vrijdag 18 maart 2016

Mondriaan had 'de illusie van een heel grote liefde'

Henny de Lange − 17/03/16, 15:45
© Gemeentemuseum Den Haag. Piet Mondriaan in 1917.
Over het liefdesleven van schilder Piet Mondriaan was weinig bekend. Tot nu. Het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (RKD) onthulde gisteren een aantal passages uit de brievencollectie.
  • © Afp.
    Een medewerker van veilingshuis Christies met Mondriaans Compositie nr III met rood, blauw, geel en zwart. Dit kunstwerk is de duurste Mondriaan ooit.
De ideale geliefde was voor kunstenaar Piet Mondriaan als een geslaagd schilderij. Ze moest 'een lieve madonna en een duveltje te gelijk' zijn, maar die twee uitersten moesten wel met elkaar in balans zijn. Net zoals in zijn strakke geometrische schilderijen de horizontale en verticale lijnen en primaire kleurvlakken elkaar ook in evenwicht moesten houden.

Ideale vrouw
In Willy Wentholt dacht Mondriaan de ideale vrouw gevonden te hebben, blijkt uit 22 brieven die hij tussen 1818 en 1823 aan haar schreef en die nu voor het eerst zijn gepubliceerd. 'Ik had eerst de illusie van een heel groote liefde', schrijft hij op 16 maart 1918. Maar ze bleken toch niet zo perfect te matchen als Mondriaan voor ogen stond, of zoals hij het zelf formuleert op 7 januari 1920: '... dat het tusschen ons toch eigenlijk mankeert'.

Het Nederlands Instituut voor de Kunstgeschiedenis (RKD) onthulde gisteren een aantal passages uit de brieven. Ze waren jarenlang in bezit van Cis Heidenrijk-Osendarp die samen met haar echtgenoot Leo Heijdenrijk aan de basis stond van het Mondriaanhuis in Amersfoort. Volgens conservator Wietse Coppes van het RKD geven de brieven niet alleen een beeld van de liefdesrelatie met  Willy Wentholt (1886-1957), maar ook inzicht in het diepere gevoelsleven van Piet Mondriaan (1872-1944).

Goede vrienden
Wentholt was een Franse lerares uit Amsterdam uit een gegoed milieu. Haar vader 'Jan Kanon' was oud-minister van marine. Ze ontmoetten elkaar in 1918 en het klikte: ze gingen samen naar dansles en konden over veel dingen met elkaar praten. Dat de liefde uiteindelijk toch stuk liep - ze bleven voorzover bekend wel goede vrienden - had waarschijnlijk te maken met de terugkeer van Mondriaan in 1919 naar Parijs, waar hij ook voor de Eerste Wereldoorlog had gewerkt. Wentholt had haar baan in Amsterdam en ging niet mee. Mondriaan had  er begrip voor: 'Jij kan ook ook moeielijk hier zoo maar iets op nieuw beginnen, omdat je leven met je werk is samengegroeid, zoals 't mijne ook. Als ik in Amsterdam had kunnen wonen had 't wel gegaan, dan hadden we elk voor ons zelf kunnen blijven zorgen' (18 november 1919). De in de ogen van Mondriaan ideale balans die er tussen hen beiden was in Amsterdam, werd verstoord door zijn vertrek naar Parijs.

Dwingend
Coppes: "Mondriaan was heel dwingend in zijn opvattingen over hoe de ideale wereld eruit moest zien, het ideale schilderij en ook de ideale liefde. Hij geloofde in harmonie, waarbij alle tegenstellingen elkaar in evenwicht houden. Met Willy was er nét niet die perfecte balans." Hoe Willy Wentholt zelf over de relatie met Mondriaan dacht, zullen we nooit weten. De kunstenaar had de gewoonte om alle brieven die hij kreeg te verbranden in de kachel.

Altijd alleen
Zelf schreef hij meer dan 1600 brieven, waarvan zich er ruim 700 bij het RKD bevinden. De rest is verspreid over de wereld. Er waren meer vrouwen in het leven van Mondriaan, maar over hen is weinig bekend. De kunstenaar is nooit getrouwd. Wentholt is na haar relatie met Mondriaan altijd alleen gebleven. Het RKD verwacht nog jaren nodig te hebben om alle brieven van Mondriaan en ook diens 70 theoretische geschriften te onderzoeken en te digitaliseren. De bedoeling is om dit zogenaamde Mondriaan Editieproject op 7 maart (zijn geboortedatum) 2028 af te sluiten.
  • © Anp. Een deel van een brief vaan Willy. Mondriaan schrijft dat hij de 'illusie had van een heel grote liefde'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten