even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
Terug naar Man bijt hond,
daar hadden de oude teamleden alles voor over. Vanaf maandag gaan ze
weer dagelijks langs bij de kleurrijkste personages. Op SBS 6 dit keer.
Hoe geven we een leuke draai aan het nieuws van de dag? Daarover brainstormen vijf redacteuren van Man bijt hond op de bovenste verdieping van een Amsterdams kantoorgebouw. Maandag 19 augustus maken ze een proefuitzending.
Het is pas 8 uur ’s ochtends, maar het
regent ideeën. Drie Eerste Kamerleden van Forum van Democratie splitsen
zich af. ‘Laten we op zoek gaan naar een carnavalsvereniging die met
ruzie uit elkaar is gevallen.’ In Utrecht opent de grootste
fietsenstalling ter wereld. ‘We kunnen een ode aan de fiets maken.’ De
Partij voor de Dieren is boos over het NK zwientie tikken:
een wedstrijd wie het eerst geblinddoekt een varken kan aanraken.
‘Zullen we een varkensfluisteraar vragen wat de dieren er zelf van
vinden?’
Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie
Man bijt hond is terug. Het
tv-magazine vol bijzondere verhalen over ‘gewone mensen’ was van 1999
tot 2015 te zien bij KRO-NCRV. Op het Televiziergala kreeg het in 2011
de prijs voor ‘het meest beeldbepalende tv-programma in de Nederlandse televisiegeschiedenis’.
Het alledaagse leven stond er centraal, bekende Nederlanders waren
taboe – tenzij ze beroemd waren geworden dankzij de show. Het programma
was de bron van talloze filmpjes die viral gingen, over de Limburgse rapper Sjors Peter bijvoorbeeld, omdat ze zo grappig waren.
Mede omdat de kijkcijfers terugliepen,
tot 400 duizend per aflevering, besloot de NPO dat het tijd was om te
stoppen. Vier jaar later blaast John de Mol het programma nieuw leven
in. Vanaf maandag 26 augustus is het op weekdagen te zien op SBS6, om
half 8 ’s avonds. Hoe willen de makers zorgen dat het een succes wordt
op de voormalige campingzender? Gaan ze misschien voor extra veel
internethits?
Serieus, maar met een draai
Het hondenhok, zo noemen
redacteuren de plek waar ze werken. De ochtendploeg is vroeg begonnen,
vanaf 9 uur stroomt de rest van het team binnen. De binnenkomst van
Michael Abspoel (61) gaat gepaard met enig rumoer. ‘Jaaa!’, roept hij
enthousiast. Al snel wordt hij omringd door redacteuren die hem om de
beurt omhelzen. Ze behoren tot de oude garde en hebben elkaar jaren niet
meer gezien.
Met zijn lijzige stem en een flinke scheut ironie heeft Abspoel al die jaren Man bijt hond aan elkaar gepraat. Hij gaat er weer met liefde aan de slag, niet meer als samensteller, wel als stem.
Het programma is uniek, zegt hij: ‘Wat
wij doen, zie je nergens. Een voorbeeld: toen er ophef was over een
fietsbrug van 2 miljoen euro, die te steil was voor de helft van de
bejaarden, organiseerden wij een fietswedstrijd à la Alpe d’Huez. In het
filmpje zag je beelden van een zwoegende bejaarde die de top net niet
haalde, met bombastische muziek. We nemen het nieuws serieus – soms
balanceren we op het randje - maar geven er een draai aan.’
De opening van het programma is een
‘leuke, afwijkende reportage’, legt Abspoel uit. Het basisidee is dat je
groot nieuws klein maakt (van Forum voor Democratie naar
carnavalsvereniging) of klein nieuws groot. De brug is een lokaal
verhaal dat je uitvergroot door er een race van te maken. De kern blijft
overeind: het is een serieus probleem. ‘Je moet altijd de balans
vinden: bij klein nieuws is het belangrijk dat je het niet
ridiculiseert.’
Het logo en de bekendste rubrieken keren terug: de Babbelbox, waar mensen hun verhaal doen over een actueel thema, en Hond aan tafel,
waarin een verslaggever rond etenstijd spontaan aanbelt in een
woonwijk, met de vraag of hij mag aanschuiven om de dag door te nemen.
Abspoel: ‘Iedereen heeft een verhaal.
Daar gaan onze verslaggevers naar op zoek, ook als ze zomaar aanbellen.
Belangrijk is dat ze het terloops doen en luchtig beginnen. Door goed te
luisteren en te kijken wat ze zien, zoals foto’s, komen ze als vanzelf
op het onderwerp dat iemand bezighoudt, zoals een scheiding of een
overleden kind. Als dat lukt, zijn we tevreden.’
Het streven is dat filmpjes – vaak
portretten van iemand die kleurrijk is of iets bijzonders doet – niet
oppervlakkig zijn. ‘Leuk hoor, dat iemand kabouters verzamelt. Maar
waarom doet hij dat? Is hij eenzaam? Er moet een tweede laag in zitten.’
Voor de proefuitzending is de
varkensfluisteraar het beste onderwerp, vindt de eindredacteur. ‘Dat is
verrassend en filmisch interessant.’ Maar waar vind je iemand die zoiets
kan, binnen een uur rijden van de redactie? Er moet veel gebeuren: een
afspraak regelen, filmen op locatie, monteren. Om half 6 moet de
reportage klaar zijn.
Terwijl iemand werkt aan plan B, de ode
aan de fiets, is er goed nieuws. Een redacteur heeft gebeld met een
‘dierentolk’ in Veenendaal: een vrouw die kan praten met beesten, ook
als ze alleen foto’s heeft. Zij kan Man bijt hond zo snel mogelijk te woord staan.
Het is 11 uur als verslaggever Teus van Sintmaartensdijk (51) gehaast de trap af loopt, naar de zwarte redactieauto op de binnenplaats. Daar staan zijn camera- en geluidsman al te wachten.
Dit is een typisch Man bijt hond-onderwerp,
zegt de verslaggever even later, op de A2 naar Utrecht. ‘Een
nieuwsprogramma zou gaan praten met de Partij voor de Dieren en
organisatoren van het NK. Wij zijn eigenzinnig, wij vragen wat de
varkens er zelf van vinden.’
Van Sintmaartensdijk heeft al veel vaker
reportages gemaakt voor dit programma. Hij weet hoe het werkt: ‘Ik begin
straks met wat algemene vragen. Daarna maken we iets bijzonders van de
wederhoor bij de varkens, met die foto’s. Dat wordt de apotheose.’
Dan richt hij het woord tot zijn
collega’s in de auto. ‘Jongens, één ding. Niemand mag straks lachen, er
worden geen grappen gemaakt. Dat meen ik. We zijn serieus geïnteresseerd
in wat deze mevrouw te vertellen heeft. We gaan niet schmieren; dan
wordt het fake.’
Makkelijk scoren?
Het grote publiek kent Man bijt hond van reportages over paradijsvogels als ‘rapper Sjors’, een
20-jarige Limburger die op zijn slaapkamer, in het rijtjeshuis van zijn
ouders, droomt van een carrière. Hij schrijft liedjes over zijn leven,
in krakkemikkig Engels. De redactie regelde in 2013 twee
schaarsgeklede danseressen voor hem en hielp bij de opname van een clip.
In de reportage schraapt Sjors zijn keel voordat hij begint te rappen,
en zegt ‘Net pindakaas gegeten, dus.’ Sociale media stonden vol
pindakaasgrappen, het filmpje werd ruim een miljoen keer bekeken op
internet.
Beter dan de mensen die door hen worden
gefilmd, beseffen programmamakers wat de gevolgen kunnen zijn van zo’n
reportage. Moeten ze hen niet tegen zichzelf in bescherming nemen? Wie
je het ook vraagt bij Man bijt hond, het antwoord is ‘nee’.
Abspoel: ‘Sjors wilde graag beroemd
worden. Als artiest ben je kwetsbaar, dat hoort bij het vak. Hij had
familie om zich heen, en een soort manager. We hebben nooit over dit
verhaal getwijfeld. Bij Kees Fiets wel: we hebben intern lang
gediscussieerd over dat klaarkomen. Dat zou veel losmaken, wisten we. De
reportage was ook mooi zonder die seks. Wat de doorslag gaf, is dat hij
zelf per se wilde dat het op tv kwam. Zijn omgeving reageerde positief,
gelukkig.’
De stem van de show noemt het ‘verheven’
anderen het recht te ontnemen hun verhaal te doen op tv. ‘Wie zijn wij
om te bepalen of iemand wat mag zeggen? Natuurlijk monteren wij de
beelden, maar of kijkers iets raar zullen vinden, is voor ons geen
criterium. Het gaat er om dat mensen zelf tevreden zijn hoe ze in beeld
komen. Dat zijn ze.’
Critici typeren Man bijt hond als
een rariteitenkabinet dat bewust zoekt naar kleurrijke, vaak volkse
mensen die openhartig en – al dan niet onbedoeld – grappig zijn. Het is
makkelijk scoren, vinden ze. Moet je mensen als rapper Sjors, die licht
autistisch is en dozen vouwde op een sociale werkplaats, wel zo in beeld
brengen?
Abspoel: ‘Wat op zich klopt, is dat we
best vaak mensen portretteerden met wie, populair gezegd, iets is. Zij
hebben ook het verlangen om gezien te worden. Ze hebben ook recht op een
podium. Dat vinden ze nergens anders, bijvoorbeeld omdat ze niet zo
goed voor zichzelf kunnen opkomen. Wij bieden hen een podium en nemen de
tijd om ze te portretteren zoals ze echt zijn.’
Hij zucht. ‘Weet je, we hebben bijna
drieduizend afleveringen gemaakt. Het aantal gevallen waarin we de grens
opzochten is heel beperkt. Het gevaar van makkelijk scoren ligt altijd
op de loer, dat is menselijk. Een enkele keer is het gebeurd dat we
dachten: dat citaat hadden we beter weg kunnen laten. De grens ligt bij
het antwoord op deze vraag: denken we dat iemand er last van krijgt als
dit wordt uitgezonden? Wij benaderen mensen met genade. Als iemand
spijt heeft na de opnames en niet wil dat het wordt uitgezonden, zijn we
bereid de beelden weg te gooien. Dat is ook gebeurd.’
Een manier om kijkers te trekken, is
mensen zoeken waarvan je aanvoelt dat ze zullen scoren op internet. Dat
gaan de makers niet doen, beklemtonen ze. Binnenkort zijn wel
reportages te zien over kleurrijke types die ze eerder spraken, maar een
kijkcijferknaller als rapper Sjors laten ze links liggen. ‘Hoe het met
hem gaat is al te zien bij andere media’, zegt de samensteller van de
show.
Abspoel: ‘Ik zal eerlijk zijn: soms heb je internethits nodig om het programma in de kijker te houden. Man bijt hond
kan niet zonder. Maar dat is niet waar het om gaat. Dat sommige mensen
ons associëren met lachen, gieren, brullen, komt misschien doordat
fragmenten te zien waren in shows als De wereld draait door. Daar kozen ze niet voor beelden uit onze serie over kinderen met kanker, maar voor Nel Veerkamp die
per ongeluk het kunstgebit van een vreemde in haar mond stopt. Dat
begrijp ik wel, maar zoiets gaat een eigen leven leiden.’
Vliegenstrips
In Veenendaal wordt het team van Man bijt hond hartelijk ontvangen door dierentolk Rita van Wijk.
Ze is een tikje nerveus. ‘Wil je de vliegenstrips buiten beeld
houden?’, zegt ze tegen Van Sintmaartensdijk. ‘Als kijkers die dode
vliegen zien, krijg ik er vast gedoe mee.’
De verslaggever stelt haar gerust. ‘Ik
vind het dit juist interessant: een dierenliefhebber die zoiets
gebruikt. Praat u niet met vliegen?’
De vrouw vertelt dat ze de vliegen heeft
gewaarschuwd buiten te blijven, maar dat zij niet hebben geluisterd. Na
enig aandringen gaat ze er mee akkoord dat Van Sintmaartensdijk er toch
naar zal vragen, als de camera aan gaat. ‘Als je maar niets groots van
maakt.’
De reportage begint in de keuken. Van
Wijk zegt dat ze al zeker vijftien jaar met beesten praat, ze ontdekte
het bij toeval. Soms komt ze tot verrassende conclusies: zo was er een
hond die klaagde dat zijn baasjes vaak ruzie maakten. Ook de
vliegenstrips komen even aan de orde.
Op de bank, in de huiskamer, bestudeert ze drie foto’s van het NK zwientie tikken. ‘Oh my god!
Ik voel heel veel onrust, ik voel me helemaal shaken. Ik word
verdrietig. En ik begin boos te worden. Dat is de boosheid van het
varken, denk ik.’
De verslaggever: ‘Wat denkt u dat de conclusie is: dat de varkensgemeenschap voor of tegen is?’ Van Wijk: ‘Een dikke tegen.’
Tegen 3 uur is Van Sintmaartensdijk terug op de redactie, waar hij zo snel mogelijk aan de slag gaat in een montagestudio.
Twee uur later gaat de deur open en toont
hij het resultaat aan de eindredacteur. Die schiet in de lach als hij
de vliegenstrips ziet en Van Wijk uitlegt hoe het zover is gekomen. Ook
de scène met de foto’s valt in de smaak. Het eindoordeel: knap werk.
Omdat ze een proefuitzending maken, komt de reportage niet meteen op tv.
Ze zenden hem binnenkort uit, als achtergrondverhaal.
Van Sintmaartensdijk is tevreden. Maar
gelooft hij nou echt dat deze mevrouw met dieren praat? ‘Ik heb wel
vaker gekke dingen gezien. Ik had niet het idee dat ze iets zat te
verzinnen; zij gelooft er zelf in. Als ik een andere indruk had
gekregen, zou ik de eindredacteur hebben gebeld. Ik denk dat hij dan zou
zeggen: we zenden het niet uit.’
Even verderop spreekt Abspoel teksten in
voor een filmpje. De microfoon staat midden in een studio, zijn
‘spreekcel’ is nog niet klaar. Hij leest de tekst voor van een
opengeklapte laptop, die een redacteur voor zijn neus houdt. Abspoel:
‘Kijk, John de Mol is miljardair, maar er is nergens geld voor, hahaha.’
Mooie mensenverhalen
Het programma zit nog in de opstartfase.
‘We zetten op dit moment de puntjes op de i. Dat gaat goed. We werken
grotendeels met ons oude team. Twee collega’s wilden zo graag terugkomen
dat ze hun vaste contract hebben opgezegd. Dat is veelzeggend. Hun
enige zekerheid is dat het programma tot december te zien is op SBS 6.
Daarna kijkt Talpa of het verder gaat.’
Een van die collega’s is Antoinette Kraal (36), die een vaste baan had als redacteur bij KRO-NCRV. ‘Toen ik hoorde dat Man bijt hond terugkomt,
wist ik meteen: daar wil ik bij zijn’, zegt ze. ‘Het is heerlijk om
mooie mensenverhalen te maken voor een dagelijks programma. Dat kan
nergens anders.’
Volgens haar was het team er kapot van dat het programma stopte, in 2015. ‘Ik zat er al tien jaar. We deden alles samen, tot begrafenissen en bruiloften. Er zijn zelfs Man bijt hond-baby’s geboren. Drie, om precies te zijn. Twee van mij en Arie, een van de verslaggevers.’
Aan enthousiasme ontbreekt het niet, maar
waar is dat op gebaseerd? De publieke omroep is al jaren marktleider op
tv, bij SBS 6 floppen geregeld programma’s. En uiteindelijk moet er
geld worden verdiend. Dat valt niet mee, want Man bijt hond is
relatief duur: het team bestaat uit meer dan dertig medewerkers, die
elke werkdag een magazine van 22 minuten maken. Met halverwege reclame,
hét moment dat kijkers weg kunnen zappen.
‘Ik vind het wel een beetje spannend’,
zegt Kraal. ‘Maar SBS is tot nu toe enthousiast over alles wat we doen.
Ik heb er een goed gevoel bij.’
Vinden de makers het niet ongemakkelijk dat ze verhuizen naar de voormalige campingzender, met programma’s als Utopia, Shownieuws en De Roelvinkjes passen op de winkel?
Abspoel: ‘De laatste tijd hoor ik
geregeld: jullie maken een typisch publiekeomroepprogramma. Dat is op
zich waar, maar het verschil met de commerciëlen wordt steeds kleiner:
de NPO gaat steeds meer richting makkelijk scoren. Ik kijk niet vaak
naar SBS 6, eerlijk gezegd. Ze vinden dat wij goed passen op de zender,
die dicht bij de gewone Nederlander staat. Op basis van wat ik nu weet,
ben ik het met ze eens. Ik denk zelfs dat we daar meer kans maken dan
bij de NPO. Om 7 uur zet je Hart van Nederland aan, daarna komen wij. Dat is een sterk blok.’
Op SBS 6 kan het programma best zichzelf
blijven, denkt hij. ‘Een van onze voorwaarden was: het mag geen slap
aftreksel worden van wat we vroeger deden. We gooien er geen commercieel
sausje over, het blijft zoals het was. Ze hebben geen doel gesteld wat
kijkcijfers betreft. En de zender heeft beloofd dat ze zich niet met de
inhoud bemoeien.’
Hij is optimistisch. ‘Wij hebben veel
trouwe fans. Meer dan ooit is er behoefte aan een magazine dat gewone
mensen een gezicht geeft. In de politiek gaat het over hardwerkende
Nederlanders, al dan niet met gele hesjes aan. Ik reken erop dat mensen
op z’n minst nieuwsgierig zijn, dat ze de moeite nemen over te schakelen
naar een zender waar ze normaal gesproken misschien niet naar kijken.
Als blijkt dat ze dat te weinig doen, hoop ik dat we in elk geval kunnen
zeggen: het lag niet aan de kwaliteit van het programma.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten