maandag 11 maart 2019

De burger die popelt om meer te doen tegen klimaatverandering, staat in de regen op de Dam

Klimaatmars Tienduizenden Nederlanders lieten zondag in Amsterdam zien dat zij zich zorgen maken over het klimaat.
Deelnemers met borden en spandoeken tijdens de klimaatmars. Ze vragen om klimaatactie, door politiek en het bedrijfsleven.
Deelnemers met borden en spandoeken tijdens de klimaatmars. Ze vragen om klimaatactie, door politiek en het bedrijfsleven. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP
De gemiddelde deelnemer aan de klimaatmars voelt zich weleens alleen, als een roepende in een oprukkende woestijn, maar deze zondag niet. Deze zondag zijn er 40.000 gelijkgestemden naar Amsterdam gekomen om het kabinet op te roepen meer te doen tegen klimaatverandering. Omdat je in je eentje nu eenmaal niet sterk staat. Voor echte verandering moet de regering wakker worden.
De gemiddelde deelnemer op de Dam is geen radicaal. Hij of zij zoekt geen confrontatie, breekt geen stoep open, laat nauwelijks afval achter. Maar hij maakt zich wel zorgen, vaak al lang en, naarmate de hete zomers en lauwe winters toenemen, steeds meer. Zoveel dat hij dat nu – bij uitzondering – een keer wil laten zien. Het is een meewerkende burger die zou willen dat er méér beleid was, zodat hij meer kan meewerken en anderen dat ook gaan doen. Hij hunkert naar schaalvergroting.
Teuna Bongers en partner Marian van Doorne, beiden 59, voldoen aan allerlei stereotypen, dat weten ze zelf ook wel. Al jaren vegetariër, kort haar, wandelaars. Ze hebben net hun regenbroek aangetrokken in de hal van Amsterdam CS en eten nu een bruin bolletje. In de trein vanuit Wijchen hadden ze nog een vriendelijke discussie met een medereiziger die niet naar de klimaatmars ging. „Die meneer had in De Telegraaf gelezen dat we beter geld kunnen besteden aan CO2-reductie in Afrika dan hier”, vertelt Bongers. „Dan zeggen wij: dat kun je óók doen. Het een sluit het ander niet uit. We zijn een van de rijkste landen ter wereld.”
De vrouwen hebben weinig vertrouwen in het concept-klimaatakkoord van het kabinet, waarvan het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving woensdag hun doorrekening presenteren. „We demonstreren bijna nooit”, zegt Van Doorne. „Maar nu willen we de urgentie aangeven. Het land wordt al jaren geregeerd door kabinetten die roepen dat er geen haast is. Alsof uitstellen niet veel meer geld kost. We willen laten zien: wij zijn er ook.”

‘Luchtvaart en industrie worden niet aangepakt’

De overvolle stationshal is de laatste droge plek voordat de massa de stromende regen in stapt op weg naar de Dam. Van daaruit zal de mars door de binnenstad trekken, naar een kleddernat Museumplein. Een parade van poncho’s, paraplu’s en regenpakken. „Regen is het slechtste excuus om niet naar een klimaatdemonstratie te gaan”, zegt Ralf Verbeek, vader van Merel (7) en Sara (9), die een grote roze zwemband om heeft. Ook hij heeft al jaren niet meer gedemonstreerd. „We vinden het belangrijk dat onze kinderen dit meekrijgen. Het gaat om hun toekomst.” Ze proberen groen te leven, vertelt zijn vrouw Petra Wilbrink met een duikbril op haar hoofd.
Dat geldt voor zoveel aanwezigen. Ze eten minder of geen vlees, isoleren hun huis, laten als het even kan de auto staan. Velen vliegen nog wel, maar minder. Ze zijn ongeduldig over het uitblijven van betere treinverbindingen. Er is veel commentaar op de luchtvaart: het idee alleen al dat Schiphol nog kan groeien, het uitblijven van kerosinebelasting, de aandelen KLM die het kabinet onlangs kocht. Ja, dat kon opeens wel snel.
De mensen hebben het gevoel dat zij hun best doen, maar dat het kabinet achterblijft of de verkeerde belangen beschermt. Rob Jetten (D66) is de enige leider van een coalitiepartij die zich laat zien. De linkse oppositie is wel ruim aanwezig met Jesse Klaver (GroenLinks), Lilian Marijnissen (SP), Lodewijk Asscher (PvdA) en Marianne Thieme (PvdD).
„De luchtvaart en de industrie worden niet aangepakt, maar de lasten worden bij de burger neergelegd”, zegt Diet Groothuis (56), die voor het laatst heeft gedemonstreerd in 1984, toen tegen de kruisraketten. „Daar ben ik zo kwaad over. Daar kan ik om huilen. Daarom moest ik hier gewoon bij zijn. Misschien wordt dit weer een keerpunt.”
Om één uur is de Dam volgestroomd, evenals een groot deel van het Damrak. In de Bijenkorf proberen mensen een stukje af te snijden. Heel even moeten Chanel en Dior wijken voor een druipende stoet die niet in hen geïnteresseerd lijkt.
Activisten van onder andere Milieudefensie, Greenpeace en FNV hebben weken gewerkt om mensen te mobiliseren. Soms is de achterban minutieus gebriefd. Zo tipt OxfamNovib op zijn site duurzaam proviand mee te nemen, zoals „een drinkbeker met kraanwater” of „een of twee stevige boterhammen in een ouderwetse broodtrommel of hip herbruikbaar zakje”.
Manu Busschots, broodtrommel in de hand, is oprichter van een stichting die mensen helpt verduurzamen. „Ik denk dat de organisatoren zich minder vatbaar proberen te maken voor kritiek, over deelnemers die ook naar McDonald’s gaan. Ik weet alleen niet of dit de slimste manier is. Je hoeft McDonalds niet uit te sluiten. Zolang hypocrisie een argument is, komen we er niet, want niemand is perfect.”
(M.m.v. Rik Rutten)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten