Neurowetenschapper, muzikant en voormalig
muziekproducer Daniel Levitin is gefascineerd door het brein. Hij
schreef er al vijf boeken over, die allemaal bestsellers werden.
Verwacht bij Levitin geen droge literatuur. Hij verzamelt de recentste
wetenschappelijke inzichten over de hersenen en lardeert die met
voorbeelden, anekdotes en goede raad.
Voor zijn nieuwste boek, Successful
Aging, ploegde Levitin door honderden studies en interviewde hij een
tiental bekende oudere mensen, van de dalai lama tot antropologe
Jane Goodall en zangeres
Joni Mitchell. De Nederlandse vertaling kreeg Hoe ouder, hoe beter mee als titel. Wanneer Levitin in beeld verschijnt via
Skype, in zijn kantoor aan de Minerva University in
San Francisco, waar hij decaan is van de faculteit Arts & Humanities, hoeven we over de eerste vraag dan ook niet lang na te denken.
Hoe ouder, hoe beter: dat lijkt contradictorisch. En toch beweert u de wetenschap aan uw zijde te hebben.
Daniel Levitin: "Oud is uit. Zeker in Europa en de
Verenigde Staten
drijven films, restaurants, bars en mode op jongerencultuur. Mijn
moeder is 86 en levendiger dan ooit. Ze schrijft boeken en
toneelstukken. Toch zegt ze dat ze zich oud voelt: 'Mensen zien me niet
meer staan.'
"Van alle vormen van discriminatie in
onze maatschappij, krijgt leeftijdsdiscriminatie de minste aandacht. We
nemen aan dat het zo is; we geloven de mythe. Maar de wetenschap vertelt
ons iets anders. Naarmate we ouder worden, wordt het brein statistisch
gesproken beter in bepaalde dingen: empathie, verdraagzaamheid,
dankbaarheid. Oudere mensen zijn ook beter in het oplossen van
problemen, zeker wanneer het persoonlijke conflicten betreft."
Als het oude brein beter is, waarom spreken we dan van 'het brein jong houden'?
"Jonge breinen hebben voordelen, maar oudere hebben die ook.
Baby's hebben een ander brein dan
kleuters, die weer een ander brein hebben dan tieners, die roekeloos
kunnen zijn. Dertigers en veertigers zijn zich aan settelen, dat zijn
weer andere breinen. Het mature brein erkennen we niet als een brein in
een bepaalde fase, maar als een in verval: je geheugen laat je in de
steek, je wordt trager, je leert niet snel nieuwe dingen.
"Om de zoveel tijd krijgen mijn ouders,
allebei tachtigers, een ongevraagde update van Apple op hun telefoon,
waardoor ze er niet meer mee overweg kunnen. Voor iemand van pakweg
dertien jaar is dat een fluitje van een cent. Maar met wat uitleg kunnen
mijn ouders net zo goed met die nieuwe technologie overweg.
"Het omgekeerde is ook waar: een jongere
kan een oudere die aan goede doelen geeft, stom vinden. Maar de dalai
lama, die op zijn zesde werd aangeduid en zijn functie opnam op zijn
veertiende, zegt dat jonge mensen evengoed empathisch kunnen zijn.
Alleen, we streven er niet naar, en dat is de fout van onze cultuur en
onze opvoeding."
Op hun twintigste zijn veel mensen
student. Ze gaan naar de les, schrijven papers, studeren voor hun
examens. Dat lijkt me veeleisender voor het brein dan het leven van een
zestiger, die veel minder met nieuwe informatie te maken krijgt.
"Een ouder brein is potentieel beter als
je het juist gebruikt. Maar je hebt een handleiding nodig. Je moet
bijvoorbeeld nieuwe dingen proberen. Onze hersenen zijn zo
geprogrammeerd dat we boven een bepaalde leeftijd geen nieuwe ervaringen
meer opzoeken. Op hun vijftigste of zestigste worden de meeste mensen
zelfgenoegzaam en minder geïnteresseerd. Tieners daarentegen willen
alles proberen. Dat heeft veel te maken met dopamine, een stof die in
het lichaam vrijkomt als beloning voor het nemen van risico's en het
leren van nieuwe dingen. Tieners hebben er te veel van, oudere mensen te
weinig."
Kunnen we door ons gedrag te veranderen op latere leeftijd de biologie misleiden?
"Meer zelfs, door nieuwe dingen te
proberen, bouwen we nieuwe zenuwbanen. Wanneer je studeert voor examens,
bouw je massa's nieuwe zenuwbanen. Het brein stopt nooit met nieuwe
connecties maken, zolang jij het de mogelijkheid daartoe geeft. Als je
telkens opnieuw dezelfde dingen beleeft of herinneringen vertelt, zul je
nooit van dat voordeel genieten. Maar als je op latere leeftijd een
instrument leert spelen of een nieuwe taal onder de knie probeert te
krijgen, als je vrijwilligerswerk opneemt of vogels gaat spotten, dan is
dat gezond voor je brein. Het zal alzheimer niet tegenhouden, maar het
kan wel de symptomen vertragen."
Toch krijgen steeds meer mensen alzheimer. Als het oude brein beter is, waarom zijn er dan zoveel mensen die de ziekte krijgen?
"De grootste voorspeller van alzheimer is
of je tijdens je kindertijd veel op je hoofd bent gevallen. Als je een
balcontactsport hebt gespeeld, hebt gebokst of als je een auto-ongeval
hebt gehad, dan maak je meer kans.
"Vroeger zou je gestorven zijn voor je
alzheimer kreeg. Je stierf aan een hartziekte of een infectie -
tweehonderd jaar geleden waren er nog geen antibiotica. De medische
wetenschap heeft ons opgezadeld met een paradox: we hebben de meeste
ziektes overwonnen die onze voorouders velden voor hun zestigste. De
prijs die we daarvoor betaald hebben, is dat we lang genoeg leven om
ziektes te krijgen waar we vroeger niet aan stierven omdat we er
helemaal niet aan toekwamen, zoals kanker en alzheimer.
"De tweede grootste voorspeller van
alzheimer is leeftijd. Hoe langer je leeft, hoe meer risico je loopt.
Oudere breinen zijn beter tot op zekere hoogte. Ik zou nooit stellen dat
het brein van een honderdtwintigjarige beter is, maar het is wel beter
in bepaalde dingen. Je hoort wel eens zeggen dat 50 het nieuwe 30 is.
Vijftigjarigen zijn nog energiek en willen nieuwe dingen doen. Ze hebben
vijftig jaar lang beter gegeten en van een betere gezondheidszorg
genoten dan hun voorouders. Die dynamiek zet zich door: 70 is het nieuwe
50 en 80 het nieuwe 60.
"Ik spreek veel met negentigers die het
goed doen. Ze zeggen wel dat ze trager worden, maar als je tussen je
65ste en 85ste jaren kunt beleven die even interessant zijn als die
tussen 45 en 65, dan is dat toch fantastisch?"
U schrijft dat mensen op hun 82ste het gelukkigst zijn. Hoezo?
"Dat blijkt opnieuw uit onderzoek. Veel
heeft met dankbaarheid te maken. Tieners zijn ongelukkig omdat ze niet
de rechten en de privileges hebben van volwassenen. Twintigers en
dertigers hebben de neiging om zich down te voelen omdat ze hun doel nog
niet gevonden hebben in het leven. Vijftigers en zestigers hebben een
midlifecrisis: hun leven is niet uitgedraaid zoals ze gehoopt hadden.
"Maar tegen dat we 82 zijn, nemen we de
wereld op een andere manier waar: plots heb je aandacht voor die mooie
boom in de tuin. Je bent blij als het goed weer is, je apprecieert de
kleine dingen. Je kijkt terug op een leven dat misschien niet is gelopen
zoals je het had gepland, maar je bent toch maar zover gekomen."
Dankzij de wetenschap kun je bij die 82 jaar gemakkelijk tien jaar optellen, stelt u. Hoe doe je dat?
"Door mentaal actief te blijven.
Onderneem breinbevorderende projecten, zoals iets nieuws leren. Zoek een
hobby, ga lesgeven - iedere oudere persoon weet of kent wel iets wat
een jongere niet weet. Ik merk dat lesgeven de effectiefste manier is om
mijn brein jong te houden, als je het zo wilt noemen - zelf heb ik het
liever over een bezig brein.
"Er is ook het coach-principe, dat stoelt
op vijf pijlers: consciëntieusheid, openheid, ontmoeting,
nieuwsgierigheid en gezondheid (in het Engels: conscientiousness,
openness, association, curiosity, healthy habits).
"Vooral gewetensvol zijn, is belangrijk:
consciëntieuze mensen doen wat ze zeggen. Ze zijn georganiseerd en
betrouwbaar. Ze gaan naar een dokter als ze ziek zijn en nemen hun
medicijnen zoals voorgeschreven. Het lijkt vanzelfsprekend, maar
consciëntieusheid is niet gelijk verdeeld over de bevolking. Je kunt
consciëntieuzer worden, je kunt jezelf motiveren. Naar een therapeut
gaan helpt. Psychotherapie kan een geweldige manier zijn om jezelf te
veranderen. Sommigen doen het met mindfulness, anderen hebben kunst of
literatuur nodig. Nog anderen vinden soelaas in antidepressiva. Mensen
van mijn generatie kunnen motivatie vinden in het nemen van
hallucinogene middelen."
Lichaamscellen hernieuwen zich voortdurend. Hersencellen ook?
"Jazeker. Bij een zeventigjarige worden
elke dag zevenhonderd nieuwe hersencellen gecreëerd. Maar om ze te laten
werken, moeten hersencellen met elkaar communiceren en die connecties
moet je oefenen."
Zijn er delen van het brein vatbaarder voor veroudering dan andere?
"Helaas wel. Het brein krimpt naarmate je
ouder wordt, tot wel 10 procent, waardoor het niet meer zo goed in je
schedel past. Vooral de hippocampus, de zetel van je geheugen, wordt
kleiner. Daarom moet je je brein trainen en veel cognitieve reserve
hebben. Je moet kennis hebben die je elke dag kunt gebruiken, zodat je
je brein kunt versterken.
"Als je een auto-ongeval hebt meegemaakt
en door elkaar bent geschud, dan zal dat je brein beïnvloeden - en meer
op je zestigste dan op je dertigste. Het is bij mij gebeurd: iemand is
op mijn auto ingereden. Mijn hoofd heeft niets geraakt, ik droeg mijn
gordel. Maar door de impact heeft mijn brein mijn schedel twee keer
geraakt. Ik had een hersenschudding en zes maanden lang was het alsof ik
alzheimer had. Ik was verward, liet de koelkast openstaan. Ik sliep
veel en vergat dingen. Ik speel al vijftig jaar gitaar en plots kon ik
geen enkel akkoord meer spelen.
"Mijn brein wist wel wat ik moest doen,
maar op een of andere manier raakte het niet tot in mijn vingers. Het
was bizar. Maar met kinesitherapie geraakte ik er weer bovenop. Mijn
neuroloog raadde me ook aan elke dag op mijn gitaar te oefenen alsof ik
weer acht jaar was. Dus haalde ik mijn oefenboek met akkoorden boven van
toen ik jong was. Ik loste ook kruiswoordraadsels op."
Toch zorgen kruiswoordraadsels en sudoko's niet voor een breinboost, schrijft u. Waarom niet?
"Het helpt niet als je altijd al
kruiswoordraadsels of sudoko's invulde - het werkt alleen als ze nieuw
zijn. Omdat ik na mijn ongeval moeilijk woorden terugvond, waren
kruiswoordraadsels, die ik al twintig jaar invulde, een manier om
sneller mijn woordenschat terug te krijgen."
Tekenen helpt om te herinneren. Hoezo?
"Dat geldt ook voor dingen neerschrijven.
De pen ter hand nemen, spreekt het brein op een dieper niveau aan. Als
je je iets moet herinneren en je schrijft het op in plaats van het op je
telefoon te typen of in te spreken, dan hoef je er niet meer naar te
kijken, want het zit in je geheugen. Tekenen dwingt je om zaken in
detail te bestuderen. Hoe dieper je iets bestudeert en hoe meer details
je in je opneemt, des te beter je het zult kunnen oproepen."
Een klassieker van het falende geheugen
is dat je thuis naar boven gaat en totaal vergeten bent wat je daar
kwam doen. Op de trap naar beneden herinner je je weer iets anders. Is
dat normaal?
"Ja. Ouder worden begint vanaf de
geboorte. Bij pasgeborenen draait het allemaal om waarneming. Peuters
kennen weinig mentaal leven, behalve wat zich voor hen afspeelt. Ze zijn
gemakkelijk afgeleid: een nieuwe geur of een schitterend object heeft
meteen hun aandacht. Op die leeftijd leef je naar buiten toe. Met het
ouder worden keer je je steeds meer naar binnen - na je veertigste breng
je meer tijd door in je hoofd. Toen ik op mijn zesde boven iets moest
gaan halen, was dat nieuw en dacht ik er de hele tijd aan. Maar als ik
nu de trap neem, denk ik aan van alles, behalve aan dat wat ik nodig
heb. Dat komt omdat je niet mindful bent, je zit niet in het moment.
"Het is ook zo dat we ons bij het ouder
worden meer zorgen maken over gaten in ons geheugen. Twintigjarigen
hebben die gaten ook, alleen vertellen ze er anders over. Studenten
vergeten voortdurend dingen - hun gsm, het lokaal waar ze les hebben,
computerpaswoorden. Maar zij lachen dat weg. Een vijftigjarige denkt: o
mijn god, alzheimer. Het begin van het einde!
"Sonia Lupien, destijds een collega van
mij aan McGill University in Montreal, vergeleek de slechte resultaten
van een geheugentest bij ouderen met hetzelfde onderzoek bij
universiteitsstudenten. Wat bleek: als Sonia de testomstandigheden
gelijk maakte, waren hun uitslagen precies hetzelfde.
"Je moet weten dat cortisol, het
stresshormoon, een rol speelt in veroudering. Studenten die naar het
labo kwamen voor een test, vertoonden lage cortisolwaarden. Bij de
75-jarigen gingen ze door het dak. We weten dat cortisol het geheugen
beïnvloedt - hoe meer geheugenproblemen je hebt, hoe meer stress je
krijgt. Sonia onderzocht waarom die oudere mensen zo gestresseerd waren.
Wat bleek: de proefpersonen werden rond het middaguur getest, wat voor
jonge mensen vroeg op de dag is. Ze waren alert als ze het labo
binnenkwamen. Maar voor een 75-jarige, die al op is van vijf uur 's
ochtends, loopt de dag dan al op zijn einde en presteert je geheugen
minder.
"Een andere variabele was dat de
studenten naar een gebouw gingen dat hen bekend was - ze studeerden aan
de universiteit waar ze getest werden. De 75-jarigen moesten de bus of
de auto nemen naar een deel van de stad dat ze niet goed kenden. Ze
kwamen op een parking terecht en moesten via een kaart het gebouw zien
te vinden, terwijl ze bang waren dat ze te laat kwamen. Tegen dat ze in
het labo aankwamen, waren ze al gaar.
"Sonia liet hen een week op voorhand al
eens langskomen om kennis te maken, zodat ze wisten waar ze aan toe
waren. Overigens: het zijn vaak assistenten die zulke testen afnemen.
Jonge mensen dus, die universiteitsstudenten als hun gelijke beschouwen.
Voor een 75-jarige is een twintiger met een witte labojas en een
klembord bedreigend: 'Ze gaan vast iets fouts bij mij vinden.' Sonia
huurde een 75-jarige assistent in en alle geheugenverschillen verdwenen
als sneeuw voor de zon."
U ontmoette de dalai lama, intussen 85. Hoe ervaart hij het verouderende brein?
"Het was zo leerzaam om tijd met hem te
kunnen doorbrengen en te zien hoe hij leeft, te luisteren naar wat hij
te zeggen heeft. Negen uur per nacht slapen is een van zijn geheimen,
zei hij, en dankbaarheid uiten.
"Hij raadt je ook aan om te mediteren,
omdat dat het brein traint. Maar zijn belangrijkste boodschap is dat hij
elke dag nieuwe mensen ontmoet en naar hun verhalen luistert. Hij
schrijft ook veel: hij publiceerde net zijn 125ste boek. Voor mijn boek
had ik een lijst met tien namen van mensen die ik wilde spreken over
beter ouder worden. Het beste advies kwam van Jane Goodall: don't stop,
don't stop, don't stop. Blijf bezig, vooral geestelijk. Ga niet met
pensioen, het is funest voor je brein."
Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Op hun 65ste, en vaak nog vroeger, willen en gaan de meeste mensen in ons land met pensioen.
"Je moet zorgen dat je iets hebt om op
pensioen voor te gaan. Word mentor, ga vrijwilligerswerk doen, zoek een
hobby. Een vriend van me is op zijn zestigste met piano begonnen. Hij is
nu 75 en speelt best goed. Hij zal nooit optreden, maar hij vindt het
fijn om te doen. Ik ben bij het begin van de coronapandemie ukelele gaan
spelen. Ik kocht hem tien jaar geleden al, maar ik begreep het
instrument niet en gaf het op - het is niet hetzelfde als een gitaar.
Tijdens de lockdown heb ik het opnieuw geprobeerd. Na een paar weken
werd ik op een ochtend wakker met het idee: o, zo moet het!"
Merkt u ook bij uzelf dat uw brein met het ouder worden beter wordt?
"Ja en nee. Het duurt langer om een boek
te schrijven of nieuwe partijen op mijn gitaar of piano te spelen. Ik
heb mezelf opgelegd elke dag een nieuw liedje te leren, op welk
instrument dan ook. Om eerlijk te zijn, doe ik er twee of drie dagen
over. Maar ik houd vol. Ik kijk ook anders naar de dingen die ik tien of
twintig jaar geleden schreef - meestal kon het beter. Ik heb meer
vaardigheden, zowel in de wetenschap als in het schrijven. Het duurt
langer, maar ik ben er beter in."
In een vorig leven was u muzikant en
producer. U schreef een boek over hoe ons brein op muziek werkt. Waarom
is muziek een van de laatste herinneringen die ons geheugen verlaat?
"Oude herinneringen blijven het langste
bestaan - geheugenverlies werkt achterwaarts, te beginnen vanaf het
heden. Mensen met alzheimer kunnen blijven zingen, zelfs als ze niet
meer spreken. Behalve liedjes zullen ze zich wellicht ook andere dingen
uit hun kindertijd herinneren, maar zingen is nu eenmaal gemakkelijk om
te doen. Muziek bevat cues die elkaar versterken: er is melodie, ritme,
rijm. Liedjes zijn gemakkelijk te onthouden vanwege de structuur. Je
zult niet meer elke noot kennen, maar genoeg om ze te zingen. Het brein
onthoudt patronen en muziek is een patroon."
Op de cover van uw boek staan
jaarringen van bomen. Door die te bestuderen, kunnen we een deel van de
geschiedenis traceren. De vergelijking met de groeven in ons geheugen is
snel gemaakt.
"Klopt: als we de verbindingen in ons
brein zouden bestuderen en hoe die in de loop der tijden veranderd zijn,
dan kunnen we onze geschiedenis reconstrueren. Er loopt nu een
onderzoek, The Human Connectome Project, dat alle hersenconnecties
bestudeert zoals bij het genoom.
"Ik was opgetogen toen ik de cover zag,
de jaarringen zijn een geweldige vondst van de vormgever. Een boom die
ouder wordt, krijgt meer ringen. Een brein dat ouder wordt, krijgt meer
connecties. Maar jaarringen kunnen we beter lezen dan het menselijk
brein - daar is nog werk aan."
Hoe ouder, hoe beter, 600 p., 27,99 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten