donderdag 24 januari 2013

'Wat moet een schrijver die dolgraag bij P&W aanschuift, maar niet sexy is?'

Schrijvers die niet mee willen doen in de mediacratie, moeten niet zeuren, geeft Floris Lieshout Özcan Akyol gelijk. Maar hoe zit het met schrijvers die niet mee kunnen? 'Uitgevers hebben de plicht om zich niet afhankelijk te maken van televisie en bladen. Prioriteiten stellen dus: minder titels, meer promotie.'

VerkoopbaarheidÖzcan, toen jij en ik nog in de luiers lagen, en ook later, toen ik mijn eerste sigaretten rookte en jij omaatjes beroofde, was het uitgeversvak een mooi en nobel vak, veelal uitgeoefend door liefhebbers, die goede literatuur voor een deel financierden met de winst van bestsellers - soms literaire bestsellers, maar vaker ordinaire thrillers, damesromans en andere laagdrempelige lectuur. Céline, mede mogelijk gemaakt door Baantjer, zeg maar. Vanaf het einde van de jaren negentig werden steeds meer uitgeverijen overgenomen door concerns en de winst verdween in de diepe zakken van de aandeelhouders. Het uitgeven van goede, maar matig verkopende boeken werd een steeds risicovollere onderneming.

Naast 'kwaliteit' werd 'verkoopbaarheid' een bijna even belangrijk criterium voor een uitgeverij om zich aan de publicatie van een manuscript te wagen. Er waren uitgeverijen, zoals de jouwe, uitgeverij Prometheus, die een oplossing zagen in het op de markt gooien van zoveel mogelijk boeken, in de hoop dat er af en toe een bestseller tussen zou zitten. Gelukkig waren er genoeg uitgeverijen die doorgingen met het uitgeven van mooie boeken en het gewetensvol begeleiden van talentvolle auteurs- desnoods met de rug tegen de muur.

De boer op
Inmiddels zijn we tien jaar verder en inderdaad, we leven in een mediacratie.  Jij kan het weten, zelfs in het gevang heb je toegang tot televisie, radio, internet en tal van oude & nieuwe media. Uitgevers grijpen alle middelen aan om hun boeken en auteurs in de markt te zetten: boektrailers, schrijfwedstrijden, BN'er-endorsement. Schrijvers  worden achter hun schrijftafel vandaan getrokken en moeten de boer op met hun waar, want wat je niet ziet, bestaat niet. Wie daar niet in mee wil, mag ook niet zeuren, daar heb je gelijk in.

Maar hoe zit het met die schrijvers die daar niet in mee kunnen? Schrijvers die mooie, goede boeken schrijven, maar niet sexy zijn, of brutaal, of allebei. Schrijvers die een moord zouden doen om aan te schuiven bij De Wereld Draait door of Pauw&Witteman. Maar die plekken zijn beperkt en lijken bovendien voorbehouden aan die grappige jongens en meisjes, die met veel bravoure en overmoed niets te melden hebben.

Overheid trekt zich terug
Nu de overheid zich steeds verder terugtrekt als beschermer en aanjager van cultuur, zet een organisatie als het Nederlands Letterenfonds zich sterker dan ooit in voor het vergroten van de zichtbaarheid van literaire auteurs en hun werk. Auteurs die zich verheven voelen boven zelfpromotie zetten zichzelf buitenspel, maar met schrijvers die willen, wordt samengewerkt. Omwille van de kwaliteit van hun werk. Maar natuurlijk blijft de belangrijkste rol in het onder de aandacht brengen van schrijvers en hun boeken weggelegd voor uitgeverijen.

De tijd dat de stem van kwaliteit luider was dan die van duizend camera's is voorbij. En in een tijd waarin media-aandacht en beeldvorming bepalend zijn voor de verkoop van boeken, hebben uitgeverijen de plicht om ervoor te zorgen dat ook kwaliteit komt bovendrijven. De plicht om zich niet afhankelijk te maken van televisieprogramma's en bladen, maar zelf een bijdrage te leveren aan die aandacht en beeldvorming. De plicht om prioriteiten te stellen: minder titels, meer promotie.

Plicht om te investeren in schrijvers
De plicht om te investeren in schrijvers. Schrijvers die prachtige boeken schrijven, die genomineerd worden voor de belangrijkste literaire prijzen. Die door het hele land optreden, voorlezen en signeren. Die elke opdracht aannemen om rond te komen van hun schrijverschap. Die alles doen wat in hun macht ligt, maar onzichtbaar blijven voor het grote publiek.

Özcan, deze schrijvers worden door jou weggezet als 'achteroverleunend' en 'oubollig', hun verzuchtingen afgedaan als 'elitair geklaag'.

Het geeft blijk van een stuitend onnozel beeld van de literatuur en het schrijverschap en van een ernstige onderschatting van je eigen bevoorrechte positie. Het zou van enige zelfkennis en realiteitszin getuigen als je zou beseffen dat jij je bekendheid en verkoopcijfers niet te danken hebt aan je literaire kwaliteiten, maar aan wat je bent: een zorgvuldig in de markt gezet product.

Bofkont.


Floris Lieshout werkt tot 1 februari bij het Nederlands Letterenfonds en schrijft deze brief alvast op persoonlijke titel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten