donderdag 3 maart 2022

Stromae: ‘Mijn vrouw was ontroerd. Je bent terug, zei ze’

Stromae

Foto Michael Ferire

Interview

Stromae Na zeven jaar is de Belgische popster Stromae terug met een nieuw album, waarop hij zware gedachten niet schuwt. „Ik denk dat depressie zo’n universeel gedeeld probleem is dat het verder reikt dan mijn persoonlijke leven.”

‘Zolang ik leef, ben ik ongeslagen („Tant qu’j’suis en vie, j’suis invaincu”) . Nog altijd ongeslagen”, zingzegt Stromae op ferme toon in ‘Invaincu’, de zwiepende opener van Multitude – zijn comebackplaat na zeven jaar. Stromae laat er geen misverstand over bestaan: hij was verzwakt door „die rotziekte” (hij was lang uit de roulatie door een depressie). En wees er maar zeker van, hij betaalde de prijs, maar vocht terug.

Terwijl de pauken daveren, beats pulseren en het koor het schel uitgilt, wakkeren de blazers van het Belgian National Orchestra de strijdlust aan, als bij de opkomst van een bokser op weg naar de ring.

Het vrijdag te verschijnen Multitude tekent met twaalf Franstalige nummers de definitieve wederopstanding van de Belgische elektronische topartiest Paul ‘Stromae’ Van Haver. De timing kon niet beter zijn. Concerten in Brussel, Parijs en Amsterdam zijn deze week, voor het eerst weer voor volle zalen, feestelijke opwarmers voor een tournee. De crisis is voorbij en Stromae voert het feest aan van bevrijding. Voor wie na twee jaar inhouding in een pandemie weer eens wil knallen. En voor hemzelf: de man die zichzelf na depressie, mentale moeheid, ziekte vanwege de bijwerkingen van een malariamiddel en een slopende wereldtournee eindelijk terugvond.

Multitude is het album waarop hij afrekent met wat hem voordien blokkeerde. Zeven jaar was de populaire Rwandese Belg, geboren in Etterbeek (1985) en een unieke live-performer die donkere, kronkelig verhalende teksten liet deinen op aanstekelijke beats, uit de lucht. De afgelopen jaren knokte hij zowel mentaal als creatief terug.

Hoe vaak overwoog hij de voorbije jaren een comeback en wanneer besloot hij dat de tijd rijp was? „Toen ik me gaandeweg jaloers voelde worden op andere artiesten”, lacht Stromae in een kort vraaggesprekje. „Ik werd wat bitter – aigri zoals je in het Frans zegt. En ik voelde me gefrustreerd, zag anderen doen wat ik zelf beter kan. Dan is het tijd om jezelf op te gaan pakken.”

Te vermijden onderwerpen

Stromae spreekt via een videoverbinding vanaf de bank bij zijn platenlabel in Brussel. Een eerlijk gezegd ongelukkige setting voor een interview. Links en rechts van hem proberen pr-agenten uit beeld te blijven en er zijn te vermijden onderwerpen: „zijn privéleven, zijn perioden van burn-out/depressie en zijn ziekte” (als gevolg van malariamiddel Lariam). De artiest zelf, joggingpak en knot, komt relaxed over, maar hij zit ver van de camera en zijn antwoorden zijn kort. Nu hij weer volop in de aandacht is, lijkt alles te zijn begrensd om te voorkomen dat de artiest zich weer vastdraait, zoals toen in 2015.

Lees ook: Concertrecensie Stromae: show komt niet echt op stoom

Zijn reddingsboei in zware jaren? Het gewone, normale leven, zegt hij. Hij trouwde en werd vader. „Ik had tijd nodig om mijzelf terug te vinden, te helen en thuis de banden met mijn familie en vrienden te verstevigen. Ik bewaar best mooie herinneringen aan mijn optreden in Madison Square Garden in New York (2015). Franse nummers zingen in een niet-Frans land blijft een bijzonderheid. Maar verder hangt om die periode veel mist.”

Tijdens de lockdown sleutelde hij aan zijn album in reguliere werkdagen van negen tot vijf. „Een eigenlijk best normaal leven, zou je kunnen zeggen. Er is nu veel meer balans tussen werk en privé.”

In 2018 begon hij voor het eerst weer voor zichzelf liedjes te componeren. „Maar het heeft me tijden gekost om goede muziek te maken. Ik ben er langzaam in. Voor een uiteindelijke comeback moest ik ver voorbij mijn ego.”

Bezieling

Dat is hem gelukt. Stromae’s derde plaat is van een gloeiende bezieling. Het is een energieke verkenningstocht die voorbij de dansvloer gaat, in grote, steeds van kleur verschietende muzikaliteit. Met de dancetracks meer naar de achtergrond zoekt hij het vooral in worldbeat. Het is fusion, kruisbestuivingen van op reizen opgedane invloeden, zoals Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse ritmiek. Hij koppelt een klavecimbel aan Braziliaanse baile funk. Laat een erhu, een Chinese viool, klinken in ‘La Solassitude’ of een Venezolaanse cuatro in ‘Mon Amour’.

Grooves vormden het beginpunt, aldus Stromae. „Ik wilde de ingrediënten echter zo mengen dat niet meer te traceren is in welk land je bent. Daar had ik flink wat hulp bij nodig, van instrumentalisten op exotische instrumenten, diverse producers tot arrangeur Bruno Letort van het Belgian National Orchestra, die bijdroeg aan zeven van de twaalf songs, van ritme, melodie tot kleur. Als gewone jongen uit Brussel dacht ik wat te weten van muziek uit andere werelddelen. Maar dat had ik flink mis. Ik heb veel moeten leren over pentatoniek en tonaliteit.”

Tekstueel suist Stromae langs alle fasen van zijn herstel, van de overweldiging door de aandoening, het er vat op krijgen tot het uiteindelijk leven daarna. Gaandeweg werpt hij de eenzame vermoeidheid en de angsten af en krijgt hij weer praatjes. Zoals in dat triomfantelijke openingsnummer ‘Invaincu’ dus, waarmee hij meteen een vuistslag uitdeelt. Het idee van een gevecht tegen zijn ziekte kreeg hij van zijn Franse muziekbroeder OrelSan, met wie hij in 2018 ‘La Pluie’ maakte.

Zware gedachten

Impactvol is ‘L’énfer’. De ballade is door zijn tv-optreden bij TF1 begin januari, waarin hij midden in een interview plots begon te zingen over hoe hij zelfmoord overwogen heeft, snel bekend geworden. Het was een adembenemend tv-moment hoe Stromae, nauwelijks knipperend met zijn lichte ogen, achter zijn desk zijn zware gedachten bezong. Maar los van de tekst over zijn destructieve gedachten is het een rijk gedetailleerde compositie: hoor hoe de pianoakkoorden zich herhalen in een oneindige lus, hoe een strijkstok langs een vibrafoon de mineur aanzet.

Lees ook: Profiel van Stromae: feestelijke tristesse

Vond hij het moeilijk zijn persoonlijke worsteling zo te delen op tv? „Toch zeker”, knikt hij. „Erover praten en zingen op televisie is echt wel iets. Ik had er thuis goed op geoefend. Maar als het te persoonlijk voor me zou zijn had ik het eerlijk gezegd niet op mijn album gezet. Natuurlijk heeft deze song veel autobiografische componenten, maar ik denk dat depressie zo’n universeel gedeeld probleem is dat het verder reikt dan mijn persoonlijke leven.”

Het lied was voor hem persoonlijk een doorbraak. „Ik voelde me trots toen ik de melodie vond op de piano. Maar ik herinner me een helse zoektocht naar de juiste woorden. Mijn vrouw luisterde mee in de kamer ernaast. Ze raakte ontroerd, ze vond het zo mooi. Je bent terug, zei ze.”

Broer

Dat het lied hem zoveel reacties zou opleveren had hij niet verwacht. „Het is gewoon maar een nummer, dacht ik. Als mijn broer, aan wie ik al mijn muziek laat horen, simpel zegt ‘Het is goed’, dan is dat al genoeg voor mij. Bij gejuich van het platenlabel over een hit, een banger of andere hoge verwachtingen lukt het me niet zo’n liedje af te maken.”

Het persoonlijke geluk dat hij ervaart als vader van zijn zoontje klinkt door in ‘C’est que du bonheur’. „Ik gaf je een leven, jij redde dat van mij”, begint hij het nummer op een ratelend ritme. Vaker kruipt de zanger toch weer in de huid van anderen. Hij is meester in het veranderen van perspectief. Op het ijzersterke wonky-struikelende microritme heft hij het glas op onzichtbare werkers in ‘Santé’, hij is de onbetrouwbare versierder in ‘La Solassitude’, een weifelende minnaar in ‘Mon Amour’, de zoon van een prostituee in ‘Fils de Joie’ of superster in een opgepompte wereld (‘Riez’).

Op de pandemie komt hij terug in het tweeluik ‘Mauvais journee’ en ‘Bonne journee’, die van de blues gaat naar het licht. De invloeden van Jacques Brel in de zangstijl van Stromae zijn hier onmiskenbaar. Ook hij wil confronteren en spiegels voorhouden, „maar het moet relevant zijn”. „Zo maakte ik een track over samenzweringen, een thema van deze tijd. Een boek over hoe samenzweringen eigenlijk juist van alle tijden zijn, intrigeerde me. Maar de song die ik erover maakte, hield niet genoeg afstand. Mijn vrouw vond het niets. Soms is het er gewoon niet het juiste moment voor.”

Stromae: Multitude. Verschijnt 4 maart.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten