argousier, olivier de Sibérie, ananas de Sibérie, saule épineux, faux nerprun, bourdaine marine, argasse, grisset et épine luisante |
Dat komt door de duindoornbessen. Bij de oude Grieken stonden die bessen bekend als Hippophae rhamnoides. De vriezeman zet het aanwezige zetmeel in de oranje, beetje ovale bessen om in suiker. Soms komt er daardoor alcohol in de bessen. Als een mus daarvan eet, blijft die beter een tijdje rustig zitten voor hij met zijn zatte botten ergens tegenaan vliegt.
Misschien ken je ze, de kleine oranje besjes die tegen de takken aangeplakt zitten. Ze smaken verschrikkelijk zuur. De naam duindoorn vertelt je meteen hoe het ermee staat. Als je de besjes plukt zal je het geweten hebben. Ze prikken langs alle kanten. Gelukkig bestaan er rassen zonder doorns. In de vroegere Oostbloklanden kennen ze deze bessen als een lekkernij.
Duindoorn komt oorspronkelijk uit Tibet, China, Mongolië en Zuidoost-Siberië. Wat ze in Tibet al 1200 jaar lang weten, sijpelt nu stilaan door in onze streken. Duindoorn wordt de vrucht van de toekomst. Je kan er alle kanten mee uit. De duindoorn is dus 'tweehuizig'. Als je de dames en de heren, zoals in de kerk vroeger, netjes scheidt : vergeet dan de bessen. Maar vaak kruipen de mannetjes lekker in de buurt van de vrouwtjes, hoe zou je zelf zijn. En dan is het bessengeluk grenzeloos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten