Wonen
Stel je een huisje voor waar je kan lezen en schilderen, maar waarin je
tegelijkertijd buiten kan zijn. Zoiets maakte Caspar Schols: een
huis als open plek.
Soms verzint iemand iets waar bijna alle mensen direct blij van
opveren. Een huisje dat kan bewegen bijvoorbeeld. Zoals de bekende
tbc-huisjes, kleine houten huisjes met veel glas, die op een draaischijf
zijn gemonteerd zodat je steeds naar de zon kunt draaien, of van de
wind af, of wat je maar wilt. Zo’n soort huisje zet aan tot dromen van
het leven dat je zou leiden als je het had; je zou gaan schilderen
daarbinnen, of meeslepende dikke boeken lezen bij een kacheltje, of ze
zelf schrijven, of een vogelkenner worden met je verrekijker en je
vogelgids – enzovoort.
Hoe begerenswaardig zulke huisjes ook zijn, de jonge natuurkundige Caspar Schols (1987) verzon iets wat ze ineens log en ouderwets doet lijken: hij ontwierp een houten huisje dat tegelijkertijd óók een glazen huisje is én een open plek in het bos.
Hoe begerenswaardig zulke huisjes ook zijn, de jonge natuurkundige Caspar Schols (1987) verzon iets wat ze ineens log en ouderwets doet lijken: hij ontwierp een houten huisje dat tegelijkertijd óók een glazen huisje is én een open plek in het bos.
Een huis als open plek, dat is zo tegenstrijdig dat bijna iedereen
zijn hart sneller voelt kloppen bij de gedachte; je schuift het huis
opzij en daar zit je, op de houten vloer in je stoel, of je ligt in je
bed, of in je bad, en om je heen de buitenlucht. Of is het te koud? Dan
schuif je alleen de houten huls van het huisje opzij en blijf je zelf in
de glazen binnenschil: uitzicht en behaaglijkheid. Als de ochtend
opwarmt, schuiven we eerst één glazen deel opzij en later, misschien,
ook weer het andere.
En maar lezen, en vogels kijken, en gedichten schrijven, en de natuur schilderen!
Of niks, gewoon een beetje luisteren naar het gedoe van de koolmezen, een boomkruiper langs een stam zien bewegen, een vliegenvangertje druk zien doen in de lucht, geuren van rozen misschien. Ach. Wat zou het leven goed zijn in zo’n huis.
Het huis begon met een vraag. De moeder van Caspar Schols wilde een tuinhuis waar ze kon lezen, schilderen et cetera. Maar ze wilde er ook vrienden kunnen ontvangen aan een lange tafel. Of een logeerplek creëren. En hoe leuk zou het niet zijn als de kleinkinderen voorstellingen konden geven bij het gedroomde tuinhuisje! En natuurlijk moest je je er niet opgesloten in voelen, maar juist in contact staan met de tuin en de omgeving. De moeder van Caspar Schols had veel ideeën, maar nog geen bijbehorend huisje.
„Ik maak dat voor je”, zei haar zoon, die nu eenmaal altijd van architectuur had gehouden en zin had om iets te ontwerpen. Hij dacht aan de verschillende kleren die je in verschillende seizoenen draagt: trui over je bloes, sokken onder je broek, of juist niet. Hij dacht aan stationsoverkappingen en aan de gebogen, meestal smeedijzeren constructies die zo’n grote kap dragen. Hij dacht aan al die verlangens van zijn moeder, en aan warmte en energiezuinig en hij dacht natuurlijk ook gewoon: leuk! ga ik doen!
Lees ook: 2050: wonen in hofjes en op je 60ste naar school En, dat is eigenlijk het bijzonderste van alles, hij deed het. Hij maakte een platform waarop het huisje staat dat in zijn kleinste vorm 4 meter breed en 6 meter lang is, maar dat uitgeschoven een binnenruimte van 45 m2 biedt, lang genoeg voor een tafel van tien meter lang. Het huisje loopt op wieltjes door rails, uitschuiven gaat met de hand.
Eigenlijk, zegt Schols, gaat het hem bij ANNA vooral om het buiten-zijn. Dat mensen daarmee in contact gebracht worden, de beweging tussen mens, huis en natuur. Zijn natuurkundestudie begon hij om te weten te komen wat de wereld ís, au fond. Op die vraag bleek natuurlijk geen antwoord te geven, ook niet in de fysica. Er blijft altijd een raadsel over. Je kunt van alles berekenen aan de natuurlijke wereld en dat is fascinerend, maar je kunt ook in dat alles opgaan. Bijvoorbeeld in een open huisje. Dát, zegt Schols, is wat hij mensen wil bieden en waaraan hij wil blijven werken. Van idealisme naar praktijk, van alleen en met vrienden een huisje in elkaar zetten naar productie, van enthousiasme naar markt, blijkt wel een hele weg. Maar het gaat lukken. En sterker nog: het begin is al gelukt.
En maar lezen, en vogels kijken, en gedichten schrijven, en de natuur schilderen!
Of niks, gewoon een beetje luisteren naar het gedoe van de koolmezen, een boomkruiper langs een stam zien bewegen, een vliegenvangertje druk zien doen in de lucht, geuren van rozen misschien. Ach. Wat zou het leven goed zijn in zo’n huis.
Het huis begon met een vraag. De moeder van Caspar Schols wilde een tuinhuis waar ze kon lezen, schilderen et cetera. Maar ze wilde er ook vrienden kunnen ontvangen aan een lange tafel. Of een logeerplek creëren. En hoe leuk zou het niet zijn als de kleinkinderen voorstellingen konden geven bij het gedroomde tuinhuisje! En natuurlijk moest je je er niet opgesloten in voelen, maar juist in contact staan met de tuin en de omgeving. De moeder van Caspar Schols had veel ideeën, maar nog geen bijbehorend huisje.
„Ik maak dat voor je”, zei haar zoon, die nu eenmaal altijd van architectuur had gehouden en zin had om iets te ontwerpen. Hij dacht aan de verschillende kleren die je in verschillende seizoenen draagt: trui over je bloes, sokken onder je broek, of juist niet. Hij dacht aan stationsoverkappingen en aan de gebogen, meestal smeedijzeren constructies die zo’n grote kap dragen. Hij dacht aan al die verlangens van zijn moeder, en aan warmte en energiezuinig en hij dacht natuurlijk ook gewoon: leuk! ga ik doen!
Lees ook: 2050: wonen in hofjes en op je 60ste naar school En, dat is eigenlijk het bijzonderste van alles, hij deed het. Hij maakte een platform waarop het huisje staat dat in zijn kleinste vorm 4 meter breed en 6 meter lang is, maar dat uitgeschoven een binnenruimte van 45 m2 biedt, lang genoeg voor een tafel van tien meter lang. Het huisje loopt op wieltjes door rails, uitschuiven gaat met de hand.
Vakantie
Het huis heet ANNA, en het wordt voortaan niet meer gebouwd door Schols persoonlijk maar door houtbouwbedrijf Barli in Uden. Het wordt ook verhuurd, door Buitenleven Vakanties, een samenwerking tussen Natuurmonumenten, landschappen.nl en Staatsbosbeheer, die er verscheidene gaan neerzetten in Nederland, gebouwd met hout van Staatsbosbeheer. Die versies worden iets comfortabeler dan de oerversie en hebben een eigen keukentje en een toilet. In de vloer past een ligbad.Eigenlijk, zegt Schols, gaat het hem bij ANNA vooral om het buiten-zijn. Dat mensen daarmee in contact gebracht worden, de beweging tussen mens, huis en natuur. Zijn natuurkundestudie begon hij om te weten te komen wat de wereld ís, au fond. Op die vraag bleek natuurlijk geen antwoord te geven, ook niet in de fysica. Er blijft altijd een raadsel over. Je kunt van alles berekenen aan de natuurlijke wereld en dat is fascinerend, maar je kunt ook in dat alles opgaan. Bijvoorbeeld in een open huisje. Dát, zegt Schols, is wat hij mensen wil bieden en waaraan hij wil blijven werken. Van idealisme naar praktijk, van alleen en met vrienden een huisje in elkaar zetten naar productie, van enthousiasme naar markt, blijkt wel een hele weg. Maar het gaat lukken. En sterker nog: het begin is al gelukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten