dinsdag 22 januari 2019

Frans-Duitse eenheid als recept tegen morose EU

Élysée-verdrag De Frans-Duitse „sokkel” is minder solide dan Macron had gehoopt. Een nieuw verdrag moet, nu Merkel weggaat, samenwerking minder afhankelijk maken van de ‘chemie’ tussen bondskanselier en president.
Bondskanselier Merkel met opeenvolgende Franse presidenten: Chirac (rechtsonder), Hollande (linksonder) en Sarkozy (boven).
Bondskanselier Merkel met opeenvolgende Franse presidenten: Chirac (rechtsonder), Hollande (linksonder) en Sarkozy (boven). Foto's EPA
Emmanuel Macron en Angela Merkel willen dat de symboliek u niet ontgaat. Terwijl de Britten worstelen om de EU uit te komen, sluiten zij dinsdag, precies 56 jaar na het ‘Élysée-verdrag’ van hun verre voorgangers Charles de Gaulle en Konrad Adenauer, een nieuw akkoord dat de Frans-Duitse vriendschap naar een hoger plan moet tillen. Een gezamenlijke veiligheidsraad is op komst, wetten en belastingen worden afgestemd en door vaker samen te vergaderen moeten regeringen, regiobesturen en parlementen nog beter kunnen samenwerken. De plechtige ondertekening is in Aken, de stad van Karel de Grote, koning van de Franken.
Maar conform de tijdgeest hebben in Frankrijk tot nu vooral dingen die niet in het verdrag staan tot ophef geleid.
Marine Le Pen, op campagne voor de verkiezingen van het Europees Parlement, betichtte Macron ervan de Franse soevereiniteit „te verkopen” omdat het volgens haar de bedoeling is dat „op termijn” de Franse permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad met Duitsland „gedeeld” wordt. Ondanks druk van Duitsland (vicekanselier Olof Scholz stelde recent voor om van de Franse zetel een Europese te maken) is Macron juist niet zo ver gegaan. In het verdrag staat dat de twee landen hun posities bij de VN, in overleg met andere EU-lidstaten, verder op elkaar afstemmen en dat de Frans-Duitse diplomatie zal pleiten voor een (erg onwaarschijnlijke) extra permanente zetel voor Duitsland.
In kringen van ‘gele hesjes’ circuleert het idee dat Frankrijk met het ‘Verdrag van Aken’ stilletjes de lang bestreden gebieden Elzas en Lotharingen aan Duitsland overdraagt. De afspraken over samenwerking in grensregio’s impliceren volgens de soevereinistische Europarlementariër Bernard Monot, van het met Le Pen samenwerkende Debout La France, dat in dit deel van Frankrijk de Duitse taal en Duitse wetten dominant worden. Onzin, concludeerden factcheckers van Franse media.
Want zo baanbrekend is het nieuwe verdrag eigenlijk niet. Op veel terreinen leggen de landen vast wat al jaren goed gebruik is. Dat ze vóór Europese topontmoetingen hun inbreng coördineren, bijvoorbeeld. Het vastleggen van staande gewoontes verraadt juist waar het schuurt, waar de Frans-Duitse motor hapert.
Lees ook deze column van Michel Kerres over het Verdrag van Aken: Duitsland zet stapje richting hard power , maar blijft naïef
Vooral op de Europese verwachtingen wordt gelet. Gecoördineerd Frans-Duits optreden „bij alle grote gelegenheden” moet volgens ‘Aken’ de toon zetten voor de sociale en economische „versmelting” van de EU. „Convergentie” is het toverwoord: geleidelijk naar elkaar toegroeien als hedendaagse verschijningsvorm van wat voorheen Europese eenwording werd genoemd. De ever closer union mag in Europa aan populariteit hebben ingeboet, tussen Frankrijk en Duitsland wordt die nog beleden. De Franse minister voor Europese Zaken Nathalie Loiseau zei dat het verdrag gezien moet worden als „laboratorium voor Europa”.

Liefdesverklaringen

Wat betekent dit voor de EU? Op het oog geeft het verdrag ruim baan aan een Frans-Duitse sprong vooruit. Met de Brexit verschuift het machtsevenwicht. Met de Britten was er een natuurlijk tegenwicht tegen al te innige Frans-Duitse liefdesverklaringen. Nu moeten andere lidstaten harder werken om het duo bij te sturen, als het verregaande gezamenlijke plannen heeft.
Zo kon de Nederlandse regering vorig jaar Frans-Duitse plannen voor een eurozonebegroting alleen afremmen door op te trekken met zeven andere noordelijke landen. Pas deze informele ‘Hanzecoalitie’ gaf Nederland „het noodzakelijke gewicht” om aan tafel te komen bij de Fransen en Duitsers, volgens een betrokkene bij de onderhandelingen. In Den Haag bestond de vrees dat met het nieuwe verdrag Macrons plannen voor meer economische integratie alsnog via de achterdeur voldongen feiten zouden worden.
Toch is veel van de historische argwaan tegen een hegemonie van de twee grootste continentale machten bij andere landen minder sterk geworden. Door de euro, maar ook door de hardere verhouding met de VS, China en Rusland, klimaatverandering en demografische trends wordt het spel anders gespeeld: zelfs de van oudsher Brits-georiënteerde premier Rutte is sinds vorig jaar een belijdend Europeaan, op basis van welbegrepen eigenbelang.
Ik maak me zorgen dat ze het niet wat vaker eens zijn
Janis Emmanouilidis, analist EPC
Er staat tegenover dat de Fransen en Duitsers goed beseffen dat zij niet alles kunnen bepalen. Macron „heeft altijd gewaarschuwd voor splijting in de EU”, zegt een Franse diplomaat die bij het nieuwe verdrag betrokken was. „We leven niet meer in het Europa van 1963, met zes leden. Het is een belangrijk moment om de gelederen te sluiten.” Anders gezegd: het gewicht dat Frankrijk en Duitsland in een EU met 28 of 27 lidstaten in de schaal leggen, is niet meer dat van 56 jaar geleden. Maar „er is geen enkele serieuze progressie mogelijk als Frankrijk en Duitsland het oneens zijn”, bezweert de diplomaat over de „onmisbare Frans-Duitse sokkel”. De samenwerking is „niet exclusief”, zegt hij richting de bezorgde kleinere lidstaten.
In zo’n context is het nieuwe verdrag eerder een (misschien zelfs overbodige) geruststelling dan een bedreiging voor het evenwicht. Stel je een EU voor waarin de Fransen en Duitsers aankondigen wat mínder met elkaar samen te werken: dat zou het begin van het einde zijn. De vraag is eerder of het genoeg is, zegt Janis Emmanouilidis, een leidende analist bij het European Policy Centre: „Ik vrees geen Duits-Frans dictaat, maar maak me zorgen dat ze het niet wat vaker eens zijn.” Vorig voorjaar spraken Merkel en Macron in het Duitse slot Meseberg af samen een sprong te maken in de hervorming van de eurozone: moeizame en controversiële onderwerpen binnen de bankenunie, de monetaire unie en de economische middelen van de eurozone. „Ze kwamen uit op de laagste gemeenschappelijke deler en zelfs die kregen ze er niet door in de EU.”
Emmanouilidis ziet vooral „mooie woorden op zondag, die een enorme discrepantie vertonen met de realiteit van maandag”. Komt het aan op praktische onderhandelingen, dan liggen Duitse en Franse wensen nog vaak ver uiteen, vooral bij de cruciale economische thema’s.
Soms gebeurt het dat Duitsland plechtig een standpunt met Frankrijk inneemt, en tegelijk stilzwijgend het verzet steunt van andere landen, zoals met de Hanzecoalitie. De hartstochtelijke wens van Macron om een EU-belasting voor techbedrijven in te voeren is door Duitsland in principe en volgens afspraak gesteund, maar in de praktijk met hulp van Ierland en Scandinavische landen op de lange baan geschoven. Emmanouilidis ziet de „mooie woorden” vooral als politieke boodschap. De timing is „geen toeval”: vlak voor Brexit (maart) en vlak voor de Europese verkiezingen (mei). „Het is ook een boodschap voor binnenlands gebruik aan illiberale krachten: wij blijven verenigd.

Gezamenlijke ‘militaire inzet’

Toch hopen de Fransen wel degelijk dat er iets verandert in de relatie met Duitsland. De samenwerking moet minder afhankelijk worden van de ‘chemie’ tussen de zittende bondskanselier en president en dus ook bij een minder welwillende opvolger van de uiterlijk in 2021 vertrekkende Merkel afgedwongen kunnen worden.
Twee dagen na de Duitse verkiezingen, op 26 september 2017, zette Macron aan de Sorbonne zijn EU-hervormingsplannen uiteen. Een „nieuw partnerschap” met Duitsland, een nieuw Élysée-verdrag, zei hij toen al, zou op 22 januari 2018 ondertekend moeten worden. „We zullen het niet over alles eens zijn, of niet meteen, maar we discussiëren over alles.” Het werd dus een jaar later. En als de tijd sinds die toespraak iets heeft duidelijk gemaakt, is het dat de Frans-Duitse „sokkel” minder solide is dan Macron had gehoopt.
Dat wordt in het nieuwe verdrag nog het best geïllustreerd met een adviesraad van economische „experts”. Die moet tot „meer wederzijds begrip” en een „gezamenlijke economische cultuur” leiden. Franse en Duitse economen hebben „nogal vaak tegengestelde adviezen”, aldus het Élysée. Terwijl leden van de Franse Conseil d’Analyse Économique al jaren pleiten voor een eurozonebegroting en interne solidariteitsmechanismen, hebben Duitse economen die ‘Berlijn’ adviseren daar grote moeite mee.
Voor Macron zit de concrete winst in de defensieparagraaf. Daarin staat dat beide landen hun samenwerking „versterken” om tot een „gemeenschappelijke cultuur” te komen voor militaire „inzet” – het in Duitsland gevoelige woord „interventie” is vermeden – en dat met het oog op Europese defensie-integratie bij projecten voor nieuwe bewapening samen opgetrokken wordt. De laatste maanden zijn al akkoorden gesloten over de ontwikkeling van een nieuwe Franse-Duitse tank en een gevechtsvliegtuig.
Al jaren vinden opeenvolgende Franse regeringen dat Duitsland te weinig bijdraagt aan de Europese veiligheid. Het begrotingstekort van Frankrijk zou veel bescheidener zijn als het land geen peperdure anti-terrorismeoperaties in Afrika en het Midden-Oosten zou uitvoeren. Om de Duitsers, ondanks hun historische aarzelingen, te dwingen op enige wijze mee te doen, voorziet het nieuwe verdrag in een artikel dat het ene land verplicht het ander bij te staan bij een gewapende (terreur-) aanval, desnoods militair. Ook die symboliek mag, 56 jaar na het verdrag dat na enkele eeuwen oorlogsstemming de „vriendschap” tussen Frankrijk en Duitsland bezegelde, niemand ontgaan.
Het hele ‘Verdrag van Aken’, in het Frans:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten