Opgeruimd
staat netjes. Een oude wijsheid. Netheid is nauw verbonden aan
godsvrucht, zei Benjamin Franklin al. Anno nu bewijst de hype rondom de
opruimgoeroe Marie Kondo maar weer dat dit idee ons nog altijd raakt.
Marie
Kondo maakte een paar jaar geleden furore met haar simpele adviezen
over hoe je je huis moet opruimen en ontdoen van overtollige, ongeliefde
spullen. Dankzij haar kersverse Netflixserie 'Tidying up with Marie
Kondo', hoef je haar bestsellers niet eens te lezen om de
KonMari-methode op je bezittingen toe te passen. Bijvoorbeeld: vouw je
kleren zo op dat je ze allemaal kunt zien, zodat je weet wat je hebt,
liefst niet te veel, en bewaar alleen die spullen die je spark joy
geven, met andere woorden een vreugdevonk.
Klinkt
goed. Dankzij haar serie raakte ik gegrepen. Ik ben al jaren een
minimalist. De lezer van deze krant heb ik een paar jaar geleden over
mijn voornemen verteld om geen nieuwe kleren te kopen (begint een rage te worden, lees over Jolande Uringa in Trouw van 9 januari).
Dit jaar is het vierde jaar van mijn kledingkoopmoratorium. Natuurlijk
bezwijk ik weleens. Ik ben ook maar een mens met wensen. Maar voor het
gros van de tijd heb ik me kunnen inhouden. Het is iets wat mij rust
geeft. Iets wat me doet nadenken over ons consumentisme en onze begeerte
naar spullen.
Marie Kondo's serie past
dus helemaal in mijn straatje. Haar opruimtechnieken vind ik puik. Ook
ik vouw nu mijn kleren op in pakketjes. Opgeruimd staat netjes, hè,
zeiden we al.
Vreugdevonk
Maar
met haar spark-joyfilosofie heb ik moeite. Het idee is dat je elk
kledingstuk (of boek of speeltje enzovoort) dat je hebt, in je handen
neemt en alleen bewaart als je een vreugdevonk voelt. Zo nee, weg ermee. Het
is misschien wat ver gezocht, maar ik trek hier even een parallel met
hoeveel mensen in het Westen een partner kiezen of vasthouden: voel je
een vonk, dan heb je de ware te pakken, is die vonk weg, dan moet je uit
elkaar.
Vergezocht of niet, het
gaat om een levenshouding waar we in het Westen goed in zijn: afgaan op
je momentane gevoelens, je verlangens van het ogenblik. Zo
gaan we ook vaak om met spullen. Willen we iets, dan kopen we het,
willen we het niet meer, dan gooien we het weg. Het vonk-idee à la Kondo
past hier precies bij.
Onze
keuzes zijn daardoor gebouwd op heel vluchtige gevoelens en begeertes.
Hoe stabiel is dat? Je kunt een jasje hebben, maar geen vonk voelen. Je
gooit hem weg. En even later heb je spijt. En maar shoppen, meer en
weer. Zoals we zien in de stad. Al die mensen, vooral jongeren, niet op
zoek naar iets dat ze nodig hebben, maar naar die vonk. Dat ikje
kortstondig bevredigen. En een paar maanden later wordt de aankoop weer
weggegooid.
Waarom zou je het niet
anders doen: neem voordat je iets koopt een kledingstuk in de hand, denk
niet aan je ikje of je vonkje, maar vraag je af of je er over tien jaar
nog in zou willen lopen. Zo niet, laat staan. Scheelt een hoop tijd,
geld, moeite en spijt.
Naema Tahir is jurist en schrijver. Voor Trouw schrijft ze om de week een column. Haar andere columns vindt u hier.
Lees ook:
Een nieuw jaar, een nieuw voornemen
Eind 2016 schreef Naema Tahir over haar goede voornemen: geen nieuwe kleren meer kopen.
Orde in de ladekast, orde in het leven
Onthaastings-
en opruimgoeroes willen dat we van alles laten en wegdoen. Maar kunnen
we niet beter leren te waarderen wat er is? Moeten we niet vooral onze onvrede te lijf?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten