even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!.... en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
donderdag 31 januari 2019
Hoe schrijf je Echte Poëzie? Vijf dichtlessen van Tom Lanoye Tom Lanoye: ‘Iemand die niet leest, droogt op.’ © Arthur Los
Cultuur
Sander Becker–
Voor de Poëzieweek, die vandaag begint, schreef dichter en auteur Tom Lanoye de geschenkbundel ‘Vrij
– wij?’ In aanloop naar zijn masterclass poëzie geeft hij hieronder
alvast vijf lessen in dichten. “Poëzie is totale vrijheid.”
Wees
niet verbaasd als het radionieuws vandaag in rijmvorm klinkt of als
NS-omroepers hun vertragingsbericht omtoveren tot een gedicht. Het is
Gedichtendag, het begin van de Poëzieweek. Dan slaat traditiegetrouw
overal de rijmelarij toe.
Maar
hoe schrijf je nou Echte Poëzie, authentieke gedichten die over honderd
jaar nog niets aan zeggingskracht hebben ingeboet? De Vlaamse dichter
en schrijver Tom Lanoye (60, spreek uit Laanwá) heeft geen geheim
recept, maar kan wel wat praktische wenken geven. Hij schreef dit jaar
het Poëziegeschenk ‘Vrij – wij?’, dat tot volgende week woensdag gratis
is te verkrijgen in de boekhandel bij aanschaf van een dichtbundel van
minstens 12,50 euro.
Lanoye daagt
lezers uit om zelf de pen ter hand te nemen voor het
‘doe-het-zelfgedicht’ in zijn geschenkbundel: een bladzijde met 37 losse
woorden als ‘zadelpijn’, ‘schapentong’ en ‘telecom’, waar lezers met
hun verbeelding eigen verbanden tussen kunnen leggen. “Iedereen maakt er
zijn eigen verhaal van”, zegt Lanoye. “Het is een Rorschachtest in
woorden. Tegelijk is het een eerbetoon aan de dadaïsten. Zij knipten
tijdens de Eerste Wereldoorlog in Zürich woorden uit tijdschriften en
kranten. Die gooiden ze in een hoge hoed. Vervolgens trokken ze de
woorden een voor een te voorschijn om er een toevalsgedicht mee te
creëren.”
Als eregast van de Poëzieweek
reist Lanoye komende week door Nederland en België om mensen voor de
dichtkunst te winnen. Zaterdag jureert hij tijdens de finale van het
Nederlands Kampioenschap Poetry Slam in Utrecht. En maandag geeft hij in
Rotterdam een masterclass voor vijf winnaars van een
online-gedichtenwedstrijd. Vooruitlopend daarop biedt hij in Trouw
alvast vijf tips voor mensen met poëtische aspiraties.
1 Laat je door niemand iets wijsmaken
“De
eerste regel in de poëzie is: er zíjn geen regels. Wanneer iemand zegt
dat een gedicht zus of zo moet, kun je dat negeren. Poëzie is totale
vrijheid. Alles kan, alles mag. De enige regel is misschien dat je lol
moet hebben in de taal, in het spel met woorden en klanken. Eerst bedenk
je wat je wilt zeggen en daarna kies je een vorm: rijm, interpunctie,
strofen, enzovoort. Typografisch kun je je ook uitleven, weten we sinds
Paul van Ostayen. Een gedicht hoeft niet eens uit woorden te bestaan,
alleen klank kan ook.
“Sommige mensen
laten zich nogal intimideren door de techniek. Ze denken dat ze eerst
alle poëtische vormen moeten kennen voordat ze zelf aan de slag mogen.
Maar dat hóeft niet. Op zich is het natuurlijk wel
fantastisch als je de verschillende genres en rijmsoorten onder de knie
hebt, want techniek bevrijdt ook. Hoe meer technische middelen je in
huis hebt, hoe meer je kunt uitdrukken. Maar uiteindelijk gaat het toch
om de expressie zelf.
“Of een
gedicht een bepaald effect op de lezer moet hebben? Nou, de lezer moet
na afloop geen spijt hebben van de verloren tijd. Maar verder… Dé lezer
bestaat niet, hè. Iedereen houdt van iets anders. Zoals er voor iedereen
een roman is die zijn leven kan veranderen, zo is er voor iedereen een
poëziebundel waarvan hij denkt: ‘Dat had ik toch niet graag willen
missen.’ Van de wilde poëzie van Lucebert tot en met de superverfijnde
schetsen van Miriam Van Hee: zo’n wereld van verschil, en dat binnen één taal… Er valt zoveel te ontdekken.”
2 Léés voordat je gaat schrijven
“Het
is goed om, voordat je gaat schrijven, alles te lezen wat los- en
vastzit. Lees en bewonder! Iemand die niet bewondert, kan niet scheppen.
Iemand die niet leest, droogt op. Dat is ook de essentie van de
Poëzieweek en het bijbehorende geschenk: kóóp nou eens een dichtbundel,
ook als je niet zoveel met poëzie hebt maar wel graag leest. Natuurlijk,
een gedichtenkalender en een bloemlezing geven ook voldoening, maar een
echte dichtbundel is veel interessanter omdat er een opbouw in zit.
Neem de schitterende bundel ‘Slordig met geluk’ van Menno Wigman. Of ‘De
Oostakkerse gedichten’ van Hugo Claus, wat voor mij dé grote ontdekking
van de literatuur was. Het heerlijke bij Claus is dat je nooit weet wat
er op de volgende pagina zal staan: welke toon, welke stijl, welke
middelen, welke vondsten. Dat verrassende zit het dichtst bij wat ik
zelf zou willen doen.”
3 Probeer alle genres, zonder dedain
“Probeer
in alle genres en stijlen te schrijven, sluit niets uit. Liefhebbers
van rap vinden Shakespeare misschien stoffig, maar technisch staan zijn
sonnetten heel dicht bij rap. De afkeer over en weer is onzin. Als je
rapper bent, kijk dan niet neer op sonnetten. Schrijf er eens een en je
zult merken hoe moeilijk het is. Omgekeerd, als je alleen maar sonnetten
schrijft, luister dan eens naar een goede rap, zoals van Tourist LeMC
met zijn prachtige Antwerpse taal.
“Het
is zaak om je niet in een kader of genre te laten drukken, tenzij je
dat zelf wilt natuurlijk. Als je je goed voelt bij altijd dezelfde vorm,
prima. Vastigheid heeft geweldige poëzie opgeleverd. Zoals ‘De
sonnetten van de kleine waanzin’ van Hans Andreus. Of de ‘Mei’ van
Herman Gorter, een roman in dichtvorm; fantastisch dat iemand een stijl
zo lang volhoudt. Maar wees er niet te snel van overtuigd dat je je vorm
al hebt gevonden.
“Verder geldt dat je
van elk onderwerp poëzie kunt maken. Als iemand zegt dat iets zich niet
voor een gedicht leent, kun je dat opvatten als een uitdaging. Zo heeft
Jules Deelder een prachtig gedicht gemaakt over Rotterdam; het is een
opsomming van economische, industriële en stedebouwkundige feiten.
Oersaai, zou je denken, maar door de rangschikking en het onverwachte
werkt het heel poëtisch.”
4 Draag je poëzie voor
“Ik
beschouw poëzie als drama, als theater. Ik schrijf ook veel voor
toneel. Daarom moet poëzie voor mij goed bekken. Rijm, ritmische taal en
alliteratie zijn technieken die allemaal voortkomen uit de grote
traditie van de rondtrekkende troubadours. Mensen denken dat poëzie aan
het verdwijnen is, maar hiphop en rap zijn er krachtige, levende vormen
van. Dat geldt ook voor poetryslam, het levendig voordragen van
gedichten voor een publiek. In de jaren tachtig, toen ik begon met
schrijven, werd er nog neergekeken op dichters die naar de microfoon
‘afdaalden’. Dat is gelukkig voorbij. Daal lekker af, zou ik zeggen. Het
boek geldt niet meer als heilig; juist de mengvorm van papier en
voordracht biedt een meerwaarde.”
5 Vergeet niet te leven
“Ooit,
toen ik nog jong was, kreeg ik een advies van mijn collega Walter van
den Broeck, destijds al een gevierde auteur. Als schrijver moet je één
ding onthouden, zei hij: ‘Vergeet nooit te leven’. Dat leven hoeft niet
per se seks, drugs en rock-’n-roll te zijn. Integendeel, zulke wildheid
is vaak maar opsmuk om iets te verhullen. Nee, het gaat er meer om dat
je de grote thema’s in de ogen kijkt: liefde, wanhoop, verlies, angst,
ouder worden, en uiteindelijk het mysterie van het leven, meer nog dan
het mysterie van de dood. Het mysterie van het leven en het lijden, dat
waar alle godsdiensten een antwoord op proberen te geven. Je hoeft echt
geen coke snuivende rock-’n-roller te zijn om daar iets over te kunnen
zeggen. Ik heb te veel mensen gezien die van Hemingway het drankprobleem
overnamen in de hoop dat het talent vanzelf zou volgen.
“Als
je leeft, ervaar je vanzelf wat je bezighoudt, schokt, ontroert of aan
het lachen maakt. Daarin zit je authenticiteit en die staat uiteindelijk
voorop. In het ideale geval ben je authentiek, dus heb je echt iets te
zeggen, en beschik je daarnaast over alle technische middelen om het tot
uitdrukking te brengen. Dan ben je de perfecte dichter.”
Programma
Weet ik veel hoe poëzie eruit moet zien.
Niet dat statische, dat uniforme.
Daar hou ik niet zo van.
Niet dat statische, dat uniforme.
Daar hou ik niet zo van.
Dezelfde toon herhaald
tot in den treure, en dat dan
‘vormvastheid’ noemen, of ‘een
eigen stem’ dat soort gelul.
tot in den treure, en dat dan
‘vormvastheid’ noemen, of ‘een
eigen stem’ dat soort gelul.
Nee, daar hou ik niet zo van.
Geef mij dan maar het favoriete
snoepgoed uit mijn jeugd.
De toverbal. Je zuigt en zuigt
maar, telkens komen er andere
kleuren te voorschijn en voor
je ’t weet, heb je helemaal niets meer.
Geef mij dan maar het favoriete
snoepgoed uit mijn jeugd.
De toverbal. Je zuigt en zuigt
maar, telkens komen er andere
kleuren te voorschijn en voor
je ’t weet, heb je helemaal niets meer.
Dát is het, vind ik.
Zoiets. Ongeveer.
Zoiets. Ongeveer.
Uit Tom Lanoye’s bundel: ‘De meeste gedichten’ (2005).
Meer informatie op www.poezieweek.com
Win een masterclass poëzie van Tom Lanoye
Donderdag 31 januari is de laatste dag om een gedicht te schrijven waarmee je een masterclass van Tom Lanoye kunt winnen. Hier staat
alle informatie over de wedstrijd. In één zin: schrijf een gedicht over
vrijheid, deel het gedicht met #winactiepoezieweek2019 en tag
Poëzieweek.
Lees ook:
Je kunt over álles dichten, zo bewijst deze poëziebundel over de huismus
Het
gaat niet zo goed met de huismus, maar in het land der letteren
fladdert hij nog volop rond. Sinds het begin van de jaartelling hebben
poëten het vogeltje bezongen, en elk jaar komen er nieuwe
mussengedichten bij. In de bundel ‘Mussenlust’ staan er vijftig afgedrukt.
Lees ook:
Neeltje Maria Min: ‘Het plezier van het verzinnen vind ik genoeg’
Met
een nieuw gedicht opent Neeltje Maria Min een tweewekelijkse reeks over
het Boekenweekthema ‘de moeder de vrouw’. Mins oeuvre is klein
gebleven, maar erg is dat niet. ‘Nu denk ik: als ik het vergeet, zal het niet belangrijk zijn.’
woensdag 30 januari 2019
De wolf is in Nederland, wat kunnen we ervan verwachten?
Groen
Naïm Derbali–
De wolf lijkt zich te gaan vestigen in Nederland. Wat kan van het roofdier worden verwacht? Vijf vragen over de komst van de wolf.
Het
is bijna zeker. Sinds dit weekend is een van de twee wolven die zich
ophoudt op de Veluwe precies een half jaar in Nederland. Onder
deskundigen heet dat: de wolf heeft zich officieel gevestigd. De
afgelopen dagen verzamelden onderzoekers het DNA-materiaal dat over
enkele weken uitsluitsel moet bieden. Vijf vragen over de komst van de
wolf.
1. Wat zoekt de wolf in Nederland?
In
Europa hebben altijd wolven geleefd. Volgens het Wolvenmeldpunt van de
Zoogdiervereniging, die alle wolvenwaarnemingen bijhoudt, hebben in 2018
tien wolven Nederland bezocht. Drie roofdieren lijken zich op termijn
permanent in Nederland te vestigen. Terwijl een in de buurt van Drenthe
en Overijssel doolt, vonden twee een thuis op de Veluwe, een boven en
de ander onder de A1. De rest zwerft nog rond, is doorgelopen naar
Vlaanderen, terug naar het buitenland of aangereden. Dat de wolf zijn
territorium uitbreidt dankt hij aan de goede bescherming die hij in
Europa geniet. In 1982 werd hij een beschermde diersoort op de
Conferentie van Bern. Doordat de wolf minder bejaagd wordt, groeit de
Europese populatie en zoekt hij Nederland op.
2. Wat valt er te verwachten van de wolf?
De
wolf gaat niet meer weg, weet Glenn Lelieveld, ecoloog en nationaal
coördinator van het Wolvenmeldpunt. Op termijn ziet hij hier meer wolven
neerstrijken. Maar hoe ver reikt hun expansiedrang? “Wolven reguleren
zichzelf. Ze zijn zo territoriaal, dat hun grootste natuurlijke sterfte
veroorzaakt wordt door soortgenoten. Dus zouden het er nooit te veel
kunnen worden.”
Lelieveld deed
onderzoek naar de ecologische draagkracht van de wolf. Daaruit bleek dat
in Nederland ruimte is voor 40 roedels. Dat komt neer op een kleine 300
wolven. Dringen ze weldra stedelijk gebied binnen? Ecoloog Mark Zekhuis
van Landschap Overijssel: “Op geen enkele plek in de wereld waar wolven
voorkomen, vertoeven wolven langdurig in steden. Dat is wel het geval
bij de vos, maar de wolf verkiest rust.”
De
wolf is een relatief schuw dier voor mensen. Vooral schapen lijden
onder zijn komst. Volgens de website Bij12.nl beten wolven vorig jaar
zeker 166 schapen dood, vooral in Overijssel en Drenthe. Dat moet het
werk zijn van een jonge zwervende wolf, zegt Zekhuis. “Pas als wolven
hun territorium hebben afgebakend richten ze zich op natuurlijke prooien
zoals de ree en veroorzaken ze minder schade.”
Met
de schade zal het wel meevallen, denkt Zekhuis. “In Italië, Spanje,
Oost-Europa, Turkije en Griekenland leven al eeuwenlang wolven in
harmonie met schapenhouders. Het kan dus gewoon, ook in landen die
economisch minder welvarend zijn. De wolvenschade in Duitsland de
afgelopen 17 jaar is even hoog als de jaarlijkse schade van mezen in de
Nederlandse fruitteelt. Dat is economisch bijna een futiliteit.”
3. Waarom maakt de wolf zulke emoties los?
Of
het nu ontzag of angst is, de wolf doet iets met de mens. We hebben een
bijzondere relatie opgebouwd met het dier, zegt milieufilosoof Martin
Drenthen van de Radboud Universiteit: “De mens bewoont de planeet van
pool tot pool, en de wolf is een van de weinige dieren die dat ook kan.
In vele opzichten identificeren we ons ermee. Het is een hoogintelligent
en enorm flexibel dier. Dat verklaart ook de angst.”
De
wolf is een van de grootste en sterkste dieren in Europa, zegt
Lelieveld. “Wereldwijd zien we dat die eigenschappen in de natuur
verering opleveren.” Hij ziet het bij wolfwaarnemers. “Komen die een
wolf tegen, en loopt hij gewoon weg, dan is er niets gebeurd, maar zijn
ze toch euforisch. Dat is net een spannend achtbaanritje.”
4. Is de komst van de wolf wenselijk?
Dat
hangt van je perspectief af, zegt Drenthen. “Natuurliefhebbers zien in
de wolf een icoon van de wilde natuur. Maar op het platteland spelen
andere belangen. Daar willen ze een goed beheerde en georganiseerde
natuur, waar alles in harmonie kan samenwerken. Daar past de wolf niet
in.” Lelieveld denkt dat de wolf juist een belangrijke rol in de natuur
en biodiversiteit kan vervullen. “Hij biedt een natuurlijke oplossing
voor het grote aantal herten, reeën en zwijnen. Een teveel dat nu door
jagers wordt geschoten”.
5. Welke voorzorgsmaatregelen zijn geboden?
Verschillende
partijen roeren zich in de discussie rond het terugkerende fenomeen.
Zelfs de Jagersvereniging , die compensatie wil voor hun nieuwe
‘concurrent’. Donderdag stelden de provincies het Wolvenplan op, een
draaiboek dat veehouders en hobbydierhouders moet voorbereiden op de
komst van de wolf. Zij krijgen ook de komende drie jaar nog wolvenschade
vergoed. Aangeraden wordt onder meer de inzet van kuddewaakhonden, het
plaatsen van stroomdraad, en het ’s nachts op stal houden van vee.
In
navolging van de directeur van Nationale Park De Hoge Veluwe bepleitte
ook landbouworganisatie LTO een wolvenquotum en het neerschieten van de
beschermde soort. Het wolvenplan sluit dat laatste op termijn niet uit.
Maar ecoloog Zekhuis vindt dat onzinnig. “Schieten lost niets op, toont
Amerikaans onderzoek. Stel, je doodt een vader, dan raakt een hele
roedel het spoor bijster. Die gaan dan rondzwerven, en moeten makkelijke
prooien als schapen het ontgelden.” Jaarlijks verwonden honden en
vossen tussen 4.000 en 13.000 schapen. “Nou”, zegt Zekhuis, “gaan we die
dan ook afschieten?”
Lees ook:
De wolf is bezig aan een opmars in Europa, maar als hij Zwitserland aandoet heeft hij pech
Op veel plekken in Europa wordt de terugkeer van de wolf toegejuicht. Maar in sommige landen is hij niet welkom.
Zijn kuddehonden de oplossing voor de oprukkende wolven?
Schapenhouders
vrezen voor hun dieren nu de wolf zich in Nederland vestigt.
Kuddehonden bieden mogelijk uitkomst. In Salland wordt geëxperimenteerd met deze agressieve dieren.
Longlist De Grote Poezieprijs 2019
Nachtboot : gedichten
MateriaalsoortBoekUitgeverUitgeverij Van OorschotVerschijningsdatumISBN9789028282032-
-
Bokman
MateriaalsoortBoekUitgeverUitgeverij Jurgen MaasVerschijningsdatumISBN9789491921452 Stalker / druk 1
MateriaalsoortBoekUitgeverPoeziecentrum vzwVerschijningsdatumISBN9789056552473-
Habitus : gedichten
MateriaalsoortBoekUitgeverUitgeverij De ArbeiderspersVerschijningsdatumISBN9789029523806Gedichten met een Mazda 626 / druk 1
MateriaalsoortBoekUitgeverOveramstel UitgeversVerschijningsdatumISBN9789048831500 -
Verlies me niet : een gedicht
MateriaalsoortBoekUitgeverUitgeverij De HarmonieVerschijningsdatumISBN9789463360364 -
Ze gaan er met je neus vandoor
MateriaalsoortBoekUitgeverLeopoldVerschijningsdatumISBN9789025875299 -
De volgende scan duurt vijf minuten
MateriaalsoortBoekUitgeverUitgeverij PluimVerschijningsdatumISBN9789492928092 -
Het woedeboek : gedichten
MateriaalsoortBoekUitgeverHollands DiepVerschijningsdatumISBN9789048845132
Awater Poëzieprijs 2018 uitgereikt aan 'swingende bundel' Habitus
|
Uiterste besteldatum: 20 februari
| Radna Fabias heeft met de dichtbundel Habitus de jaarlijkse
poëzieprijs van het poëzietijdschrift Awater gewonnen. Volgens de jury
is Habitus de meest swingende bundel van 2018. Eerder ontving Fabias al
de C. Buddingh' prijs 2018. De prijsuitreiking is op 6 februari aan het
eind van de Poëzieweek.
|
IK WIL EEN WERELD ZONDER WEGWERPPLASTIC
Ken je nog meer mensen die een wereld zonder wegwerpplastic
willen? Deel dan deze petitie met ze via Facebook of Twitter.
FACEBOOK TWITTER Meer doen? Deze campagne zou zonder donaties van supporters niet bestaan. Greenpeace neemt namelijk geen overheidssubsidies aan, of geld van bedrijven. Met een kleine bijdrage van jou kunnen we ons blijven inzetten voor plasticvrije oceanen. Super als je meehelpt!
FACEBOOK TWITTER Meer doen? Deze campagne zou zonder donaties van supporters niet bestaan. Greenpeace neemt namelijk geen overheidssubsidies aan, of geld van bedrijven. Met een kleine bijdrage van jou kunnen we ons blijven inzetten voor plasticvrije oceanen. Super als je meehelpt!
Greepeace, plastic monster boot
|
| ||||||
zondag 27 januari 2019
Harmen van Dijk besloot zich aan te sluiten bij de flexitariërs: ‘Al dat ge-Ottolenghi kan gaan vervelen’
Harmen van Dijk en Robert Visscher–
Hoe
ga je een beetje nuchter om met voedsel- en dieethypes? Een goed boek
kan helpen. Redacteur Harmen van Dijk vond er één toen hij besloot aan
te sluiten bij de groeiende rij flexitariërs, terwijl freelancer Robert
Visscher een boek vond dat hem helpt met afvallen.
Het was na een vakantie in Bretagne.
We hadden oesters gegeten, met room overgoten mosselen, paté en
poussin, allerlei fromages op pain traditionnel en patisserie toe –
enfin, zoals je in Frankrijk eet: veel vlees, zuivel en koolhydraten met
een flintertje groen op de rand van je bord. Als je geluk hebt.
Voorlopig
maar eens even geen dierlijke eiwitten, verzuchtten mijn man en ik toen
we weer thuis waren. Voor ons eigen welzijn en dat van de planeet. We
hadden wel wat vleesloze recepten in het kookrepertoire, maar het hield
niet over. Nu we blijkbaar klaar waren om aan te sluiten in de groeiende
rij flexitariërs – veertig procent van de Nederlanders – hadden we meer
inspiratie nodig.
Dan kom je al snel
terecht in de Aziatische en mediterrane keukens. Heerlijk natuurlijk,
maar al dat ge-Ottolenghi en Thais kan gaan vervelen. Ik weet dat half
Nederland nooit meer aardappels eet en de neus ophaalt voor traditionele
groenten als kool, spruitjes en winterpeen. Ik ben er dol op, zeker als
het koud is. Stamppot, heerlijk! Maar zonder spek of worst?
Roerend eens
Natuurlijk,
er is vegetarisch vlees in omloop. Maar dat vind ik net zoiets als
alcoholvrij bier, kruidenthee, havermoutmelk, een gashaard, fake fur
of vloertegels met houtprint. Toegegeven: ik heb weleens een worstje
gegeten van de vegetarische slager (lastig concept) en dat smaakte
verbazend goed. Voor full-blown vegetariërs lijkt het me een
uitkomst. Maar als flexitariër eet ik zo nu en dan gewoon echt vlees.
Namaak heb ik dus niet nodig en voedingsstoffen kom ik niet tekort.
Bij
toeval sloeg ik in een boekwinkel ‘Veg!’ open, vanwege de vrolijke
groentenkaft. Ik had destijds nog nooit gehoord van de Britse tv-kok
Hugh Fearnley-Whittingstall, maar we bleken het gek genoeg roerend eens
te zijn. Hij moet ook niets hebben van ‘notenschijven en sojabrokken’.
Sterker nog, hij fokt varkens en ganzen om op te eten. Hij vangt zelf
vis en soms schiet hij zelfs een konijn dat zit te knabbelen in de
moestuinen van zijn River Cottage, een boerderij op het Engelse
platteland waar hij en zijn gezin proberen zoveel mogelijk in hun eigen
voedselbehoefte te voorzien.
Tien
jaar geleden schreef Hugh een lijvig boekwerk over vlees. Maar toen al
met de waarschuwing dat we er veel te veel van eten en dat het vaak op
een vreselijke manier tot stand komt.
In
‘Veg’ komt geen snipper vlees voor. En ook geen vleesvervanger. Omdat
Hugh wil bewijzen dat je met alleen groenten een volwaardige maaltijd
kunt maken. Het is zo makkelijk om een maaltijd op te peppen met wat
panchetta of een ansjovisje, schrijft hij. ‘Het is de makkelijkste
manier om iets als een ‘goede maaltijd’ te herkennen. Maar als we echt
minder vlees en vis willen eten, zullen we veel maaltijden – misschien
wel de meeste – helemaal zonder moeten bereiden.’
Niet vies van commercie
Het
boek staat vol inspiratie: aangebakken roma-slakropjes blijken zo
hartig dat je in een quiche de spekjes totaal niet mist. Een aubergine
uit de oven, met pepertjes, griekse yoghurt en munt heeft meer bite en
pit dan een steak. En hij vergeet de wintergroenten niet. De gevulde
savooijekoolbladeren zijn een succes. De lasagne met boerenkool was een
interessant experiment – de kool krijgt een grappig fruitsmaakje in die
combinatie. Ook op het punt van de seizoensgroenten zijn Hugh en ik het
roerend eens: wat voor zin heeft het minder vlees te eten als je
sperziebonen en granaatappels invliegt? Hugh heeft het ook niet zo op de
onder vega’s veel gegeten avocado: de populariteit leidt tot ontbossing
en er worden veel pesticiden gebruikt bij de teelt.
Ik
vind het ook fijn dat Hugh kookt met weinig ingrediënten: je hoeft niet
de hele stad door om alles bij elkaar te shoppen. Het enige dingetje
wat ik heb met Hugh: hij mag hier dan niet zo bekend zijn, in
Groot-Brittannië is hij een celebrity cook als Jamie en Nigella.
En net zo goed niet vies van commercie – elk jaar verschijnt er wel een
kookboek van zijn hand. Maar ja, probeer maar eens een zelfvoorzienende
boerderij op het Engelse platteland te runnen – daar rookt de
schoorsteen ook niet voor niets.
‘Veg!’
en de opvolger ‘Heel veel Veg!’ van Hugh Fearnley-Whittingstall zijn
uitgegeven door Becht. € 25,99 Ook de boeken ‘Licht’ en ‘Doordeweeks’
zijn in het Nederlands vertaald. In het Engels zijn nog veel meer titels
verkrijgbaar.
De tv-serie
‘Escape to River Cottage’ is hier nooit uitgezonden, maar is makkelijk
te vinden op YouTube. Hierin wordt Hugh Fearnley-Whittingstall gevolgd
vanaf het moment dat hij het drukke stadsleven achter zich laat en naar
zijn jaloersmakende stukje platteland trekt. Hij leert zijn eigen
groenten telen en oogsten, varkens fokken, vis vangen en af en toe een
duif of konijn te schieten.
Wie zichzelf kent, blijft beter op gewicht
Freelancer
Robert Visscher weet er alles van: hoe bepaalde eetpatronen voor
overgewicht kunnen zorgen. Het boek ‘De afvalpuzzel’ van psycholoog
Martijn Bond gaat precies over al die valkuilen die voor iedereen weer
anders zijn.
Wil je
afvallen? Dan ga je toch gewoon meer sporten en minder eten. Dat dacht
psycholoog Martijn Bond lange tijd. Totdat hij voor zijn werk mensen met
eetstoornissen en obesitas ging behandelen. “Ik ontdekte dat dat veel
te simpel gedacht is. Terwijl veel diëten daar wel van uitgaan. Hoe dan
ook is het idee dat je in korte tijd even kunt afvallen en dan voor
altijd klaar bent echt onzin.”
Met
zijn praktische ervaring als psycholoog en zijn kennis van eetgewoontes
schreef hij ‘De afvalpuzzel’. “Want bij het gevecht tegen de extra
kilo’s spelen veel dingen een rol. Het zijn allemaal puzzelstukjes die
voor ieder individu anders zijn.”
Bonds
boek biedt geen kant-en- klare oplossingen of recepten waarin
hij voorschrijft wat je wel en niet mag eten en hoeveel. Nee, hij zet je
als lezer aan tot zelfonderzoek om te ontdekken welke valkuilen voor
jou van toepassing zijn, waarom je worstelt met overgewicht. Hoe logisch
het ook klinkt, die basale vragen liggen ten grondslag aan elk
eetpatroon.
Veel in één keer
Ik
herken veel in Bonds boek. Mijn gewicht is al jaren hetzelfde, maar
zo’n twaalf jaar geleden was ik 25 kilo te zwaar. Als ik chips of
koekjes in huis had, at ik ze direct op. Dat is nog zo, maar ik zorg er
nu voor dat ik ze minder vaak koop. Bij mij hielp het overigens wel om
te gaan sporten, omdat ik dat leuk vind: basketballen, krachttraining en
taekwondo.
“Je hebt gekeken naar je
zwaktes en sterke punten”, stelt Bond tevreden vast. “Je hebt de neiging
veel te snacken en snoepen in één keer. Daar ga je nu beter mee om.
Bovendien kies je bij sport wat je leuk vindt en dat is een sterk punt,
waar je gebruik van maakt. Jezelf beter kennen en grenzen aangeven,
helpt bij op gewicht blijven.”
Gene lekke band
Er
zijn allerlei oorzaken voor overgewicht, zegt Bond. “Heb je kleine
kinderen? Dan is de kans groot dat je weinig slaapt. Hierdoor verandert
je hormoonhuishouding en dat speelt een rol bij gewichtstoename.
Bijvoorbeeld doordat je bloedsuiker constant verhoogd is en je meer vet
opslaat. Ook heb je bij slaaptekort minder snel een vol gevoel en vaker
trek. Als je dit probleem kent, kun je een oplossing bedenken.”
Het
boek zit daarom vol met praktische en concrete voorbeelden. Voorwaarden
scheppen bijvoorbeeld. Dingen wel of juist niet kopen. Wil je gezonder
lunchen? Dan moet je daar bij het boodschappen doen al over nadenken.
Koop extra groenten en maak de avond van tevoren al iets lekkers klaar
voor in je lunchtrommel. “Vergelijk het met een fietstocht die je de
volgende dag wilt maken. Dan zorg je er ook voor dat je geen lekke band
hebt.”
Eetgedrag bestaat vooral uit
gewoonten, benadrukt Bond. Als ze slecht voor je zijn, doorbreek ze dan.
“Veel mensen nemen in een restaurant altijd een toetje, omdat ze niet
vaak uit eten. Dat is een vreemde reden, vooral als er desserts zijn die
je niet superlekker vindt. Kies bewust. Is er een toetje dat je lekker
lijkt, neem het dan vooral. Door bewuster te kiezen, blijf je beter op
gewicht.”
Lekker nuchter, al die voor de hand liggende adviezen
Diëten;
sommigen geloven er absoluut niet in, anderen zweren erbij. Iets wat
met een toenemende zwaarlijvige bevolking ook niet vreemd is. Bijna
vijftig procent van alle volwassenen in ons land heeft overgewicht, zo’n
14 procent is obese.
Maar
wie weet nog wat de beste aanpak is, na de talloze voedingshypes van de
laatste jaren? Wat helpt écht om die extra kilo’s kwijt te raken? De
ene keer moet je oppassen met vet, dan moet je juist weer veel olijfolie
of kokosvet gebruiken, zoals bij het Pioppi-dieet. Bij Weight Watchers
is brood geen doodzonde, terwijl het keto-dieet koolhydraten juist
uitbant.
In ‘Voedsel voor je
geest’ veegt online-diëtist Jonathan Klaassen de vloer aan met
dieetgoeroes. Sowieso vindt hij een hele voedingsgroep als koolhydraten
uitbannen gevaarlijk, want zo mis je essenti-ele voedingsstoffen.
“Zonder koolhydraten functioneer je niet goed en verslechtert je
concentratievermogen. Mensen moeten stoppen met een bepaald
voedingsmiddel tot zondebok te maken, of dat nu zuivel, graan of vlees
is.”
Obsessief en onprettig
Een
deel van het luchtig leesbare boek behandelt de diverse trends met
nuchtere blik. Van superfood, supplementen, ‘melk de witte sloper’,
light frisdrank tot de kruistocht tegen brood. Klaassen geeft commentaar
en advies. Zo schrijft hij over light frisdrank: ‘Het is echt niet
gevaarlijk, drink het gerust’. En over superfoods: ‘die koop je voor Jan
met de korte achternaam’.
Erg nuchter
dus. Net als Jonathan zelf: “Ik wil graag dat mensen weer nadenken over
wat ze eten en niet elke keer een nieuw dieet als wondermiddel omarmen.
Het gevaar is dat mensen hierdoor obsessief en onprettig met eten
omgaan.” Volgens Klaassen moet de basis goed zijn. En die zet Klaassen
keurig op een rij.Bron:Bijschrift
Neem dagelijks:
-Groente (dagelijks 250 gram)
-Fruit (dagelijks 2 stuks)
-Volkorenbrood en graanproducten, zilvervliesrijst en (zoete) aardappelen
-Zuivel en/of zuivelvervangers (melk, yoghurt of soja)
-Onbewerkt vlees of vleesvervangers (ei, peulvruchten, tempeh of noten)
-Vocht (dagelijks 2 liter water, thee etc.)
-Zachte en/of vloeibare (bereidings)vetten (plantaardige oliën)
-Ongezouten noten (15 gram)
-Groente (dagelijks 250 gram)
-Fruit (dagelijks 2 stuks)
-Volkorenbrood en graanproducten, zilvervliesrijst en (zoete) aardappelen
-Zuivel en/of zuivelvervangers (melk, yoghurt of soja)
-Onbewerkt vlees of vleesvervangers (ei, peulvruchten, tempeh of noten)
-Vocht (dagelijks 2 liter water, thee etc.)
-Zachte en/of vloeibare (bereidings)vetten (plantaardige oliën)
-Ongezouten noten (15 gram)
Lekker mokken
Dat
lijkt verdacht veel op de schijf van vijf, het klassieke voedingsadvies
uit 1953. Geen vaste maaltijdadviezen, geen mager weekmenu van hooguit
1000 kilocalorieën, gewoon zelf bepalen wat je op je bord schept – als
het maar overeen komt met dit rijtje. Om het geheel te begeleiden heeft
Klaassen een zevenstappenplan opgesteld waarmee de lezer eerst
analyseert hoe en wat ’ie eet en waardoor het komt dat afvallen niet
lukt.
Zo adviseert hij je niets aan te
trekken van alle opmerkingen uit je omgeving. En als je terugvalt? ‘Ga
lekker mokken op de bank, kijk een film, eet een chocoladereep of zak
winegums en vervloek de wereld. Misschien heb je dat juist wel even
nodig na een periode van streng zijn. Prima. Maar blijf niet te lang in
dit gevoel hangen. Geef jezelf een vriendelijke doch doeltreffende draai
om de oren en ga weer verder waar je was gebleven.’
Geen
wonderdieet dus, maar af en toe erg voor de hand liggende nuchtere
adviezen. Daar waren we wel aan toe na al die killerbody’s en fitgirls.
Lees ook:
Het Italiaanse dorpje Pioppi leeft zo gezond dat er een dieet naar vernoemd is, dit is het geheim
De
gezonde leefstijl van de bewoners van het Zuid-Italiaanse dorpje Pioppi
is zo aanstekelijk dat er een dieet naar is vernoemd. Het klinkt enorm
eenvoudig: genieten, bewegen, matig en gezond eten en op tijd naar bed.
Leven met 200 voedselkeuzemomenten per dag
De pannen strak om zes uur op tafel is passé. Eten kan de hele dag door, waar en wanneer je maar wilt. Dat geeft veel vrijheid, maar wanneer zitten we nog gezellig met elkaar te tafelen?
Abonneren op:
Posts (Atom)