even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
donderdag 24 oktober 2019
Leonardo, het genie uit Vinci, nu met een prachtig overzicht in Parijs
Tentoonstelling
In zijn vijfhonderdste sterfjaar eert het Louvre Leonardo da Vinci met
een grote tentoonstelling van schilderijen, tekeningen en
wetenschappelijke observaties.
Journalisten bekijken Leonardo’s schilderij La Belle Ferronniere op de voorbezichtiging van de tentoonstelling Leonardo da Vinci in het Louvre
Foto AP Photo/Thibault Camus
Beeldende kunst Leonardo da Vinci. T/m 24/2 in het Louvre, Parijs. Inl: louvre.fr. Reserveren verplicht: ticketlouvre.fr
Toen Leonardo da Vinci in de herfst van 1516 naar Frankrijk
vertrok, bevatte zijn bagage ten minste drie schilderijen waar hij al
een tijd aan had gewerkt. Kardinaal Louis van Aragon schrijft een jaar
later dat hij de kunstenaar bezocht in het Loire-kasteel van Cloux
(Amboise). De meester toonde hem drie werken waar hij toen naar eigen
zeggen al minstens tien jaar aan bezig was: het vrouwenportret dat later
wereldberoemd werd als ‘Mona Lisa’, een kleine uitbeelding van het
bovenlichaam van Johannes de Doper, en een fors schilderij met de
merkwaardige thematiek van Sint-Anna-te-drieën.
Leonardo, Sint-Anna-te-drieën, 1503-1519. Olieverf op paneel, 168 × 130 cm. Collectie Louvre Foto René-Gabriel OjédaDat laatste schilderij toont de rijpe gestalte van de
heilige Anna met, zittend op haar schoot, haar dochter Maria als jonge
vrouw, die zich zelf weer ontfermt over haar zoontje Jezus. De naakte
knaap, op zijn beurt, pakt met beide handen een lam vast, dat voor de
goede verstaander verwijst naar het lot van het goddelijke kind. Zo’n
dertig jaar later, immers, zou hij ‘als een lam ter slachtbank gevoerd’
sterven aan het kruis.
Leonardo (1452-1519) was met zijn 64 jaar
al aardig op leeftijd toen hij zich vestigde aan het hof van de Franse
koning Frans I, die een uitgesproken belangstelling koesterde voor
Italiaanse renaissancekunstenaars. Of Leonardo in de drie jaren dat hij
er nog werkte voordat hij in 1519 in Amboise zou overlijden, nog veel
schilderwerk heeft geproduceerd, is niet waarschijnlijk. Zeker is dat
hij de drie schilderijen die hij vanuit Italië meenam, zou nalaten aan
zijn koninklijke broodheer. Tegenwoordig bevinden zij zich in de
verzameling van het Louvre in Parijs. Dat museum beschikt daarnaast over
nog twee topstukken van de meester: een portret van een jonge vrouw dat
met een romantische bijnaam bekend staat als ‘de knappe smidsdochter’ (La belle ferronière),
en een groot paneel dat, met een voorstelling van Maria met kind, een
engel en de jonge Johannes de Doper in een landschap tegen de
achtergrond van een grotachtig landschap, de naam Madonna van de rotsen heeft gekregen.
Leonardo da Vinci, La belle ferronière, 1490-1496. Olieverf op paneel, 62 × 44 cm. Collectie Louvre Foto Michel Urtado
Lees ook deze reportage over het kasteel in Amboise waar Leonardo zijn laatste jaren verbleef
Vier van deze vijf ‘Franse’ schilderijen vormen de kern van de
grote expositie die het Louvre ter gelegenheid van zijn vijfhonderdste
sterfjaar wijdt aan het werk van het veelzijdige genie uit het Toscaanse
stadje Vinci. Op de rotsenmadonna na zijn ze speciaal voor de
gelegenheid gerestaureerd. Mona Lisa ontbreekt in de expositie,
maar ze is vlakbij, op haar vaste plaats in de permanente collectie.
Daar blijft ze de jammerlijke gevangene van haar eigen succes,
opgesloten achter een dikke glasplaat, met haar vele bewonderaars op een
verplichte afstand.
Toegeschreven aan Francesco Melzi, Portret van Leonardo. Rode krijt op papier, 32 x 24 cm. Collectie Veneranda Biblioteca Ambrosiana Foto Gianni CigoliniToch is de vertegenwoordiging van Leonardo’s Franse episode
in de expositie uiteindelijk evenredig met de korte duur en geringe
output ervan. De afsluitende sectie getiteld ‘Het vertrek naar
Frankrijk’, toont namelijk weinig meer dan het handschrift van het
verslag dat Louis d’Aragon schreef van zijn bezoek aan Leonardo in 1517.
Daarnaast is er een tekening die Leonardo maakte van een vloedgolf, en
een profielaanzicht in rood krijt van het gezicht van een man met lange
haren en baard. Onder het hoofd staat in kapitalen de naam van Leonardo
vermeld. Die, zonder twijfel op een later moment aangebrachte,
inscriptie wil doen geloven dat het hier een portret van Leonardo
betreft. Het wordt toegeschreven aan diens Milanese leerling Francesco
Melzi, die het dan zeker niet in Frankrijk heeft gemaakt.
Het recente geharrewar tussen Frankrijk en Italië
over de ‘appropriatie’ van de kunstenaar, die triomfen vierde in de
Italiaanse steden Florence, Milaan en Rome maar uiteindelijk overleed in
Frankrijk, komt dus gekunsteld over. De beroemde tekening van de
‘Vitruviaanse man’, waarvan het de laatste weken onduidelijkheid was of
die wel zou worden uitgeleend door de Accademia in Venetië, is
uiteindelijk present, al is het waarschijnlijk maar voor een deel van de
looptijd van de tentoonstelling.
Goede score
Behalve
de schilderijen uit het bezit van het Louvre zelf, worden er nog vijf
schilderijen van de hand van Leonardo getoond. Op het geringe totaal van
vijftien à twintig schilderwerken die algemeen aan de meester worden
toegeschreven, is dat een goede score. Zo is uit de Pinacoteca
Ambrosiana in Milaan het kleine portret van een musicus overgekomen. Het
benige gezicht van de onbekende man met een stuk bladmuziek in de hand,
steekt in driekwart aanzicht af tegen de donkere achtergrond. Tegenover
de Parijse Sint-Anna-te-Drieën is de enorme tekening van
hetzelfde onderwerp opgehangen die nu in de National Gallery in Londen
wordt bewaard. En uit de Hermitage in Sint-Petersburg is een klein
paneel overgekomen van Maria met kind. Verrassend genoeg wordt het
centrum van de intieme voorstelling ingenomen door de elegante
rechterhand van Maria die een bloem vasthoudt waarnaar de handjes van
het kind grijpen.
Leonardo da Vinci, Portret van een musicus, 1485-1490. Tempera en olieverf op doek, 40 x 30 cm. Collectie Veneranda Biblioteca Ambrosiana Foto Paolo ManusardiSamen geven de schilderijen een mooi, maar noodgedwongen
beperkt beeld van Leonardo’s veelzijdigheid in het schilderen van
portretten en religieuze voorstellingen. Naast de schilderijen zelf zijn
her en der in de tentoonstelling levensgrote infrarood-opnamen
geplaatst. De bedoeling is kennelijk iets te laten zien van het
werkproces van de kunstenaar, zoals de voorbereidende tekeningen onder
de verflaag die bij deze techniek zichtbaar worden. Maar omdat er ook
foto’s zijn opgenomen van schilderijen die zelf niet in de
tentoonstelling hangen, zijn ze blijkbaar ook bedoeld om het beeld van
Leonardo’s schilderkunstige productie enigszins te completeren. Hoe dan
ook lijken ze, zonder verder commentaar, vooral bedoeld voor kenners op
het gebied van materiaaltechnisch onderzoek. De keuze om deze
spookachtig verlichte zwart-witopnamen in de expositie op te nemen, is
dan ook moeilijk te begrijpen. Dan vormt het rijtje van zeven kleurige
portretten van jongelieden door Leonardo’s leerlingen Marco d’Oggiono en
Giovanni Boltraffio een betere afspiegeling van diens voorbeeld.
Briljante tekenaar
De
tientallen tekeningen en beschreven bladen van de hand van Leonardo en
tijdgenoten vergen een ander soort concentratie. In kleine schetsjes of
meer uitgewerkte motieven voor schilderijen, zoals figuren, hoofden en
handen, betoont Leonardo zich een briljante tekenaar met pen, krijt en
zilverstift. In andere bladen is het zijn ongebreidelde nieuwsgierigheid
die de hoofdrol speelt. Met de ‘Vitruviaanse man’ laat hij, naar de
principes van de antiek-Romeinse architectuurtheoreticus Vitruvius, zien
hoe de menselijke figuur met al dan niet uitgestrekte armen,
proportioneel past in een vierkant en een cirkel. Het blad toont
hoezeer de kunstenaar geïnteresseerd was in de klassieke traditie.
Leonardo, Studie van planten, 1506.Foto Royal Collection Trust, Her Majesty Queen Elizabeth IIMaar anders dan bij veel van zijn tijdgenoten, was het
zeker niet alleen de antieke wereld die Leonardo fascineerde. De
werkelijkheid om hem heen was een minstens even dankbaar onderwerp voor
de uitzonderlijk breed geïnteresseerde wetenschapper die Leonardo ook
was. Als autodidact bestudeerde hij allerlei natuurlijke fenomenen,
zoals blijkt uit schetsen en aantekeningen, in tekenboekjes en op losse
bladen, van de anatomie van mens en dier tot botanische studies, en van
de mogelijkheden om een door spierkracht aangedreven helikopterachtige
vliegmachine te bouwen, tot bespiegelingen over de hypothetische
aanwezigheid van water op de maan. Een eenvoudig krabbeltje van een
driehoek en vierkanten waarin de stelling van Pythagoras wordt
gedemonstreerd, steekt in zijn eenvoud af tegen gedetailleerde
illustraties van ingewikkelder wiskundige vraagstukken.
Leonardo da Vinci. Studie voor een figuur. Rode krijt op papier, 226 x 186 mm. Collectie Museum of Fine Arts Budapest Foto Jozsa DenesOok al werpt de tentoonstelling in Parijs niet veel nieuw
licht op de veelzijdige kwaliteiten van Leonardo, zij geeft een prachtig
beeld van zijn immense productie van tekst en beeld. De jaren die hij
doorbracht in Frankrijk komen er bekaaid vanaf. Noodgedwongen, want
Leonardo werkte er door aan de schilderijen die hij uit Italië had
meegebracht, maar startte geen grote nieuwe projecten meer. Koning Frans
zal er niet om hebben gemaald. De legende vertelt dat de geliefde
kunstenaar stierf in de armen van de Franse vorst. Correctie
24-10-2019: In een eerdere versie van dit artikel stond dat op de
expositie, behalve de schilderijen uit het bezit van het Louvre zelf,
nog zes schilderijen van de hand van Leonardo worden getoond. Zonder de
afwezige Salvator Mundi zijn dat er 5.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten