zaterdag 7 december 2019

Jeroen Krabbé

Jeroen Krabbé: Niemand verwachtte dat ik een band had met prins Bernhard

Op zijn 75ste verjaardag, vandaag, vertelt Jeroen Krabbé over zijn jeugd, de scheiding van zijn ouders, zijn zoons, zijn rol van Sinterklaas en de dood. ,,Vanwege mijn imago wilde ik na het overlijden van Rutger Hauer eigenlijk niet naar Eva Jinek.’’

©Koen Verheijden

Het gesprek met acteur/kunstenaar/presentator Jeroen Krabbé, boven een tosti met gerookte kip in de binnenstad van Zwolle, houdt lang halt bij de dood. Vandaag wordt hij 75. Met zijn nog altijd jongensachtige gezicht maakt hij een kwieke indruk.

Hij acteerde dit jaar weer eens in een film: De Liefhebbers. En hij reist nog steeds onvermoeibaar de wereld over voor een vierde tv-serie over kunstenaars: na Van Gogh, Picasso en Gauguin volgt hij nu het spoor van Marc Chagall. Die reeks is komend voorjaar te zien bij AvroTros.

Krabbé: ,,Zo weet ik dat er zondag ‘iets’ te gebeuren staat rond mijn verjaardag. Ik zou naar Sint-Petersburg gaan voor Chagall, maar die vlucht heb ik een dag verplaatst. Ik moet 8 december vrijhouden. Meer weet ik niet.’’
Vindt u het leuk om stil te staan bij zo’n mijlpaal?
,,Ja, ik ben een vierder! Het leven is zo kort, je moet alle hoogtepunten grijpen. Ik kom nu wel op een leeftijd waarvan ik vroeger dacht: dan sta je al met één been in het graf. Vanaf je 65ste was je uitgerangeerd. Dat is nu totaal veranderd.’’

©Koen Verheijden
Bent u bezig met uw eigen dood?
,,De eindigheid is een nieuw element in mijn bestaan. Verder niet. Ik heb niets met de dood, ben er niet bang voor. Ik vind het zonde dat ik mijn 9 kleinkinderen niet kan blijven volgen. Het liefst word ik net zo oud als mijn vader, ergens in de negentig. Zodat ik ook mijn jongste kleinkind nog als volwassene meemaak.’’

Aan de overkant van de Blijmarkt, in museum De Fundatie, hangen 12 werken die Krabbé schilderde op Tahiti, toen hij de tv-aflevering over Paul Gauguin maakte.

Zo’n 17 kilometer verderop, in kasteel Het Nijenhuis, worden nog drie andere series geëxposeerd: Het Late Licht, geschilderd bij zijn tweede huis in Dalfsen. De ondergang van Abraham Reiss, waarin hij het lot van zijn in concentratiekamp Sobibor vermoorde grootvader in 9 beelden vangt. En Dum Vivimus Vivamus (Laat ons leven zolang we leven), waarin hij met 14 eigen kindertekeningen een indruk geeft van zijn jeugd.

Daar komen we zo op, maar eerst terug naar de dood en dan vooral die van collega’s en vrienden. Hoe is het beeld ontstaan dat hij iedere net gestorven BN’er uitluidt?

,,Geen idee, maar het klopt niet. Waar ik allemaal voor gevraagd word door die praatprogramma’s, onvoorstelbaar. Ik houd zo veel af. Toen Rutger (collega-acteur Rutger Hauer, red.) stierf heb ik alleen bij Eva Jinek wat gezegd. Rutger en ik kenden elkaar echt goed. Samen op de toneelschool, we waren 17. Maar door dat imago van me dacht ik er serieus over niet te gaan.

Prins Bernhard

,,Dat imago, tja…. Het begon rond het overlijden van prins Bernhard, die ik leerde kennen tijdens de première van de film Soldaat van Oranje. Daarna zagen we elkaar vaker. Twaalf jaar ben ik geregeld op Paleis Soestdijk geweest. We spraken over van alles. Geen idee waarom hij dat met mij wilde, maar ik vond het heel bijzonder. Ik vertel niet waar we het over hadden, maar hij zei me wel dat hij door zijn levensloop een dikke huid had gekregen. Toen vroeg ik hem: spaart u daarom olifantjes?

,,Tegen de tijd dat hij doodging zei hij: Wil jij me herdenken bij Barend & Van Dorp, want dat vind ik een goed programma. Voordat hij stierf werd ik door het paleis gebeld. Of ik afscheid wilde nemen. Dat was heel ontroerend en hij vroeg me nogmaals: je gaat toch wel naar Barend & Van Dorp? Dat deed ik en heb daar maandenlang ontzettend voor op m’n lazer gekregen in de media. Niemand verwachtte dat ik een band had met die man.’’
Wat vond u daarvan, dat hij de zaken zelfs tot na zijn dood regelde?
,,Fantastisch! Hij regisseerde alles. Het was te verwachten dat hij dit ook zo aanpakte.’’
Stel dat u zich verslikt in deze tosti…
Glunderend: ,,Dan heb jij de primeur! Wel een foto maken, hoor.’’
…wie moeten er vanavond bij DWDD en Pauw aanschuiven om over u te vertellen?
,,Geef ik geen antwoord op. Onzin. En ik zou het ook nooit zo regelen als de prins.’’
Wat hoopt u dat er gezegd wordt?
,,Dat ik een hartstikke leuke vader en grootvader was. Een aardig persoon, met wie je vreselijk kon lachen. Wat is er nou meer te halen dan dat?’’’
Niets over uw werk?
,,Prestaties en succes zijn niet zo interessant. Ik denk bij elk succes, en ik heb er vele gehad, dus ik kan er wel iets over zeggen: op naar het volgende. Succes is een station waar je niet moet uitstappen. Je moet door!’’

Eerder op de dag, bij zijn kindertekeningen in Het Nijenhuis, vertelde Krabbé dat hij zijn verjaardag vroeger altijd op 5 juni vierde, vanwege Pakjesavond. ,,Die dag kwamen je vriendjes nooit langs…”

Sinterklaas

Omdat zijn geboortedag nu eenmaal op 5 december was, wilde hij dolgraag Sinterklaas spelen bij diens intocht in Amsterdam. Dat deed hij tot dit jaar - tien keer achter elkaar in de wildste jaren door de verhitte Zwarte Piet-discussie.

,,Ik stopte omdat ik het te druk was. Had niks met dat Pietengedoe te maken. Eén keer wilde ik al eerder stoppen toen me werd geadviseerd een kogelvrij vest te dragen bij de intocht. Als fucking Sinterklaas dus! Toen zei ik: dan sterf ik maar in het zadel. Hallo, het is een kinderfeest! Ik ben echt niet zo moedig, maar niemand schiet Sinterklaas dood.

,,Ik erger me wel aan de domme vasthoudendheid van de tegenstanders van Zwarte Piet. Wij, het organisatiecomité, wilde de Pieten geleidelijk verkleuren. Maar daar hadden ze geen fuck mee te maken. Ze keerden me op de Dam de rug toe. Maar hun kinderen stonden blij ‘Piet, Piet, Piet’ te roepen.”
Ik erger me wel aan de domme vast­hou­dend­heid van de te­gen­stan­ders van Zwarte Piet

Jeroen Krabbé
Geëmotioneerd: ,,Het was een hoogtepunt in mijn leven. Honderdduizenden blije mensen die allemaal een hand van Sinterklaas wilden. Oude Amsterdammers, Chinezen, zwarte mensen, joden, moslima’s die van hun geloof geen man de hand mogen schudden… Laat staan een katholieke bisschop. Het ontroerde me elk jaar.”

Vader Maarten Krabbé, tekenleraar op de school van zijn zoon, spoorde zijn kinderen aan te tekenen en te schilderen. ,,Achterop elke tekening schreef hij wanneer ik hem maakte, wat ik er bij zei of deed. Toen ik de tekeningen namaakte voor deze tentoonstelling kwamen alle sensaties terug - ik weet precies waar ik zat, wat ik dacht. Soms hoe het licht binnenviel.’’

Vis

Hoogtepunt van deze serie vindt Krabbé zijn eigen Chagall-vis, geïnspireerd op het werk van de joodse kunstschilder die vaak vissen afbeeldde, omdat zijn vader in de vishandel zat.

,,Mijn vader was gek van Chagall. Hij nam me in 1956 mee naar diens tentoonstelling in Amsterdam. Toen we thuiskwamen maakte ik meteen een vis. Mijn vader zei later: Jeroen ging tekenen en hield nooit meer op. Later heeft hij deze tekening ingelijst.

,,Voor deze expositie heb ik nu een jongetje op een afkalvend stukje zand onder de vis geschilderd. Dat ben ik, met de twee flippers in mijn handen die ik zo graag wilde maar nooit kreeg. Ik was in die tijd een heel onzekere jongen. Kon op school niet wat andere kinderen wel konden; wist meer over schilderen dan over voetbal. De grootste dreun was dat mijn ouders ook nog eens scheidden toen ik 9 was.
De tekst gaat verder onder de foto

©Koen Verheijden
,,Ze vertelden het niet - ik kwam er op mijn 11de pas achter. Mijn vader zei elke avond: ik ga even een brief posten. Dan ging hij naar zijn nieuwe vrouw, met wie hij stiekem al getrouwd was. Wij kinderen wisten niet van haar bestaan. Voordat mijn broer (schrijver Tim Krabbé, red.) en ik de volgende ochtend wakker waren was hij weer terug. Mijn moeder vond dat goed. Dat is een verwijtje waard. Tim zei op een gegeven moment: weet je niet dat papa en mama uit elkaar zijn? Ik vond het verschrikkelijk. Ben weggelopen, al duurde dat niet langer dan driekwart dag.

,,Ook de kinderen van mijn zoons Jasper (kunstenaar, red.) en Martijn (televisiepresentator, red.) die beiden gescheiden zijn, wilden het ‘oplossen.’ Dat kun je niet, maar daardoor voelt het alsof het jouw schuld is. Alles stort in, je ouders zijn je ijkpunt. Tegen mijn kleinkinderen heb ik gezegd: ik weet wat je nu voelt. Maar op een dag doet het minder pijn.’’

In de zomer van 1954, het jaar van de scheiding van zijn ouders, ontmoette hij op vakantie in Bergen zijn vrouw Herma. Vanaf zijn 18de zijn ze samen. ,,Ze kwam op mijn schoot zitten en zei: nu ben je van mij. Ze ging er nooit meer van af. We zijn nu bijna 54 jaar getrouwd.’’
Wanneer dacht u voor het laatst: wat houd ik toch van je?
,,Gisteravond nog. Ik reed naar ons huis in Dalfsen, daar was ik alleen. Ik belde haar op en ze zei: ik vind het zo erg dat je wegbent. Ik antwoordde: ik ben potverdomme in Dalfsen, niet in Dubai. Maar toen ik ophing dacht ik: dat gevoel van missen… Dat voel ik eigenlijk altijd.’’
De exposities van Jeroen Krabbé zijn tot en met 5 januari 2020 te zien in museum De Fundatie in Zwolle en kasteel Het Nijenhuis in Wijhe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten