woensdag 9 juni 2021

Een klaproosexplosie!

Natuur Wilde bloemen

  De zaadjes kunnen tot wel 80 jaar overleven in de bodem

Door de afgelopen droge jaren en de natte lente gaat het goed met de klaproos. Beeld
Door de afgelopen droge jaren en de natte lente gaat het goed met de klaproos.Beeld

Bermen, dijken en verwaarloosde akkerranden: ze kleuren dit jaar opvallend rood. Waar komen al die klaprozen toch vandaan?

De droogte van de laatste jaren heeft haar tol geëist onder planten. En de klaproos profiteert daar juist van, zeker na het vochtige voorjaar, legt Baudewijn Odé van Floron (Floristisch Onderzoek Nederland) uit. Ook de plantenexpert herkent het beeld van de natuur die nu opvallend rood kleurt. “Door de droogte zijn er gaten in de vegetatie gevallen. In vochtige jaren groeit zo’n open plek gemakkelijk weer dicht met paardenbloemen, grassen en andere plantensoorten, maar dat is de laatste jaren nauwelijks gelukt”, zegt Odé. “Dat pakt gunstig uit voor de klaproos.”

De klaproos groeit uit heel kleine zaadjes, die vaak tientallen jaren, soms zelfs tachtig tot honderd jaar, in de bodem kunnen overleven. De zaadjes zitten relatief kort onder het maaiveld en hoeven maar een beetje licht en vocht te krijgen om te ontkiemen. “Die hebben zo’n open plekje nodig om zich te kunnen ontwikkelen en hun levenscyclus te vervolmaken, die gaan nu knallen”, aldus Odé.

De wilde klaproos valt op door de felle rode kleur: er zijn verschillende varianten, de ene is wat donkerder, de ander wat lichter. Daarnaast komen in tuinen gecultiveerde klaproossoorten voor, zoals een gele of witte klaproos.

Ooievaarsbekjes

Tegelijkertijd met de wilde klaproos grijpen andere eenjarige soorten hun kans. In gazonachtige graslanden groeien nu bijvoorbeeld veel kleine ooievaarsbekjes, met roze bloemen. En op andere plekken zijn eenjarige grassen zichtbaar, zoals de ijle en zachte dravik. “Vanaf een afstand valt dat allemaal niet zo op, dan moet je er echt induiken. Klaprozen zie je natuurlijk gewoon vanaf een grote afstand”, legt Odé uit.

Normaal zouden klaprozen ook goed kunnen gedijen in akkerranden, voedselrijke plekken met veel open bodem. De praktijk leert dat ze daar sneuvelen door het spuiten van landbouwgif. “In akkerranden horen ze eigenlijk wel thuis”, zegt Odé. Vóór de schaalvergroting in de landbouw moeten de akkers dus vol hebben gestaan. “Zulke akkers vind je tegenwoordig eigenlijk alleen nog in bijvoorbeeld een natuurreservaat.” Wel zaaien boeren steeds vaker akkerranden in met bloemen, met oog op de biodiversiteit.

Als het weerbeeld kantelt en we alsnog een verregende zomer krijgen, kan volgend jaar opeens weer een moeizaam jaar voor de klaproos zijn. “Veel foto’s maken”, is dan ook het advies van Odé.

Lees ook:

Kom niet aan de klaproos

De klaproos groeide na de Eerste Wereldoorlog uit tot hét symbool voor de dodenherdenking.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten