even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
woensdag 31 juli 2019
Alles in Palmyra is opgeblazen of kapotgeschoten
Syrië Archeoloog en kunstenaar Theo de Feyter schrikt
van wat hij aantreft in de befaamde ruïnestad Palmyra in Syrië. Palmyra
is verwoest door Islamitische Staat. Sinds de herovering door het
regime van president Assad is nog niets gerestaureerd.
Op de 160 kilometer lange weg door de woestijn van Homs naar Palmyra,
de befaamde ruïnestad uit de klassieke oudheid, passeren we negen
wegversperringen en controleposten van het leger. „Wat veel”, zeg ik
tegen de archeoloog van de Syrische Oudhedendienst die met me mee reist.
„Valt wel mee”, zegt hij. „Vorig jaar waren het er nog vijftien.” Ook
dat is een vorm van vooruitgang: minder wegversperringen.
Het regime van Assad beheerst na een reeks overwinningen een groot
deel van Syrië. In de provincie Idlib wordt hevig gevochten, ten oosten
van de Eufraat hebben de Koerden en de Amerikanen het voor het zeggen en
in het oosten is nog een aantal verzetshaarden van Islamitische Staat,
maar de rest van Syrië heet veilig en stabiel te zijn. Voor de zekerheid
worden echter zonder verdere uitleg een paar plaatsen van mijn
wensenlijstje geschrapt. Het zijn toevallig allemaal plaatsen die kort
geleden zijn veroverd of waar aan het leger gelieerde milities een eigen
territorium bevechten.
Met het laissez-passer dat de Oudhedendienst voor mij heeft
uitgeschreven, zijn de wegversperringen geen probleem. Op weg naar
Palmyra worden we overal doorgewuifd. Langs de weg liggen kapotgeschoten
pick-uptrucks en verlaten, eveneens kapotgeschoten dorpen. Het leger is
overal in de woestijn: mitrailleursnesten, kampementen, een groot
vliegveld. Ook wanneer we in Palmyra arriveren, stuiten we meteen op een
groot kamp van het Syrische leger. Verderop, onzichtbaar aan het einde
van de antieke pronkstraat, ligt het kamp van de Russen – „verboden
terrein voor Syriërs”, zoals een man mij later met enige bitterheid in
zijn stem zal zeggen.
Oorlogszone
Ik ken Palmyra goed. Ontelbare keren heb ik er als reisleider groepen
rondgeleid en tweemaal heb ik een langere periode in de stad
doorgebracht om de ruïnes te tekenen en te schilderen. Uit het nieuws
vernam ik, net als iedereen, dat de grote bezienswaardigheden zijn
opgeblazen of in puin geschoten. Ik dacht dat ik min of meer wist wat me
te wachten stond. Maar het is veel erger dan ik dacht. In mei, ruim
twee jaar na de verovering door het Syrische leger, ziet het moderne
stadje naast de antieke ruïnes er nog steeds uit als een oorlogszone. De
bevolking is niet teruggekeerd. Sporadisch is een winkel open om de
Syrische en Russische militairen te bedienen. Aan een gebouw met luifel
en stoelen op een terras waaien een Syrische en Russische vlag. Het
dient ’s avonds blijkbaar als restaurant. De zijstraten zijn
gebarricadeerd, de huizen uitgebrand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten