Over twee jaar gaan de Haringvlietsluizen op een kier en stroomt er voor
het eerst in 47 jaar weer zout water in het Haringvliet. Daardoor zal
er weer riet gaan groeien, komen er meer vissen en insecten en is er dus
meer voedsel voor vogels.
© Trouw.
Artist impression van Scheelhoek, Zuiderdiep en Blok de Wit.
Deltanatuur
In 2018 gaan de Haringvlietsluizen op een kier en stroomt er voor het
eerst in 47 jaar weer zout water in het Haringvliet. Achter de dam wordt
de natuur voorbereid op brak water en bescheiden extra getij.
-
Daar, in dat dynamische estuarium, groeiden de haringen op. Eenmaal volwassen kozen ze weer het ruime sop, om te paaien
Ooit wemelde het in het Haringvliet - de naam zegt genoeg - van de jonge
Atlantische haring. Geboren op zee trokken de jonge haringlarfjes naar
de Haringvlietdelta, waar het zoete water van de riviermonding van Maas
en Rijn en het zoute water van de Noordzee elkaar ontmoetten. Daar, in
dat dynamische estuarium, groeiden ze op. Eenmaal volwassen kozen ze
weer het ruime sop, om te paaien.
Ook trekvissen als stekelbaars,
spiering, elft, flint en iconische soorten als de Europese steur en
Atlantische zalm kunnen estuaria voor hun levenscyclus niet missen.
Bovenstrooms geboren op de rivieren zwemmen de jonge trekvissen de
rivier af en verblijven ze langere tijd in de zoet-zout overgang om zich
aan te passen aan het zoute zeewater. Volwassen geworden op zee,
trekken ze weer de rivier op, om te paaien, weer via het estuarium maar
nu om er te wennen aan het zoete rivierwater.
Aan dit drukke
migratieverkeer en de levendigheid in dit opgroeigebied van jonge
haring, sprot, spiering, rivierprik en zeebaars - een gedekte tafel voor
andere (trek)vissen maar ook (trek)vogels - kwam plots een einde toen
in 1971 de Haringvlietdam werd voltooid. De rivierdelta was hermetisch
afgesloten van de zee; geen vis kon er meer in of uit, ze stootten hun
neus tegen de dam. Het getij achter de dam verdween en het Haringvliet
werd zoet. Als prijs voor een veilige kust, ging de dynamiek van de
karakteristieke deltanatuur met haar unieke plant- en diersoorten
verloren.
-
Hoe mooi zou het zijn, als die verloren gegane dynamische deltanatuur weer terug zou keren in het Haringvliet?
In de Korendijkse slikken bijvoorbeeld, een buitendijks natuurgebied van
ruim 400 hectare in de Hoeksche Waard, zijn door het wegvallen van de
getijdenwerking de voorheen flauwe oevers steil geworden. Het gebied
werd droger en zoeter waardoor riet en biezen verdwenen en plaats
maakten voor bomen, struikgewas en manshoge ruigtekruiden. De
vogelbevolking veranderde mee. Moerasvogels kwamen. Ganzen en eenden
bleven, maar van de steltlopers alleen de weidevogels, de kustvogels
zijn verdwenen.
Hoe mooi zou het zijn, als die verloren gegane
dynamische deltanatuur weer terug zou keren in het Haringvliet? Dromen
daarvan is zo onrealistisch niet meer, dankzij het Kierbesluit: in 2018
worden de Haringvlietsluizen op een kier gezet, wanneer de waterstand in
het Haringvliet lager is dan op zee.
Openzetten
De
situatie van voor 1971 komt niet terug, maar toch: zelfs een
getijdeslag van slechts 30 centimeter heeft al een enorme impact op de
natuur, weet Stefan Soede, projectleider bij Natuurmonumenten. In het
beheerkantoor Haringvliet/Krammer Volkerak in Numansdorp vertellen hij
en programmamanager Angela Duijndam hoe een gelegenheidscoalitie van
Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Ark
Natuurontwikkeling, Vogelbescherming Nederland en Sportvisserij
Nederland, het Haringvliet gaat voorbereiden op het openzetten van de
kier.
-
Natuureiland Tiengemeten krijgt er aan de oostkant zelfs een extra steiger bij, waar Waterbus en plezierbootjes kunnen aanleggen
Een drieënhalf jaar durend megaproject wordt het, dat dankzij een
startkapitaal van 13,5 miljoen euro uit het Droomfonds van de
Postcodeloterij van de grond kan komen. De andere helft van de
projectkosten wordt gefinancierd door provincie Zuid-Holland, gemeente
Goeree-Overflakkee, de coalitiepartners zelf, Rijkswaterstaat.
En
door ondernemers, bijvoorbeeld van de Waterbus, die al deze zomer
vanuit Rotterdam en Dordrecht vaarexcursies verzorgt naar het
Haringvliet en daar bestemmingen aandoet als Willemstad, Hellevoetsluis,
Middelharnis en Stellendam. Natuureiland Tiengemeten krijgt er aan de
oostkant zelfs een extra steiger bij, waar Waterbus en plezierbootjes
kunnen aanleggen.
Niet alleen de natuur gaat dus van het project
profiteren, de economie pikt eveneens graantjes mee, vooral de toerisme-
en recreatiesector. Ook een plan voor markewoningen bij natuurgebied
Meneerseplaat maakt deel uit van het Droomfondsproject Haringvliet.
Onderhandelingen
met de visserijsector moeten leiden tot harmonie tussen economische
belangen en de ecologische draagkracht van het gebied. Want het is
natuurlijk niet de bedoeling dat de trekvissen, als straks de
Haringvlietsluizen op een kier gaan, aan weerskanten van de
Haringvlietdam ten prooi vallen aan intensieve visserij. Goede afspraken
zijn broodnodig, zegt Duijndam, getuige het verhaal over een door Ark
uitgezette gezenderde steur, die meerdere keren is opgevist. "Hij is wel
weer teruggegooid, gelukkig."
-
Toen het Rijk begin deze eeuw nog substantieel geld uitgaf voor natuur, lag er een veel groter plan klaar: project 'Deltanatuur'
Toen het Rijk begin deze eeuw nog substantieel geld uitgaf voor natuur,
lag er een veel groter plan klaar: project 'Deltanatuur', dat bedoeld
was als compensatie voor negatieve ontwikkelingen in de Waddenzee. De
overheid had voor dat doel onder andere 500 hectare landbouwgrond
aangekocht in de Zuiderdieppolders voor natuurontwikkeling.
Project
Deltanatuur sneuvelde toen het Rijk het natuurbeleid afstootte naar de
provincies en staatssecretaris Bleker het verbood nog langer
landbouwgrond op te offeren voor nieuwe natuur. Na de decentralisatie
kreeg provincie Zuid-Holland het beheer over de poldergrond.
"Er
was veel weerstand tegen een natuurbestemming", zegt Angela Duijndam,
"maar gemeente Goeree-Overflakkee zag wel in dat je bij een krimpende
bevolking toch moet proberen reuring te houden op het eiland. Een
natuurbestemming zou in ieder geval nieuwe kansen bieden op recreatief
vlak."
Toen is, in 2012/2013, het 'Gebiedsproces Noordrand
Goeree' gestart. "De vier partners in dit proces - provincie, gemeente,
Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten - werden het eens over drie
doelstellingen: natuurontwikkeling, windenergie en agrarische
structuurversterking. Van de 500 hectare overheidsgrond kreeg 70 hectare
een natuurbestemming, 430 hectare ging terug naar de agrariërs. Kavels
konden herschikt worden zodat de boeren gunstiger bedrijfsomstandigheden
kregen."
Van de oorspronkelijke 500 hectare deltanatuur bleef
dus maar 70 hectare over. "Dat klopt, maar je kunt ook zeggen dat de
boeren 70 hectare grond zijn kwijtgeraakt", antwoordt Duijndam
diplomatiek. "Het is maar net van welke kant je het bekijkt."
-
Een deel van de windmolens komt waarschijnlijk langs de
zuidkant. "De boeren hadden ze graag in het Blok zelf gehad, naast
Zuiderdiep/Scheelhoek, maar dat kan niet"
Natuurlijk geheel
De 70 hectare nieuw in te richten
natuur, bekend als 'Blok de Wit', grenst aan het Zuiderdiep en het ten
noorden daarvan gelegen natuurgebied Scheelhoek - een voormalige
zandplaat in het Haringvliet. Blok de Wit, Zuiderdiep en Scheelhoek
vormen straks een natuurlijk geheel: 'topnatuur' waarin gevaren,
gefietst, gewandeld en gestruind kan worden.
Voor het zover is
moet de landbouwgrond in Blok de Wit worden omgezet in natuur. Volgend
jaar zomer wordt begonnen met het graven van kreken. Door Blok de Wit
komt een fiets- en wandelpad. Een deel van de windmolens komt
waarschijnlijk langs de zuidkant. "De boeren hadden ze graag in het Blok
zelf gehad, naast Zuiderdiep/Scheelhoek, maar dat kan niet", zegt
Duijndam, "want dat is Natura 2000-gebied."
De spuisluis van het
Zuiderdiep bij de visafslag van Goeree spuit tot nu toe alleen naar
buiten, zoet water richting de zee. Maar als straks de
Haringvlietsluizen op een kier gaan, zal ook de Zuiderdiepsluis, als
'achterdeurtje' van de kier, hopelijk een stukje worden opengezet,
vertelt Duijndam. "Met 'de hand aan de kraan' zal dan ook het water van
het Zuiderdiep kunnen verbrakken, tot aan het einde van de Scheelhoek.
We streven naar bescheiden intergetijdennatuur in Blok de Wit en de
Scheelhoek, visvriendelijk, met dynamische overgangen van zout naar zoet
en hoog naar laag."
-
Droomfondsproject Haringvliet, Staatsbosbeheer en Parkschap Nationaal
Park De Biesbosch slaan de handen ineen om, ook in bestuurlijke en
organisatorische zin, een eenheid te maken van De Biesbosch en het
Haringvliet. Ze werken aan de vorming van één groot nationaal park dat
het verhaal van de Nederlandse delta vertelt.
Samen dingen ze
mee naar de titel Nationaal Park van Wereldklasse. Vóór september dienen
zij hun plan in bij Economische Zaken, dat de titelstrijd heeft
georganiseerd. In oktober mag het publiek zijn stem uitbrengen op de
gebieden die door een vakjury zijn geselecteerd.
Ook aan de andere kant van het Haringvliet begint volgend jaar zomer het
natuurherstel. "De steile oevers van de kreken in natuurgebied de
Korendijkse slikken gaan we verflauwen", vertelt Stefan Soede. "Ook
willen we vispasseerbare drempels leggen in de kreken. Bij vloed kan het
water dan wel de kreken in maar er niet meer helemaal uit, bij eb
blijft een deel achter de drempels hangen. Door zo meer natuurlijke
omstandigheden te creëren, zal het ecosysteem veranderen. Er zal weer
riet gaan groeien op de flauwe oevers, er komen meer visjes en insecten
en daarmee meer voedsel voor vogels."
Nu zijn de Korendijkse
slikken nauwelijks begaanbaar, ook doordat het gebied tijdelijk is
afgesloten vanwege werkzaamheden aan de dijk. De begroeiing staat
manshoog, het pontje is gezonken, de uitkijkpost in elkaar gestort.
"Vergane glorie", zegt Soede. Maar dat gaat veranderen. "We gaan de
vrijkomende grond van de oevers gebruiken om de wandelpaden op te hogen.
Op de kop van het zuiden willen we een hoge uitkijktoren maken,
vanwaar je het Haringvliet kunt overzien - dat gaat een end of the
world- ervaring worden! Ook voorzieningen als goede informatiebordjes,
een bankje en een fatsoenlijk parkeerterrein moeten het gebied
toeristisch aantrekkelijker maken, want hoe meer toerisme, hoe groter
het draagvlak voor natuurontwikkeling."