zaterdag 17 november 2018

Koffers vol familietrauma’s worden deel van het nationale geheugen

Einde Eerste Wereldoorlog Franse burgers gingen op zoek naar herinneringen uit de Eerste Wereldoorlog. Het project is een goudmijn voor historici. ‘We weten al hoe de oorlog gevoerd is, we willen nu zien hoe mensen de oorlog beleefd hebben.’
Tekening van de loopgraven gemaakt door luitenant Hubert de Monbrison in februari 1915.
Tekening van de loopgraven gemaakt door luitenant Hubert de Monbrison in februari 1915. ‘Mijn beste Georges”, schrijft Angèle Lamour op 10 augustus 1915 aan haar man aan het front bij Ieper. „Bijna vier maanden dat ik niets van je gehoord heb; wat een pijnlijk wachten! Ben je gewond of ziek?” De brief wordt nooit beantwoord: Georges Lamour, vader van drie kinderen, is op 22 april van dat jaar in Boezinge „verdwenen”. Zijn lichaam is nooit gevonden en de familie vermoedt dat Duitse troepen hem in handen hebben. „Ze schrijven naar het Rode Kruis, naar ambassades, maar vinden niets. Ze vrezen dat hij gedeserteerd is”, zegt Isabelle Aristide-Hastir van de Nationale Archieven van Frankrijk. „Pas in 1921 heeft de rechter bepaald dat hij ‘Mort pour la France’ is’, in het harnas gestorven voor de natie.
De jarenlange zoektocht is misschien niet uniek. Maar dankzij een in 2013 begonnen nationale inzameling van privéspullen uit de ‘Grote Oorlog’ van 1914 tot 1918 is de geschiedenis van Lamour en vele anderen nu online toegankelijk voor onderzoekers en andere geïnteresseerden. Deze Grande Collecte’, waarvoor de Nationale Bibliotheek vroeg op zolders en in garages te kijken of ze nog papieren herinneringen van voorouders uit de oorlog hadden, was een groot succes. Zo’n 20.000 mensen meldden zich bij het archief in Parijs of bij dependances in de regio met brieven, ansichtkaarten, dagboeken, tekeningen, officiële aktes en kleine objecten. Totaal werden 325.000 stukken ingescand. Dit herdenkingsweekend, honderd jaar na de ‘Armistice’ van 1918, kunnen mensen voor het laatst hun familie-archieven langsbrengen.

Aquarellen in de loopgraven

Op een kleine expositie in de hal van de archieven in Parijs loopt Aristide-Hastir langs enkele van de mooiste ontdekkingen. Ze laat fraaie aquarellen zien die luitenant Hubert de Monbrison in zijn dagboek in de loopgraven maakte en toont een pakketje met persoonlijke spullen dat de familie van de gesneuvelde soldaat Jean-Marie Laussert thuis ontving. Er zijn schokkende foto’s van kadavers en vreselijke verwondingen, maar ook relativerende ansichtkaarten met vrolijk lachende mensen die de soldaten ter geruststelling naar het thuisfront stuurden. „Ik heb nog twee vaders met elk drie kinderen gefusilleerd zien worden omdat ze weigerden naar de gevechtslinie te gaan”, leest ze voor uit een brief die een soldaat in 1915 naar zijn vrouw stuurt.
Er is geen familie die niet door deze oorlog geraakt is

Geen opmerkingen:

Een reactie posten