Tien maatregelen om het klimaat én de natuur te redden
Op een internationale top in Montreal proberen leiders de biodiversiteit te redden. Daarbij kunnen ze gebruik maken van klimaatmaatregelen. Mits ze het slim doen. Tien mogelijke win-winsituaties voor de planeet.
In Montreal kunnen de leiders hun voordeel doen met de lessen uit Sharm-el-Sheikh. Op een themadag op de VN-klimaattop (COP27) in die Egyptische stad stond onlangs biodiversiteit in de schijnwerpers. Want wie het klimaatprobleem aanpakt, kan direct ook bijdragen aan behoud en bescherming van soortenrijkdom.
Volgens VN-secretaris generaal António Guterres kan de wereld alleen een duurzame toekomst tegemoet treden als landen de twee crises, die van klimaat en natuur, in samenhang oplossen. Dat is geen open deur. Want wat goed is voor het klimaat, kan bomen en dieren juist in de verdrukking brengen, wanneer natuurwaarden uit het oog verloren raken.
Experts roepen op tot het benutten van win-win-situaties. Succesvolle voorbeelden worden verzameld, zodat natuurverlies en klimaatschade in één klap bestreden kunnen worden. De kenners zien volop kansen, blijkt uit inventarisaties van het mondiale VN-instituut IPBES, de Wageningen Universiteit en het Louis Bolk instituut.
Ondertussen ontdekken ook de bouw- en energiesector dat de ontwikkeling van duurzame technieken niet ten koste mag gaan van biodiversiteit. Die druk neemt toe, zeker nu leiders in Montreal de bescherming van kwetsbare natuur op topniveau bespreken. Bedrijven en organisaties zonder antenne voor een ‘natuurinclusieve’ aanpak zijn onvoldoende klaar voor de duurzame toekomst.
1 Bossen aanplanten
Red het klimaat, plant een bos. Bomen zijn CO2-absorberende groeiers. Het mooie is: landen die bos aanplanten breiden ook direct hun natuurareaal uit. Dus ze scoren ook meteen punten voor biodiversiteit. Daaraan kunnen bossen sterk bijdragen. Dieren, mossen en insecten: een bos is een levende biotoop die van alles aantrekt. Cruciale voorwaarde is wel dat een bos past bij de omgeving, waarschuwen klimaatpanel IPCC en natuurpanel IPBES.
Wanneer een bos te eentonig is, bijvoorbeeld omdat er een bepaalde bomen (of riet en wilgen) worden geplant voor optimale klimaatwinst omdat die zo lekker snel groeien, dan kan het bos de natuurwaarde verarmen. Een monocultuur doet het landschap geen goed. Wat de natuur vooruit helpt, zeggen experts, is een bos met inheemse boom- en struiksoorten, met een juiste mix. Daarin komen bloemen en (zoog)dieren tot wasdom. Een divers bos verrijkt zichzelf met nieuwe soorten. De ene soort trekt de andere aan.
2 Windturbines
Windturbines op land hebben een beroerd imago, als het om de combinatie met natuur gaat. Gehaktmolens voor vogels, zo staan ze bekend. En hun gezoef zou ook andere dieren, zoals vleermuizen, een klap toebrengen. Echt ‘natuurinclusief’ zullen de windmolens op land niet snel worden. Maar ze kunnen wel verrijzen met aandacht voor dier en omgeving, betogen ontwikkelaars. Kleine, houten windturbines zijn bezig aan een opmars. Die verstoren (trek)vogels minder.
Ook commerciële energiebedrijven die joekels van turbines bouwen, omdat ze die noodzakelijk achten voor duurzame energieproductie, hebben wat kaarten in handen om natuurvriendelijk te werken. Slimme camera’s en detectiesystemen worden regelmatig geplaatst, zodat molens kunnen remmen of stoppen voor een groep (trek)vogels of een zeearend. Een witte wiek kan de dieren afschrikken.
Omdat lokale verstoring van de natuur niet helemaal weg te nemen is, investeren sommige commerciële ontwikkelaars in natuurcompensatie; ze beschermen het landschap of leggen nieuwe natuur aan.
3 Oesterbanken
Energiebedrijven die molens op zee neerzetten kunnen dat zo doen dat ze dier- en schelpsoorten helpen. Binnen een windmolenpark op zee mogen meestal geen (visserij)schepen varen, dus zoogdieren en scholen vis kunnen er terecht om rustig te schuilen of te paaien. De palen waarop turbines in de zeebodem vaststaan lijken, ook in de Noordzee, dienst te kunnen doen als kraamkamer. Allerlei alg- en schelpaangroei krijgt er een kans. Zeker als de windmolenbouwers de juiste materialen en structuren gebruiken.
Onder het motto ‘De rijke Noordzee’ experimenteren milieuorganisaties met het plaatsen van kunstmatig rif, dat aangroei van oesters bevordert. De Stichting Natuur & Milieu ziet kansen voor de ontwikkeling van offshore windmolens en onderwaternatuur in één klap.
Onderwaterherrie die zeedieren verstoort hoopt de windsector in de toekomst weg te nemen door drijvende molenparken of een innovatieve fundering die zichzelf zonder heiwerkzaamheden vastzuigt. Aalscholvers gaan graag op de trapjes tegen de paal aanzitten, aldus kennisinstituut Imares.
4 Natuurvriendelijk bouwen
Ook energiezuinige huizen bouwen is onderdeel van het reddingsplan voor het klimaat. Een goed geïsoleerd pand, richting de ‘nul op de meter’, vergt weinig gebruik van gas of elektra om er comfortabel bij te zitten. Tegelijk kunnen bouwers, mits ze er in hun ontwerp tijdig op letten, de lokale natuur ondersteunen. Dat is nodig ook, want kieren en gaten zitten er in een energiezuinig huis niet. Dus musjes, vleermuizen of andere beesten kruipen niet even in een gat of onder een dakpan. Het minste is wel dat bouwers, als ze natuurinclusief gaan werken, kunstmatige holtes aanbrengen. Dat kan door nestkastjes te integreren tussen de bakstenen. Zwaluwkasten kunnen een standaard plekje veroveren onder de dakgoot. Maar er is veel meer mogelijk, blijkt uit de opties die de koplopers in natuurinclusief bouwen laten zien. Opgevangen regenwater kan een lokale vijver of poel vullen, als bron voor amfibieën en vogels. Elke achtertuin kan een ‘egelsnelweg’ krijgen.
5 Mangroves
Klimaatbeleid bestaat uit meer dan zonneparken, windmolens en waterkracht voor duurzame energieproductie. Nu de kans op extreem weer en flinke zeewaterspiegelstijging toeneemt, is aanpassing een kernpunt van de klimaataanpak, bleek op de COP27 in Sharm-el Sheikh. Klimaatadaptatie heet dat in jargon. Hoewel die aanpak deels omstreden is omdat het klimaat vooral gebaat is bij minder CO2-uitstoot, biedt het beschermen van kustgebieden kansen voor de natuur. Het afweren van wassend water hoeft niet met de bouw van betonnen dijken te gebeuren. Milieubeschermers zijn er van overtuigd dat juist natuurlijke oplossingen nodig zijn, om veilig te kunnen leven met hevige neerslag en overstromingsgevaar. Overheden overwegen het aanwijzen van nieuw natuurgebied, bijvoorbeeld voormalige akkers, dat onder water moet kunnen stromen als dat nodig is. Eilandstaten gaan kusterosie tegen door de aanplant van bomen, die de grond verankeren. In Azië kunnen aangelegde mangroves, een potentieel natuuroord voor vogels en vissen, klotsend water afremmen.
6 Zonneparken
Voor sommige natuurbeschermers zijn ze een nachtmerrie: zonneparken. Zonnepanelen op metalen poten, rijen dik. Daar schijnt nauwelijks licht doorheen, zoogdieren en (weide)vogels hebben er hinder van, vrezen ze. Maar de laatste jaren is er ook een tegenbeweging gaande. Die bewijst dat er ook een natuurvriendelijke inpassing mogelijk is bij de bouw van zonneparken. De paden tussen de zonnepanelen moeten ruim zijn, zodat de bodem een gezonde hoeveelheid regen en zonneschijn ontvangt.
Het voordeel van een zonnepark is: er heerst rust, zeker voor zo’n vijftien jaar. Uit onderzoek van biodiversiteitscentrum Naturalis bleek eerder dat de bodem daarvan flink baat kan hebben. Zeker als de ontwikkelaar (kruidenrijke) gewassen tussen en rond het zonnepark laat groeien, kan de locatie veel insecten aantrekken. En dat trekt weer vogels en andere dieren aan. Als een energiebedrijf er, vrijwillig of via regelgeving gedwongen, echt voor gaat kan een zonnepanelenpark de rijkdom aan kwetsbare soorten bevorderen.
7 Groene daken
Planten en mossen op een dak besparen stookkosten, want ze isoleren. Dat oogt niet alleen aardig, begroeiing op een huis of gebouw kan van waarde zijn voor de natuur. De Vlinderstichting heeft een paar jaar geleden een proef uitgevoerd waaruit blijkt dat insecten en vlinders baat kunnen hebben bij een groen dak. “Bij het ontwerp en de aanleg van een groen dak moet er wel goed op gelet worden dat het dak of de nabije omgeving kwalitatief goede voortplantingsmogelijkheden voor soorten biedt”, aldus de Vlinderstichting. Wanneer daar geen oog voor is, dan is een groen en energiezuinig dak een ‘ecologische val’. Daarmee wordt bedoeld dat kruipertjes en vlinders op een groen dak een kleine idylle ontdekken, maar dat ze vervolgens van een koude kermis thuiskomen omdat ze daaromheen een kale, versteende omgeving aantreffen. Verder is een groen dak net een bos: hoe gevarieerder de vegetatie, hoe groter de kansen op soortenrijkdom.
8 Energie uit water
De temperatuur stijgt, de aarde warmt op. Dat geldt ook voor poelen, meren en rivieren. Dat kan behoorlijke gevolgen hebben voor de waterkwaliteit. Warmer water kan leiden tot een afname van (vis)soorten, vrezen ecologen, bijvoorbeeld doordat algensoorten in lauw water kunnen woekeren. Wat zou kunnen helpen bij het tegengaan van dit natuurprobleem is een nieuwe innovatieve energietechniek waar duurzame experts aan werken.
Pompen en buizen kunnen de warmte uit water afvangen en via ingenieuze pijpen naar land leiden, zodat huizen en kantoren die energie kunnen benutten: aquathermie. Door de opwarming van sloten en meertjes wat af te remmen kan aquathermie potentieel bijdragen aan een gezonde waterkwaliteit. In de oceaan is het onrealistisch dat mensen zoveel warmte kunnen ‘aftappen’ dat het milieurisico’s verkleint. Het voordeel van die kleine invloed op de zee is er ondertussen ook: bij warme oorden zoals Curaçao en Jamaica kan kou uit zee getapt worden voor koeling.
9 Groene boeren
Vee is niet alleen een bron van stikstof. De (intensieve) houderij van koeien zorgt ook voor veel uitstoot van broeikasgas (methaan). Dat draagt, als de krachtige broer van CO2, bovengemiddeld veel bij aan de klimaatcrisis. Het toewerken naar een minder intensieve vorm van veehouderij, waar een menukaart met minder vlees het gevolg van is, geldt daarom als klimaatoplossing. Tegelijk biedt dit volgens duurzame experts zoals van het Louis Bolk Instituut een kans voor de natuur. Wanneer boeren niet inzetten op de maximale hoeveelheid vee kunnen ze hun grond deels benutten voor natuurdoeleinden, is het idee. Daarbij kunnen ze stroken met kruidenrijke gewassen inzaaien. Natuurinclusief boeren is het credo dat hoort bij de zogeheten kringlooplandbouw, waar de overheid naartoe wil. Natuurbescherming kan een deel van de inkomstenbron worden. Nu het Rijk de oplossing van de stikstofcrisis deels zoekt in de uitkoop van boeren, is het denkbaar dat akkers worden omgezet in natuur.
10 Resthout
Biomassa is een besmet woord in de klimaatdiscussie. Het verbranden van (oer)bos in energiecentrales is omstreden, omdat het alleen papieren milieuwinst zou opleveren (houtstook geeft immers CO2 in de lucht) en kap kan volgens milieubeschermers kwetsbare bossen bedreigen. Dat is zorgelijk voor het hele ecosysteem. Toch lijkt bio-energie op kleine schaal wel een energiebron die zowel het klimaat als de natuur kan bevorderen. Resten van snoei- en sprokkelhout gaan naar een warmtecentrale voor gasloze woningen.
Hoewel energie-experts altijd kritisch blijven als het om biomassa gaat, is het volgens TNO soms milieuvriendelijk om lokale reststromen van planten en bossen te benutten voor energie. Dat is iets anders dan de omstreden verbranding van houtstukjes in een (kolen)centrale, waarvoor hout uit buitenlandse bossen komt. Nederlandse natuurbeheerders maken soms zelfs ter bevordering van soortenrijkdom een stukje bos kaal, waarbij biomassa overblijft. “Alleen daar waar het ecologisch verantwoord is, vermalen we de takken tot houtsnippers”, stelt Staatsbosbeheer.
Lees ook:
Wat goed is voor de natuur, is ook beter voor de economie
Als het zuiveren van lucht of het vasthouden van water een economische prijs zou krijgen, zou natuur veel meer waard zijn. De biodiversiteitstop in Montreal buigt zich er ook over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten