dinsdag 20 augustus 2019

Zomergasten met Maxim Februari: een terloops grootse avond

Recensie Zomergasten

Zomergasten met Maxim Februari: een terloops grootse avond

Maxim Februari bij ‘Zomergasten’. Beeld Trouw
De Zomergasten-avond met schrijver, jurist en filosoof Maxim Februari was als een doodgewone koektrommel waar exclusieve bonbons in bleken te zitten. “Ga niet even koffie halen of zo, want het wordt steeds fascinerender”, waarschuwde hij bescheiden.
Dan volgde bijvoorbeeld een ontzagwekkend fragment uit de kunstfilm ‘Big Bang Big Boom’. Nee we liepen niet weg bij de tv. We zaten thuis met open mond te kijken naar de stop motion film van muurschilderingen en collages die samen de opkomst en ondergang van het leven op aarde verbeeldden. Niet vaak krijg je iets van zo’n grote ideeënrijkdom en schoonheid te zien.
Dat gebeurde eigenlijk de hele avond. Met verrassende, vaak prachtige fragmenten roerde Februari de grote thema’s aan: identiteit, schoonheid, vitaliteit en dood, liefde en rechtvaardigheid – maar het ging met een terloopsheid waardoor je de breedte en diepte ervan niet meteen besefte. Presentator Janine Abbring sloeg precies de goede toon aan, waardoor ze hem prikkelde om bijvoorbeeld open te zijn over zijn transitie van vrouw naar man, maar hem niet in verlegenheid bracht. Het was een feest om naar deze erudiete, pretentieloze en innemende gast te kijken.

Teringzooi

Hij begon heel klein met een fragment uit de documentaire ‘De brief van de burgemeester’ van Marlou van den Berge (2014). Inwoners van het Groningse Finsterwolde krijgen een brief waarin de burgemeester hen een ‘Eigen Kracht-Conferentie’ aanbiedt om problemen in de buurt aan te pakken. Welke? Het is er wel een ‘teringzooi’ maar daar hebben ze geen probleem mee. Maxim Februari: “Je kunt dus wel ergens last van hebben, maar het is niet altijd een probleem. Ingrijpen hoeft niet altijd.”
Zo haalt hij uit een op zich weinig spannend fragment een originele gedachte en dat zal niet de enige keer blijven. Hij maakt met dat inzicht ook het punt dat hij vaker in zijn NRC-columns maakt: bestuurders, politiek en bedrijven willen perfectioneren en sturen, maar de informatie en data waarop die actie gebaseerd is, kloppen vaak niet. Alle data, ook beschrijvingen in taal, zijn immers maar een reductie van de werkelijkheid.
Door sturing gaat bovendien soms weer iets anders kapot. Hij liet een stukje uit de documentaire ‘The Wolfpack’ zien, waarin zes broers opgesloten in een New Yorks appartement opgroeiden. Hun vader wilde hen beschermen tegen de vijandige stadse buitenwereld, maar ontnam hen hun vrijheid. Februari ziet een parallel met overheden die hun burgers willen controleren met data om hen te beschermen. Hij waarschuwt daarom voor het ‘Chinees’ aandoende beleid van Nederland om via software al zoveel data over zijn burgers te verzamelen. “Uiteindelijk vergroot technologie de kans op fouten”, zegt hij. Dat illustreerde hij later huiveringwekkend met een fragment uit de documentaire ‘National Bird’ van Sonia Kennebeck over totaal verkeerd ingeschatte drone-aanvallen door het Amerikaanse leger. Niet terroristen, maar op burgers en kinderen zijn vaak slachtoffer. Data zeggen niet alles.

Schoonheid is een mensrecht

In dit soort fragmenten spreekt zijn juridische kant, zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Janine Abbring maakt een bruggetje naar zijn jeugd in de Utrechtse wijk Overvecht, die volgens hem ‘gruwelijk, gruwelijk, gruwelijk lelijk’ was. Daar opgroeien, toen nog als Marjolijn Februari, was voor hem ook een kwestie van onrechtvaardigheid. Vandaar zijn herhaalde uitspraak ‘schoonheid is een mensenrecht’. Mensen redden en beschermen doe je niet met data maar met schoonheid en hoop.
Zo kritisch als hij is over de macht van big data, zo zalvend praat hij over de kracht van kunst om iets nieuws tot leven te wekken, mensen op te tillen en te betoveren. Hij kijkt graag naar dans omdat hij de ritmes en de lichtheid ervan ook in zijn schrijven probeert te brengen – reden om het tapdans-fragment uit de jaren dertig-musical ‘Roberta’ te tonen. De straatkunst van de Italiaanse straatkunstenaar Blu uit ‘Big Bang Big Boom’ op YouTube en Charles ‘Lil Buck’ Riley’s street dance-versie van de stervende zwaan brachten de rillingen op m’n rug. En Sinéad O’Connor te horen oefenen op een moeilijke passage uit de opera ‘Porgy And Bess’, was een regelrecht cadeau. Ja ze leerde de noten minder snel dan de anderen, maar toen ze die eenmaal te pakken had, klonken ze met haar rauwe kwetsbaarheid mooier dan bij wie ook. Muzikaliteit komt in vele vormen, wilde Februari benadrukken, net als intelligentie. De neerbuigendheid van producer George Martin over haar was misplaatst, vond hij.
Het is de rijke nuance van Februari die zo geruststellend en troostend is. “Maxim heeft nooit een simpele mening”, zegt Xandra Schutte over hem in de VPRO Gids.
Dat bleek ook weer bij zijn keuzefilm, de Deense film ‘Babette’s Feast’ (Babettes Gæstebud) over een streng christelijk dorpje dat zich langzaam open stelt voor de wereldse gerechten van de Française Babette. “Het een is niet beter dan het andere”, zegt Maxim Februari, en gooit daarmee elk oordeel overboord.

Doorleven na de transitie

Zelf heeft hij vaak genoeg met oordelen van anderen te maken. Zeven jaar geleden ging hij als Marjolijn in transitie om Maxim te worden. Om het onderwerp te bespreken had hij een fragment gekozen uit de documentaire ‘Crossing the Concourse’ over Sara Davis Buechner, geboren als David Buechner. Sinds de pianiste in transitie ging, was haar glanscarrière voorbij. “Ik koos dit fragment om te laten zien dat wij, de transseksuelen, ook beroepen hebben”, zegt hij gedreven. Na de transitie wil je gewoon weer doorleven. Het is de buitenwereld die dat heel veel moeilijker maakt. Mensen vragen hem ook de intiemste details, zoals of hij een penis wilde. “Weldenkende mensen zijn de ergsten”, onthult hij.
Janine Abbring had hem aangekondigd als iemand die ‘wordt gespleten door een rationele geest en een romantische inborst’. Die kanten van hem kwamen inderdaad aan bod, maar van een splijting was gisteren geen sprake. Het was een aanvulling, zoals bleek in de doordachte manier waarop hij vertelde over zijn veranderde identiteit als man. “Mijn denken is niet veranderd. Je leeft ook met je gevoel en je lichaam. Zo’n transitie is een geleefde ervaring. Het heeft me overvallen hoe mijn gevoel over mannelijkheid zich heeft verdiept.”
Volgens Abbring, die duidelijk een klik had met hem, moet hij dan wel de ideale man zijn. “Je bent belezen, grappig, je luistert liever dan je praat, en je weet ook nog hoe het is om vrouw te zijn.”
Hij eindigde met de verwondering op het gezicht van een kind, in een fragmentje uit 1994 over illusioniste Fay Presto. Ze laat een bloem ‘zweven’ voor haar stomverbaasde nichtje. “Goede wijn, beeldende kunst, zang en dans, we worden erdoor opgetild”, mijmerde hij. “Via een kind zie je hier hoe toverachtig de wereld is.” Met zijn schrijven hoopt hij ook mensen te beroeren. En hij doet een oproep aan iedereen om schoonheid bij te dragen aan de wereld: “Probeer mensen te betoveren op je eigen manier”.
Pas na afloop van de avond dringt door dat Maxim Februari dat al die tijd heeft gedaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten