Documentairemaker Heddy Honigmann (1951-2022) drong door tot de ziel van mensen
Filmmaker Heddy Honigmann is zaterdag overleden in Amsterdam. Ondanks haar ziekte bleef ze films maken.
Scherp en strijdlustig. Waarschijnlijk de eerste woorden die bij veel mensen opkomen als ze denken aan Heddy Honigmann, grande dame van de Nederlandse documentaire. Zaterdag overleed ze op 70-jarige leeftijd in Amsterdam. MS zat haar al jaren dwars, vervolgens diende kanker zich aan. Maar Honigmann bleef films maken. De ziekte maakte haar heel erg moe, zei ze in september vorig jaar in Trouw. Maar niet als ze werkte. Als ze werkte, ging alles vanzelf.
Ze was een unieke verschijning
Honigmann, geboren in Lima, Peru in 1951, woonde en werkte vanaf 1978 in Nederland. Ze won meer prijzen dan in haar huis pasten. In 2013 kreeg ze op het International Documentary Festival Amsterdam (Idfa) de Living Legend Award. Het was pas de tweede keer in de 26-jarige geschiedenis van het festival dat die prijs werd uitgereikt. Ze won Gouden Kalveren en had retrospectieven in onder meer het Centre Pompidou in Parijs en het Museum of Modern Art in New York. “Weet je wat ik denk als naar dat Gouden Kalf kijk? Dat ik ’m nodig weer moet poetsen.”
Honigmann was een unieke verschijning. Een unieke denker ook en een gepassioneerd filmmaker. Waar anderen zelden doordrongen tot de trauma’s van oorlogsveteranen, wist Honigmann hen in Crazy te bereiken via de muziek waar de militairen tijdens hun missies naar luisterden. Ze huilde om wat ze hoorde, vertelde ze later, een manier om solidair te zijn met de verhalen die mensen vertelden.
Er bestond zoiets als ‘De methode Honigmann’
Toen haar geboorteland Peru in zwaar economisch weer verkeerde, ging Honigmann in Metaal en Melancholie op de achterbank van taxi’s zitten en luisterde naar de dromen en frustraties van de chauffeurs. Liever dan een macro-economisch perspectief geven, drong ze door tot de ziel van mensen, van een volk. Sluwe mensen kon ze niet filmen. Ze keek naar eigen zeggen liever naar het goede in de mens. “Misschien om mijn vader het tegendeel te bewijzen van zijn hardvochtige kijk op de mens: dat er wel degelijk goedheid en liefde in de wereld bestaat.”
Er bestond zoiets als ‘De methode Honigmann’, want het lukte haar steevast mensen te laten praten over dingen waar ze liever over zwegen. Ze liet hen luisteren naar muziek, een oud horloge vastpakken, een stuk gereedschap. Ze liet mensen gerechten bereiden die hen aan een dierbare deden denken. Door ze zo dicht bij de pijn te brengen, of bij de schoonheid van een herinnering, of bij een verlangen dat er ooit was, gingen mensen praten.
Aan afstandelijke vragen deed Honigmann niet. Het klikte of het klikte niet. “Meestal denken makers dat mensen een rol dienen te spelen in hun film. Voor mij dient niks. Het zijn onze vrienden. Of onze vijanden. Hopelijk onze vrienden.”
De regisseur laat haar man, zoon en stiefzoon achter.
Lees ook:
‘Als ik film, ben ik een dief van beelden, van emoties’
Arjan Visser sprak Honigmann vorig jaar in de Tien Geboden. ‘Hoe minder ik nadenk over de dood, hoe langer ik zal leven. Dat geloof ik echt.’ Lees hier het hele interview.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten