'Beschavingen' zet de wereldgeschiedenis op haar kop |
---|
Hij
zet de geschiedenis graag naar zijn hand. In ‘Beschavingen’, zijn
nieuwste roman, laat de Fransman Laurent Binet de Inca’s Europa
veroveren.
Realisme
aanlengen met wat fictie? De romancier Laurent Binet (47) laat liever
de verbeelding aan de macht. In zijn nieuwe roman ‘Beschavingen’ zet
hij de wereldgeschiedenis op haar kop. Binet beschouwt literatuur en
populaire cultuur niet als strikt gescheiden werelden. De Franse titel
van zijn roman, ‘Civilizations’, verwijst naar een gelijknamig
computerspel. Gamers kunnen zich van de prehistorie naar het heden
werken en zelfs de toekomst ingaan. Binet herkent zich in hun plezier en
toewijding: “Dit is mijn meest speelse boek.”
Van
zijn bestseller ‘HhhH’ uit 2010 maakte de VPRO de tv-serie, ‘Hitlers
hersens heten Heydrich’. Voor ‘Beschavingen’ bestaan nog grotere
plannen. “We werken aan een tv-serie voor Netflix, HBO of een
soortgelijke zender. Scenarioschrijvers met meer ervaring in het film-
en televisievak doen het meeste werk. Ik doe en kijk mee.”
Wie
het branieachtige en ingenieuze ‘Beschavingen’ leest, kan zich zo’n
serie voorstellen. De Inca’s veroveren Europa, en later komen ook de
Azteken naar de Oude Wereld. ‘Game of Thrones’-achtige verwikkelingen te
over.
De
roman valt uiteen in vier delen: Noormannen als de eerste Europeanen in
Amerika rond het jaar 1000. Columbus’ ontdekkingsreis rond 1492,
waarbij de ontdekkingsreiziger niet terugkomt uit de Nieuwe Wereld. Het
hart van het boek, over de Inca’s in Europa vanaf 1531. En een aan de
schrijver Miguel de Cervantes (‘Don Quichot’) opgehangen epiloog,
spelend rond 1571. Vooral in het deel over de invasie van Europa onder
leiding van de Incakoning Atawalpa wemelt het van de historische
gebeurtenissen en figuren (onder wie Hendrik VIII, Erasmus, Luther en
Michelangelo) die in het door Binet veranderde verleden net een andere
draai of rol krijgen.
‘HhhH’ speelde in Tsjecho-Slowakije tijdens de Tweede Wereldoorlog, in ‘De zevende functie van taal’ stond de Franse elite rond 1980 centraal. U voert nu uw lezers vijf eeuwen terug in de tijd. Waarom die reuzenstap?
Lachend:
“Verder weg is wel zo veilig. Na ‘De zevende functie van taal’ heb ik
problemen gehad met mensen die nog in leven waren en die ongelukkig
waren met de inhoud. De kans dat Christoffel Columbus zich boos bij me
meldt vanwege ‘Beschavingen’ is klein.”
Op
de middelbare school waren taal en geschiedenis al de grote fascinaties
van Binet. “Mijn vader was geschiedenisleraar. Ik ben het ook gaan
studeren. Later switchte ik naar Franse taal en literatuur, voornamelijk
omdat veel van mijn vrienden dat deden en ik met hen naar de kroeg
wilde. Onbewust zijn beide interesses uiteindelijk prettig door elkaar
heen gaan lopen. Eigenlijk best logisch: geschiedenis is het ultieme
verhalenvertellen.”
Hoe kwam u op het idee voor dit boek?
“In
2015 was ik voor een boekenbeurs in Lima, Peru. Ik bezocht musea en
raakte geïnteresseerd in de pre-Columbiaanse tijden en de veroveringen
erna. Toen ik terugkwam in Parijs, vertelde ik iedereen erover.
“Mijn
halfbroer gaf me kort daarna het boek ‘Zwaarden, paarden en
ziektekiemen’ van de Amerikaanse wetenschapper Jared Daimond cadeau. Die
vroeg zich af waarom de Spaanse conquistador Francesco Pizarro de
Incakoning Atawalpa gevangennam en waarom de Inca’s niet naar Spanje
kwamen om Karel V te arresteren. Die laatste mogelijkheid nam ik als
uitgangspunt voor ‘Beschavingen’.”
In uw vorige boek speelde u al met de geschiedenis, nu zet u de wereldgeschiedenis volledig op haar kop. Daar lijkt me moed voor nodig.
“Moed is niet het juiste woord. Ik zou zeggen: ambitie. Hoe groter het project, hoe enthousiaster ik word.”
Hoe ging u te werk, nadat u het uitgangspunt van Inca’s in Europa in uw hoofd had? Is het dan een kwestie van schema’s maken van de werkelijke en van de eigen alternatieve geschiedenis?
“Nee.
Ik beschouwde het meer als een groot strategisch spel: ik had een
probleem, zocht daar een geloofwaardige oplossing voor en ging dan op
weg naar het volgende probleem. Hoe verover je met tweehonderd mensen
een onbekende wereld met miljoenen inwoners?
“Hoe
neem je hun machtigste monarch gevangen? Het kan: Pizarro en de andere
beroemde Spaanse conquistador, Hernán Cortés, bewezen het in Amerika. Bijvoorbeeld
door bondgenootschappen te sluiten. Dat doet Atawalpa in mijn roman
ook: met Joden, moslims, Duitse boeren, Fransen. In wezen is het één
grote wraak der verliezers, de verdoemden der aarde.”
Was u verrast door de haast al te toevallige manier waarop sommige historische feiten naadloos in uw verhaal pasten? Copernicus beweert dat de aarde om de zon draait, juist op het moment dat de Inca’s in uw boek hun Zonnegod introduceren in Europa.
“Werkelijkheid
en verzinsels pasten perfect. Zulke dingen overkomen je. Bij mij landen
de Inca’s in Portugal op de dag dat in werkelijkheid Pizarro voet aan
wal zette in Zuid-Amerika. Ik beschrijf de gevolgen van een catastrofale
aardbeving in en rond Lissabon. Sommige lezers denken dat ik die heb
bedacht of dat ik de grote aardbeving van 1755 een paar eeuwen heb
verplaatst. Maar ik heb niet vals gespeeld. Er was echt een aardbeving
op exact die dag.”
Met zoveel spelplezier bij het schrijven ligt het gevaar van over the top gaan op de loer.
“Over
sommige vondsten heb ik getwijfeld. Ik laat Azteken een piramide bouwen
bij het Louvre. Ik dacht: misschien is dat net te veel. Maar veel
lezers vinden het nu de grootste grap van het boek.
“Vakmanschap
is altijd balanceren op de rand. Vergelijk het met tennis: een speler
moet continu beslissen of hij naar het net loopt of even afwacht.”
Had u de opzet met vier delen in verschillende tijden meteen in uw hoofd?
“Eigenlijk
wel. Vooral van het laatste deel kijken lezers op. Ik vond het mooi om
aan het einde nog een sprong van pakweg 25 jaar in de tijd te maken om
te laten zien hoe het verder gaat. Naar de slag bij Lepanto in 1571.
“In
werkelijkheid streden de christelijke Heilige Liga en het Ottomaanse
Rijk daar over zeggenschap over het oostelijk deel van de Middellandse
Zee. In ‘Beschavingen’ trekken ze samen op tegen de Inca’s. Aan de echte
levensloop van Cervantes, die gewond en deels verlamd raakte tijdens de
slag en op de terugweg naar Spanje werd ontvoerd door Barbarijse
zeerovers, hoefde ik niet eens veel te veranderen. Het is natuurlijk ook
een klein eerbetoon aan hem als vader van alle romanschrijvers.”
Is uw blik op de zestiende eeuw veranderd door het schrijven van dit boek?
“Van
sommige zaken wist ik vooraf weinig tot niets: de Reformatie en Luther
bijvoorbeeld. Ik had me bovendien nooit gerealiseerd dat dit tijdperk
het begin van de grote groei van het kapitalisme vormde.
“Daar
kon ik mooi mee spelen, want de Inca’s hadden een totaal verschillend
systeem, dat dichter bij het socialisme lag. De lol is dan om die ideeën
te laten botsen.”
Want geschiedenis moet ook iets over het heden zeggen?
“Dat
gebeurt gewoon. Ik hoor bij deze tijd. Dus alles wat ik schrijf, zegt
daar iets over. Maar het vertellen van een groot avonturenverhaal stond
voorop. Het andere kwam automatisch mee. Neem de Duitse Boerenoorlog
van 1525, verarmde lieden die het niet langer pikten. Mijn vader, de
oud-geschiedenisleraar, wees me erop. Ik las me in en besloot het te
gebruiken. Kort daarna werd Frankrijk voor minstens een jaar één grote
rel met de opstand van de Gele Hesjes. Dat verzin je niet.
“Ik
ben geen groot fan van kapitalisme. Ik denk dat het de dood van ons
allemaal gaat worden. Maar ik begrijp de schoonheid en het avontuur van
de handel van destijds. Die enorme reizen maken, alleen om wat
specerijen te kunnen kopen. Dat is fascinerend. De zestiende eeuw was
mooi en afschuwelijk tegelijk.”
Veranderde het schrijven van het boek uw kijk op de loop van de geschiedenis?
“Nee.
Die is wel veranderd, maar meer door actuele ontwikkelingen. Vroeger
zag ik geschiedenis als een langetermijnproces. Echt grote veranderingen
strekten zich uit over meer dan één mensenleven. Maar dat is niet waar.
In mijn jeugd ging het haast nooit over China. Een enkeling voorspelde
dat land een grootse toekomst. Maar wie geloofde toen dat dit snel zou
gebeuren? En kijk nu eens.”
U heeft in het verleden geregeld kritiek geuit op het gros van de historische romans. Wat stoort u daarin?
“Ik
word niet graag slecht voor de gek gehouden. Als je me vertelt over
bijvoorbeeld Napoleon, dan wil ik wat horen over de echte Napoleon. Niet
het ware verhaal opgeleukt met een paar verzinsels. Tegelijkertijd zie
ik de verbeelding graag aan het werk. Echte fictie. Daarom hou ik van
what-if…, van alternatieve geschiedenis. Want die wil je niet voor de
gek houden. Mijn ‘Beschavingen’ wil niemand laten geloven dat Indianen
echt Europa hebben veroverd. Het werkt alleen als de lezer de echte
geschiedenis kent. De schrijver neemt geen loopje met de historie, die
speelt ermee.”
De verzonnen geschiedenis moet wel realistisch lijken.
“Vanzelfsprekend.
En ik ben niet geïnteresseerd in een paar kleine veranderingen. Daarom
was ik niet zo onder de indruk van Philip Roths ‘Het complot tegen
Amerika’. Pas op, ik hou van Roth. Maar in deze roman zou zijn verhaal
zonder de alternatieve geschiedenis niet eens veel anders zijn.”
Wat
Binet tegenstaat, vertelt hij, is dat Roths verhaal, over de
overwinning bij de presidentsverkiezingen van de nazi-vriendelijke
vliegheld Charles Lindbergh ten koste van Franklin Delano Roosevelt,
vooral dient ‘als omlijsting’. “Het toenemende antisemitisme speelt een
rol, maar in wezen draait het, zoals in meer Roth-romans, om een joodse
jongen die erg op Roth zelf lijkt. Dat is heel anders bij de Amerikaanse
tv-serie ‘The Man in the High Castle’. Daarin zijn nazi’s in de VS de
spil van het verhaal. Zó wil ik het. Als je besluit om zo’n wezenlijk
andere draai aan de geschiedenis te geven in je boek, verwacht ik dat
het centraal staat.”
Maar neigt in tijden van fake news de literatuur niet juist sterk naar het autobiografische, het echte?
“Frankrijk
is nog steeds dol op familiegeschiedenis en autofictie. Tien jaar
geleden was het dé weg naar literair succes. Nu wordt dat gelukkig iets
minder.
“Romans
moeten niet zo kort op de werkelijkheid willen zitten. Andere media en
methoden lenen zich daar beter voor. Als ik geïnteresseerd ben in
arbeiders in een zilvermijn in Chili, kijk ik liever een goede
documentaire. De tijden van de negentiende-eeuwer Honoré de Balzac, die
naast schrijver tevens een soort socioloog was, zijn voorbij. Het leidt
alleen maar tot bleke kopieën van de realiteit. Een schrijver moet zich
daar juist van durven laten afdrijven.”
Lees ook:Over angstzweet staat niets in de archieven
Voor zijn bekroonde oorlogsroman ‘HhhH’ ploegde de Fransman Binet stapels archieven door. In zijn handen komt de geschiedenis tot leven.
|
---|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten