Lange
tijd gold de ‘wurgvrede’ van Versailles, die Duitsland precies honderd
jaar geleden werd opgelegd, als een belangrijke oorzaak van de Tweede
Wereldoorlog. Maar onder historici kantelt het beeld: de vrede bracht
ook goeds, waarvan Europa zelfs nu nog de vruchten plukt. Het verdrag bezien vanuit drie momenten in de tijd.
Eigenlijk
is het een vraag die je niet aan historici mag stellen: wat zou er
gebeurd zijn als het Vredesverdrag van Versailles, dat vandaag honderd
jaar geleden werd ondertekend, rechtvaardiger was geweest voor Duitsland
de grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog? Zou Duitsland zich dan
minder vernederd hebben gevoeld? Zou Hitler de grote wreker dan
wellicht een marginaal politicus zijn gebleven? En zou de mensheid een
tweede wereldoorlog bespaard zijn gebleven?
Geen
mens, dus ook geen historicus, die het weet. Maar historici denken wel
dat het vredesverdrag een slechtere reputatie heeft dan het verdient.
‘De chaos in de eerste jaren van de Weimarrepubliek (1919-1933) was
eerder het gevolg van revoluties dan van Versailles’, meent David
Barnouw – tot 2014 verbonden aan het Nederlands Instituut voor
Oorlogsdocumentatie (Niod) – bijvoorbeeld. ‘De onderhandelaars hadden
het beter kunnen doen, maar ook veel slechter’, zegt emeritus hoogleraar
Piet de Rooy in navolging van zijn collega-historicus Margaret
MacMillan. ‘Het is gevaarlijk om te zeggen: ze hebben in Versailles
alles fout gedaan’, beaamt Maarten van Rossem. ‘Ja: alles heeft tegen
gezeten. De Tweede Wereldoorlog volgde op een stapeling van ongelukkige,
negatieve omstandigheden. Maar om dat allemaal aan Versailles toe te
schrijven, is lulkoek.’
1919: Winnen van oorlog is belangrijker dan het winnen van vrede
Om
te beginnen hadden die herstelbetalingen waar de Nationaal
Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) en ‘haar charismatische
voorman’ Adolf Hitler zo bekwaam stemming mee hebben gemaakt in de
praktijk niet zoveel om het lijf, zegt Van Rossem. ‘Die hele regeling is
tweemaal in het voordeel van Duitsland herzien. En toen Hitler aan de
macht kwam, was ze feitelijk allang van tafel.’ Nee, als hij een
zwartepiet zou moeten uitdelen, zou die naar de Verenigde Staten gaan.
Want dat land trok zich terug uit de vredesregeling die het zelf had
getroffen, en het eiste – erger nog – de kredieten op waarmee Duitsland
aan zijn betalingsverplichtingen had willen voldoen. Daardoor werd de
economische opleving van Duitsland gefnuikt en kon een recessie zich tot
een wereldwijde depressie ontwikkelen. Met alle akelige gevolgen van
dien. Zo luidt ook ongeveer de taxatie van Piet de Rooy. ‘De Verenigde
Staten gaven de doorslag bij het winnen van de oorlog, maar niet bij het
winnen van de vrede.’
De Duitse wederopstanding werd door het Verdrag van Versailles niet verhinderd. Na een paar jaar was made in Germany alweer
een belofte voor consumenten. Van Rossem: ‘Duitsland is net een
bad-eend: je kan het een tijdje onder water houden, maar als je daar
moe van wordt en je laat het los, schiet het zo weer naar boven.’
Historici zijn het er tegenwoordig dan ook over eens dat de
Weimarrepubliek best een kansrijk experiment was, zegt Hanco Jürgens,
wetenschappelijk medewerker van het Duitsland Instituut Amsterdam
(DIA). ‘In de bloeiperiode van de Weimarrepubliek, midden jaren twintig,
waren er goede vooruitzichten voor een stabiele democratie en
internationale erkenning voor Duitsland. Historici hebben te veel
gekeken vanuit het perspectief dat het misging en hadden daardoor te
weinig oog voor de bloeiende democratische cultuur die er ook was.’
Psychologische schade
Dat
alles laat onverlet dat het psychologisch effect van Versailles, vooral
in Duitsland, aanzienlijk was. Van Rossem: ‘De overwinnaars hebben
Versailles te veel als wraak verkocht. Als een genadeklap die Duitsland
zou beletten om ooit weer problemen te maken. Het was dan ook geen
verdrag, maar een dictaat. De Duitsers waren niet bij de
onderhandelingen betrokken, maar moesten tekenen bij het kruisje. De
vredesregeling die in Wenen werd getroffen na de nederlaag van Napoleon
was wat dat betreft veel verstandiger: daar zaten de verliezers met de
overwinnaars aan tafel.’
‘Het
gaat er niet zozeer om of het verdrag onrechtvaardig was, maar hoe het
werd beleefd’, zegt Hanco Jürgens. ‘Vooral artikel 231, waarin werd
vastgelegd dat Duitsland de veroorzaker was van de oorlog, was een doorn
in het oog van veel Duitsers. Zij hadden het idee dat de Eerste
Wereldoorlog een verdedigingsoorlog was geweest. De vredesbepalingen
kwamen dus hard aan. In rechts-conservatieve kring werd gesproken over
de Karthagischer Frieden, naar Carthago, dat geheel werd vernietigd door
de Romeinen. Volgens Thomas Mann getuigde de Gewaltfrieden von
Versailles van een ‘schaamteloze brutaliteit’. De sociaal-democraten
zagen het vredesverdrag als een overwinning van het geallieerde
kapitalisme op het Duitse socialisme.’
Ook
buiten Duitsland viel harde kritiek op Versailles te beluisteren. De
econoom John Maynard Keynes trok zich terug uit de Britse
vredesdelegatie omdat hij zich niet met het wraakzuchtige karakter van
het verdrag kon verenigen. Volgens de Nederlandse ondernemer en
politicus Ernst Heldring had het ‘gezond verstand’ het afgelegd tegen de
haat. ‘Het is een schandelijk en onuitvoerbaar vredesverdrag, dat
Europa in onrust zal houden.’
1945: de rechten van arbeiders en de autonomie van staten
Nu,
honderd jaar later, oordelen de meeste historici toch milder over
Versailles. Het verdrag bevatte tenslotte ook beloften voor een verre
toekomst, zoals de Volkenbond – de imperfecte voorganger van de
Verenigde Naties. En het legde de rechten van arbeiders en het
zelfbeschikkingsrecht van volken vast. ‘Dat werd voortaan als universeel
gezien’, zegt emeritus hoogleraar Jan Bank. ‘Dat betekende dat ook
koloniale overheersing voor het eerst kon worden beschouwd als
verwerpelijk en tijdelijk en de nationale onafhankelijkheid van
gekoloniseerde volkeren als wenselijk. Het universele recht op een
dekolonisatie is dus een product van de Parijse vrede, zij het dat het
pas na de Tweede Wereldoorlog inzake de koloniën echt in praktijk is
gebracht.’
Dat
is misschien wel de wrede ironie van het Verdrag van Versailles: dat
het na de Tweede Wereldoorlog een heilzamer invloed had dan na de
Eerste. Aanvankelijk wilden de overwinnaars uit hetzelfde vaatje tappen
als ze in 1919 hadden gedaan. ‘In ieder geval werd in Washington
overwogen Duitsland terug te brengen tot een agrarische staat zonder
enig industrieel potentieel’, zegt Piet de Rooy. ‘Daar tegenover stond
het besef dat het fascisme sterk bevorderd wordt door economische
ellende. Een stevige democratie vergt economische stabiliteit, liefst
zelfs enige groei. De tweede visie heeft gelukkig gewonnen. Of daarmee
een les van Versailles ter harte werd genomen? Ach, politici trekken
vooral lessen uit het verleden als het ze een beetje uitkomt.’
Politieke stabiliteit als norm
‘Van
Versailles en de vredesverdragen met de andere verliezers van de Eerste
Wereldoorlog heeft men geleerd dat de politieke stabiliteit van de
verliezersstaat een onontkoombare norm en reële opgave zou moeten zijn
voor elke vredesregeling’, zegt Jan Bank. ‘Dat heeft ertoe geleid dat
het verslagen Duitsland in 1945 onder curatele kwam te staan met als
opdracht de nieuwbouw van een stabiele staat.’
De imperfecte vrede van 1919
Het
Verdrag van Versailles is slechts een van de (strenge) vredesverdragen
die na 1918 met de verliezers van de Eerste Wereldoorlog werden
gesloten. Bulgarije verloor bij het verdrag van Neuilly gebied aan
Griekenland en Roemenië. Het Ottomaanse Rijk (waaruit het huidige
Turkije voortkwam) tekende het Verdrag van Sèvres (dat in 1923 vergaand
werd versoepeld). Hongarije werd door het Verdrag van Trianon gehalveerd
(een bron van frustratie tot op de huidige dag). En Oostenrijk werd
door het Verdrag van Saint-Germain gereduceerd tot een nauwelijks
levensvatbare Duitstalige ‘rompstaat’.
De
vrede die in 1815 werd gesloten met de verliezer van de Napoleontische
oorlogen was in veel opzichten verstandiger dan de vrede van 1919.
Beatrice de Graaf schreef er een boek over. De grote verdienste van
‘Versailles’ is dat er na de Tweede Wereldoorlog wijze lessen uit werden
getrokken. De ordening die toen ontstond, maakt echter weer plaats voor
wanordelijke verhoudingen die lijken op die uit de jaren vóór de Eerste
Wereldoorlog.
Niet alleen over
het Verdrag van Versailles wordt de laatste jaren positiever geoordeeld
dat voorheen, ook over de levensvatbaarheid van de Weimarrepubliek. In
haar laatste winter voorzagen maar heel weinig mensen de machtsovername
van Hitler, in januari 1933.
Dat
neemt niet weg dat ook in 1945 de beteugeling van Duitsland het streven
van de overwinnaars was. Van Rossem: ‘Na 1919 maakten de VS zich
schielijk uit de voeten. De Engelsen hadden spijt van hun Europese
engagement en gingen zich op hun empire concentreren. Het Russische Rijk
was verdwenen. Dus dat arme, leeggebloede Frankrijk stond in zijn
eentje tegenover Duitsland. Na 1945 moesten die Franse angsten worden
bezworen. Daaraan hebben we onder andere de Europese Unie te danken, als
je het zo zou willen formuleren.’
2019: opleving van rechts-nationalisme
Na
1945 moest dus goed worden gedaan wat na 1919 verkeerd ging. Dat besef
leefde vooral bij de westerse geallieerden: de Russen sloegen in hun
bezettingszone, de latere DDR, opgewekt aan het roven. Tezelfdertijd
bouwden ze ijverig aan de mythe dat het nationaal-socialisme iets van
het vermaledijde Westen was. ‘Een afrekening met dat verleden heeft in
de DDR dus nooit plaatsgevonden’, zegt Van Rossem. ‘En daar plukt
Duitsland nu de zure vruchten van, want die hele Pegida-beweging is een
erfenis van de DDR. Met de oude Bondsrepubliek heeft ze niet zoveel te
maken. Dat is de tragiek van de Duitse hereniging: Duitsland heeft
anderhalf biljoen euro geïnvesteerd in de failliete boedel van de DDR.
Maar die Oost-Duitsers blijven maar zeuren en zien vreemdelingen waar ze
niet zijn. Het is een rancuneus volkje.’
De
houding van Duitsland tegenover het hedendaagse Rusland is mede
ingegeven door zijn eigen ervaringen na de Eerste Wereldoorlog, denkt
Hanco Jürgens. ‘Oude sociaaldemocraten als Gerhard Schröder en Sigmar
Gabriel vinden dat Duitsland rekening moet houden met de ‘verliezer van
de Koude Oorlog’. Net als Duitsland na 1918 heeft Rusland na 1991 een
pijnlijke nederlaag te verwerken gehad. Laat je de Russen in hun sop
gaar koken, dan krijg je revanchisme. Maar de vrienden van Schröder, de
Putinversteher, raken onderhand in een minderheid.’
De wereld van nu lijkt huiveringwekkend veel op die rond ’14-’18
Honderd
jaar geleden brak, na vier jaar oorlog, de vluchtige en gebrekkige
vrede van het interbellum aan. De wereld heeft er lering uit getrokken. Maar de lessen van 1918 lijken in de vergetelheid te raken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten