Het
is de Week Zonder Vlees en dus gaan we massaal aan de vleesvervanger.
Maar hoe gezond zijn die burgers, balletjes en stuckjes eigenlijk? En
wat is de klimaatimpact van je vega-gedrag?
Stel:
je wilt graag vegetariër worden. De vleesindustrie draagt immers voor
een groot deel bij aan de klimaatcrisis. Of misschien heb je een akelig
filmpje over slachthuizen gezien. Daar sta je niet meer achter. Vanaf nu
komen de sukadelappen en gehaktballen er niet meer in.
Er
is alleen één probleem: je bent geen keukenprins(es). Je hebt geen idee
wat je met gedroogde kidneybonen moet doen en de met za’atar en
granaatappelpitten gelardeerde recepten van hippe chefs als Yotam
Ottolenghi zijn je al helemaal te ingewikkeld.
Gelukkig
zijn er vleesvervangers. Ze hebben stoere namen als ‘gehackt’, zijn
‘ambachtelijk gerookt’ of bevatten ludieke woordgrapjes zoals
‘vegeterriers’, maar in principe kun je ermee doen wat je met een onsje
half-om-half ook zou doen. Even aanbakken, uitje, knoflookteentje erbij
en je vegetarische pasta bolognese staat zo op tafel. Wil je het jezelf
helemaal gemakkelijk maken, dan kun je een vegaburger bakken.
Supermarkten
lijken de vleesvervangers niet aan te kunnen slepen. Zo verdrievoudigde
supermarktketen Lidl vorige week in één klap het assortiment
vleesvervangers. Geen wonder dus dat de omzet van
vleesvervangerproducenten in de lift zit. ABN Amro voorspelt dat de
Nederlandse markt voor vleesvervangers in een jaar met tien procent zal
groeien.
Behoorlijk eisenpakket
Maar
hoe gezond zijn vleesvervangers eigenlijk? Het Voedingscentrum stelde
een behoorlijk eisenpakket samen waaraan dat groentegehakt of die
lekkere nepkipstukjes moeten voldoen voordat ze binnen een gezond
voedingspatroon passen. Zo mogen ze niet te zout zijn en niet te vet.
Bovendien moeten ze voldoende vitamine B12 en eiwitten bevatten.
Wie
een steekproef doet in de supermarkt, komt er echter al snel achter dat
veruit het grootste gedeelte van de vleesvervangers die lakmoesproef
niet doorstaat. Van de bijna honderd etiketten die Trouw bekeek – van
verschillende merken en in alle prijsklassen – voldeed slechts zo’n tien
procent aan de eisen.
Het
grootste euvel lijkt zout. Volgens het Voedingscentrum mag een
vleesvervanger niet meer dan 1,1 gram zout per honderd gram bevatten.
Een gezonde hoeveelheid zout om in totaal binnen te krijgen, is
ongeveer zes gram per dag. Als je bedenkt dat de meeste groenteburgers
ongeveer honderd gram wegen, zou je dus met een als gezond
gekwalificeerde vleesvervanger op een zesde van de dagelijkse
hoeveelheid zout zitten.
Sommige
uitschieters zijn met recht bremzout te noemen. De ‘speckjes’ van de
Vegetarische Slager bijvoorbeeld. Die bevatten 4,1 gram zout per honderd
gram. Ter vergelijking: gewone spekjes van varkensvlees bevatten drie
gram. En dan heb je de stamppot andijvie nog niet eens op smaak
gebracht.
Maar
het merendeel van de vleesvervangers die door het Voedingscentrum
worden afgeschreven, zijn maar een klein beetje te zout. De norm wordt
bijvoorbeeld overschreden met een schamele 0,01 gram. Zijn die
vleesvervangers dan nog steeds ongezond?
Het
Voedingscentrum blijft streng. Te zout is te zout, zegt een
woordvoerder. Nederlanders eten al veel te veel zout, oftewel natrium,
zegt ze. Gemiddeld maar liefst negen gram per dag, drie meer dus dan wat
als gezond wordt gezien. En wie te zout eet, krijgt een hoge bloeddruk,
wat weer kan leiden tot hart- en vaatziektes.
Het
probleem, zegt het Voedingscentrum, is dat je die net te zoute
vleesvervanger niet kan ‘compenseren’ met zoutloze spruiten. Natrium
komt van nature óók in die spruitjes voor. En vegetariërs eten vaak veel
zuivelproducten, die ook rijk zijn aan natrium. Al laat je het
zoutvaatje staan, dan nog krijg je (te) veel zout binnen.
Gezond op de vegatour
Eisen aan een gezonde vleesvervanger, volgens het Voedingscentrum:
• Niet te veel verzadigd vet:
≤ 2,5 g/100 g
• Niet te veel zout: ≤ 1,1 g/100 g
• Geen toegevoegd suiker
• IJzer: ≥ 0,8 mg/100 g
• Voldoende vit. B12: ≥ 0,24 mcg/100 g en/of
• Voldoende vit. B1: ≥ 0,06 mg/100 g (in vleesvervangers op basis van soja zit voldoende B1)
• Eiwit: 20% of meer van de energiewaarde
≤ 2,5 g/100 g
• Niet te veel zout: ≤ 1,1 g/100 g
• Geen toegevoegd suiker
• IJzer: ≥ 0,8 mg/100 g
• Voldoende vit. B12: ≥ 0,24 mcg/100 g en/of
• Voldoende vit. B1: ≥ 0,06 mg/100 g (in vleesvervangers op basis van soja zit voldoende B1)
• Eiwit: 20% of meer van de energiewaarde
Een
ander probleem met vleesvervangers is vet. Vooral de vegetarische
burgers komen op dat gebied slecht uit de bus. De meeste rondo’s en
carré’s bevatten veel meer verzadigde vetten dan gezond is. Raadt het
Voedingscentrum dan aan om geen vleesvervangers te eten? Niet per se, al
moet je wel goed op de etiketten blijven kijken, zegt de woordvoerder.
“Er komen steeds meer nieuwe producten bij, dus je kan het blijven
proberen.”
Gelukkig
is er ook goed nieuws over de gezondheidseffecten van vleesvervangers.
Die worden vaak van peulvruchten gemaakt, waardoor het met het gehalte
vitamine B12 wel snor zit. Het idee dat je als vegetariër met
vitaminepillen aan de slag moet, kan in veel gevallen van tafel. Soms
wordt er ook B12 aan vleesvervangers toegevoegd.
Sojabonen groeien over het algemeen niet naast de deur
Maar,
denkt de bezorgde vegetariër meteen, die sojabonen groeien over het
algemeen niet naast de deur. Hoe zit het dan met de klimaatimpact van de
vleesvervangers?
Vrijwel
alle vleesvervangerproducenten zeggen in ieder geval goed nieuws te
hebben over de klimaatimpact van hun producten. Beyond Meat zegt
bijvoorbeeld dat bij de productie van hun burger 90 procent minder
broeikasgassen worden uitgestoot dan bij een burger van rundvlees. De
Vegetarische Slager berekende dat een maaltijd van frietjes en een
vegetarische burger voor vier personen 5,6 kilo CO2 bespaart, wat zou
neerkomen op 82 procent minder uitstoot dan wanneer je een ‘gewone’
hamburger zou gebruiken. In de Beyond Burger zit geen soja, in de burger
van de Vegetarische Slager wel.
Ook
voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal liet een berekening los op de
CO2-impact van vlees en vleesvervangers. ‘Losse’ peulvruchten zijn
kampioen klimaatvriendelijk vleesvervangen: die stoten maar één kilo CO2
uit per kilo. Verrassende tweede is echter de vegaburger, terwijl het
van sojabonen gemaakte tofu niet eens een podiumplek bemachtigt. Die
bungelt op plek nummer zes, met 3,5 kilo CO2 uitstoot per kilo. De
achterdocht jegens soja lijkt dus wel onderbouwd te kunnen worden, al
veroorzaken die tahoeblokjes alsnog veel minder CO2-uitstoot dan het
lamsboutje dat je ervoor hebt laten staan. Dat is verantwoordelijk voor
51 kilo CO2 per kilo, wat ongeveer gelijk is aan de uitstoot van een
ritje met de trein van Amsterdam naar Nice en weer terug. Misschien moet
je als beginnend vegetariër niet roomser dan de vegapaus willen zijn.
Lees ook:
Het idee dat vlees lekkerder is, zit echt tussen de oren, zegt Vegetarische Slager Jaap Korteweg
Jaap Korteweg (57), man achter De Vegetarische Slager, wil de grootste slager van de wereld worden. Zijn pleidooi: hou ze thuis voor de gek door ze stiekem iets vegetarisch voor te schotelen. Op 5 maart verschijnt een boek over zijn succes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten