donderdag 26 augustus 2021

‘Dat zoeken we op’: waarom de iconische kennisquiz 2 voor 12 al vijftig jaar blijft boeien


© - | Deelnemers mogen maximaal vier vragen op de computer opzoeken.


AAN DE BUIS GEKLUISTERD  

Zoals het klokje bij Astrid Joosten tikt, tikt het nergens
 
Al vijftig jaar lang kunnen kandidaten kwistig door encyclopedieën speuren naar de antwoorden op de vragen van Twee voor TwaalfWaarom blijft de opzoekkwis onverminderd populair? 'Als je als kijker niet alles weet, kun je altijd nog puzzelen op het twaalf letterwoord.' (de Volkskrant)

‘Dat zoeken we op’: waarom de iconische kennisquiz 2 voor 12 al vijftig jaar blijft boeien

2 voor 12 bestaat 50 jaar. Het is misschien wel het enige programma waarin opzoeken net zo belangrijk is als parate kennis. Waarom kijkt Nederland zo graag naar bladerende quizdeelnemers? De Volkskrant geeft antwoord op twaalf vragen.
Selectie van de naslagwerken die de kandidaten van 2 voor 12 kunnen raadplegen. ©Annabel Miedema

‘Dat zoeken we op’ is de meest iconische zin uit de tv-quiz 2 voor 12, waarin twee duo’s twaalf vragen beantwoorden en een woord van twaalf letters moeten raden. We zijn eraan gewend, omdat het programma al sinds 1971 op tv is, en maandag zijn 50-jarig jubileum viert. Maar dat opzoeken was een grensverleggend idee van programmamaker en regisseur Ellen Blazer, onder meer bekend van het succesvolle praatprogramma Sonja op zaterdag. Zij bedacht het format van 2 voor 12.

Welke ideologie zit hierachter? Wat voor naslagwerken gebruiken de spelers? Wat is de beste zoektactiek? En wordt het niet eens tijd dat die boeken plaatsmaken voor Google?

De Volkskrant geeft antwoord op twaalf vragen over 2 voor 12.

Astrid Joosten en twee quizdeelnemers in het decor van 2 voor 12 ©K2 / Filmstill

Iets opzoeken in een quiz, hoe bijzonder is dat?

Voor zover bekend is 2 voor 12 de eerste tv-quiz waarin kandidaten een boek erbij mochten pakken. In Nederland zeker. ‘Het was een ‘heel revolutionair en fantastisch idee’, zei tv- en theaterregisseur Berend Boudewijn (85) in 2011 in de documentaire Ellen Blazer: Schitteren in de schaduw van Coen Verbraak

In deze vorm heeft opzoeken niet of nauwelijks navolging gekregen, het format is ook nooit verkocht aan buitenlandse zenders. Er zijn wel varianten, zoals de mogelijkheid een hulplijn in te zetten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Vriendenloterij Miljonairs (eerder gesponsord door Lotto en BankGiro). Daarin kunnen deelnemers het publiek om hulp vragen en via de telefoon een vraag voorleggen aan een vriend of bekende.

Leuk weetje: in 2014, tijdens de Duitse versie van die show, Wer wird Millionär?, belde een CDU-politicus zijn partijgenoot Angela Merkel. Hij hoopte dat ze, gezien haar afkomst, de vraag kon beantwoorden wat het Oost-Duitse wasmachinemerk WM66 zo legendarisch maakte. Merkel nam niet op, en hij besloot te passen. (Het antwoord: je kon fruit inkoken in de machine. Merkel stuurde even later een sms: ik kon niet opnemen, wat is er aan de hand?)

Wat is de gedachte achter dat opzoeken?

Er zit een ideologie achter, zei Ellen Blazer (1931-2013) in de documentaire over haar leven: ‘Het is niet zozeer belangrijk om een hoop kennis te vergaren en die in je hoofd te pompen. Als je het maar heel makkelijk kan vinden.’

Haar neef Dan Blazer (55), een van de oprichters van productiemaatschappij Blazhoffski, heeft er veel met haar over gesproken. ‘Mijn tante vond het belangrijk dat een slager het kon opnemen tegen een chirurg, en dat mensen met een lage en een hoge opleiding net zoveel kans zouden maken om 2 voor 12 te winnen. Dat vond ze leuk.’

Enkele naslagwerken. ©Annabel Miedema

Waarom hoor je tijdens het zoeken soms alleen de klok?

Astrid Joosten (63), die het programma sinds 1991 presenteert, zwijgt bewust als ze geen vragen meer heeft en deelnemers nog iets opzoeken. ‘Toen ik net was begonnen, dacht ik op zo’n moment: is het niet heel stil? Dan hoorde je alleen die klok tikken. Ik had het gevoel dat het als presentator mijn taak was om sfeer te maken en de boel op te vullen. Maar dat moet je niet doen.’

De reden: ze wil mensen niet afleiden. ‘Dat gebeurt onherroepelijk, als ik begin te praten. Zelfs als ik alleen iets zeg tegen een deelnemer die toekijkt terwijl zijn teamgenoot zoekt, krijgen we al mailtjes van kijkers. Die willen – terecht – dat we spelers gelijk behandelen.’

Waarom is zoeken soms bijna noodzakelijk?

De quiz is volgens Dan Blazer een middel ‘om het volk te verheffen’ – destijds een belangrijke pijler van de Vara (nu zendt BNNVara 2 voor 12 uit). ‘Wat dat betreft was Ellen een ouderwetse Vara-dame: de inhoud stond voorop.’

Dat is nog zo, zegt eindredacteur Irene van den Hoeven (63), die negen jaar bij de quiz werkt. ‘Onze vragen zijn relatief moeilijk, in vergelijking met programma’s als De slimste mens. En ze zijn relatief lang. We vragen nooit iets als: wie heeft het koffiefilterzakje uitgevonden? We stoppen er leuke wetenswaardigheden in, zodat je er iets van opsteekt.

‘Dat filterzakje, bijvoorbeeld, is begin vorige eeuw uitgevonden door een huisvrouw die het zat werd dat er altijd koffiedik in kopjes zat. Dus legde deze mevrouw Bentz op een dag iets over haar kopje: een pagina uit het schoolschrift van haar zoon, gemaakt van vloeipapier. Dat werkte zo goed dat ze er in 1908 patent op aanvroeg. Spelers krijgen dat te horen, waarna een vraag volgt als: welk filterzakjesmerk is genoemd naar mevrouw Bentz. Het antwoord is Melitta; dat was haar voornaam.’

Naslagwerk uit het ‘boekenkastje’ van 2 voor 12. ©Annabel Miedema

Zijn alle vragen opzoekbaar?

De makers beginnen altijd met de naslagwerken beschikbaar in de studio. Daar moet het antwoord in staan. Van daaruit redeneren ze terug. Van den Hoeven: ‘Dat koffiefilter staat waarschijnlijk in het 1001 Uitvinders- of het patentenboek. Of in een oude Kroniek. We geven dan bewust een jaartal, om de kans op zoeksucces te vergroten.’

Maken die boeken het niet te makkelijk?

Nee, zegt de eindredacteur. Wie alles opzoekt, verspeelt veel geld en riskeert te eindigen met een lager bedrag dan de tegenstander. Voor twee seconden lever je een euro in, van de 500 waarmee je begint.

‘Opzoeken is ook een vak op zich’, stelt Van den Hoeven. ‘Er zijn zoveel boeken: welke moet je pakken? En die naslagwerken zitten allemaal anders in elkaar. Staat de index voorin of achterin? Is het gerangschikt op alfabet of op chronologie? In het boek over uitvinders staat voorin een register over uitvindingen, en achterin een register met uitvinders. Het Aanzien van… is gerangschikt op datum, onderscheidingen en sportprestaties staan juist achterin.’

Op de jaarlijkse selectiedag – waar je honderd testvragen moet beantwoorden en ruim de helft goed moet hebben – krijgen potentiële deelnemers een lijst mee met alle boeken in de studio en het dringende advies: ga daarmee oefenen.

De bibliotheek is een goede plek om door de naslagwerken te bladeren, vindt Van den Hoeven. ‘We horen terug dat mensen oude programma’s terugkijken of elkaar opdrachten geven, zoals: wat is er op 19 juli 2018 gebeurd in Israël? Dat werpt zijn vruchten af, merken we.’

Vlak voor de opnamen mogen de deelnemers in de studio oefenen met proefvragen en boeken om te wennen en de ergste zenuwen te overwinnen. ‘Maar als je de naslagwerken dan pas voor het eerst doorbladert, ben je enorm in het nadeel.’

De 1001-serie. ©Annabel Miedema

Wordt het geen tijd om te stoppen met die naslagwerken?

‘Binnen het team is het al jaren een punt van discussie: moet we nog boeken blijven gebruiken?’, zegt Astrid Joosten, de opvolger van Joop Koopman, die van 1971 tot 1981 op die plek zat. (In de tussentijd was de quiz tien jaar niet op tv.)

Joosten: ‘Ellen Blazer stopte in de quiz wat iedereen toen deed: iets opzoeken in een encyclopedie. Computers hebben pas veel later hun intrede gedaan. Ook op tv. Deelnemers mogen maximaal vier vragen op de computer opzoeken.’

Joosten: ‘Ook al wordt zoeken in boeken steeds ongewoner, we blijven het doen. Omdat we het als team van 2 voor 12 belangrijk vinden te blijven uitstralen dat boeken een mooi cultuurgoed zijn. Dat zie je ook in het decor: een oude bibliotheek, met van die oude, in leer ingebonden boeken. Met wat digitale lijntjes erbij.’

Zijn jongere deelnemers niet in het nadeel, omdat zij minder gewend zijn aan al die naslagwerken? ‘Dat zou kunnen. We moeten oppassen dat we niet een archaïsch instituut worden, dat test of mensen nog wel met boeken kunnen omgaan. Dat is de grens die we moeten bewaken.’

Eindredacteur Van den Hoeven: ‘Duo’s die elkaar aanvullen, zijn het meest kansrijk. Dat geldt onder meer voor teams die twee generaties combineren. Jongere deelnemers weten meer over de muziek van nu en computers, waarop ze ook sneller kunnen zoeken. Ouderen hebben vaak een wat bredere algemene kennis, en meer affiniteit met sommige boeken.’

Dikke Van Dale ©Annabel Miedema

Mogen deelnemers Google gebruiken?

Nee, de laptops kunnen alleen worden gebruikt om vragen na te lezen en iets op te zoeken in de Nederlandse tak van de digitale encyclopedie Wikipedia. Je kunt zoektermen intikken op die pagina, en kijken wat dat oplevert.

Astrid Joosten:‘Google heeft nadelen: je vindt vaak snel een antwoord, maar daar zitten ook foute antwoorden tussen. Dan moet ik zeggen: ‘Nee, dat was fout’, en dan zeggen zij weer: ‘kijk, hier staat het toch?’ In zulke discussies willen we niet terechtkomen.’

Mede daarom controleren correctoren van 2 voor 12 of informatie op Wikipedia wel correct is. ‘Dat gaat behoorlijk ver’, zegt Van den Hoeven: ‘Een uur voor de opname kijken we het nog eens na: klopt het antwoord nog steeds?

Wat is de beste zoektactiek?

Oefen met de naslagwerken. Blijf niet te lang doormodderen als je iets niet kunt vinden, waag dan een gokje of laat een antwoord open. 

Houd rekening met de bonusregels, die in de jaren negentig voor het eerst werden ingevoerd. De reden: spelers kwamen erachter dat je het 12-letterwoord best kunt raden met zeven of acht letters en pasten hun tactiek aan: zij vulden geregeld een X in, zonder te zoeken, waardoor ze meer geld overhielden.

Van den Hoeven: ‘Dat maakte het minder leuk voor de kijker. Die wil met meer letters puzzelen op het 12-letterwoord, dat met al die X-en soms niet te raden bleek. Daarom is iets nieuws bedacht: als je alles goed had, kreeg je 100 euro bonus. Dat is nog zo. Als je een fout hebt: 75 bonus, twee fout 50, drie fout 25.’

Het nadeel, bleek daarna, was dat kandidaten soms té veel gingen opzoeken en je vaak naar bladerende spelers zat te kijken. ‘Daarom is de parate kennisregel geïntroduceerd: als je uit je hoofd het goede antwoord geeft, krijg je 10 euro bonus. Zo is het meer in balans.’

Naslagwerken ©Annabel Miedema

Horen we over vijftig jaar nog: ‘dat zoeken we op?’

2 Voor 12 kan nog jaren mee’, vindt Joosten. ‘Het is slow televisie, maar er is een heel grote groep kijkers die dat leuk vindt.’

Dat blijkt ook uit cijfers: de quiz trok dit jaar 1,25 miljoen kijkers per aflevering, vrijdagavond om half negen op NPO 2. De gemiddelde leeftijd van het publiek in 2021 is 62,4 jaar. Dat is bijna drie jaar hoger dan de leeftijd van kijkers naar de Nederlandse Publieke Omroep.

Joosten: ‘Ik heb me weleens zorgen gemaakt over de toekomst van het programma, maar dankzij de geweldige kijkcijfers is dat voorbij.’

In de kern is niets veranderd sinds 1971, zegt Van den Hoeven. ‘Om te voorkomen dat het oubollig wordt, zorgen we dat de vragen zo actueel mogelijk zijn en zijn we alert op nieuwe naslagwerken. Verder hebben we de leader en het decor natuurlijk opgefrist. En tijdens de vragen zie je meer gevarieerde beelden.’

Aan kandidaten is absoluut geen gebrek. ‘Toen we laatst een oproep deden, hadden we binnen een kwartier 800 aanmeldingen. Daar zitten steeds meer twintigers bij, zoals studenten.’’

Dan Blazer, van producent Blazhoffski: ‘Op een of andere manier houdt 2 voor 12 je aandacht vast. Als je als kijker niet alles weet, kun je altijd nog puzzelen op het twaalf letterwoord. Het zit slim in elkaar.’

Als je nu met zo’n programma-idee aankomt, ben je volgens hem kansloos. ‘Ik praat vaak met netmanagers van de NPO, om iets te pitchen. Als je dit format nu zou indienen, was het vast afgekeurd. Netmanagers zouden het te traag vinden en waarschijnlijk te highbrow. Mede omdat er geen BN’ers in zitten, daar moest Ellen Blazer niets van hebben.

‘Gelukkig is 2 voor 12 allang op tv’, zegt hij. ‘Volgens mij zal er altijd een behoorlijk publiek voor blijven bestaan.’ Ook over vijftig jaar? ‘Ik denk het wel, als de NPO dan nog bestaat.’

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten