woensdag 11 september 2019

Wat is er overgebleven van het plan voor Tiengemeten? / Trouw

Nieuwe natuur

Wat is er overgebleven van het plan voor Tiengemeten?

Roel Posthoorn op Tiengemeten: “Rust en verlatenheid, precies zoals de bedoeling was.” Beeld Monica Wesseling
Voor zijn gevoel is het eiland nu iets te georganiseerd, te weinig woest en te druk geworden, maar Tiengemeten is volgens de bedenker van de natuurontwikkeling ter plaatse, Roel Posthoorn van Natuurmonumenten, wel degelijk geslaagd.
“Míjn maat is niet maatgevend”, zegt Roel Posthoorn. “Je kunt wel een ideaalbeeld van natuur hebben, maar heel veel mensen willen helemaal geen woestenij, zijn bang en willen paden door georganiseerde natuur. Liefst nog met een aanwijzing wáár de bever en de grote grazers zijn.” Ook zij hebben ‘recht’ op Tiengemeten, volgens de projectmanager van Natuurmonumenten. “En als ik nu al die blije gezichten van de pont af zie komen dan weet ik: Tiengemeten is gelukt. Voor de lichtgroene mensen, maar ook voor de echte natuurdiehards.”
Het is inmiddels twaalfeneenhalf jaar geleden dat het landbouweiland Tiengemeten in het Haringvliet compleet op zijn kop ging en werd veranderd in natuur. Ter gelegenheid daarvan is Posthoorn terug. Hij is de bedenker,  de visionair, die overigens ook de Marker Wadden bedacht. Terug om te kijken of de dromen van toen bewaarheid zijn geworden. Wandelend door het ruige, ongeorganiseerde, wilde deel van het eiland; daar waar hij het liefste is. Het is eind augustus. De laatste guldenroede bloeit, lepelaars stappen door het water, gadegeslagen door Schotse Hooglanders. De verlatenheid is groot.
Toen het Rijk in 1994 Tiengemeten – toen nog in gebruik als landbouwgrond – als natuurontwikkelingsgebied aanwees, was het nog de bedoeling van het hele eiland 100 procent natuur te maken. Die opdracht kreeg Posthoorn ook mee. Om een leidraad te hebben voor de nieuwe inrichting volgde onderzoek naar de geschiedenis van het landschap en de bewoning. “Beide bleken fascinerend en verdienden een duidelijke plek. Landschap en cultuurhistorie moest leesbaar blijven.”

Onvoorspelbare kreken

De natuurontwikkeling die Posthoorn destijds op papier zette, voorzag in twee typen natuur. Het meest westelijke deel, de ‘wildernis’, moest zoetwatergetijdengebied worden. Door het graven van een enorme kreek kwam het gebied weer sterker onder invloed van het dagelijks 30-centimeter-tij van het Haringvliet te staan.
De wildernis maakt haar naam waar. Het hoge riet doorsneden met onvoorspelbare kreken is moeilijk toegankelijk en dodelijk voor elk gevoel van richting. Posthoorn baant zich een weg en zakt dan weg in een kleine kreek. “Dat was nou precies de bedoeling: de vorming van nieuwe kreken. Ideaal als paaigrond voor vissen en daarmee belangrijk voor visetende vogels. Wilde natuur waar de mens deel van mag uitmaken, waar de elementen heersend zijn.”
Na een poos loopt de wandelaar zich onvermijdelijk vast en is omdraaien de enige optie. “Rust en verlatenheid, precies zoals de bedoeling was.”
Voor even. Want al vrij snel bereiken we het steenslagpad dat over het hele westelijke deel loopt. Het pad is nodig voor de vakantiewoningen die in een aantal historische boerderijen zijn gerealiseerd. Een noodzakelijk kwaad? “Nee”, vindt Posthoorn. “Oude, cultuurhistorisch waardevolle gebouwen bewaren kan alleen als je ze een rendabele functie geeft, oftewel recreatief gebruikt.”

Rust en ongereptheid

Het pad is bovendien nodig om, zoals Natuurmonumenten wil, mensen daar waar het kan van natuur te laten genieten. In een vorige baan werkte Posthoorn bij Rijkswaterstaat en bedacht hij de Stille Kern, een natuurbos in Flevoland. Ook daar waren rust en ongereptheid leidend en dus kwamen er geen paden. “Niemand durfde erin. Nu wel, nu er een verhard pad doorheen is aangelegd. Dat speelt hier ook. Gelukkig is het overgrote deel echt woest.” Wildernis met concessies, maar voor de bedenker qua natuur én gebruik geslaagd.
Door naar de Weelde, een kommoeras in het centrale deel van Tiengemeten dat bestaat uit enorme waterpartijen. Het is een groot laag gedeelte, van het Haringvliet afgesloten met een 1.10 meter hoge drempel. De opzet was dat het moeras bij hoogwater van het Haringvliet zou volstromen om daarna weer leeg te lopen tot 1.10 meter. Verdamping zou vervolgens tot uitgestrekte slikvlakten moeten zorgen; ideaal voor trekkende vogels. De mens kwam er verder niet aan te pas; de natuur aan het werk.
Het lukte niet. De drempel bleek te hoog; er ontstonden geen slikvlakten. Experimenten met wateraanvoer en -afvoer via een buis in de drempel volgden. Tegelijkertijd begon de kleine waterteunisbloem, een exoot, te woekeren. Een poging tot vernietiging van de exoot leidde tot geknutsel met de waterstand, met als gevolg dat er eilandjes ontstonden waarop wilgen de macht grepen. Wèg open moeras.

Zilverreigers

De opzet is niet geslaagd, erkent Posthoorn. “Weliswaar miegelt het jaarrond van de eenden, ganzen en zilverreigers, fuutachtigen en vogelaars, maar van immense slikvlakten is geen sprake. Dat vraagt wellicht ingrijpen.” Tuinieren dus, terwijl het kommoeras, de Weelde, qua natuur op eigen benen moest staan? “Eenmalig ingrijpen”, zegt Posthoorn. “Een permanente verbinding met het Haringvliet om het dagelijks tij toe te laten is misschien het beste.”
De Weelde mislukt? “Te sterk uitgedrukt. Noem het: niet helemaal zoals gepland.”
Door weer, nu naar het oostelijk deel van Tiengemeten, het deel voor de lichtgroene mensen. Bezoekerscentrum, musea, restaurants en de akkers met ouderwetse gewassen zijn publiekstrekkers.
Niet dat het Posthoorn daar van het begin af aan om te doen is geweest. “De black box bij het ontwerpen van Tiengemeten en nu bij de Marker Wadden is dat je moeilijk kunt inschatten hoeveel bezoekers er zullen komen. Tegelijkertijd moet je de gebieden wel zo inrichten dat ze ook qua recreatie duurzaam zijn. Voor Tiengemeten is daarvoor een reguliere pontverbinding nodig en daarmee, zo berekenden we, jaarlijks minimaal 40.000 bezoeken. We zitten er nu al overheen, maar de pont kost nog steeds geld.”
Is Tiengemeten klaar en gelukt? Klaar niet helemaal, vindt Posthoorn. “Ik zou nog een plek willen voor de idealistische mens voor wie voorzieningen weinig mogen kosten. Een veldstation voor gepassioneerde natuuronderzoekers en een plek voor kunstenaars.”
Posthoorn is een bevlogen man, nu voor de Marker Wadden, een groep opgespoten eilanden die door slikinvang het Markermeer gezond moeten maken. Een baanbrekend project voor het door hem zeer geliefde water: “Het licht daar, de luchten, het donker. Toch is er een schrijnend gebrek aan liefde voor het Markermeer.”
Stille Kern, Tiengemeten en Marker Wadden; twee van de drie van Posthoorns geesteskinderen zijn internationaal befaamde projecten. Hoe komt het toch dat we in ons land zo goed zijn in natuurontwikkeling? “We hebben weinig natuur en ook nog eens veel kapot gemaakt”, zegt hij. “Er valt dus heel veel te herstellen. Daar leer je van.”
Nog heel even richting wildernis. Twee watersnippen vliegen geschrokken op. Rust rest.

Lees ook:

Overlast door natuurgebieden: ‘Hier wonen ook mensen, hoor!’

Overal in het land worden natuurgebieden aangelegd. Dat daar ook mensen wonen wordt weleens vergeten, vinden bewoners van Tiengemeten, een natuurgebied van Natuurmonumenten in het Haringvliet.

Vissers zijn niet welkom op de Marker Wadden en moeten ‘ophoepelen’

Natuurmonumenten viert zaterdag de opening van de Marker Wadden. De vissers in het IJsselmeergebied reageren boos en gelaten. ‘Het gebeurt gewoon. En wij kunnen ophoepelen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten