vrijdag 27 augustus 2021

 

Nieuws

Amsterdam geeft schilderij Kandinsky toch terug aan erfgenamen Joodse eigenaren

Gemeente Amsterdam geeft het schilderij Bild mit Häusern van Wassily Kandinsky terug aan de erfgenamen van de Joodse eigenaren. Die zouden het in de Tweede Wereldoorlog onder druk van de Duitsers hebben verkocht.

Kandinsky – Bild mit Häusern Beeld Stedelijk Museum
Kandinsky – Bild mit HäusernBeeld Stedelijk Museum

Het werk zal snel geretourneerd worden, zonder nieuwe tussenkomst van de Restitutiecommissie. Dat maken burgemeester Halsema en wethouder Meliani (Cultuur) donderdag bekend in een brief aan de gemeenteraad. Het schilderij hangt nu in het Stedelijk Museum, dat het schilderij kocht in 1940 op een veiling.

Drie erfgenamen van de oorspronkelijke Joodse eigenaren eisen het schilderij al sinds 2012 op. Volgens hen zijn Robert Lewenstein en Irma Klein – de oorspronkelijke eigenaren – onder druk gezet door de Duitse bezetters om het schilderij te verkopen. Het zou daarmee onder de brede definitie van roofkunst vallen. De Restitutiecommissie oordeelde in 2018 dat voor die stelling te weinig grond is. Bovendien oordeelde de rechter in 2020 dat het Stedelijk Museum het schilderij met recht in het museum mocht laten hangen.

Herstel van onrecht

Nu geeft gemeente Amsterdam het schilderij vrijwillig toch terug aan de erfgenamen. ‘Als stad hebben we een geschiedenis en daarmee een grote verantwoordelijkheid hoe om te gaan met het onrecht en het onherstelbare leed dat de Joodse bevolking is aangedaan in de Tweede Wereldoorlog’, schrijven Halsema en Meliani in de raadsbrief. ‘Gemeente Amsterdam heeft de morele plicht om hiernaar te handelen.’

Dat de gemeente nu wel overgaat tot teruggave en eerder niet, heeft volgens de bewindslieden te maken met het feit dat in 2018 een belangenafweging tussen de erfgenamen en de gemeente centraal stond en nu ‘het herstel van onrecht voor slachtoffers’.

Halsema en Meliani laten in de raadsbrief weten dat in ‘belang van herstel van onrecht’ en het feit dat de kwestie al zo lang speelt, de Restitutiecommissie niet meer tussen het teruggeven van het schilderij zal komen. De gemeente is in overleg met de erfgenamen om het schilderij ‘onmiddellijk’ terug te geven.

 Is deze e-mail slecht leesbaar? Bekijk dit bericht online

Beste Brigitte,
Afghanen lopen groot gevaar slachtoffer te worden van de gruweldaden van de Taliban. De angst is zó groot, dat mensen bereid zijn hun kinderen over hekken te gooien of zich wanhopig vastklampen aan vliegtuigen. Wij maken ons grote zorgen en roepen het kabinet op om Afghaanse vluchtelingen de bescherming te bieden die zij meer dan ooit nodig hebben. Help mee en laat je stem horen: teken onze petitie!  
 
Help mee Afghanen te beschermen!
Er is met spoed een nieuw asielbeleid nodig voor Afghaanse vluchtelingen. Maar ook buiten de Nederlandse grenzen moet Nederland Afghaanse vluchtelingen helpen beschermen. Lees wat er moet gebeuren en teken onze petitie!
Ja, ik help mee! >
 
Nederland stopt evacuaties uit Kabul
De zwartste nachtmerries van achterblijvers dreigen werkelijkheid te worden: Nederland stopt met evacuaties uit Kabul. Er valt heel veel te zeggen over hoe het zover heeft kunnen komen. Maar eerst moet nu alles op alles worden gezet om alternatieve routes te vinden uit Afghanistan.
We gaan door totdat de deur definitief gesloten is
 
VluchtelingenWerker Els hielp Afghaanse evacuees
VluchtelingenWerk-medewerker Els werkte de afgelopen dagen in de noodopvang in Zoutkamp: de eerste opvanglocatie voor Afghaanse evacuees. In de chaos en het gedrang rond en op het vliegveld in Kabul, raakten veel Afghanen hun gezinsleden kwijt. Els stond deze verscheurde gezinnen bij en hielp bij hun gezinshereniging.
'Hun angst en wanhoop waren immens groot'
Steun ons werk
VluchtelingenWerk staat klaar voor Afghaanse vluchtelingen. Jij kunt helpen door ons werk te steunen met een gift.

 

Eerbetoon

Frankrijk eert Joséphine Baker als een ideaal symbool van de republiek

Joséphine Baker in 1957 tijdens haar show 'Paris, mes Amours' in Parijs. Beeld AP
Joséphine Baker in 1957 tijdens haar show 'Paris, mes Amours' in Parijs.Beeld AP

Joséphine Baker krijgt als eerste zwarte vrouw een gedenkteken in het Panthéon in Parijs, de erebegraafplaats voor grote zonen, en steeds vaker dochters, van de Franse natie.

Haar zaak wordt al jaren bepleit door verschillende persoonlijkheden: De Frans-Amerikaanse ­Joséphine Baker (1906-1975) hoort thuis in het Panthéon. “Zij was de eerste zwarte internationale ster, de muze van de kubisten, ging in het verzet tijdens de bezetting en was actief in de burgerrechtenbeweging naast Martin Luther King”, zo betoogde bijvoorbeeld de essayist Laurent Kupferman in een petitie.

Vorige maand werd Kupferman in het geheim ontvangen op het Élysée-paleis, in gezelschap van onder anderen de filosoof Pascal Bruckner en Brian Bouillon-Baker, een van de twaalf kinderen die de diva adopteerde. President Emmanuel Macron had goed nieuws voor ze: hun idool wordt de zesde vrouw – en de eerste van kleur – die, zoals dat heet, de eer van ‘pantheonisering’ te beurt valt.

Op 30 november moet het gebeuren. ­Baker wordt niet bijgezet, maar zal in de imposante tempel van de Franse Republiek een cenotaaf krijgen, een leeg gedenkteken. “Waar het om gaat is haar aanwezigheid op deze plaats”, aldus haar zoon.

Alle ingrediënten voor een biopic

Het leven van Baker, die bij haar geboorte Freda Josephine McDonald heette, bevat alle ingrediënten voor een biopic die, op een weinig succesvolle tv-film uit 1991 na, nooit is gemaakt. Zij werd geboren in een getto in Saint Louis in de Verenigde Staten en begraven in Monaco. Ze was straatarm, werd wereldberoemd en steenrijk als danseres en zangeres en gebruikte haar status in de strijd tegen racisme en de nazi’s.

Tussendoor nam Baker – bij wie na een buikvliesontsteking de baarmoeder werd weggehaald – kinderen aan uit alle hoeken van de wereld om te bewijzen dat kleur er niet toe doet. Naast haar kasteel in de Dordogne, waar zij leefde met haar ‘regenboog-familie’ en vierde echtgenoot, liet zij een attractiepark inrichten dat was gewijd aan de broederschap tussen alle mensen.

Omdat vooral die laatste activiteit een bodemloze put bleek, stelde zij haar pensioen steeds weer uit. Pas in 1975 begon zij als 69-jarige aan een laatste serie optredens in het hoofdstedelijke Bobino-theater. Op de avond van de première zaten onder anderen Mick Jagger, Sophia Loren, Alain Delon en prinses Grace van Monaco in de zaal. Ze stierf de dag na haar veertiende voorstelling aan een hersenbloeding.

Joséphine Baker in 1961 bij de ontvangst van de Légion d’honneur.  Beeld AFP
Joséphine Baker in 1961 bij de ontvangst van de Légion d’honneur.Beeld AFP

De directie van het Bobino betaalde de begrafenis, want van Bakers kapitaal was in notariële zin niets over. Al jaren verkeerde zij in grote financiële nood. Les Milandes, zoals haar kasteel heet, had zij zes jaar eerder moeten verlaten, waarna prinses Grace haar en haar kinderen te hulp schoot en hen onderbracht in een villa aan de Côte d’Azur net buiten haar prinsdom.

En dan had Baker nog een zeer bewogen liefdesleven. Zij was vier keer getrouwd, de eerste keer op haar vijftiende, en had vele relaties. Ook met vrouwen, een feit dat zij altijd verborgen heeft gehouden.

Zeg Joséphine Baker en je krijgt ‘bananenrokje’ als reactie. Toch droeg zij dit bedenkelijke rekwisiet alleen in haar begintijd, zowat honderd jaar geleden. Dat was tijdens haar tweede show in Parijs in 1926, een spektakel dat net als het eerste, de Revue Nègre van een jaar eerder, in het teken stond van wat ‘negerkunst’ werd genoemd.

De artistieke elite in Parijs, het culturele centrum van de wereld op dat moment, was gefascineerd door alles wat zwart was. Men was dol op jazz, geïmporteerd door Amerikaanse soldaten in de Eerste Wereldoorlog, dansen als de Charleston en de Black Bottom (een verre voorganger van de twerk) en Afrikaanse maskers en beelden. Baker kon weldra Pablo Picasso, Le Corbusier en Jean Cocteau tot haar grootste fans rekenen.

Een flinke dosis ironie

Aanvankelijk was zij geschokt over het verzoek om met blote borsten te dansen, maar zij gehoorzaamde aan haar opdrachtgevers die hoopten te verdienen aan koloniale fantasieën over zwarte vrouwen en hun ongeremde seksualiteit. Baker deed wat van haar werd verwacht, maar nam tegelijk afstand van haar personage door een flinke dosis ironie aan de act toe te voegen. Na afloop benadrukte zij het verschil tussen haar optreden en de realiteit. “Omdat ik een wilde Afrikaanse op het toneel speelde, probeerde ik in het dagelijks leven zo beschaafd mogelijk te zijn”, blikte zij later terug.

Toch had zij van racisme in Frankrijk geen last. Haar vertrek uit de gesegregeerde Verenigde Staten beleefde zij als een bevrijding, net als trouwens vele andere zwarte Amerikaanse artiesten zoals de klarinettist Sidney Bechet die met dezelfde boot was gearriveerd. “In Parijs kon ik een taxi nemen zonder dat ik mij er zorgen over hoefde te maken of ik zou worden geweigerd of niet”, vertelde Baker in 1957. “Ik kon in elk restaurant gaan eten en als ik ziek was, schaamde een blanke arts of verpleegster zich er niet voor om mij aan te raken. Frankrijk heeft mij gered.”

Toen de Duitsers Frankrijk bezetten, zette zij zich dan ook met overgave in voor haar nieuwe vaderland. In Les Milandes verborg zij verzetsmensen en Joden, waaronder de familie van haar ex-echtgenoot Jean Lion. Vanaf het begin van de oorlog in 1939 werd zij direct actief voor de contraspionage, onder toeziend oog van de militaire inlichtingenchef Jacques Abtey.

Geweigerd in hotels

Abtey was aanvankelijk sceptisch over haar nut. Maar als beroemdheid had Baker toegang tot kringen die voor anderen ontoegankelijk waren en Joséphine Baker, die een microfilm met namen van nazi-spionnen in haar bh verstopte, werd door niemand gefouilleerd. Na de snelle nederlaag van Frankrijk tegen Hitler voegde zij zich in 1940 bij de Vrije Fransen in Noord-Afrika en trok zij in een jeep van Marrakech naar Caïro en van daar naar Damascus om, hier en daar nog informatie verzamelend, de geallieerde troepen een hart onder de riem te steken. Voor haar verzetsactiviteiten kreeg zij later alle denkbare eerbewijzen, waaronder een Légion d’honneur.

Na de oorlog keerde zij nog een aantal keren terug naar de VS, waar zij tot haar grote woede vaststelde dat zij nog steeds geweigerd werd in hotels en niet werd bediend in restaurants, zoals de Stork Club in New York. Op 28 augustus 1963, de dag dat Martin Luther King zijn I have a dream-rede uitsprak in Washington, voerde Baker het woord als enige vrouw. Zij droeg haar uniform met onderscheidingen.

Joséphine Baker lijkt in deze identiteitspolitieke tijden een ideale kandidaat voor het Panthéon. “Zij belichaamt precies datgene wat wij nu zo goed kunnen gebruiken, namelijk een gevoel van saamhorigheid”, zei petitie-schrijver Kupferman tegen de ­radiozender Europe 1.

Haar universele boodschap is precies wat nodig is nu het land onder vuur wordt genomen door activisten die Frankrijk, geïnspireerd door nota bene Amerikaanse voorbeelden, van ‘systemisch racisme’ beschuldigen, meent ook Pascal Bruckner. “Deze tijd staat zozeer bol van de zelfkastijding en de openbare boetedoening over onze fouten dat we haast zouden vergeten dat Frankrijk altijd open heeft gestaan voor degenen die hier een veilig heenkomen zochten.”

Wat is het Panthéon?

Vanaf de Franse Revolutie van 1789 zet de Franse republiek de stoffelijke resten van sommige belangrijke personages uit de politiek, literatuur, leger en wetenschap bij in het Panthéon. ‘Pantheonisering’ geldt als een ultiem eerbewijs.

Het gebouw telt 79 graven en gedenktekens. Op de lijst prijken namen die tot het werelderfgoed horen zoals Voltaire, Rousseau, Victor Hugo, Émile Zola en Pierre en Marie Curie. Maar het gaat zeker niet uitsluitend om onbetwiste grootheden uit deze categorie. Napoleon bedankte maar liefst 38 van zijn dienaren met een plaats in het reusachtige gebouw dat bedoeld was als kerk maar dat die functie nooit heeft gehad. Hun namen is iedereen al lang vergeten.

In 2013 adviseerde een commissie meer vrouwen toe te laten die zich hebben onderscheiden door hun moed en engagement. Simone Veil, oud-minister en Auschwitz-overlevende, was in 2018 de vijfde vrouw.

 


Zoals je weet moet er - helaas - altijd eerst een voedselschandaal boven tafel komen voordat bedrijven en onze overheid actie ondernemen.

De focus ligt nog altijd veel te veel op remedie in plaats van op preventie. Tegen de tijd dat een schandaal wordt opgemerkt, is voedsel in veel van de gevallen al opgegeten en is de (gezondheids)schade onomkeerbaar. 



Alle voedselschandalen bewijzen dat de huidige Europese wet- en regelgeving niet goed functioneert. Europese verordeningen moeten burgers beschermen en ervoor zorgen dat onveilige producten van de markt worden gehaald. Maar in de praktijk loopt dit duidelijk mis:

- De handhaving door de lidstaten faalt geregeld (paardenvleesschandaal, fipronil-eieren, ethyleenoxide-schandaal, etc.).

- Voedselveiligheidsautoriteiten (in Nederland de NVWA) reageren op meldingen en terugroepacties van producenten in plaats van zelf proactief te werk te gaan, via meer controles en serieuze boetes.

- Producenten komen veel te laat in actie met hun ‘recalls’. Zo wist Mars maar al te goed dat bepaalde batches van hun producten verontreinigd waren met ethyleenoxide en ging het bedrijf in diverse lidstaten over tot het terugtrekken ervan. Toch zijn dezelfde producten in onder meer Duitsland nog gewoon verkocht...





Remedie in plaats van preventie

Het meest recente voorbeeld zijn de voedingsmiddelen die met - het in Europa verboden - ethyleenoxide worden aangetroffen. Ethyleenoxide is een genotoxische stof, die kanker kan veroorzaken. We hebben van dit voedselschandaal in Nederland en Europa nog lang niet het einde gezien.

De NVWA volstaat met een waarschuwingsbericht over deze verontreinigde producten op haar website. Dit is volgens foodwatch problematisch:

- Ten eerste bereikt deze informatie veel te weinig consumenten. Daarom informeren wij onze achterban zo goed mogelijk over de terugroepacties via onze website.


- Ten tweede wil foodwatch dat handhavende instanties als de NVWA in de toekomst onmiddellijk zelf proactief grondstoffen en producten terugroepen van de markt.


De NVWA moet dringend een goede ‘rookmelder’ als preventie instellen, in plaats van telkens 'de brandblusser te moeten pakken’ voor de remedie.

 

Met vriendelijke groet,

Frank Lindner, Campaigner




Tijd voor rookmelders in plaats van brandblussers


Wordt dit bericht niet goed weergegeven? Klik dan hier
Logo Foodwatch

donderdag 26 augustus 2021

‘Dat zoeken we op’: waarom de iconische kennisquiz 2 voor 12 al vijftig jaar blijft boeien


© - | Deelnemers mogen maximaal vier vragen op de computer opzoeken.


AAN DE BUIS GEKLUISTERD  

Zoals het klokje bij Astrid Joosten tikt, tikt het nergens
 
Al vijftig jaar lang kunnen kandidaten kwistig door encyclopedieën speuren naar de antwoorden op de vragen van Twee voor TwaalfWaarom blijft de opzoekkwis onverminderd populair? 'Als je als kijker niet alles weet, kun je altijd nog puzzelen op het twaalf letterwoord.' (de Volkskrant)

‘Dat zoeken we op’: waarom de iconische kennisquiz 2 voor 12 al vijftig jaar blijft boeien

2 voor 12 bestaat 50 jaar. Het is misschien wel het enige programma waarin opzoeken net zo belangrijk is als parate kennis. Waarom kijkt Nederland zo graag naar bladerende quizdeelnemers? De Volkskrant geeft antwoord op twaalf vragen.
Selectie van de naslagwerken die de kandidaten van 2 voor 12 kunnen raadplegen. ©Annabel Miedema

‘Dat zoeken we op’ is de meest iconische zin uit de tv-quiz 2 voor 12, waarin twee duo’s twaalf vragen beantwoorden en een woord van twaalf letters moeten raden. We zijn eraan gewend, omdat het programma al sinds 1971 op tv is, en maandag zijn 50-jarig jubileum viert. Maar dat opzoeken was een grensverleggend idee van programmamaker en regisseur Ellen Blazer, onder meer bekend van het succesvolle praatprogramma Sonja op zaterdag. Zij bedacht het format van 2 voor 12.

Welke ideologie zit hierachter? Wat voor naslagwerken gebruiken de spelers? Wat is de beste zoektactiek? En wordt het niet eens tijd dat die boeken plaatsmaken voor Google?

De Volkskrant geeft antwoord op twaalf vragen over 2 voor 12.

Astrid Joosten en twee quizdeelnemers in het decor van 2 voor 12 ©K2 / Filmstill

Iets opzoeken in een quiz, hoe bijzonder is dat?

Voor zover bekend is 2 voor 12 de eerste tv-quiz waarin kandidaten een boek erbij mochten pakken. In Nederland zeker. ‘Het was een ‘heel revolutionair en fantastisch idee’, zei tv- en theaterregisseur Berend Boudewijn (85) in 2011 in de documentaire Ellen Blazer: Schitteren in de schaduw van Coen Verbraak

In deze vorm heeft opzoeken niet of nauwelijks navolging gekregen, het format is ook nooit verkocht aan buitenlandse zenders. Er zijn wel varianten, zoals de mogelijkheid een hulplijn in te zetten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Vriendenloterij Miljonairs (eerder gesponsord door Lotto en BankGiro). Daarin kunnen deelnemers het publiek om hulp vragen en via de telefoon een vraag voorleggen aan een vriend of bekende.

Leuk weetje: in 2014, tijdens de Duitse versie van die show, Wer wird Millionär?, belde een CDU-politicus zijn partijgenoot Angela Merkel. Hij hoopte dat ze, gezien haar afkomst, de vraag kon beantwoorden wat het Oost-Duitse wasmachinemerk WM66 zo legendarisch maakte. Merkel nam niet op, en hij besloot te passen. (Het antwoord: je kon fruit inkoken in de machine. Merkel stuurde even later een sms: ik kon niet opnemen, wat is er aan de hand?)

Wat is de gedachte achter dat opzoeken?

Er zit een ideologie achter, zei Ellen Blazer (1931-2013) in de documentaire over haar leven: ‘Het is niet zozeer belangrijk om een hoop kennis te vergaren en die in je hoofd te pompen. Als je het maar heel makkelijk kan vinden.’

Haar neef Dan Blazer (55), een van de oprichters van productiemaatschappij Blazhoffski, heeft er veel met haar over gesproken. ‘Mijn tante vond het belangrijk dat een slager het kon opnemen tegen een chirurg, en dat mensen met een lage en een hoge opleiding net zoveel kans zouden maken om 2 voor 12 te winnen. Dat vond ze leuk.’

Enkele naslagwerken. ©Annabel Miedema

Waarom hoor je tijdens het zoeken soms alleen de klok?

Astrid Joosten (63), die het programma sinds 1991 presenteert, zwijgt bewust als ze geen vragen meer heeft en deelnemers nog iets opzoeken. ‘Toen ik net was begonnen, dacht ik op zo’n moment: is het niet heel stil? Dan hoorde je alleen die klok tikken. Ik had het gevoel dat het als presentator mijn taak was om sfeer te maken en de boel op te vullen. Maar dat moet je niet doen.’

De reden: ze wil mensen niet afleiden. ‘Dat gebeurt onherroepelijk, als ik begin te praten. Zelfs als ik alleen iets zeg tegen een deelnemer die toekijkt terwijl zijn teamgenoot zoekt, krijgen we al mailtjes van kijkers. Die willen – terecht – dat we spelers gelijk behandelen.’

Waarom is zoeken soms bijna noodzakelijk?

De quiz is volgens Dan Blazer een middel ‘om het volk te verheffen’ – destijds een belangrijke pijler van de Vara (nu zendt BNNVara 2 voor 12 uit). ‘Wat dat betreft was Ellen een ouderwetse Vara-dame: de inhoud stond voorop.’

Dat is nog zo, zegt eindredacteur Irene van den Hoeven (63), die negen jaar bij de quiz werkt. ‘Onze vragen zijn relatief moeilijk, in vergelijking met programma’s als De slimste mens. En ze zijn relatief lang. We vragen nooit iets als: wie heeft het koffiefilterzakje uitgevonden? We stoppen er leuke wetenswaardigheden in, zodat je er iets van opsteekt.

‘Dat filterzakje, bijvoorbeeld, is begin vorige eeuw uitgevonden door een huisvrouw die het zat werd dat er altijd koffiedik in kopjes zat. Dus legde deze mevrouw Bentz op een dag iets over haar kopje: een pagina uit het schoolschrift van haar zoon, gemaakt van vloeipapier. Dat werkte zo goed dat ze er in 1908 patent op aanvroeg. Spelers krijgen dat te horen, waarna een vraag volgt als: welk filterzakjesmerk is genoemd naar mevrouw Bentz. Het antwoord is Melitta; dat was haar voornaam.’

Naslagwerk uit het ‘boekenkastje’ van 2 voor 12. ©Annabel Miedema

Zijn alle vragen opzoekbaar?

De makers beginnen altijd met de naslagwerken beschikbaar in de studio. Daar moet het antwoord in staan. Van daaruit redeneren ze terug. Van den Hoeven: ‘Dat koffiefilter staat waarschijnlijk in het 1001 Uitvinders- of het patentenboek. Of in een oude Kroniek. We geven dan bewust een jaartal, om de kans op zoeksucces te vergroten.’

Maken die boeken het niet te makkelijk?

Nee, zegt de eindredacteur. Wie alles opzoekt, verspeelt veel geld en riskeert te eindigen met een lager bedrag dan de tegenstander. Voor twee seconden lever je een euro in, van de 500 waarmee je begint.

‘Opzoeken is ook een vak op zich’, stelt Van den Hoeven. ‘Er zijn zoveel boeken: welke moet je pakken? En die naslagwerken zitten allemaal anders in elkaar. Staat de index voorin of achterin? Is het gerangschikt op alfabet of op chronologie? In het boek over uitvinders staat voorin een register over uitvindingen, en achterin een register met uitvinders. Het Aanzien van… is gerangschikt op datum, onderscheidingen en sportprestaties staan juist achterin.’

Op de jaarlijkse selectiedag – waar je honderd testvragen moet beantwoorden en ruim de helft goed moet hebben – krijgen potentiële deelnemers een lijst mee met alle boeken in de studio en het dringende advies: ga daarmee oefenen.

De bibliotheek is een goede plek om door de naslagwerken te bladeren, vindt Van den Hoeven. ‘We horen terug dat mensen oude programma’s terugkijken of elkaar opdrachten geven, zoals: wat is er op 19 juli 2018 gebeurd in Israël? Dat werpt zijn vruchten af, merken we.’

Vlak voor de opnamen mogen de deelnemers in de studio oefenen met proefvragen en boeken om te wennen en de ergste zenuwen te overwinnen. ‘Maar als je de naslagwerken dan pas voor het eerst doorbladert, ben je enorm in het nadeel.’

De 1001-serie. ©Annabel Miedema

Wordt het geen tijd om te stoppen met die naslagwerken?

‘Binnen het team is het al jaren een punt van discussie: moet we nog boeken blijven gebruiken?’, zegt Astrid Joosten, de opvolger van Joop Koopman, die van 1971 tot 1981 op die plek zat. (In de tussentijd was de quiz tien jaar niet op tv.)

Joosten: ‘Ellen Blazer stopte in de quiz wat iedereen toen deed: iets opzoeken in een encyclopedie. Computers hebben pas veel later hun intrede gedaan. Ook op tv. Deelnemers mogen maximaal vier vragen op de computer opzoeken.’

Joosten: ‘Ook al wordt zoeken in boeken steeds ongewoner, we blijven het doen. Omdat we het als team van 2 voor 12 belangrijk vinden te blijven uitstralen dat boeken een mooi cultuurgoed zijn. Dat zie je ook in het decor: een oude bibliotheek, met van die oude, in leer ingebonden boeken. Met wat digitale lijntjes erbij.’

Zijn jongere deelnemers niet in het nadeel, omdat zij minder gewend zijn aan al die naslagwerken? ‘Dat zou kunnen. We moeten oppassen dat we niet een archaïsch instituut worden, dat test of mensen nog wel met boeken kunnen omgaan. Dat is de grens die we moeten bewaken.’

Eindredacteur Van den Hoeven: ‘Duo’s die elkaar aanvullen, zijn het meest kansrijk. Dat geldt onder meer voor teams die twee generaties combineren. Jongere deelnemers weten meer over de muziek van nu en computers, waarop ze ook sneller kunnen zoeken. Ouderen hebben vaak een wat bredere algemene kennis, en meer affiniteit met sommige boeken.’

Dikke Van Dale ©Annabel Miedema

Mogen deelnemers Google gebruiken?

Nee, de laptops kunnen alleen worden gebruikt om vragen na te lezen en iets op te zoeken in de Nederlandse tak van de digitale encyclopedie Wikipedia. Je kunt zoektermen intikken op die pagina, en kijken wat dat oplevert.

Astrid Joosten:‘Google heeft nadelen: je vindt vaak snel een antwoord, maar daar zitten ook foute antwoorden tussen. Dan moet ik zeggen: ‘Nee, dat was fout’, en dan zeggen zij weer: ‘kijk, hier staat het toch?’ In zulke discussies willen we niet terechtkomen.’

Mede daarom controleren correctoren van 2 voor 12 of informatie op Wikipedia wel correct is. ‘Dat gaat behoorlijk ver’, zegt Van den Hoeven: ‘Een uur voor de opname kijken we het nog eens na: klopt het antwoord nog steeds?

Wat is de beste zoektactiek?

Oefen met de naslagwerken. Blijf niet te lang doormodderen als je iets niet kunt vinden, waag dan een gokje of laat een antwoord open. 

Houd rekening met de bonusregels, die in de jaren negentig voor het eerst werden ingevoerd. De reden: spelers kwamen erachter dat je het 12-letterwoord best kunt raden met zeven of acht letters en pasten hun tactiek aan: zij vulden geregeld een X in, zonder te zoeken, waardoor ze meer geld overhielden.

Van den Hoeven: ‘Dat maakte het minder leuk voor de kijker. Die wil met meer letters puzzelen op het 12-letterwoord, dat met al die X-en soms niet te raden bleek. Daarom is iets nieuws bedacht: als je alles goed had, kreeg je 100 euro bonus. Dat is nog zo. Als je een fout hebt: 75 bonus, twee fout 50, drie fout 25.’

Het nadeel, bleek daarna, was dat kandidaten soms té veel gingen opzoeken en je vaak naar bladerende spelers zat te kijken. ‘Daarom is de parate kennisregel geïntroduceerd: als je uit je hoofd het goede antwoord geeft, krijg je 10 euro bonus. Zo is het meer in balans.’

Naslagwerken ©Annabel Miedema

Horen we over vijftig jaar nog: ‘dat zoeken we op?’

2 Voor 12 kan nog jaren mee’, vindt Joosten. ‘Het is slow televisie, maar er is een heel grote groep kijkers die dat leuk vindt.’

Dat blijkt ook uit cijfers: de quiz trok dit jaar 1,25 miljoen kijkers per aflevering, vrijdagavond om half negen op NPO 2. De gemiddelde leeftijd van het publiek in 2021 is 62,4 jaar. Dat is bijna drie jaar hoger dan de leeftijd van kijkers naar de Nederlandse Publieke Omroep.

Joosten: ‘Ik heb me weleens zorgen gemaakt over de toekomst van het programma, maar dankzij de geweldige kijkcijfers is dat voorbij.’

In de kern is niets veranderd sinds 1971, zegt Van den Hoeven. ‘Om te voorkomen dat het oubollig wordt, zorgen we dat de vragen zo actueel mogelijk zijn en zijn we alert op nieuwe naslagwerken. Verder hebben we de leader en het decor natuurlijk opgefrist. En tijdens de vragen zie je meer gevarieerde beelden.’

Aan kandidaten is absoluut geen gebrek. ‘Toen we laatst een oproep deden, hadden we binnen een kwartier 800 aanmeldingen. Daar zitten steeds meer twintigers bij, zoals studenten.’’

Dan Blazer, van producent Blazhoffski: ‘Op een of andere manier houdt 2 voor 12 je aandacht vast. Als je als kijker niet alles weet, kun je altijd nog puzzelen op het twaalf letterwoord. Het zit slim in elkaar.’

Als je nu met zo’n programma-idee aankomt, ben je volgens hem kansloos. ‘Ik praat vaak met netmanagers van de NPO, om iets te pitchen. Als je dit format nu zou indienen, was het vast afgekeurd. Netmanagers zouden het te traag vinden en waarschijnlijk te highbrow. Mede omdat er geen BN’ers in zitten, daar moest Ellen Blazer niets van hebben.

‘Gelukkig is 2 voor 12 allang op tv’, zegt hij. ‘Volgens mij zal er altijd een behoorlijk publiek voor blijven bestaan.’ Ook over vijftig jaar? ‘Ik denk het wel, als de NPO dan nog bestaat.’

 

Monumentje voor overleden Joep, die altijd al wist dat hij niet oud zou worden


© Carlo ter Ellen | Margaret Westendorp verloor haar zoon Joep vijf jaar geleden.


VERHALEN DIE HET HART RAKEN  

Monumentje voor overleden Joep, die altijd al wist dat hij niet oud zou worden
 
Joep Westendorp overleed op 21-jarige leeftijd aan een hersentumor. Op zijn negende werd hij gediagnostiseerd met kanker. Een lijdensweg volgde, voor familie en vrienden. Joep zelf bleef stil. 'Je merkte dat hij verdrietig was, maar hij klaagde nooit.' Zijn moeder schreef een eerbetoon. (Tubantia)