Posted on
De grondlegger van Fonto, Henri Marie van Rijn, is op 2 december 2016 overleden. Naast mede oprichter van ATD Vierde Wereld in Nederland was zijn grote passie de geschiedenis van de armsten in Europa en elders. Hij heeft jarenlang aan het Fonto gewerkt en talloze lezingen gegeven. Wij zullen hem missen als mede volontair en vriend.
Strijdvaardig en principieel
Van wieg tot graf. Zijn leven lang zette Henri van Rijn zich in voor mensen over de hele wereld die het niet goed hebben getroffen.
Henri van Rijn (24 januari 1944 – 2 december 2016) wist niet wat hij zag toen hij als Haagse jongen in een voorstad van Parijs geconfronteerd werd met bittere armoede. Het was begin jaren zestig toen hij gezinnen in hutten in de modder zag wonen.
,,Dit kan niet”, dacht Henri die niet kon bevatten hoe het mogelijk was dat in het steeds rijker wordende Europa toch schrijnende armoe kon blijven bestaan. Voordat hij hier een studie van zou maken, en een boek over zou schrijven, ging hij helpen. Hij bouwde met père Joseph Wresinski (een praktische priester die naast iedere gaarkeuken een bibliotheek neerzette omdat ‘armoede mensen tot slaaf maakt, maar kennis hen weer bevrijdt’) een schooltje.
Allerarmsten
Eenmaal terug in Den Haag hield hij contact met de Frans/Poolse priester
en terwijl hij een keurige baan op het ministerie van CRM aanvaardde,
bleef hij zich inzetten voor de armen via ATD Vierde Wereld (Aide à
Toute Détresse); een internationale organisatie die zich inzet met en
voor de allerarmsten. Henri trouwde met een maatschappelijk werkster van
de telefonische hulpdienst waar hij als vrijwilliger werkte en stichtte
met haar een gezin.
Ondertussen verdiepte hij zich in het verschil tussen rijk en arm. Zowel de hebzucht van de allerrijksten als de onmacht van de allerarmsten motiveerde hem om parttime te gaan werken om tijd te hebben om de wereld iets rechtvaardiger te kunnen maken. Hij wilde iets doen, niet blijven theoretiseren. Dankzij de veerkracht van zijn vrouw en dochters die hem steunden in zijn missie, lukte het om ook met een half salaris een goed leven met elkaar te hebben. Henri was een sober mens. Meer dan één paar schoenen wilde hij niet bezitten. Luxe deed hem niets. Hij woonde in een goed maar eenvoudig Delfts appartement. Heel af en toe genoot hij van een glas port en ‘s avonds draaide hij platen met muziek van zijn vader die violist was geweest. Henri was een strijdvaardig en principieel mens. Maar hij was geen eenzame Don Quichot. Hij omringde zich met vele gelijkgestemden. Zijn missie was niet eenvoudig. Er was een lange weg te gaan, maar dit ontmoedigde hem niet.
Henri werkte enige tijd als ‘volontair’ van ATD De Vierde Wereld in de Lower East Side van Manhattan in de stad New York waar hij met zijn gezin kwam te wonen. ATD kreeg als non-gouvernementele organisatie een adviserende status bij de Verenigde Naties en Henri mocht dat komen toelichten. Nadat het gezin naar Delft terugkeerde, begon Henri het project Fonto (‘bron’ in het Esperanto). Fonto documenteert en onderzoekt de geschiedenis van de armen in Europa. Henri concludeerde in zijn boek Armoede, noodlot of onrecht? dat bittere armoe en puissante rijkdom generaties lang in stand blijven door een onrechtvaardig systeem dat hij onvermoeibaar bevocht.
Toen Henri de diagnose blaaskanker kreeg, deed hij er alles aan om hiervan te herstellen. Niet om te kunnen blijven strijden tegen onrechtvaardigheid, maar om zijn vrouw, die door de ziekte MS aan huis gebonden is, te kunnen blijven verzorgen.
Henri van Rijn, trouw en volhardend strijdend voor een betere en rechtvaardiger wereld, stierf op 72-jarige leeftijd.
Overgenomen artikel Algemeen Dagblad 9 januari 2017 van Nicolette van der Werff
Geen opmerkingen:
Een reactie posten