Nieuwe natuur
Wat is er overgebleven van het plan voor Tiengemeten?
Voor
zijn gevoel is het eiland nu iets te georganiseerd, te weinig woest en
te druk geworden, maar Tiengemeten is volgens de bedenker van de
natuurontwikkeling ter plaatse, Roel Posthoorn van Natuurmonumenten, wel
degelijk geslaagd.
“Míjn
maat is niet maatgevend”, zegt Roel Posthoorn. “Je kunt wel een
ideaalbeeld van natuur hebben, maar heel veel mensen willen helemaal
geen woestenij, zijn bang en willen paden door georganiseerde natuur.
Liefst nog met een aanwijzing wáár de bever en de grote grazers zijn.”
Ook zij hebben ‘recht’ op Tiengemeten, volgens de projectmanager van
Natuurmonumenten. “En als ik nu al die blije gezichten van de pont af
zie komen dan weet ik: Tiengemeten is gelukt. Voor de lichtgroene
mensen, maar ook voor de echte natuurdiehards.”
Het
is inmiddels twaalfeneenhalf jaar geleden dat het landbouweiland
Tiengemeten in het Haringvliet compleet op zijn kop ging en werd
veranderd in natuur. Ter gelegenheid daarvan is Posthoorn terug. Hij is
de bedenker, de visionair, die overigens ook de Marker Wadden bedacht.
Terug om te kijken of de dromen van toen bewaarheid zijn geworden.
Wandelend door het ruige, ongeorganiseerde, wilde deel van het eiland;
daar waar hij het liefste is. Het is eind augustus. De laatste
guldenroede bloeit, lepelaars stappen door het water, gadegeslagen door
Schotse Hooglanders. De verlatenheid is groot.
Toen
het Rijk in 1994 Tiengemeten – toen nog in gebruik als landbouwgrond –
als natuurontwikkelingsgebied aanwees, was het nog de bedoeling van het
hele eiland 100 procent natuur te maken. Die opdracht kreeg Posthoorn
ook mee. Om een leidraad te hebben voor de nieuwe inrichting volgde
onderzoek naar de geschiedenis van het landschap en de bewoning. “Beide
bleken fascinerend en verdienden een duidelijke plek. Landschap en
cultuurhistorie moest leesbaar blijven.”
Onvoorspelbare kreken
De
natuurontwikkeling die Posthoorn destijds op papier zette, voorzag in
twee typen natuur. Het meest westelijke deel, de ‘wildernis’, moest
zoetwatergetijdengebied worden. Door het graven van een enorme kreek
kwam het gebied weer sterker onder invloed van het dagelijks
30-centimeter-tij van het Haringvliet te staan.
De
wildernis maakt haar naam waar. Het hoge riet doorsneden met
onvoorspelbare kreken is moeilijk toegankelijk en dodelijk voor elk
gevoel van richting. Posthoorn baant zich een weg en zakt dan weg in een
kleine kreek. “Dat was nou precies de bedoeling: de vorming van nieuwe
kreken. Ideaal als paaigrond voor vissen en daarmee belangrijk voor
visetende vogels. Wilde natuur waar de mens deel van mag uitmaken, waar
de elementen heersend zijn.”
Na
een poos loopt de wandelaar zich onvermijdelijk vast en is omdraaien de
enige optie. “Rust en verlatenheid, precies zoals de bedoeling was.”
Voor
even. Want al vrij snel bereiken we het steenslagpad dat over het hele
westelijke deel loopt. Het pad is nodig voor de vakantiewoningen die in
een aantal historische boerderijen zijn gerealiseerd. Een noodzakelijk
kwaad? “Nee”, vindt Posthoorn. “Oude, cultuurhistorisch waardevolle
gebouwen bewaren kan alleen als je ze een rendabele functie geeft,
oftewel recreatief gebruikt.”
Rust en ongereptheid
Het
pad is bovendien nodig om, zoals Natuurmonumenten wil, mensen daar waar
het kan van natuur te laten genieten. In een vorige baan werkte
Posthoorn bij Rijkswaterstaat en bedacht hij de Stille Kern, een
natuurbos in Flevoland. Ook daar waren rust en ongereptheid leidend en
dus kwamen er geen paden. “Niemand durfde erin. Nu wel, nu er een
verhard pad doorheen is aangelegd. Dat speelt hier ook. Gelukkig is het
overgrote deel echt woest.” Wildernis met concessies, maar voor de
bedenker qua natuur én gebruik geslaagd.
Door
naar de Weelde, een kommoeras in het centrale deel van Tiengemeten dat
bestaat uit enorme waterpartijen. Het is een groot laag gedeelte, van
het Haringvliet afgesloten met een 1.10 meter hoge drempel. De opzet was
dat het moeras bij hoogwater van het Haringvliet zou volstromen om
daarna weer leeg te lopen tot 1.10 meter. Verdamping zou vervolgens tot
uitgestrekte slikvlakten moeten zorgen; ideaal voor trekkende vogels. De
mens kwam er verder niet aan te pas; de natuur aan het werk.
Het
lukte niet. De drempel bleek te hoog; er ontstonden geen slikvlakten.
Experimenten met wateraanvoer en -afvoer via een buis in de drempel
volgden. Tegelijkertijd begon de kleine waterteunisbloem, een exoot, te
woekeren. Een poging tot vernietiging van de exoot leidde tot geknutsel
met de waterstand, met als gevolg dat er eilandjes ontstonden waarop
wilgen de macht grepen. Wèg open moeras.
Zilverreigers
De
opzet is niet geslaagd, erkent Posthoorn. “Weliswaar miegelt het
jaarrond van de eenden, ganzen en zilverreigers, fuutachtigen en
vogelaars, maar van immense slikvlakten is geen sprake. Dat vraagt
wellicht ingrijpen.” Tuinieren dus, terwijl het kommoeras, de Weelde,
qua natuur op eigen benen moest staan? “Eenmalig ingrijpen”, zegt
Posthoorn. “Een permanente verbinding met het Haringvliet om het
dagelijks tij toe te laten is misschien het beste.”
De Weelde mislukt? “Te sterk uitgedrukt. Noem het: niet helemaal zoals gepland.”
Door
weer, nu naar het oostelijk deel van Tiengemeten, het deel voor de
lichtgroene mensen. Bezoekerscentrum, musea, restaurants en de akkers
met ouderwetse gewassen zijn publiekstrekkers.
Niet
dat het Posthoorn daar van het begin af aan om te doen is geweest. “De
black box bij het ontwerpen van Tiengemeten en nu bij de Marker Wadden
is dat je moeilijk kunt inschatten hoeveel bezoekers er zullen komen.
Tegelijkertijd moet je de gebieden wel zo inrichten dat ze ook qua
recreatie duurzaam zijn. Voor Tiengemeten is daarvoor een reguliere
pontverbinding nodig en daarmee, zo berekenden we, jaarlijks minimaal
40.000 bezoeken. We zitten er nu al overheen, maar de pont kost nog
steeds geld.”
Is
Tiengemeten klaar en gelukt? Klaar niet helemaal, vindt Posthoorn. “Ik
zou nog een plek willen voor de idealistische mens voor wie
voorzieningen weinig mogen kosten. Een veldstation voor gepassioneerde
natuuronderzoekers en een plek voor kunstenaars.”
Posthoorn
is een bevlogen man, nu voor de Marker Wadden, een groep opgespoten
eilanden die door slikinvang het Markermeer gezond moeten maken. Een
baanbrekend project voor het door hem zeer geliefde water: “Het licht
daar, de luchten, het donker. Toch is er een schrijnend gebrek aan
liefde voor het Markermeer.”
Stille
Kern, Tiengemeten en Marker Wadden; twee van de drie van Posthoorns
geesteskinderen zijn internationaal befaamde projecten. Hoe komt het
toch dat we in ons land zo goed zijn in natuurontwikkeling? “We hebben
weinig natuur en ook nog eens veel kapot gemaakt”, zegt hij. “Er valt
dus heel veel te herstellen. Daar leer je van.”
Nog heel even richting wildernis. Twee watersnippen vliegen geschrokken op. Rust rest.
Lees ook:
Overlast door natuurgebieden: ‘Hier wonen ook mensen, hoor!’
Overal in het land worden natuurgebieden aangelegd. Dat daar ook mensen wonen wordt weleens vergeten, vinden bewoners van Tiengemeten, een natuurgebied van Natuurmonumenten in het Haringvliet.
Vissers zijn niet welkom op de Marker Wadden en moeten ‘ophoepelen’
Natuurmonumenten viert zaterdag de opening van de Marker Wadden. De vissers in het IJsselmeergebied reageren boos en gelaten. ‘Het gebeurt gewoon. En wij kunnen ophoepelen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten