even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
vrijdag 27 augustus 2021
Nieuws
Amsterdam geeft schilderij Kandinsky toch terug aan erfgenamen Joodse eigenaren
Gemeente Amsterdam geeft het schilderij Bild mit Häusern
van Wassily Kandinsky terug aan de erfgenamen van de Joodse eigenaren.
Die zouden het in de Tweede Wereldoorlog onder druk van de Duitsers
hebben verkocht.
Het werk zal snel geretourneerd worden, zonder nieuwe tussenkomst
van de Restitutiecommissie. Dat maken burgemeester Halsema en wethouder
Meliani (Cultuur) donderdag bekend in een brief aan de gemeenteraad. Het
schilderij hangt nu in het Stedelijk Museum, dat het schilderij kocht
in 1940 op een veiling.
Drie erfgenamen van de oorspronkelijke Joodse eigenaren eisen het
schilderij al sinds 2012 op. Volgens hen zijn Robert Lewenstein en Irma
Klein – de oorspronkelijke eigenaren – onder druk gezet door de Duitse
bezetters om het schilderij te verkopen. Het zou daarmee onder de brede
definitie van roofkunst vallen. De Restitutiecommissie oordeelde in 2018
dat voor die stelling te weinig grond is. Bovendien oordeelde de
rechter in 2020 dat het Stedelijk Museum het schilderij met recht in het
museum mocht laten hangen.
Herstel van onrecht
Nu geeft gemeente Amsterdam het schilderij vrijwillig toch terug
aan de erfgenamen. ‘Als stad hebben we een geschiedenis en daarmee een
grote verantwoordelijkheid hoe om te gaan met het onrecht en het
onherstelbare leed dat de Joodse bevolking is aangedaan in de Tweede
Wereldoorlog’, schrijven Halsema en Meliani in de raadsbrief. ‘Gemeente
Amsterdam heeft de morele plicht om hiernaar te handelen.’
Dat de gemeente nu wel overgaat tot teruggave en eerder niet,
heeft volgens de bewindslieden te maken met het feit dat in 2018 een
belangenafweging tussen de erfgenamen en de gemeente centraal stond en
nu ‘het herstel van onrecht voor slachtoffers’.
Halsema en Meliani laten in de raadsbrief weten dat in ‘belang van
herstel van onrecht’ en het feit dat de kwestie al zo lang speelt, de
Restitutiecommissie niet meer tussen het teruggeven van het schilderij
zal komen. De gemeente is in overleg met de erfgenamen om het schilderij
‘onmiddellijk’ terug te geven.
Afghanen
lopen groot gevaar slachtoffer te worden van de gruweldaden van de
Taliban. De angst is zó groot, dat mensen bereid zijn hun kinderen over
hekken te gooien of zich wanhopig vastklampen aan vliegtuigen. Wij maken
ons grote zorgen en roepen het kabinet op om Afghaanse vluchtelingen de
bescherming te bieden die zij meer dan ooit nodig hebben. Help mee en laat je stem horen: teken onze petitie!
Help mee Afghanen te beschermen!
Er
is met spoed een nieuw asielbeleid nodig voor Afghaanse vluchtelingen.
Maar ook buiten de Nederlandse grenzen moet Nederland Afghaanse
vluchtelingen helpen beschermen. Lees wat er moet gebeuren en teken onze petitie!
De zwartste nachtmerries van achterblijvers dreigen werkelijkheid te worden: Nederland stopt met evacuaties uit Kabul.
Er valt heel veel te zeggen over hoe het zover heeft kunnen komen. Maar
eerst moet nu alles op alles worden gezet om alternatieve routes te
vinden uit Afghanistan.
VluchtelingenWerk-medewerker
Els werkte de afgelopen dagen in de noodopvang in Zoutkamp: de eerste
opvanglocatie voor Afghaanse evacuees. In de chaos en het gedrang rond
en op het vliegveld in Kabul, raakten veel Afghanen hun gezinsleden kwijt. Els stond deze verscheurde gezinnen bij en hielp bij hun gezinshereniging.
VluchtelingenWerk staat klaar voor Afghaanse vluchtelingen. Jij kunt helpen door ons werk te steunen met een gift.
Eerbetoon
Frankrijk eert Joséphine Baker als een ideaal symbool van de republiek
Joséphine
Baker krijgt als eerste zwarte vrouw een gedenkteken in het Panthéon in
Parijs, de erebegraafplaats voor grote zonen, en steeds vaker dochters,
van de Franse natie.
Haar zaak wordt al jaren bepleit door verschillende
persoonlijkheden: De Frans-Amerikaanse Joséphine Baker (1906-1975)
hoort thuis in het Panthéon. “Zij was de eerste zwarte internationale
ster, de muze van de kubisten, ging in het verzet tijdens de bezetting
en was actief in de burgerrechtenbeweging naast Martin Luther King”, zo
betoogde bijvoorbeeld de essayist Laurent Kupferman in een petitie.
Vorige maand werd Kupferman in het geheim ontvangen op het
Élysée-paleis, in gezelschap van onder anderen de filosoof Pascal
Bruckner en Brian Bouillon-Baker, een van de twaalf kinderen die de diva
adopteerde. President Emmanuel Macron had goed nieuws voor ze: hun
idool wordt de zesde vrouw – en de eerste van kleur – die, zoals dat
heet, de eer van ‘pantheonisering’ te beurt valt.
Op 30 november moet het gebeuren. Baker wordt niet bijgezet, maar
zal in de imposante tempel van de Franse Republiek een cenotaaf
krijgen, een leeg gedenkteken. “Waar het om gaat is haar aanwezigheid op
deze plaats”, aldus haar zoon.
Alle ingrediënten voor een biopic
Het leven van Baker, die bij haar geboorte Freda Josephine
McDonald heette, bevat alle ingrediënten voor een biopic die, op een
weinig succesvolle tv-film uit 1991 na, nooit is gemaakt. Zij werd
geboren in een getto in Saint Louis in de Verenigde Staten en begraven
in Monaco. Ze was straatarm, werd wereldberoemd en steenrijk als
danseres en zangeres en gebruikte haar status in de strijd tegen racisme
en de nazi’s.
Tussendoor nam Baker – bij wie na een buikvliesontsteking de
baarmoeder werd weggehaald – kinderen aan uit alle hoeken van de wereld
om te bewijzen dat kleur er niet toe doet. Naast haar kasteel in de
Dordogne, waar zij leefde met haar ‘regenboog-familie’ en vierde
echtgenoot, liet zij een attractiepark inrichten dat was gewijd aan de
broederschap tussen alle mensen.
Omdat vooral die laatste activiteit een bodemloze put bleek,
stelde zij haar pensioen steeds weer uit. Pas in 1975 begon zij als
69-jarige aan een laatste serie optredens in het hoofdstedelijke
Bobino-theater. Op de avond van de première zaten onder anderen Mick
Jagger, Sophia Loren, Alain Delon en prinses Grace van Monaco in de
zaal. Ze stierf de dag na haar veertiende voorstelling aan een
hersenbloeding.
De directie van het Bobino betaalde de begrafenis, want van Bakers
kapitaal was in notariële zin niets over. Al jaren verkeerde zij in
grote financiële nood. Les Milandes, zoals haar kasteel heet, had zij
zes jaar eerder moeten verlaten, waarna prinses Grace haar en haar
kinderen te hulp schoot en hen onderbracht in een villa aan de Côte
d’Azur net buiten haar prinsdom.
En dan had Baker nog een zeer bewogen liefdesleven. Zij was vier
keer getrouwd, de eerste keer op haar vijftiende, en had vele relaties.
Ook met vrouwen, een feit dat zij altijd verborgen heeft gehouden.
Zeg Joséphine Baker en je krijgt ‘bananenrokje’ als reactie. Toch
droeg zij dit bedenkelijke rekwisiet alleen in haar begintijd, zowat
honderd jaar geleden. Dat was tijdens haar tweede show in Parijs in
1926, een spektakel dat net als het eerste, de Revue Nègre van een jaar
eerder, in het teken stond van wat ‘negerkunst’ werd genoemd.
De artistieke elite in Parijs, het culturele centrum van de wereld
op dat moment, was gefascineerd door alles wat zwart was. Men was dol
op jazz, geïmporteerd door Amerikaanse soldaten in de Eerste
Wereldoorlog, dansen als de Charleston en de Black Bottom (een verre
voorganger van de twerk) en Afrikaanse maskers en beelden. Baker kon
weldra Pablo Picasso, Le Corbusier en Jean Cocteau tot haar grootste
fans rekenen.
Een flinke dosis ironie
Aanvankelijk was zij geschokt over het verzoek om met blote
borsten te dansen, maar zij gehoorzaamde aan haar opdrachtgevers die
hoopten te verdienen aan koloniale fantasieën over zwarte vrouwen en hun
ongeremde seksualiteit. Baker deed wat van haar werd verwacht, maar nam
tegelijk afstand van haar personage door een flinke dosis ironie aan de
act toe te voegen. Na afloop benadrukte zij het verschil tussen haar
optreden en de realiteit. “Omdat ik een wilde Afrikaanse op het toneel
speelde, probeerde ik in het dagelijks leven zo beschaafd mogelijk te
zijn”, blikte zij later terug.
Toch had zij van racisme in Frankrijk geen last. Haar vertrek uit
de gesegregeerde Verenigde Staten beleefde zij als een bevrijding, net
als trouwens vele andere zwarte Amerikaanse artiesten zoals de
klarinettist Sidney Bechet die met dezelfde boot was gearriveerd. “In
Parijs kon ik een taxi nemen zonder dat ik mij er zorgen over hoefde te
maken of ik zou worden geweigerd of niet”, vertelde Baker in 1957. “Ik
kon in elk restaurant gaan eten en als ik ziek was, schaamde een blanke
arts of verpleegster zich er niet voor om mij aan te raken. Frankrijk
heeft mij gered.”
Toen de Duitsers Frankrijk bezetten, zette zij zich dan ook met
overgave in voor haar nieuwe vaderland. In Les Milandes verborg zij
verzetsmensen en Joden, waaronder de familie van haar ex-echtgenoot Jean
Lion. Vanaf het begin van de oorlog in 1939 werd zij direct actief voor
de contraspionage, onder toeziend oog van de militaire inlichtingenchef
Jacques Abtey.
Geweigerd in hotels
Abtey was aanvankelijk sceptisch over haar nut. Maar als
beroemdheid had Baker toegang tot kringen die voor anderen
ontoegankelijk waren en Joséphine Baker, die een microfilm met namen van
nazi-spionnen in haar bh verstopte, werd door niemand gefouilleerd. Na
de snelle nederlaag van Frankrijk tegen Hitler voegde zij zich in 1940
bij de Vrije Fransen in Noord-Afrika en trok zij in een jeep van
Marrakech naar Caïro en van daar naar Damascus om, hier en daar nog
informatie verzamelend, de geallieerde troepen een hart onder de riem te
steken. Voor haar verzetsactiviteiten kreeg zij later alle denkbare
eerbewijzen, waaronder een Légion d’honneur.
Na de oorlog keerde zij nog een aantal keren terug naar de VS,
waar zij tot haar grote woede vaststelde dat zij nog steeds geweigerd
werd in hotels en niet werd bediend in restaurants, zoals de Stork Club
in New York. Op 28 augustus 1963, de dag dat Martin Luther King zijn I
have a dream-rede uitsprak in Washington, voerde Baker het woord als
enige vrouw. Zij droeg haar uniform met onderscheidingen.
Joséphine Baker lijkt in deze identiteitspolitieke tijden een
ideale kandidaat voor het Panthéon. “Zij belichaamt precies datgene wat
wij nu zo goed kunnen gebruiken, namelijk een gevoel van saamhorigheid”,
zei petitie-schrijver Kupferman tegen de radiozender Europe 1.
Haar universele boodschap is precies wat nodig is nu het land
onder vuur wordt genomen door activisten die Frankrijk, geïnspireerd
door nota bene Amerikaanse voorbeelden, van ‘systemisch racisme’
beschuldigen, meent ook Pascal Bruckner. “Deze tijd staat zozeer bol van
de zelfkastijding en de openbare boetedoening over onze fouten dat we
haast zouden vergeten dat Frankrijk altijd open heeft gestaan voor
degenen die hier een veilig heenkomen zochten.”
Wat is het Panthéon?
Vanaf de Franse Revolutie van 1789 zet de Franse republiek de
stoffelijke resten van sommige belangrijke personages uit de politiek,
literatuur, leger en wetenschap bij in het Panthéon. ‘Pantheonisering’
geldt als een ultiem eerbewijs.
Het gebouw telt 79 graven en gedenktekens. Op de lijst prijken namen
die tot het werelderfgoed horen zoals Voltaire, Rousseau, Victor Hugo,
Émile Zola en Pierre en Marie Curie. Maar het gaat zeker niet uitsluitend om onbetwiste grootheden
uit deze categorie. Napoleon bedankte maar liefst 38 van zijn dienaren
met een plaats in het reusachtige gebouw dat bedoeld was als kerk maar
dat die functie nooit heeft gehad. Hun namen is iedereen al lang
vergeten.
In 2013 adviseerde een commissie meer vrouwen toe te laten
die zich hebben onderscheiden door hun moed en engagement. Simone Veil,
oud-minister en Auschwitz-overlevende, was in 2018 de vijfde vrouw.
Zoals je weet moet er - helaas - altijd eerst een
voedselschandaal boven tafel komen voordat bedrijven en onze overheid actie
ondernemen.
De focus ligt nog altijd veel te veel op remedie in plaats van op
preventie. Tegen de tijd dat een schandaal wordt opgemerkt, is voedsel in
veel van de gevallen al opgegeten en is de (gezondheids)schade
onomkeerbaar.
Alle voedselschandalen bewijzen dat de huidige Europese wet- en
regelgeving niet goed functioneert. Europese verordeningen moeten burgers
beschermen en ervoor zorgen dat onveilige producten van de markt worden
gehaald. Maar in de praktijk loopt dit duidelijk mis:
- De handhaving door de lidstaten faalt geregeld
(paardenvleesschandaal, fipronil-eieren, ethyleenoxide-schandaal,
etc.).
- Voedselveiligheidsautoriteiten (in Nederland de NVWA)
reageren op meldingen en terugroepacties van producenten in plaats
van zelf proactief te werk te gaan, via meer controles en serieuze
boetes.
- Producenten komen veel te laat in actie met hun
‘recalls’. Zo wist Mars maar al te goed dat bepaalde batches van
hun producten verontreinigd waren met ethyleenoxide en ging het bedrijf in
diverse lidstaten over tot het terugtrekken ervan. Toch zijn dezelfde
producten in onder meer Duitsland nog gewoon verkocht...
Remedie in plaats van preventie
Het meest recente voorbeeld zijn de voedingsmiddelen die met - het in
Europa verboden - ethyleenoxide worden aangetroffen. Ethyleenoxide
is een genotoxische stof, die kanker kan veroorzaken. We hebben van dit
voedselschandaal in Nederland en Europa nog lang niet het einde
gezien.
De NVWA volstaat met een waarschuwingsbericht over deze verontreinigde
producten op haar website. Dit is volgens foodwatch problematisch:
- Ten eerste bereikt deze informatie veel te weinig consumenten.
Daarom informeren wij onze achterban zo goed mogelijk over de
terugroepacties via onze website.
- Ten tweede wil foodwatch dat handhavende instanties als de
NVWA in de toekomst onmiddellijk zelf proactief grondstoffen en producten
terugroepen van de markt.
Al vijftig jaar lang kunnen kandidaten kwistig door encyclopedieën speuren naar de antwoorden op de vragen van Twee voor Twaalf. Waarom blijft de opzoekkwis onverminderd populair? 'Als je als kijker niet alles weet, kun je altijd nog puzzelen op het twaalf letterwoord.' (de Volkskrant)
‘Dat zoeken we op’: waarom de iconische kennisquiz 2 voor 12 al vijftig jaar blijft boeien
2 voor 12 bestaat 50 jaar. Het is misschien wel het enige
programma waarin opzoeken net zo belangrijk is als parate kennis. Waarom
kijkt Nederland zo graag naar bladerende quizdeelnemers? De Volkskrant geeft antwoord op twaalf vragen.
‘Dat zoeken we op’ is de meest iconische zin uit de tv-quiz 2 voor 12,
waarin twee duo’s twaalf vragen beantwoorden en een woord van twaalf
letters moeten raden. We zijn eraan gewend, omdat het programma al sinds
1971 op tv is, en maandag zijn 50-jarig jubileum viert. Maar dat
opzoeken was een grensverleggend idee van programmamaker en regisseur
Ellen Blazer, onder meer bekend van het succesvolle praatprogramma Sonja op zaterdag. Zij bedacht het format van 2 voor 12.
Welke ideologie zit hierachter? Wat voor
naslagwerken gebruiken de spelers? Wat is de beste zoektactiek? En wordt
het niet eens tijd dat die boeken plaatsmaken voor Google?
De Volkskrant geeft antwoord op twaalf vragen over 2 voor 12.
Iets opzoeken in een quiz, hoe bijzonder is dat?
Voor zover bekend is 2 voor 12 de
eerste tv-quiz waarin kandidaten een boek erbij mochten pakken. In
Nederland zeker. ‘Het was een ‘heel revolutionair en fantastisch idee’,
zei tv- en theaterregisseur Berend Boudewijn (85) in 2011 in de documentaire Ellen Blazer: Schitteren in de schaduw van Coen Verbraak.
In deze vorm heeft opzoeken niet of
nauwelijks navolging gekregen, het format is ook nooit verkocht aan
buitenlandse zenders. Er zijn wel varianten, zoals de mogelijkheid een
hulplijn in te zetten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Vriendenloterij Miljonairs (eerder gesponsord door Lotto
en BankGiro). Daarin kunnen deelnemers het publiek om hulp vragen en
via de telefoon een vraag voorleggen aan een vriend of bekende.
Leuk weetje: in 2014, tijdens de Duitse versie van die show, Wer wird Millionär?,
belde een CDU-politicus zijn partijgenoot Angela Merkel. Hij hoopte dat
ze, gezien haar afkomst, de vraag kon beantwoorden wat het Oost-Duitse
wasmachinemerk WM66 zo legendarisch maakte. Merkel nam niet op, en hij besloot te passen. (Het
antwoord: je kon fruit inkoken in de machine. Merkel stuurde even later
een sms: ik kon niet opnemen, wat is er aan de hand?)
Wat is de gedachte achter dat opzoeken?
Er zit een ideologie achter, zei Ellen
Blazer (1931-2013) in de documentaire over haar leven: ‘Het is niet
zozeer belangrijk om een hoop kennis te vergaren en die in je hoofd te
pompen. Als je het maar heel makkelijk kan vinden.’
Haar neef Dan Blazer (55), een van de oprichters van productiemaatschappij Blazhoffski,
heeft er veel met haar over gesproken. ‘Mijn tante vond het belangrijk
dat een slager het kon opnemen tegen een chirurg, en dat mensen met een
lage en een hoge opleiding net zoveel kans zouden maken om 2 voor 12 te winnen. Dat vond ze leuk.’
Waarom hoor je tijdens het zoeken soms alleen de klok?
Astrid Joosten
(63), die het programma sinds 1991 presenteert, zwijgt bewust als ze
geen vragen meer heeft en deelnemers nog iets opzoeken. ‘Toen ik net was
begonnen, dacht ik op zo’n moment: is het niet heel stil? Dan hoorde je
alleen die klok tikken. Ik had het gevoel dat het als presentator mijn
taak was om sfeer te maken en de boel op te vullen. Maar dat moet je
niet doen.’
De reden: ze wil mensen niet afleiden.
‘Dat gebeurt onherroepelijk, als ik begin te praten. Zelfs als ik alleen
iets zeg tegen een deelnemer die toekijkt terwijl zijn teamgenoot
zoekt, krijgen we al mailtjes van kijkers. Die willen – terecht – dat we
spelers gelijk behandelen.’
Waarom is zoeken soms bijna noodzakelijk?
De quiz is volgens Dan Blazer een middel
‘om het volk te verheffen’ – destijds een belangrijke pijler van de Vara
(nu zendt BNNVara 2 voor 12 uit). ‘Wat dat betreft was Ellen een ouderwetse Vara-dame: de inhoud stond voorop.’
Dat is nog zo, zegt eindredacteur Irene
van den Hoeven (63), die negen jaar bij de quiz werkt. ‘Onze vragen zijn
relatief moeilijk, in vergelijking met programma’s als De slimste mens.
En ze zijn relatief lang. We vragen nooit iets als: wie heeft het
koffiefilterzakje uitgevonden? We stoppen er leuke wetenswaardigheden
in, zodat je er iets van opsteekt.
‘Dat filterzakje, bijvoorbeeld, is begin vorige eeuw uitgevonden door
een huisvrouw die het zat werd dat er altijd koffiedik in kopjes zat.
Dus legde deze mevrouw Bentz op een dag iets over haar kopje: een pagina
uit het schoolschrift van haar zoon, gemaakt van vloeipapier. Dat
werkte zo goed dat ze er in 1908 patent op aanvroeg. Spelers krijgen dat
te horen, waarna een vraag volgt als: welk filterzakjesmerk is genoemd
naar mevrouw Bentz. Het antwoord is Melitta; dat was haar voornaam.’
Zijn alle vragen opzoekbaar?
De makers beginnen altijd met de
naslagwerken beschikbaar in de studio. Daar moet het antwoord in staan.
Van daaruit redeneren ze terug. Van den Hoeven: ‘Dat koffiefilter staat
waarschijnlijk in het 1001 Uitvinders- of het patentenboek. Of in een oude Kroniek. We geven dan bewust een jaartal, om de kans op zoeksucces te vergroten.’
Maken die boeken het niet te makkelijk?
Nee, zegt de eindredacteur. Wie alles
opzoekt, verspeelt veel geld en riskeert te eindigen met een lager
bedrag dan de tegenstander. Voor twee seconden lever je een euro in, van
de 500 waarmee je begint.
‘Opzoeken is ook een vak op zich’, stelt
Van den Hoeven. ‘Er zijn zoveel boeken: welke moet je pakken? En die
naslagwerken zitten allemaal anders in elkaar. Staat de index voorin of
achterin? Is het gerangschikt op alfabet of op chronologie? In het boek
over uitvinders staat voorin een register over uitvindingen, en achterin
een register met uitvinders. Het Aanzien van… is gerangschikt op datum, onderscheidingen en sportprestaties staan juist achterin.’
Op de jaarlijkse selectiedag – waar
je honderd testvragen moet beantwoorden en ruim de helft goed moet
hebben – krijgen potentiële deelnemers een lijst mee met alle boeken in
de studio en het dringende advies: ga daarmee oefenen.
De bibliotheek is een goede plek om door
de naslagwerken te bladeren, vindt Van den Hoeven. ‘We horen terug dat
mensen oude programma’s terugkijken of elkaar opdrachten geven, zoals:
wat is er op 19 juli 2018 gebeurd in Israël? Dat werpt zijn vruchten af,
merken we.’
Vlak voor de opnamen mogen de deelnemers
in de studio oefenen met proefvragen en boeken om te wennen en de ergste
zenuwen te overwinnen. ‘Maar als je de naslagwerken dan pas voor het
eerst doorbladert, ben je enorm in het nadeel.’
Wordt het geen tijd om te stoppen met die naslagwerken?
‘Binnen het team is het al jaren een punt
van discussie: moet we nog boeken blijven gebruiken?’, zegt Astrid
Joosten, de opvolger van Joop Koopman, die van 1971 tot 1981 op die plek zat. (In de tussentijd was de quiz tien jaar niet op tv.)
Joosten: ‘Ellen Blazer stopte in de quiz
wat iedereen toen deed: iets opzoeken in een encyclopedie. Computers
hebben pas veel later hun intrede gedaan. Ook op tv. Deelnemers mogen
maximaal vier vragen op de computer opzoeken.’
Joosten: ‘Ook al wordt zoeken in boeken steeds ongewoner, we blijven het doen. Omdat we het als team van 2 voor 12
belangrijk vinden te blijven uitstralen dat boeken een mooi cultuurgoed
zijn. Dat zie je ook in het decor: een oude bibliotheek, met van die
oude, in leer ingebonden boeken. Met wat digitale lijntjes erbij.’
Zijn jongere deelnemers niet in het
nadeel, omdat zij minder gewend zijn aan al die naslagwerken? ‘Dat zou
kunnen. We moeten oppassen dat we niet een archaïsch instituut worden,
dat test of mensen nog wel met boeken kunnen omgaan. Dat is de grens die
we moeten bewaken.’
Eindredacteur Van den Hoeven: ‘Duo’s die
elkaar aanvullen, zijn het meest kansrijk. Dat geldt onder meer voor
teams die twee generaties combineren. Jongere deelnemers weten meer over
de muziek van nu en computers, waarop ze ook sneller kunnen zoeken.
Ouderen hebben vaak een wat bredere algemene kennis, en meer affiniteit
met sommige boeken.’
Mogen deelnemers Google gebruiken?
Nee, de laptops kunnen alleen worden
gebruikt om vragen na te lezen en iets op te zoeken in de Nederlandse
tak van de digitale encyclopedie Wikipedia. Je kunt zoektermen intikken
op die pagina, en kijken wat dat oplevert.
Astrid Joosten:‘Google heeft
nadelen: je vindt vaak snel een antwoord, maar daar zitten ook foute
antwoorden tussen. Dan moet ik zeggen: ‘Nee, dat was fout’, en dan
zeggen zij weer: ‘kijk, hier staat het toch?’ In zulke discussies willen
we niet terechtkomen.’
Mede daarom controleren correctoren van 2 voor 12 of
informatie op Wikipedia wel correct is. ‘Dat gaat behoorlijk ver’, zegt
Van den Hoeven: ‘Een uur voor de opname kijken we het nog eens na:
klopt het antwoord nog steeds?
Wat is de beste zoektactiek?
Oefen met de naslagwerken. Blijf niet te
lang doormodderen als je iets niet kunt vinden, waag dan een gokje of
laat een antwoord open.
Houd rekening met de bonusregels,
die in de jaren negentig voor het eerst werden ingevoerd. De reden:
spelers kwamen erachter dat je het 12-letterwoord best kunt raden met
zeven of acht letters en pasten hun tactiek aan: zij vulden geregeld een
X in, zonder te zoeken, waardoor ze meer geld overhielden.
Van den Hoeven: ‘Dat maakte het minder
leuk voor de kijker. Die wil met meer letters puzzelen op het
12-letterwoord, dat met al die X-en soms niet te raden bleek. Daarom is
iets nieuws bedacht: als je alles goed had, kreeg je 100 euro bonus. Dat
is nog zo. Als je een fout hebt: 75 bonus, twee fout 50, drie fout 25.’
Het nadeel, bleek daarna, was dat
kandidaten soms té veel gingen opzoeken en je vaak naar bladerende
spelers zat te kijken. ‘Daarom is de parate kennisregel geïntroduceerd:
als je uit je hoofd het goede antwoord geeft, krijg je 10 euro bonus. Zo
is het meer in balans.’
Horen we over vijftig jaar nog: ‘dat zoeken we op?’
‘2 Voor 12 kan nog jaren mee’, vindt Joosten. ‘Het is slow televisie, maar er is een heel grote groep kijkers die dat leuk vindt.’
Dat blijkt ook uit cijfers: de quiz trok
dit jaar 1,25 miljoen kijkers per aflevering, vrijdagavond om half negen
op NPO 2. De gemiddelde leeftijd van het publiek in 2021 is 62,4 jaar.
Dat is bijna drie jaar hoger dan de leeftijd van kijkers naar de
Nederlandse Publieke Omroep.
Joosten: ‘Ik heb me weleens zorgen
gemaakt over de toekomst van het programma, maar dankzij de geweldige
kijkcijfers is dat voorbij.’
In de kern is niets veranderd sinds 1971,
zegt Van den Hoeven. ‘Om te voorkomen dat het oubollig wordt, zorgen we
dat de vragen zo actueel mogelijk zijn en zijn we alert op nieuwe
naslagwerken. Verder hebben we de leader en het decor natuurlijk
opgefrist. En tijdens de vragen zie je meer gevarieerde beelden.’
Aan kandidaten is absoluut geen gebrek.
‘Toen we laatst een oproep deden, hadden we binnen een kwartier 800
aanmeldingen. Daar zitten steeds meer twintigers bij, zoals studenten.’’
Dan Blazer, van producent Blazhoffski: ‘Op een of andere manier houdt 2 voor 12 je
aandacht vast. Als je als kijker niet alles weet, kun je altijd nog
puzzelen op het twaalf letterwoord. Het zit slim in elkaar.’
Als je nu met zo’n programma-idee
aankomt, ben je volgens hem kansloos. ‘Ik praat vaak met netmanagers van
de NPO, om iets te pitchen. Als je dit format nu zou indienen, was het
vast afgekeurd. Netmanagers zouden het te traag vinden en waarschijnlijk
te highbrow. Mede omdat er geen BN’ers in zitten, daar moest Ellen
Blazer niets van hebben.
‘Gelukkig is 2 voor 12 allang op tv’,
zegt hij. ‘Volgens mij zal er altijd een behoorlijk publiek voor blijven
bestaan.’ Ook over vijftig jaar? ‘Ik denk het wel, als de NPO dan nog
bestaat.’
Joep
Westendorp overleed op 21-jarige leeftijd aan een hersentumor. Op zijn
negende werd hij gediagnostiseerd met kanker. Een lijdensweg volgde,
voor familie en vrienden. Joep zelf bleef stil. 'Je merkte dat hij
verdrietig was, maar hij klaagde nooit.' Zijn moeder schreef een eerbetoon. (Tubantia)
Uiteindelijk wordt in het MST in Enschede
de vreselijke diagnose gesteld: Joep heeft een hersentumor. 'Een
knikker in het hoofd', zoals de arts hem uitlegt. Hij wordt naar het AMC
in Amsterdam gestuurd. Vier weken lang is Margaret dag en nacht bij hem
in het ziekenhuis. "We wilden bij Joep zijn, en hem in alles wat hij
moest meemaken bijstaan."
'Hij klaagde nooit'
Joep wordt door zijn ziekte in een mum
van tijd geestelijk volwassen. Het leven is ineens geen
vanzelfsprekendheid meer. "We werden keihard met de neus op de feiten
gedrukt." Erover praten wilde hij liever niet, huilen deed hij bijna
niet. "Hij was erg stil. Je merkte dat hij verdrietig was, maar hij
klaagde nooit. Hij wilde gewoon zoveel mogelijk genieten van alles wat
nog wel kon."
De ouders spreken in het AMC één keer met
een psycholoog. "Die vond dat wij de situatie goed verwoordden en dat
we daar goed met elkaar over praatten. We meenden op dat moment geen
hulp nodig te hebben." Toch hadden ze die hulp toen juist heel erg
nodig, beseft ze nu.
"Je leeft op de automatische piloot, je
gaat maar door, want je moet wel. Je beseft op dat moment niet of je
misschien meer hulp en begeleiding nodig hebt. We hebben geen signalen
gegeven, of misschien de verkeerde. Achteraf is dat jammer." Ook voor
het zusje en broertje is het een moeilijke tijd.
Een lange periode van bestralingen en
chemokuren volgt. "Na drie maanden chemo zat Joep volledig uitgeput op
de bank. Hij had geen energie meer." Een tijdlang zit hij in een
rolstoel, omdat zijn voetafwikkeling niet meer goed ging. "Het was zó
hard om te zien."
Ze heeft vaak het gevoel er alleen voor
te staan. Vooral het eerste jaar was zwaar, zowel emotioneel als fysiek.
"Ik hielp hem met de sondevoeding en zijn medicatie. De andere kinderen
waren naar school en mijn man op zijn werk. 's Avonds zorgden we samen
voor de kinderen."
Ze houdt het vol, maar het scheelt weinig
of ze gaat er aan onderdoor. De les die ze daarvan leert, is dat je als
mantelzorger jezelf niet moet vergeten. "Plan vaste momenten dat je
iets leuks voor jezelf doet, dan kun je er weer tegen aan."
Drie jaar heeft Joep nodig om weer op te
krabbelen, zijn middelbare school volgt hij bij onderwijscentrum Het
Roessingh. De behandelingen hebben blijvende schade aangericht. "Hij
heeft op alle fronten moeten inleveren."
Groeistoornis
Zijn creativiteit is beperkter geworden,
zijn reactievermogen is verminderd, hij heeft een slecht evenwicht,
alles gaat een stuk trager en het wordt duidelijk dat hij een
groeistoornis heeft. Hij zal niet langer worden dan 1.60 meter. Zelf
grapt hij het weg: 'Dan zoek ik toch gewoon een klein vrouwtje'.
Bijna valt ook zijn droom in duigen als
hij de opleiding Beeld en Media wil gaan volgen bij het ROC. "De mentor
van de opleiding zag het niet zitten, omdat Joep op het speciaal
onderwijs had gezeten bij het Roessingh en vanwege zijn tempo-probleem.
Gelukkig kwam de directeur zelf van het Roessingh. Die wilde hem wél
toelaten, juist omdat hij zo supergemotiveerd was. Iets wat niet van
alle studenten daar gezegd kon worden ." Hij rondt de tweejarige
opleiding met succes af.
Vanaf 2004 is de situatie stabiel geweest
en heeft Joep redelijk kunnen functioneren. "We hebben in die tijd
ontzettend veel leuke dingen gedaan. Dat werd ons vaak aangeboden, dat
was heel bijzonder."
Zijn arts vond het na drie jaar niet meer
nodig om elk jaar een scan te laten maken. Maar de hoofdpijn - die
altijd op de achtergrond aanwezig is - en het dubbelzien keren in 2016
terug. Er wordt besloten weer een scan te maken. De uitslag is een
drama. De tumor is terug, dit keer middenin de hersenstam.
Joep overlijdt op 23-jarige leeftijd,
volgende maand vijf jaar geleden. Het gemis zal nooit slijten. Het wordt
eerder erger, zegt zijn moeder. "Iemand van wie je zoveel hebt
gehouden, die vergeet je niet. Er zijn zoveel gebeurtenissen waarbij we
hem verschrikkelijk missen. Verjaardagen, alle feestdagen, dan mis je
hem het meest."
Die eerste kerst, een paar maanden na
zijn overlijden, wilden ze niet thuis aan een kerstdiner zitten met een
lege plek aan tafel. "We zijn een week naar Barcelona gegaan."
Pure pech
Hoe ze is veranderd? "Ik sta meer bij de
dingen stil. Je leest vaak dat mensen zeggen 'het leven is maakbaar'.
Dan denk ik 'hou toch op, je hebt geen idee!' Wat Joep is overkomen is
pure pech en heeft niets te maken met voeding of sporten. Het overvalt
je."
Heel langzaam beginnen Margaret
Westendorp en haar gezin hun leven weer op de rails te krijgen. "Ik
probeer om niet te blijven hangen in verdriet, maar een stukje zingeving
te zoeken. Dat is onder andere mijn vrijwilligerswerk als
taalbegeleider. Daar maak je een ander blij mee, maar ook jezelf. Ik
haal er veel energie uit."
Ze willen ondanks het grote verdriet
zoveel mogelijk genieten van het leven. Net als Joep zei: 'Leer te
spelen met de kaarten die je hebt'.
Het boekje over Joeps ziekteproces is te koop bij Boekscout, de boekhandel en Bol.com. ISBN nummer: 978-94-643-1675-9. Het kost 17,50 euro en de royalty's gaan naar Stichting Kinderen Kankervrij (KiKa).
Citaten uit het boek
Mijn juf en meester schrijven nu elke dag
in een schriftje wanneer ik moet spugen. Of het misschien komt door
rekenen of juist door taal of iets anders. Het wordt na een tijdje
bijhouden in het schrift niet duidelijk of het aan de lessen in de klas
ligt, want ik heb het steeds op een ander moment van de ochtend. Ik weet
het ook niet. Ik voel me alleen steeds weer ziek.
Er komt een mevrouw van het ziekenhuis
bij mij langs om mij op de operatie voor te bereiden. [-] Ik snap het
wel, maar ben ook best bang. Ik ben alleen veel te ziek om dat te
zeggen, dus laat ik het allemaal maar gebeuren. 'Het komt vast goed',
zeggen papa en mama.
Ik ga naar dansles. Ik vind dansen leuk,
maar ik merk dat het me wel veel moeite kost. Dat komt door mijn slechte
evenwicht. En omdat ik nogal klein van stuk ben door de
groeiachterstand, willen een heleboel meisjes niet met me dansen. Daar
word ik best verdrietig van en dus ben ik er mee gestopt.
Het alternatief is naar huis gaan om te
kijken hoe het zich ontwikkelt en om te genieten van de tijd die ik nog
heb. Ik kies vol overtuiging voor die laatste optie. Ik wil niet weer
zoals toen aan dat zijden draadje hangen, wetend dat ik het deze keer
toch niet red. Dan liever 'gewoon' naar huis en zoveel mogelijk leuke
dingen doen zolang het nog kan.Samen met mijn moeder vul ik een
wensenboekje in voor mijn afscheid. Ik zoek zelf het plaatje uit voor de
rouwkaart en kies de rouwauto en de muziek uit voor mijn crematie.
Moedig? Misschien, maar ook het laatste wat ik zelf nog kan en wil doen.
Ik heb altijd geweten dat ik niet oud zou worden. En zo is het ook gegaan. Maar: Ik ben niet zielig!