Je of u: Nederlanders weten niet meer hoe het hoort
Mensen op leeftijd worden in ons land steeds makkelijker met ‘je’
en ‘jou’ aangesproken. Journalist Iris Hannema, die in Frankrijk woont,
gaat na of dat respectloos is of juist lekker amicaal.
Iris Hannema
15 maart 2020, 08:30
©Claudie de Cleen
Op loopafstand van mijn ouderlijk huis
is inmiddels een elegant café op de hoek van een Haarlemse gracht
geopend. In de taartvitrine staan prachtige gebakjes en het
designinterieur is smaakvol; een mooie tent. Voor mij is het café nieuw,
ik woon in Frankrijk en kom maar een paar keer per jaar naar Nederland,
en mijn moeder en ik besluiten er op een zonnige ochtend koffie te gaan
drinken.
De serveerster, een twintiger, groet ons
vriendelijk en vraagt wat we willen drinken. “Een koffie verkeerd”,
antwoord ik. “En jij?” vraagt ze aan mijn moeder.
Zei ze nou jij tegen mijn 74-jarige
moeder? Ik moet me inhouden om er niks van te zeggen en voel mijn
stemming omslaan. Als ze weg is, vraag ik mijn moeder of ze het normaal
vindt om door iemand die ze niet kent en ook nog eens haar dochter had
kunnen zijn, getutoyeerd te worden. “Dat kán toch niet?”, breng ik uit.
Kapper
Ze vertelt dat het héél vaak voorkomt,
een paar dagen geleden nog bij haar vaste kapper. “De een na laatste
keer vroegen ze of ze mijn voornaam mochten noteren en ik zei ja. Geen
idee waarvoor. Vorige week werd ik er opeens met Marina en jij
aangesproken. Ik bleef de jonge kapper vousvoyeren, maar hij bleef
stoïcijns jij en je zeggen. Moet bedrijfsbeleid zijn, voorheen werd ik
er altijd met u aangesproken.” “Mam, echt, mijn nekharen gaan ervan
recht overeind staan. Wat vind jij daar nou van?”, vraag ik.
Ze moet lachen en vindt me een Française
geworden. Het klopt dat er in Frankrijk geen onduidelijkheid bestaat
over het u- of jij-gebruik. Volwassenen die elkaar niet kennen
vousvoyeren altijd, zonder uitzondering. Maar ook mensen die je van
gezicht kent, van serveersters, caissières, de bakkersvrouw, de
postbode, de pakketbezorgers tot de verloskundige bij wie ik al maanden
kom, tutoyeren elkaar niet en niemand stelt voor ‘om gewoon maar jij te
zeggen’. Wat me daarin het meest aanstaat, is de duidelijkheid: door
middel van taal toon je respect voor de ander en in de u-vorm ben je
moeiteloos beleefd (en niet hautain of afstandelijk). Ik heb op Frans
grondgebied ook nog nooit iemand horen zeggen ‘dat diegene zich zo oud
voelt’, omdat hij of zij met u wordt aangesproken.
Kameradelijk
“Hej! Ik ben Anja. Kan ik je helpen?” Zo
gaat dat in Nederland. Franse bedrijven spreken hun (potentiële) klanten
standaard in de u-vorm aan en de voornaam van de baas blijft voor de
meeste werknemers hun carrière lang onbekend. In tegenstelling tot veel
Nederlandse bedrijven die het je- en jij-beleid omarmd hebben: van ING,
Rabobank, Albert Heijn, KPN, Hema, Etos tot het CDA.
Gelukkig kom ik ook nog weleens bedrijven
tegen die de kameradelijke Ikea-taal – de Zweedse meubelgigant geldt
als de grote aanjager van de je- en jij-bedrijfsvoering – niet
overgenomen hebben, zoals de NS, Trouw, de Volkskrant, NRC, Nespresso,
de SGP en 50PLUS.
Het Amerikaanse bedrijf Apple spreekt de
consument op hun Nederlandse website aan met ‘jij’, maar op hun Franse
website zonder uitzondering met ‘vous’. Ze laten hun tone of voice dus
afhangen van de cultuur: voor ons Nederlanders is door Apple dus bewust
voor het amicale gekozen: niet hiërarchisch en geen gevoelsmatige
afstand tussen het bedrijf en de klant. Het zal Apple kennelijk een
worst zijn dat ze door ongevraagd tutoyeren een bepaalde groep, aan
etiquette-gehechte mensen, voor het hoofd stoten.
Gevoelsmatig
Maar wanneer zeggen we nu precies u? Is
het statusafhankelijk: de minister wel, de schoonmaker niet? Of
gebruiken we ‘u’ om gevoelsmatig afstand te creëren, zoals in zakelijk
verkeer gebruikelijk is: de dokter jij en je’t niet tegen zijn patiënt
en vice versa al helemaal niet? Of hangt het af van iemands leeftijd? En
zo ja, hoe oud of hoeveel ouder moet iemand dan precies zijn?
Vrienden uit mijn geboortestad aan wie ik
de vraag stel (ik ben geboren in 1985) reageren schouderophalend: ze
voelen zich oud als iemand ‘u’ zegt en zeggen liever gewoon jij,
“behalve als iemand héél oud is”. Alsof je door u te zeggen een
slotgracht graaft tussen jezelf en degene die je aanspreekt. Een vriend,
leraar economie op een middelbare school, vertelt dat zijn leerlingen
hem standaard met u en meneer aanspreken. “Als ze per ongeluk toch een
keer jij zeggen, schrikken ze er zelf van.” Een vriendin zegt, terecht,
dat het “niet helpt dat zogenaamde jonge ouderen zo vaak geagiteerd
reageren als ze met u worden aangesproken omdat ze zeggen zich dan
stokoud te voelen”.
Ze heeft gelijk. Wat de immens populaire reactie ‘zeg as-je-blíéft
jij’ bij mij bovenal oproept, is ongemak; u-zeggen gaat niet over
iemand oud vínden, maar om het tonen van respect. Het is als opstaan
voor een ouder iemand in de tram die daarop gepikeerd reageert en zegt
‘heus niet gehandicapt te zijn’. Wie durft er na zo’n mini-aanvaring nog
eens voor iemand op te staan?
Goede manieren
Er is in Nederland behoefte aan
duidelijkheid over onze heersende beleefdheidsvormen, zegt mijn gevoel,
maar die regels bestaan natuurlijk allang: ze maken deel uit van onze
heersende etiquette. Maar zoals taal met de tijd gewijzigd, aangevuld en
aangepast wordt, zo verandert ons idee over goede manieren wellicht
ook?
Ik vraag het aan Reinildis van Ditzhuyzen
(1948), historica en schrijfster, onder andere van de etiquettebijbel
‘De Dikke Ditz – Hoe hoort het eigenlijk?’ “Traditioneel gaat tussen
twee mensen die elkaar niet kennen het initiatief om te tutoyeren uit
van de hogere in rang, oftewel de oudere oftewel de vrouw. Het gaat van
laag naar hoog, dus een jonge, de mindere, spreekt een oudere, de
meerdere, met u aan. Jongeren onder elkaar zijn daar tegenwoordig
makkelijker in.”
En wat te doen bij twijfel over de
leeftijd van de ander, we kunnen iemand tegenwoordig ook zeer
gemakkelijk op de kast krijgen met de u-aanspreekvorm? Van Ditzhuyzen:
“Het ‘ik voel me zo oud als je u zegt’ vind ik nogal kinderachtig. Wat
kan het je schelen dat een onbekende je aanspreekt met u, je ziet
diegene daarna nooit meer! De regel in deze is: bij twijfel geen je en
jij zeggen, de veiligste weg. Het is ook veel makkelijk om hoog in te
zetten en van u naar jij te gaan dan van jij naar u, dat kan
buitengewoon ongemakkelijk zijn.”
Heeft Van Ditzhuyzen enig idee waaróm wij
Nederlanders zo graag je- en jij’en? “Wij zijn enorm egalitair in
Nederland: jij moet niet denken dat jij beter bent dan ik. Ook wil
iedereen tegenwoordig vlot zijn, jong en aardig gevonden worden en
mensen zijn bang om ouderwets of een zeurpiet gevonden te worden.”
En onderschat het Amerikaans niet, het
ge-you, zegt ze. “Dat heeft een enorme invloed op onze taal, net als dat
iedereen tegenwoordig dat Amerikaanse ‘fijne dag verder’ roept,
rechtstreeks afkomstig van have a nice day.” Wat doet zij zelf als ze
ongevraagd met ‘jij’ wordt aangesproken?
‘Kennen wij elkaar?’
“Ik zou kunnen zeggen: ‘Kennen wij
elkaar?’ Al is dat een beetje flauw. Het komt echter nogal vaak voor dat
onbekenden mij zo mailen: ‘Hoi Reinildis, ik heb een vraag voor je’.
Dat is dom, want zij willen iets van mij weten, en beginnen meteen heel
joviaal. Dat is geen goede binnenkomer.” Daarom mailt zij terug met
‘Geachte heer Pietersen, dank u wel voor uw mail’. Ze zegt niet ‘u bent
fout’ of ‘mag ik u erop attent maken dat u geen je en jij hoort te
zeggen. “Mensen die een beetje kunnen nadenken, begrijpen dat hun
initiële aanspreekvorm geen goede indruk maakte en beantwoorden de mail
vervolgens ook in de u-vorm.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten