Radicale renovatie moet Rotterdams museum klaarmaken voor de toekomst.
‘Een
museum is nooit af’, sprak Chris Dercon, voormalig directeur van Museum
Boijmans Van Beuningen, bij de opening van de nieuwe vleugel in 2003,
eveneens het jaar van zijn afscheid. En ja hoor, het eerste wat zijn
opvolger Sjarel Ex een jaar later constateerde, was dat er het nodige
schortte aan het bestaande gebouw, van de vochtige depots tot de
klimaatinstallatie.
Een
nieuw, spectaculair depot naar ontwerp van architectenbureau MVRDV, dat
eerder de Rotterdamse Markthal bouwde, is nu, vijftien jaar later, in
de maak: ‘de slakom’ luidt de bijnaam van het spiegelglazen bouwwerk dat
in het Museumpark verrijst. Nu volgt de grote verbouwing van het
museumgebouw, dat vanaf mei voor zeven jaar sluit. Saillant detail: de
nieuwe vleugel, een ontwerp van het Belgische architectenbureau
Robbrecht en Daem (kosten: 17 miljoen euro), wordt daarbij mogelijk
gesloopt.
De
renovatieplannen lagen er al jaren, vertelt zakelijk directeur Ina
Klaassen, maar werden bemoeilijkt door de aanwezigheid van asbest. ‘We
wisten dat als je in een plafond of muur ging zagen, je direct met het
materiaal in aanraking kwam, wat zou leiden tot relatief dure,
niet-duurzame operaties.’ Uiteindelijk was het museum, dat bestaat uit
het Van der Steur-gebouw (1935, rijksmonument), de Bodon-vleugel (1972),
het Henket-paviljoen (1991) en de Robbrecht en Daem-vleugel, ‘op’ en is
de brandveiligheid niet langer gegarandeerd.
Meedoen aan de wereldtop
Het
museum wil de noodzaak tot actie aangrijpen om Boijmans Van Beuningen
op een hoger plan te brengen: een museum dat meedoet met de wereldtop en
‘waarmee we weer honderd jaar vooruit kunnen’. ‘Het aanpassen van zaken
als installaties en isolatie volgens de huidige wet- en regelgeving
kost al 180 miljoen euro, maar de bezoeker zal er niets van merken’,
aldus Klaassen. ‘Wij denken dat je, als je toch die investering doet,
het museum klaar moet maken voor de toekomst. Het gebouw is nu moeilijk
leesbaar: bezoekers verdwalen, het is niet rolstoeltoegankelijk en
vanuit het Museumpark bovendien onbereikbaar.’ En dat terwijl de
uitbreiding van Robbrecht en Daem – met kantoren, een bibliotheek en
expositieruimten – destijds werd ontworpen om de toegang en logistiek te
verbeteren.
Samen
met de gemeente – eigenaar van het gebouw en van de collectie –
ontwikkelde het museum een nieuw scenario voor een uitgebreide renovatie
die deze kwesties oplost en het bezoekersaantal omhoog moet stuwen, van
300 duizend naar 500 duizend per jaar. Klaassen: ‘We denken dat onze
collectie, die tot de topvijftig van de wereld hoort, die groei
rechtvaardigt. En het gebouw heeft voldoende capaciteit.’ De gemeente
hoopt met aansprekende architectuur nog meer toeristen te trekken, wat
goed is voor de economie.
Om
het college te overtuigen van het ambitieuze plan – kosten: 223,5
miljoen euro – werd het Rotterdamse architectenbureau ZUS vorig jaar
gevraagd mogelijke ingrepen voor een betere toegankelijkheid en
aansluiting op de stad te verbeelden. Ze maakten een filmpje waarin je
ziet hoe de binnenplaats met de entree overdekt wordt, zoals bij het
Rijksmuseum, terwijl de Robbrecht en Daem-vleugel wordt vervangen door
een arcade die vanuit de binnenstad naar het Museumpark voert.
‘Denkoefening’
Voor
bureau Robbrecht en Daem, dat het filmpje via via doorgestuurd kreeg,
moet het schrikken zijn geweest. Inmiddels heeft het museum een
‘informerend gesprek’ met hen gehad. De architecten willen op dit moment
niet reageren. Tijdens het publieke debat dat voorafgaand aan het
collegebesluit werd georganiseerd, klonk kritiek. De Rotterdamse
architect David Baars merkte op dat een museum dat honderd jaar meegaat
een illusie is, getuige de vele verbouwingen die sinds 1937 met steeds
kortere tussenpozen zijn gedaan. Het ligt voor de hand dat er over
vijftien jaar weer een nieuwe visie met bijbehorend verbouwingsplan
ligt; hij vindt slopen daarom een weinig duurzame oplossing.
Er
is nog niets besloten, zegt Klaassen; het filmpje is ‘een
denkoefening’. Maar het ambitiedocument dat de gemeente en het museum in
september 2018 schreven, stuurt wel aan op sloop door de talloze
‘knelpunten’ rond de nieuwe vleugel te benoemen. De straatgevel oogt
‘onaantrekkelijk’ en ‘doet eerder denken aan een gevangenis dan aan een
open en transparant 21e-eeuws gebouw met een publieke functie’. De
vleugel ‘beperkt de lichtinval in de Bodon-zaal’, de
tentoonstellingszalen zijn ‘slecht vindbaar’ en ‘door de verlichting
ongeschikt voor hun functie’. Tot slot wordt gepleit voor ‘eerherstel
van de monumenten Van der Steur en Bodon’, waarbij de ‘disfunctionele
Robbrecht en Daem-uitbreiding (deels) wordt gesloopt en vervangen door
een nieuw bouwdeel [...] dat recht doet aan de functionele, logistieke
en esthetische eisen die passen bij de wereldcollectie van Museum
Boijmans Van Beuningen en de wensen van de hedendaagse bezoeker’.
De
Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur heeft de gemeente positief
geadviseerd over de voorgenomen verbouwing; het college ging op 20
december akkoord met het plan. Het museum werkt momenteel aan een
programma van eisen waarin staat welke faciliteiten en installaties
nodig zijn om het ambitieuze scenario te verwezenlijken. Ook wordt – nu
pas – een culturele waardestelling van het gebouwencomplex gemaakt,
waarbij architectonische kwaliteiten worden benoemd die behouden zouden
moeten worden; denk aan beeldbepalende geveldelen en elementen die
kenmerkend zijn voor een bepaalde periode. In het najaar volgt de
architectenselectie, daarna zal de gemeenteraad beslissen over het
definitieve ontwerp.
Tot
en met 26 mei zijn nog verschillende tentoonstellingen te zien,
waaronder een grote Bauhaus-expositie in de Bodon-zaal; voor het Van der
Steur-gebouw is zondag 13 januari de laatste dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten