Welke symfonie ook, Daniël Wayenberg zong elk thema meteen voor
De
Nederlandse pianist Daniël Wayenberg, die 17 september op 89-jarige
leeftijd in Parijs is overleden, mag met recht tot de klavierleeuwen
worden gerekend. Hij was een van de weinige Nederlandse pianisten die
een grote internationale carrière had en bij vele grote orkesten
speelde.
In
1953 gaf hij zijn Amerikaanse debuut in Carnegie Hall met het New York
Philharmonic onder leiding van Dimitri Mitropoulos; hij trad op met het
Concertgebouworkest en soleerde onder dirigenten als Rafael Kubelik,
Kirill Kondrasjin en Bernard Haitink. Zijn domein was
het grote romantische repertoire, met name Liszt, Rachmaninov en
Chopin, waarmee hij via zijn Russische moeder Margarete Bergson al jong
in contact kwam.
Hoewel
zijn vader Nederlander was en Wayenberg opgroeide in Den Haag, waar hij
pianolessen kreeg bij Ary Verhaar, heeft hij het grootste deel van zijn
leven in zijn geboortestad Parijs doorgebracht. Daar ging hij op zijn
17de ook weer naartoe om zijn pianostudie te vervolgen bij gerenommeerde
docent Marguerite Long. In 1949 won hij de Grote Prijs van de stad
Parijs op het Marguerite Long-Jacques Thibaud Concours, wat het begin
van zijn carrière betekende. In datzelfde jaar overleefde hij ook een
vliegtuigcrash met een DC-4 van Air France.
Wat
hem karakteriseerde, was niet alleen de virtuoze beheersing van de
pianoklassiekers, maar ook zijn enorme kennis van het symfonische en het
operarepertoire. Hij was groot liefhebber van de opera’s van Richard
Wagner, waaruit hij moeiteloos uit zijn hoofd fragmenten speelde en vol
vuur over vertelde. Welke symfonie ook, hij zong elk thema meteen voor.
Ook speelde hij zonder enkele voorbereiding de orkestpartij van
Beethovens Vijfde pianoconcert uit zijn hoofd toen zijn jonge pianoduopartner Martin Oei de solopartij moest instuderen voor een concert.
Het
spelen stond bij hem voorop en dat deed hij zonder opsmuk, robuust en
geprononceerd, even lyrisch als exuberant, maar nooit gemaniëreerd.
‘Gewoon’ spelen wat er staat, was voor hem de beste interpretatie. En
met even groot gemak maakte hij uitstapjes naar ander repertoire, zoals
de jazzconcerten met zijn ‘Gevleugelde vrienden’ Pieter van Vollenhoven,
Pim Jacobs en Louis van Dijk. Daarnaast componeerde hij ook zelf, zoals
het ballet Solstice (1955) en de Sonate voor viool en piano
(1966) die hij met de bevriende violist Theo Olof uitvoerde. Ook was
hij in de jaren 80 en 90 docent aan het conservatorium in Rotterdam.
Leven
was voor Wayenberg muziek en muziek was spel en dat spel was ook
leidraad in zijn leven buiten de muziek: hij hield van modeltreinen
(Märklin), van flipperkasten – met smaak kon hij vertellen hoe hij
minister Gerrit Zalm ooit had verslagen – en tot diep in de nacht deed
hij spelletjes achter zijn computer.
Hij is altijd blijven spelen. In 2015 nam hij nog Liszts Études d’exécution transcendante op.
De laatste jaren trad hij vooral op met de Nederlands-Chinese pianist
Martin Oei, met wie hij van 2012 tot 2018 een pianoduo vormde en de
grote pianoconcerten in de versie voor twee piano’s uitvoerde. Op
aandringen van Oei ook op historische Erard-vleugels, waarvan een cd met
de twee pianoconcerten van Chopin is verschenen. Al vond hij daar niets
aan en had hij liever een Steinway onder handen.
Wayenbergs
laatste openbare optreden was op 10 juni 2018 in de Engelenbak in
Zaltbommel, samen met Oei, waar ze de pianoconcerten van Chopin en Liszt
speelden. Als het aan hem had gelegen had hij volgende maand zijn 90ste
verjaardag ook nog aan de piano gevierd. Medio vorig jaar werd bij hem
kanker geconstateerd, waaraan hij dinsdag is overleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten