zondag 8 oktober 2017

Nick Cave is van breekbaar graniet / Trouw

Nick Cave is van breekbaar graniet


Cultuur
Joris Belgers
Nick Cave op Lowlands 2013. © ANP Kippa
Recensie
Concertrecensie 
Nick Cave & The Bad Seeds
 
Ziggo Dome,  6 oktober 
★★★★★
Nick Cave leunt vanaf het voorste hek óp het publiek. Hij laat zich door een zee van armen ondersteunen, tijdens 'Higgs Boson Blues', één van de hoogtepunten van de avond. Woest trekt hij die armen richting zijn borst, hij spuugt het uit: “Can you feel my heartbeat?” Bij het omineuze ‘Jesus Alone’ heupwiegt hij over het podium, van links naar rechts, dreigend als Magere Hein, de armen uitdagend geheven. Bij 'Jubilee Street' is de manische triomf van zijn gezicht af te lezen:“Look at me now!” De aansporing is onnodig – we blijven heus wel kijken.
Want Nick Cave is behept met het soort magnetische podiumuitstraling die maar weinigen gegeven is. Het is een performer die op het podium precies doet wat hem na al die decennia op de been houdt – zichzelf onderdompelen in zijn muziek, tot aan het maniakale toe. En Cave was in bloedvorm, samen met zijn magistrale band The Bad Seeds. Alles klopte, gisteravond in de Ziggo Dome.
Dat is misschien een wat grote concerthal, voor een bij vlagen zo intiem concert, maar Cave predikte tot de achterste rijen. Het geluid was perfect, de dienstbare The Bad Seeds speelden geweldig - wel wat ingetogen, minder uitzinnig dan tijdens hun afsluitende Lowlands-show in 2013.

Onverzettelijk

Terecht, want dit concert stond in het teken van zijn laatste album ‘Skeleton Tree’, de hoekige, rauwe verwerking van de dood van Cave’s verongelukte zoon in 2015. Die Kindertotenlieder zijn zij aan zij door de set verweven, die verder de hoogtepunten uit Caves carrière bevat: van debuutsingle ‘From Her To Eternity’, het liefdesballade ‘Into my arms’, het spetterende ‘Red Right Hand. Geen verrassende set, maar wel een die prachtig in balans bleek. Elk nummer kreeg de behandeling die het verdiende – soms wat aan de tijd aangepast, zoals ‘The Mercy Seat’, want Cave is toch ook al zestig.
Niet aan hem af te zien, overigens. Hij rockt, hij tiert, hij briest, hij huilt. Nick Cave is uitdagend en onverzettelijk, tijdens ‘Higgs Boson Blues, als de uit graniet gehouwen rockster. Maar bij het klein gehouden liefdesliedje als ‘Into My Arms’ en de daarop volgende pendant ‘The Ship Song’ zien we hem kwetsbaar, breekbaar. Soms zelfs kapot.
Zoals tijdens ‘I Need You’. Dat is geen mooi liedje, maar een klaagzang die priemt door de ziel. De échte stomp in de maag volgt aan het slot, met ‘Distant Sky’ - met de Deense sopraan Else Torp op het grote scherm. Cave huilt het uit, ook de zaal slikt even wat weg.  Setafsluiter ‘Skeleton Tree’ krijgt erna zowaar iets opbeurends, langzaam breken zonnestralen door.
Maar het mooiste moet dan nog komen. Bij de toegift blijkt Cave het prima naar zijn zin te hebben, wanneer hij voor ‘Stagger Lee’ zo’n honderd mensen uit het publiek het podium heeft uitgenodigd. Dan is er tijd voor een grap, een knuffel, saamhorigheid. Vooral ontroerend is die omhelzing met die jongen die naast hem staat, voor iedereen te zien op het scherm, tijdens het allerlaatste nummer, het sidderende ‘Push the Sky Away’ dat de avond definitief afsluit. En wát voor avond. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten