Groene GidsTiny house
Voor een tiny house heb je een lange adem nodig
Het loopt nog geen storm op de markt voor vrijstaande minihuisjes. Hoe realiseerbaar is zo’n duurzaam en betaalbaar alternatief voor een koophuis?
Benieuwd of een bestaan in een tiny house een optie is? Ga eens proefdraaien in een micro-vakantiehuisje, adviseert het online duurzaamheidsmagazine van de ASN Bank. Op bijvoorbeeld natuurcamping de Voscheheugte in het Drentse Mantinge staan een paar puike exemplaren voor een zorgeloos weekendje weg.
Marjolein Jonker, projectleider van Stichting Tiny House Nederland, heeft haar bedenkingen bij de tip. Een tiny house is wat anders dan een kleinschalig vakantieonderkomen, stelt ze. Het is een volwaardige woning – van maximaal 50 vierkante meter – waar je bewust voor kiest omdat je een andere levensstijl wilt. Minder materialistisch, dichter bij de natuur, zo veel mogelijk zelfvoorzienend, dus duurzamer. Vaak ook socialer: tiny-housebewoners vormen dikwijls een gemeenschap om onder meer spullen te delen en samen te moestuinieren.
Het minder idealistische gebrek aan geld kan eveneens een reden zijn om voor een tiny house te gaan, nu ‘gewone’ koopwoningen door de torenhoge prijzen vooral voor starters onbereikbaar zijn geworden. Kant-en-klare huisjes zijn er vanaf ongeveer een halve ton, en een exemplaar van eigen fabricaat kost algauw zo’n 20.000 euro minder.
Wie zijn minihuisje met de benodigde omgevingsvergunning nagelvast op een stuk gepachte grond zet, kan proberen een hypotheek af te sluiten. Er zijn inmiddels voorbeelden van tiny houses die zijn gefinancierd door de Rabobank. Lukt dat niet, dan bieden alternatieve financieringsvormen als een persoonlijke lening, of lening uit het eigen netwerk mogelijk uitkomst.
Ondertussen groeit de kleinehuisjesbeweging, die ongeveer vijf jaar geleden in Nederland de kop opstak, gestaag. Tiny House Nederland telt tachtig initiatiefgroepen met een diverse samenstelling. Jonker: “Ook vijftig- en zestigplussers wier kinderen zijn uitgevlogen hebben zich aangesloten. Die zijn op zoek naar een kleinere woning mét tuintje, maar kunnen vaak niks vinden. De huizenmarkt voorziet vooral in eengezinswoningen en appartementen. Dat krijg je ervan als je de vrije markt – projectontwikkelaars die voor winstmaximalisatie gaan – vrij spel geeft.”
De tiny-housebeweging lijdt daar volgens Jonker ook onder. Er zijn voor particulieren weinig betaalbare kavels beschikbaar. En als je al een stuk bouwgrond op de kop weet te tikken, is het de vraag of je er een microwoning op mag zetten. “Tiny houses zijn een nieuwe woonvorm die niet eenvoudig is in te passen in het Bouwbesluit, de regelgeving voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Je bent dan afhankelijk van de bereidwilligheid van een gemeente.”
Omdat bouwgrond schaars is en lokale overheden last hebben van koudwatervrees zijn locaties met tiny houses vaak nog tijdelijk van aard, zegt Jonker. Zelf woont ze sinds 2016 met vier andere tiny-house-eigenaren op een lap grond van de gemeente Alkmaar, waar ze tot en met 2023 mogen verblijven. Hoewel niet eenvoudig, hoopt ze een stukje grond te kunnen kopen voor haar huisje, dat bijna afbetaald is.
Vrijstaand wonen en je huis zo veel mogelijk zelf vormgeven
Inmiddels lopen er in Nederland 46 tiny-houseprojecten, waarvan drie met permanente vergunningen. In Almere en Leeuwarden zijn de kavels – deels pacht en koop – inmiddels vergeven. Maar in de gemeente Den Helder heeft de woningstichting in tiny-housewijk de Falgatuinen nog een aantal van de in totaal dertig kavels – met water- en kabelaansluiting – beschikbaar. Voor 200 euro erfpacht per maand heeft de bewoner van een tiny house – zelf neer te zetten – circa 600 vierkante meter tot zijn beschikking ‘in de nabijheid van strand en bos’.
Een prachtig project, vindt Jonker, die erop wijst dat woningcorporaties soms ook onterecht met het concept aan de haal gaan. Zo verrezen in Sneek en Nijkerk rijtjes kleinschalige sociale huurwoningen die volgens haar de noemer ‘tiny house’ niet verdienen. “Heel goed dat er meer betaalbare kleine huurhuizen komen, maar geschakelde en gestapelde woningen vallen niet binnen de tiny-housedefinitie. Vrijstaand wonen en je huis zo veel mogelijk zelf vormgeven zijn belangrijke voorwaarden. Bewust kiezen voor wat je belangrijk en mooi vindt, en de rest schrappen, luidt de filosofie.”
Uiteindelijk hebben tiny-housebewoners in spe een vrij lange adem nodig. “Als het binnen twee jaar lukt, is dat vlot”, zegt Jonker, die bij haar eigen bedrijf Marjolein in het Klein een register bijhoudt met de laatste ontwikkelingen. Daarvoor kunnen belangstellenden zich – tegen een vergoeding – aanmelden om van het laatste nieuws op de hoogte te blijven. En hoeven zo niet zelf te speuren naar locaties.
Ook is er TinyFindy: het funda.nl voor tiny houses, dat Jonker drie jaar geleden oprichtte. Daarop prijken medio oktober overwegend huisjes, producten en diensten, zoals een zelfbouwcursus. In de categorie kavels staat moederziel alleen het project in de Helderse Falgatuinen. “De beweging is nog hartstikke jong”, relativeert Jonker. “Maar klop liefst groepsgewijs – samen sta je sterker – vooral aan bij je gemeente. Beleid volgt realiteit.”
De rubriek ‘Groene Gids’ beantwoordt praktische vragen over milieubewust(er) leven. Heeft u een praktische vraag over milieubewust(er) leven? Mail naar: groenegids@trouw.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten