenlopende, intense ervaringen, beter nog dan in een historisch overzichtswerk.

Lisa Weeda schreef een roman over haar Oekraïense familie. Het is misschien wrang dat het boek nu een groot succes is, maar het is het bewijs van de stelling dat fictie als bron van informatie en ­empathie veel kan geven. Maar er is meer dan de bestseller van het ­moment. Er is de hele breedte van de menselijke ervaring en van een tijdperk, gevangen in fictie.

Ik preek misschien voor eigen ­parochie, maar ik weet na zesenzeventig jaar heel goed wat het lezen van literatuur voor mij heeft betekend, voor mijn kennis van de mens, voor mijn taalgevoel en mijn zelfinzicht.

De Boekenweek eindigt. Pasen komt. Het feest van de wederopstanding, van het nieuwe begin. Ik negeer de haasjes, de eitjes en de lammetjes, ik begin aan een nieuw boek.

Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 1945) schreef meerdere romans, novelles en theaterstukken. In 2018 won ze de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre. In haar column in Trouw bespiegelt ze tweewekelijks op de actualiteit. Lees ze hier terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten