Bioscoop Tuschinski bestaat honderd jaar en laat voor even de jaren zeventig herleven met Turks Fruit en Soldaat van Oranje
Bioscoop Tuschinski, gebouwd als droompaleis voor het volk, bestaat honderd jaar. Er is een jubileumboek, en dit weekend worden filmklassiekers Turks Fruit en Soldaat van Oranje er opnieuw vertoond.
Als je op een willekeurige vrijdagavond in het jarige Theater Tuschinski naar de film wil, kan het maar zo gebeuren dat dat niet lukt. Dat je bij de imposante entree komt en de bioscoop bijna geheel blijkt afgehuurd door een bedrijf, zoals vorige week, door een bandenproducent. Even struinen door de prachtige gangen kan dan niet, de laatste James Bond zien evenmin.
Een paar dagen eerder lag hier de rode loper nog uit voor de première van Benedetta, het langverwachte pikante nonnendrama van Paul Verhoeven. Volgens een jonge Pathé-medewerkster aan de kassa in de belendende Abraham-bar, die deze vrijdagavond wel open is, waren sommige genodigden al geshockeerd door de filmposters in de hal, waarop de blote borst van een non deels te zien was. Ze hadden de film nog niet eens gezien.
Dan waren de jaren zeventig toch een stuk minder preuts. In februari 1973 ging in Tuschinski de eerste grote hit van Verhoeven in première: Turks fruit, naar het boek van Jan Wolkers. Ter promotie van de film werden van te voren naaktfoto’s van de spelers verspreid. Het werd een van de succesvolste Nederlandse films ooit. En vier jaar later ging de rode loper uit voor een andere grote hit van Verhoeven: Soldaat van Oranje.
Klassiekers opnieuw vertoond
Beide klassiekers worden komend weekend nog eens in de originele 35-millimeter-print vertoond, in aanwezigheid van makers van toen. Onder hen ook Soldaat van Oranje-acteur Jeroen Krabbé, die destijds met zijn tegenspeler Rutger Hauer in rokkostuum op de motor aan kwam rijden bij de fameuze bioscoop. De film leverde hun een Hollywood-status op. Het was de eerste filmpremière waarbij ook de koninklijke familie in de stalles zat.
Koningin Juliana vertelde Krabbé na afloop dat zij haar hart had vastgehouden hoe haar moeder, Wilhelmina, door Andrea Domburg zou worden gespeeld. Ze was opgelucht. En ze moest zelfs breeduit lachen om de scène waarbij Domburg er getuige van was dat Krabbé de liefde bedreef met een Britse secretaresse.
Het is allemaal te lezen in het jubileumboek Theater Tuschinski 100 jaar van filmjournalist Robbert Blokland, waarin honderd jaar geschiedenis tot leven komt door interviews met onder anderen acteurs, producenten en regisseurs.
Krabbé kwam als jongen al veel in Tuschinski
Voor Krabbé heeft Tuschinski, met al z’n grandeur, nog steeds iets magisch. Zijn moeder, Margreet Reiss, was een van de bekendste filmondertitelaars van Nederland, vandaar dat hij als jongen al veel in Tuschinski kwam. Zij vertaalde vanaf de jaren vijftig de meeste films die in Nederland uitkwamen en werkte meestal vanuit de showroom boven in de bioscoop.
Zijn Soldaat van Oranje-première in 1977 herinnert Krabbé zich als een nationaal volksfeest. Buiten speelde een militair orkest, er waren duizenden mensen op afgekomen. “Ik was de filmster waar ik als jongetje van had gedroomd.” Voor de rode loper die bij dit soort gelegenheden altijd in de drukke en smalle Reguliersbreestraat ligt uitgerold, worden trams tegenwoordig omgeleid. Vroeger bleef de tram net zo lang wachten tot iedereen weer binnen of verdwenen was.
In de jaren vijftig kende de bioscoop ook nog een voorprogramma. Dan kwam er een jongleur, danser of goochelaar op het podium. En als er enge films draaiden, richtte het Rode Kruis in de foyer een EHBO-hulppost in om bezoekers te behandelen die waren flauwgevallen.
Abraham Tuschinski's droom
Voordat hij aan zijn Amsterdamse avontuur begon, had de Pools-Joodse ondernemer Abraham Tuschinski (Brzeziny, 1886 – Auschwitz, 1942) al vier bioscooptheaters in Rotterdam laten bouwen. Maar zijn droom was in de hoofdstad een bioscoop neer te zetten waar gewone mensen zich even ver weg waanden van hun dagelijkse beslommeringen. Een sprookjespaleis van internationale allure waar bij binnenkomst het geluid wordt gedempt door dikke tapijten.
De barokke stijl die Tuschinski overal in het gebouw consciëntieus toepaste was een mix van art deco, art nouveau en Amsterdamse School. De porseleinen koffiekopjes en de serveersters met witte kapjes zijn er niet meer, maar veel van het originele ontwerp binnen en buiten is intact gebleven of hersteld. Reden voor het Britse magazine Time Out om de bioscoop begin dit jaar uit te roepen tot mooiste bioscoop ter wereld.
Grote verbouwing
In 2019 was de laatste grote verbouwing waarbij muren en wanden, zo’n negenhonderd lampen en zelfs het authentieke Wurlitzer-orgel onder het podium in oude glorie werden hersteld. Nicotinelagen werden verwijderd, een goed aircosysteem werd aangelegd en zalen kregen nieuwe stoelen.
De stoffen kwamen uit dezelfde fabriek waar Tuschinski ze in 1921 van betrok. Wat definitief verdwenen is, is de gymnastiekzolder. Dat is nu zaal 4. Tuschinski was een van de eerste werkgevers in Nederland die er bij personeel op aandrong dat zij moesten sporten.
Waar alle bioscopen last van hebben, ontkomt zelfs een legendarische bioscoop als Tuschinski niet aan: want waar popcorn is, zijn muizen. In het jubileumboek vertelt regisseur Will Koopman dat ze tijdens de vertoning van Komt een vrouw bij de dokter ineens een servet over de vloer zag wandelen. Het bleek een muis te zijn met een servet in zijn bek. Wel goed passend bij de entourage.
Robbert Blokland schreef Theater Tuschinski 100 jaar, uitg. Kyosei, € 37,50
De films Turks Fruit en Soldaat van Oranje worden op 23 en 24 oktober eenmalig vertoond in Tuschinski, info: pathe.nl
Lees ook:
Tuschinski: glamour en kunstzinnigheid
Zelfs de vloer áchter de electriciteitskasten in de kelder van Tuschinski is van mooi tegelwerk voorzien. Tot in die allerkleinste details wilde Abraham Tuschinski dat zijn bioscooptheater een ongekende luxe, glamour en kunstzinnigheid zou uitstralen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten