donderdag 3 augustus 2017

Jeanne Moreau (1928-2017) werd nooit een saaie grootmoeder / Trouw

Jeanne Moreau (1928-2017) werd nooit een saaie grootmoeder
Belinda van de Graaf


Interview
Jeanne Moreau, die vandaag op 89-jarige leeftijd overleed, was een van de belangrijkste filmactrices van de Franse 'Nouvelle vague'. Ze maakte tot op hoge leeftijd nog films. In 2005 sprak Trouw haar, naar aanleiding van een retrospectief die destijds in het Filmmuseum te zien was. 
Ruim een halve eeuw staat Jeanne Moreau nu in de schijnwerpers als actrice, maar voorlopig kan ze er nog geen genoeg van krijgen. Met de jonge Franse regisseur François Ozon voltooide ze onlangs haar nieuwste film, 'Le Temps Qui Reste' (De Resterende Tijd), waarin ze bij hoge uitzondering te zien is als grootmoeder. Een rol waar ze lang over na moest denken.
”Ik heb de laatste tijd veel rollen moeten weigeren. Ik heb geen zin om grootmoeders te spelen. Dat is me te saai, en te clichématig”, vertelt ze, stellig. Voor François Ozon, regisseur van de instant-klassieker 'Sous le Sable', wilde ze wel een uitzondering maken. ”Bij het zien van Ozons eerste korte films, jaren geleden, wist ik al dat hier een nieuw talent was opgestaan. Ik wist dat ik bij hem niet hoefde te vrezen voor een rol als betweterig besje, en ik hoefde ook niet achter het fornuis te staan of ruzie te maken met mijn schoondochter over de opvoeding van de kleinkinderen. Ozon herinnert me aan Fassbinder, voor wie ik ooit een hoerenmadam speelde in zijn zwanenzang 'Querelle' (1982). Fassbinder was een begenadigd vrouwenregisseur van wie ik zielsveel hield. Ozon heeft iets van zijn sensitiviteit.”
”Merde!” Moreau vloekt eens flink over alle onbenullige rollen die ze op haar oude dag krijgt aangeboden, en die ze steevast weigert, met bijgeleverde verklaring. Ze kan zeer direct zijn. Jeanne Moreau verwierf in Frankrijk de bijnaam 'La belle dame sans merci', de genadeloze mooie dame.

Brave besjes

Ze heeft op het Filmfestival van Cannes enkele journalisten uitgenodigd voor een gesprek. En vertelt eerst over haar eigen grootmoeders, ook geen brave besjes. ”Mijn grootmoeder van moeders zijde was een forse Ierse tante die in een fabriek werkte, en geen blad voor de mond nam. Ze stond dicht bij de aarde, kende alle roddels in het dorp, en wist precies wie het met wie deed. Zij heeft me als meisje alles verteld wat ik moest weten. Mijn grootmoeder van vaders zijde was een Française, iets minder origineel dan mijn Ierse grootmoeder, maar ook een harde kegel. Als ik als meisje vloekte, dan riep ze de straf van God over me af.”
Als je de lange carrière van Moreau overziet, wordt duidelijk dat ze zich aan conventionele vrouwenrollen nooit veel gelegen heeft laten liggen.
In Louis Malle's 'Les Amants' speelde Moreau een echtgenote en moeder die huis en haard verliet voor een jongere minnaar. Het was 1958, en de film veroorzaakte een groot schandaal. In een aantal Amerikaanse staten werd 'Les Amants' (De geliefden) zelfs uit de bioscopen geweerd. Moreau's optreden werd als amoreel beschouwd, een gevaar voor de goede zeden.

Nouvelle vague

In hetzelfde jaar, 1958, was Moreau te zien geweest in Louis Malle's regiedebuut 'Ascenseur pour l'Échafaud' (Lift naar het schavot), de film die als blauwdruk zou dienen voor de aanstormende regisseurs van de 'Nouvelle Vague'.
We zien Moreau door de straten van Parijs lopen. Ze is alleen. Terneergeslagen. Haar minnaar is niet komen opdagen. Er is iets gebeurd, maar ze weet niet wat. Aan het begin van de avond heeft ze hem nog gesproken, en 'Je t'aime' door de telefoon gefluisterd. Hij zou op pad gaan om haar echtgenoot te doden.
Daarna zouden ze samen verdwijnen. Op Moreau's gezicht valt alles te lezen. Onbegrip, moedeloosheid, toenemende vertwijfeling.
Met Louis Malle's 'Ascenseur pour l'Échafaud' beleefde Jeanne Moreau haar grote doorbraak. Ze was dertig jaar, en al een gevierd theateractrice. Bioscoopgangers kenden haar uit een aantal Franse B-films, overwegend thrillers of gangsterfilms, zoals Jacques Beckers 'Touchez pas au Grisbi' (1953), waarin Jean Gabin de hoofdrol speelde als gangster, en Jeanne Moreau een bijrol als gangsterliefje.

Keerpunt

'Ascenseur pour l'Échafaud' betekende een keerpunt. De film was evenals vele andere films gebaseerd op een pulproman met een thrillermotief, maar Louis Malle had met een paar stilistische ingrepen iets nieuws weten te scheppen. 
De camera was van het statief gehaald, en op de schouder genomen. Moreau was - tegen de regels in - gefilmd zonder make-up, en zonder kunstlicht. In een zwart mantelpakje met wit kraagje en op pumps dwaalde ze door nachtelijk Parijs, overgeleverd aan het schaduwspel van de schaars verlichte Champs Elysées, en de huilende trompet van Miles Davis die speciaal voor deze film een geïmproviseerde en inmiddels legendarische jazz-compositie maakte. Centraal stond in die beroemde speelfilm niet Moreau's lichaam, maar haar gezicht. Ze was geen koude, klassieke schoonheid à la Catherine Deneuve, geen seksbom à la Brigitte Bardot, geen jongensachtig meisje met kortgeknipte haren en platte schoentjes à la Jean Seberg, ook geen langbenig, broodmager Twiggy-type à la Anna Karina. Wat Moreau uitstraalde was een prettige mix van sensualiteit en intelligentie. Haar beroemde volle lippen, in een duidelijke krul naar beneden gebogen, zouden ook van een klein verwend meisje kunnen zijn.
Europese topregisseurs als Louis Malle, François Truffaut, Michelangelo Antonioni, Luis Buñuel, Rainer Werner Fassbinder, Theo Angelopoulos en nu ook François Ozon vielen als een blok voor haar. 
Met deze filmmakers zocht ze de grenzen op, als de vrouw die niet kan kiezen tussen twee gelieven, en uiteindelijk met allebei op stap gaat, in een vrolijke menage-à-trois waarin de tragedie om de hoek loert (Truffauts 'Jules et Jim', 1962). Samen met Marcello Mastroianni gaf ze het uitgebluste huwelijk vorm (Antonioni's 'La Notte', 1960). En samen met Brigitte Bardot gaf ze een striptease weg in wat je een vrolijke, vrouwelijke buddy-film zou kunnen noemen (Malle's 'Viva Maria!', 1965). Moreau gaf in de jaren zestig en zeventig de veranderende maatschappij vorm in de rol van de moderne, vrijgevochten vrouw. Ze verbond zich aan de literatuur van Jean Genet (door haar rol in Fassbinders 'Querelle'), Franz Kafka (door haar optreden in Orson Welles' 'The Trial', 1962) en vooral Marguerite Duras, de eigenzinnige Franse schrijfster die steeds weer terugkeert in haar leven en haar films. Zo was ze te zien in een verfilming van Duras' studie naar verveling en doodsdrift (Peter Brooks 'Moderato Cantabile', 1960) en werd door Duras zelf geregisseerd in 'Nathalie Granger' (1972). Om de Franse schrijfster te vertolken in 'Cet Amour-La' (2001) mocht ze gewoon zichzelf zijn, geen pruiken, geen gedoe: een kleine, frêle verschijning met het stemgeluid van een bulldozer.

Champagne, witte wijn, brandy

Moreau ziet er op 77-jarige leeftijd uit als een fijne oude dame. Witte zijden blouse, ringen als bloemen om haar vingers. Dit is de vrouw die gekleed werd door de Franse topontwerper Pierre Cardin, en die ook buiten de filmcoulissen een innige relatie met hem had, zoals met zoveel andere mannen. Moreau: ”Als ik champagne drink, dan denk ik aan François Truffaut. Witte wijn, dat is Jean Renoir. En brandy gecombineerd met de geur van sigaren, dat is Orson Welles.”
Moreau steekt opnieuw een sigaret op, en schraapt haar keel. En na een kleine pauze is daar weer die diepe, doorrookte stem waarmee ze in tal van films zoveel indruk maakte. Moreau heeft gedronken, gerookt en gevreeën als een matroos. Roken doet ze nog steeds als een ketter, ook als ze in Californië is, want, zo verklaart Moreau vrolijk: ”Ik moet Bette Davis, Greta Garbo en Marlene Dietrich toch een beetje in ere houden.” Bovendien, zo vervolgt de diva, ”een sigaret met lipstick, dat is toch een geweldige clou!”
Voor haar nieuwste filmproject werkt ze samen met een van de meest controversiële Franse regisseurs van dit moment, precies zoals een halve eeuw geleden, toen de meest spraakmakende filmmakers aan haar voeten lagen. Na François Ozons 'Le Temps Qui Reste' zal Moreau te zien zijn in 'La Vieille Maitresse' van Catherine Breillat, naar een roman van Jules-Amédée Barbey d'Aurevilly, de als anti-feministisch bekendstaande schrijver die ervan overtuigd was dat in de vrouw de duivel huisde. Een saaie grootmoeder zal Moreau nooit worden.
Lees ook: Jeanne Moreau gaf vorm aan het veranderende Frankrijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten