Lezer
Marjan Venema ziet enkel nog beren op de weg als ze een praatje wil
maken met een vreemde. 'Het begon ermee dat je niet mag vragen waar
iemand vandaan komt"' schrijft ze. 'Je zit al langer fout met de vraag
of iemand kinderen heeft.'
Zoveel onderwerpen waar je het niet meer over mag hebben, aldus lezer Marjan Venema. Hoe leg je dan nog contact?
Terwijl
ik op de bus sta te wachten, peins ik over een krantenartikel dat ik
las en waarin stond dat de vraag wat voor werk iemand doet, niet zo
onschuldig is (Uitgelicht, 22 januari). Dat het zelfs confronterend kan
zijn.
Ik
voel me wat onrustig over deze opvatting, maar word afgeleid door een
man die langsloopt met een heel jong hondje aan de lijn, een hondje met
meer dartele levenslust dan het staartje aankan. Ik geniet van al die
vreugde op vier pootjes en bijna zeg ik tegen de vrouw die vlakbij
staat: “Wat een leuk hondje hè?” Ik houd mij nog net op tijd in.
Als
dit vraagtekens bij u oproept, dan heeft u het nieuws niet goed gevolgd
de laatste jaren. Er zijn ondertussen vele onderwerpen waar je het
blijkbaar niet over mag hebben met onbekenden.
Oppassen
Het
begon ermee dat je niet mag vragen waar iemand vandaan komt. Want, in
plaats van interesse naar vreemde oorden, zou dat impliceren dat die
persoon geen Nederlander is en heel in de verte klinkt dan zacht een
echo uit een diep donker ravijn dat diegene misschien beter terug kan
gaan naar waar die vandaan kwam.
Je zit
al langer fout met de vraag of iemand kinderen heeft, want misschien is
die wel ongewild kinderloos en als iemand al wil praten over dat grote
verdriet, dan waarschijnlijk niet met een vreemde.
Vragen
over vakantieplannen, daar moet je echt mee oppassen, dat is zo link.
Als je al niet iemand treft die in geen jaren op vakantie is geweest
door geldgebrek, dan kun je nog in een heftig gesprek terechtkomen over
goedkope vliegvakanties en CO2.
En nu
weet ik dus ook dat je niet mag vragen wat voor werk iemand doet. Die
vraag is confronterend, blijkbaar, voor mensen die buiten het betaalde
arbeidsproces staan. Voor mensen met beperkingen of mensen die ziek zijn
of mensen die te oud bevonden zijn of mensen die... tja werkloos zijn,
is dat een hachelijke vraag.
Geen kinderen
Om
nog even terug te komen op mijn bijna foute opmerking van hierboven,
over dat hondje, misschien heeft die mevrouw net haar parkiet in de tuin
begraven of haar laatste spaarcenten uitgegeven aan een crematie voor
haar hond. Als ik zeg: Wat een leuk hondje hè?, dan is dat geen
onschuldige vraag. Misschien zou ze wel gaan huilen.
Dus je moet tegenwoordig heel erg oppassen voordat je een praatje aanknoopt bij de bushalte.
Ondertussen
durf ik mijn mond niet meer open te doen en hoop ik eigenlijk dat
iemand een praatje met mij aanknoopt. Met mij kun je vele kanten op.
Geen kinderen, gewild of ongewild. Geen huisdieren, alleen de visitekat
van de buren die helaas wel kanker aan haar oor heeft en dus een
no-go-area in de toekomst zou kunnen worden. Geen werk en
vakantieplannen, maar best bereid om eens te vertellen hoe dat voor mij
is.
Helaas ben ik hartstikke wit, of
was het blank, vanwege mijn rode haar, dus er zal wel niemand vragen
waar ik vandaan kom en kan ik dus ook niet kwijt dat, hoewel ik zelf
slechts Hoogkerker ben, mijn oma uit Oostenrijk kwam.
Minder waardevol
Ik
ben bang dat ik een praatje wel kan vergeten vandaag, ook omdat ik mijn
sociale winterjas niet aan heb. Mijn wollige warme oranje winterjas met
kleurige bloemen is, via een compliment, regelmatig aanleiding voor een
gesprekje.
Laatst nog met een vrouw in
de bus over India, toen ik de gok nam en – echt heel voorzichtig –
vroeg of ze daar vandaan kwam: over het land, de kleuren, de
geschiedenis. Zonder mijn sociale winterjas en haar weigering beledigd
te zijn over mijn waar-komt-u-vandaan-vraag hadden we geen leuk contact gehad. Dat had mijn dag in elk geval minder waardevol gemaakt.
Ondertussen,
bij de bushalte, raap ik al mijn moed bijeen om een neutraal praatje te
beginnen en zeg tegen de vrouw die naast me staat: Wat is de bus laat,
hè?
Lees ook:
Het morele oordeel over ‘fout’ gedrag loert ineens overal
Elke
dag vlees eten? Een roze trui voor meisjes? Roken? Talkshows met witte
mannen? Onder het nieuwe regime van politiek-correct denken lijkt het
allemaal even fout. Redacteur Leonie Breebaart stelt de vraag: waarom heeft de ‘vertrutting’ zo’n vlucht genomen?
Onzinnige ideeën moet je durven minachten
Bang om een bevolkingsgroep te kwetsen? Pas daarmee op, zegt de Zwitserse filosofen psychoanalyticus Carlo Strenger. ‘Politiek correct denken is uitgelopen op een catastrofe.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten