zondag 6 oktober 2019

Ton Koopman: de laatste Nederlandse pionier van de barokmuziek

Dirigent, klavecinist, organist en muziekwetenschapper Ton Koopman Beeld Foppe Schut
Ton Koopman (1944, Zwolle), een van de laatste grote oude muziekpioniers in Nederland, is 75 jaar geworden. Hoe kijken mensen met wie hij al die jaren samenwerkte naar deze gedreven, beweeglijke en energieke musicus?
Positieve energie, gedrevenheid, vertrouwen, inspirerend, onvoorwaardelijke liefde voor de muziek. Het zijn grote woorden, maar ze vallen vaak als je met mensen uit de werkomgeving van Ton Koopman praat. De dirigent en oprichter van het Amsterdam Baroque Orchestra heeft zijn leven gewijd aan de oude muziek in Nederland; hij is een voorvechter, een muziekpionier, een gedreven ambassadeur.
Voor organist, klavecinist, dirigent en muziekwetenschapper Ton Koopman staat Bach eenzaam bovenaan. In al die vier hoedanigheden heeft hij zich zijn hele leven met Bach beziggehouden, altijd op zoek naar de best mogelijke manier om muzikaal recht te doen aan de grote meester. In de jaren negentig begon hij aan het immense project om alle cantates van Bach op te nemen. Hij richtte er het Amsterdam Baroque Choir voor op.
“Ton Koopman is het nakomelingetje van Bach. Hij is verliefd op Bach”, vertelt de Duitse bas Klaus Mertens, die al ruim veertig jaar met hem samenwerkt. “Ik ken niemand die Bach op die manier via zijn muziek laat spreken, zodat we worden toegelaten in Bachs rijk.”
Aan zangers moest Koopman wel even wennen, zegt sopraan Johannette Zomer, die als koorlid bij het Amsterdam Baroque Choir begon en later ging soleren. “Hij is toch vooral een instrumentalist, en heeft geleerd mee te ademen met zijn zangers. Hij geeft je veel vertrouwen. Het gaat hem uiteindelijk puur en alleen om de muziek en dan zegeviert Bach. Alle ego’s vallen weg en je bent met elkaar aan het creëren en niet iets aan het reproduceren. Bach namen we op in de Waalse Kerk in Amsterdam. Vaak tot ‘s avonds laat. Dan voelde ik me heerlijk in een coconnetje. Met een paar mensen prutsen aan die noten van Bach. Ik heb daar heel dierbare herinneringen aan.”
Zijn vrouw Tini Mathot, met wie hij al 43 jaar getrouwd is, was de producer van al die opnamen. Ook volgens haar komt Bach op de eerste plaats. “Ton kon moeilijk kiezen tussen al zijn muzikale bezigheden: dirigeren, klavecimbel of orgel spelen, wetenschappelijke studies lezen. Maar voor Bach kiest hij altijd onvoorwaardelijk.”

Nimmer moe of hongerig

Al is hij nu 75 jaar, Koopman blijft een drukbezet man. Zo begeleidt hij in Leiden zestien studenten met hun promoties. “Rustige momenten zijn er eigenlijk niet”, zegt zijn vrouw Mathot. “Maar dat zorgt er ook voor dat het nooit saai is. Hij was mijn klavecimbelleraar in het begin van de jaren zeventig. Een half jaar na mijn eerste les zijn we gaan samenwonen. Hij was toen al een druk mannetje, gaf al concerten. Zijn carrière ging altijd bergop, de zalen werden steeds groter.”
Ook sopraan Zomer, die vaak met Koopman op tournee ging, vindt zijn werkdrift en energie opmerkelijk. “Hij heeft maar heel weinig slaap nodig. Vier, hooguit vijf uur. In die wakkere uren zit hij altijd te lezen, hij heeft op reis altijd een koffer vol muziekboeken mee. Altijd met zijn neus in de boeken en traktaten.”
Mertens leerde Koopman kennen eind jaren zeventig. “Ik had in Duitsland gehoord over deze revolutionaire klavecinist en dirigent uit Nederland, en ben gaan voorzingen toen hij een concert in Münster gaf. Ik begon met Bachs ‘Kaffee Kantate’, de repetities waren in een kerk aan de Amsterdamse Bloemenmarkt. Dat was hard werken en in de pauze gauw koffie en wat eten bij Broodje van Kootje. Toen hij mij vertelde dat hij alle Bach-cantates zou gaan opnemen, dacht ik dat er een steekje los was aan hem. Maar hij wilde het per se, zette door, richtte er speciaal een koor voor op. Hij kan dromen omzetten in daden, maar blijft tegelijkertijd realistisch genoeg.”
Catherine Manson kwam in 2001 als violist bij Koopmans orkest en werd vijf jaar later concertmeester. “Zijn repetities zijn heel gestructureerd en gedetailleerd. Daarbij blijft hij altijd flexibel en staat hij open voor suggesties. Zijn energie is werkelijk verbazingwekkend. Daar is met de jaren niets aan veranderd, integendeel. Hij wordt gewoonweg nooit moe of hongerig, gaat maar door. Alles voor de muziek. Ik heb veel van hem geleerd. Volharding en veerkracht bijvoorbeeld, dat zijn echt begrippen die bij hem passen.”

De beroemde kopknik

Koopman dirigeert vaak vanachter het klavecimbel of het orgel. Omdat zijn handen dan allebei heel druk op het toetsenbord bezig zijn, blijven alleen zijn hoofd en de mimiek op zijn gezicht over om mee te dirigeren. De beweeglijkheid die dat oplevert, is een van Koopmans meest bijzondere kenmerken.
Ton Koopman Beeld Foppe Schut
“Ton vertaalde wat hij innerlijk voelde met beweging”, zegt Mathot. “We speelden heel lang geleden samen een stuk op klavecimbel. Ik zag daar een video-opname van. Vreselijk. We hadden allebei lang haar en allebei dezelfde knopknik, het hoofd meebewegend op de maat. Zo zijn we dat gaan noemen thuis: de knopknik. Ik heb het hem gedeeltelijk afgeleerd, voor zover dat kon uiteraard. Want ja die mimiek, dat is ook Ton Koopman. Het hoort bij hem.”
Zomer: “Die lichaamstaal is juist leuk. Hij zet je ermee in beweging. Zelfs op de meest zware en vermoeiende tournees geeft hij je daarmee een ongelofelijke energie en vreugde.”
Manson: “Ja, zijn lichaamstaal. Er is gewoon geen andere manier voor hem. Het is heel herkenbaar, en dan had hij vroeger ook nog lang haar en een lange baard, die met hem mee zwiepten. Maar het is allemaal echt en gevoeld. Hij is wars van aanstellerij.”

Gekortwiekt in subsidies

Koopman kreeg eerst te maken met de crisis in de platenindustrie, en later kwamen daar de verschillende korting­en op de subsidie van het rijk overheen.
Mertens: “Toen platenmaatschappij Erato ineens stopte met het Bach-cantate-project was dat een grote teleurstelling voor hem. Ik weet het moment nog precies. Op vakantie in Frankrijk kreeg ik van hem een fax met: “We houden ermee op”. Hij heeft toen met zijn familie overlegd en een extra hypotheek op zijn huis genomen om het Bach-project voort te zetten. Daarvoor richtte hij zijn eigen label op. Het heette Antoine Marchand, een verfransing van zijn naam. ”
Zomer: “Hij is door de Nederlandse overheid een paar keer achter elkaar financieel gekort. Een extreem moeilijke periode die bij hem iets heeft kapotgemaakt. Hij moest zelfs zijn kantoor opdoeken. Ik vind dat het orkest van Ton net zo’n belangrijke functie in de samenleving heeft als bijvoorbeeld het Concertgebouworkest. Maar het verschil in subsidie is enorm. Hij voelt zich wat dat betreft gekortwiekt. Hij ging op zoek naar andere manieren, want hij voelde de verantwoordelijkheid voor zijn musici en zangers. En misschien klinkt dat cynisch, maar zijn glas is toch altijd halfvol. De gouden tijden zijn dan wel voorbij, maar een authentieke Bach zal men altijd willen horen.”
Mathot: “Geen subsidie meer, dat vindt hij heel erg. Dat hij om de zoveel jaar op een A4’tje moet opschrijven waar hij met zijn orkest en koor naartoe wil, dat is met zo’n staat van dienst natuurlijk nogal pijnlijk. Daarom concerteert hij veel minder in Nederland. Hij wordt nu de laatste grote pionier van de barokmuziek genoemd. Maar Ton is niet zo dweperig. Het is wel zo dat de historische uitvoeringspraktijk waar wij zo voor gestreden hebben, langzaam weer terzijde wordt gelegd. Al die cross-overs van tegenwoordig, hij kan er niets mee. Ton heeft een precieze klankvisie, en hij pretendeert niet voor 100 procent de waarheid in pacht te hebben. Maar die speciale manier van spelen verdwijnt. Het wordt te veel show. Dus het verdedigen van die muzikale waarden is voor hem heel belangrijk. Daarin is hij beslist de laatste grote pionier.
“En dat hij dit jaar benoemd is tot voorzitter van het Bach-Archiv in Leipzig, dat vindt hij verrukkelijk. Die erkenning daar was voor hem een ongelooflijk groot cadeau.”
Jubileumconcert Ton Koopman, vrijdag 4 oktober in Muziekgebouw aan ’t IJ. Op het programma muziek van Bach, Haydn en Brahms. Solisten onder anderen Ronald Brautigam en Maarten Engeltjes. Jan van den Bossche houdt vooraf een lezing met als titel ‘75 jaar Ton Koopman/75 jaar Oude muziek’.

Lees ook:
Een onbekende Händel in huis

Niet vaak duikt er een compositie op van een grootheid als Händel. Maar Ton Koopman vond er een, nog wel in zijn eigen bibliotheek. En nu blijkt dat daarin muziek van Händel staat die nog niemand kende.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten