Progressief
Nederland flirtte in de jaren zestig en zeventig opzichtig met de DDR.
Al was het maar om de machthebbers in Den Haag op de kast te jagen.
Margriet Meindertsma behoort tot de weinige Nederlanders die geregeld de DDR bezochten.
In
de gesprekken die Margriet Meindertsma (76) voerde met de bewoners van
dat verdwenen land kwamen twee thema’s steevast aan de orde: de
Trabantjes, die hen er voortdurend aan herinnerden dat de Oost-Duitse
auto-industrie door die van de Bondsrepubliek was overvleugeld, en het
beklemmende gegeven dat zij alleen binnen het voormalige Oostblok
mochten reizen.
Met
de val van de Muur, zaterdag dertig jaar geleden, kwam aan de
begrenzing van hun reisvrijheid in elk geval een einde. Meindertsma kon
zich dus goed verplaatsen in de vreugde die deze historische gebeurtenis
bij de burgers van de DDR teweegbracht. Maar of het wel zo’n goed idee
was om het land dan maar meteen op te doeken? Meindertsma is er nog
steeds niet van overtuigd. ‘Het ging wel erg snel allemaal. Te snel,
volgens velen. En alles wat het behouden waard was, kwam op de mestvaalt
van de geschiedenis terecht. Met alle mentale gevolgen voor de
Oost-Duitsers van dien. De DDR had beter nog wat langer kunnen blijven
bestaan.’
Links-christelijke hoek
Als
vredesactivist uit de links-christelijke hoek en voorzitter van de
Nederlandse Christen Studentenvereniging (NCSV), vatte Meindertsma in de
jaren zestig een zekere sympathie op voor de DDR. Geen
onvoorwaardelijke liefde, want zij had wel degelijk oog voor het
dictatoriale karakter van ‘de eerste socialistische staat op Duitse
bodem’ – anders dan Christenen voor het Socialisme die kritiek op de DDR
als een vorm van verraad beschouwden. De NCSV hoopte ‘in dialoog’ met
christenen aan gene zijde van het IJzeren Gordijn het systeem te
veranderen.
Meindertsma
en haar geestverwanten bij de NCSV zagen de DDR als het beste van de
twee Duitslanden. En nog steeds kan zij zich in die zienswijze
verplaatsen. ‘In de DDR waren nazi’s grondiger weggezuiverd dan in de
Bondsrepubliek. Op veel terreinen, zoals stadsvernieuwing, was het in
de jaren zeventig een innovatief land. Het bood zijn burgers gratis
kinderopvang, gratis openbaar vervoer, en gratis gezondheidszorg. De
bezitsverhoudingen waren er ingrijpend gewijzigd.’
Ze
zette zich dan ook energiek in voor erkenning voor de DDR door de
Nederlandse regering. Ook nadat het land had bijgedragen aan het
neerslaan van de Praagse Lente in 1968 – de poging om in het toenmalige
Tsjecho-Slowakije het ‘socialisme met een menselijk gezicht’ te
vestigen. ‘Ik was daar diep ontgoocheld over. Kort tevoren had ik in
Sofia het Wereldjeugdfestival bijgewoond. De Tsjecho-Slowaakse delegatie
was een baken van hoop. Die hoop was volkomen verdwenen toen ik een
maand na de Russische inval Praag bezocht: de stad was ondergedompeld in
droefenis.’
Aan
haar inzet voor de erkenning van de DDR deed dit geen afbreuk.
Integendeel. ‘Ik was ervan overtuigd, en dat ben ik nog steeds, dat het
isolement van de DDR alleen maar heeft bijgedragen aan de verstarring
van het regime.’ Die ontwikkeling was al onomkeerbaar, denkt
Meindertsma, toen Nederland – als een van de laatste landen – in 1973 de
DDR erkende. Op dat moment had zij haar positieve belangstelling voor
het land allang verloren. Krantenknipsels, activistische stencils,
plakboeken met treinkaartjes en fletse kleurenfoto’s van bevlagde
overheidsgebouwen en straten met Trabantjes herinneren aan haar vroegere
engagement. ‘Dit is letterlijk een wereld van gisteren.’
DDR als restproduct
Het
imago van de DDR is altijd sterk afhankelijk geweest van uiteenlopende
wanen van de dag, zegt historicus Jacco Pekelder – auteur van een in
1998 verschenen boek over de relatie tussen beide landen. ‘In de eerste
jaren van haar bestaan werd de DDR louter gezien als restproduct van de
Tweede Wereldoorlog. Een Duitse Sovjet-republiek waar ‘rot lackierte
Faschisten’ het voor het zeggen hadden. Een land dat mentaal veel meer
gemeen had met Pruisen dan de Bondsrepubliek. Dat kon je alleen al zien
aan de Nationale Volksarmee: de helmen, het eikenloof op de
uniformkragen en de ganzenpas bij de wisseling van de wacht bij het Neue
Wache: alles verwees naar het militaire verleden. De antifascistische
pretenties van het regime ten spijt.’
In
de jaren zestig kantelde het beeld van de DDR bij ‘mainstream
sociaal-democraten, linksige christen-democraten en zelfs ondernemers’,
zegt Pekelder. ‘Het land werd toenemend als een succes waargenomen, ook
door geslaagde zelfpromotie van het regime in Oost-Berlijn. Het werd
geassocieerd met zijn sportieve prestaties, en het wist zichzelf als
tiende economie van de wereld te verkopen. In links Nederland was de
modieuze afkeer van de Bondsrepubliek omgekeerd evenredig aan de
sympathie die de DDR er genoot. En sympathie voor de DDR ging vaak
gepaard met sympathie voor de opgepakte leden van de Rote Armee
Fraktion, die als politieke gevangenen werden beschouwd.’
Voor
Nieuw Links, de progressieve vleugel binnen de PvdA, was erkenning van
de DDR een thema waarmee ‘de zittende macht’ in verlegenheid kon worden
gebracht. Erkenning van de DDR gold als een voorwaarde voor de
beëindiging van de Koude Oorlog. En wie kon daar nu tegen zijn? ‘Nieuw
Links kon stemming maken met de DDR’, denkt Pekelder. ‘Als je in de
Duitse pot roerde, kreeg je altijd een groot deel van het publiek mee.’
Marx in een kist
In
1987, twee jaar voor de val van de Muur, werd de erkenning van de DDR
bezegeld met een ‘officieel bezoek’ (geen staatsbezoek) van partijleider
Erich Honecker aan Nederland. Zelfs onder de communisten, die al niet
meer in de Tweede Kamer waren vertegenwoordigd, genoot zijn land
nauwelijks nog aanzien. Een kleine delegatie van de zieltogende CPN
bezocht de ‘onverstaanbaar mummelende Honecker’ in diens presidentiële
suite in het Kurhaus. ‘Aan het eind krijgen we een geschenk mee’,
schreef delegatielid Marius Ernsting naderhand. ‘Een bronzen beeld van
Marx op schaal 1:3, verpakt in een houten kist. (…) De symboliek ontgaat
iedereen op dat moment: Honecker doet afstand van Karl Marx, en geeft
hem (in een kist!) mee aan vertegenwoordigers van een communistische
partij die zich op dat moment al voorbereidt om op te gaan in
GroenLinks.’
In
Baarn vindt op zaterdag 9 en zondag 10 november het Festival 30 Jahre
Mauerfall plaats, met medewerking van onder anderen Ben Bot, Margriet
Brandsma, Hanco Jürgens, Willem Melching en Maarten van Rossem.
Informatie: DDR-museum.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten