zaterdag 31 juli 2021

Deze kathedraal die in Soedan wordt opgegraven vertelt veel over het vroege christendom

 


Archeologie

De kathedraal die onder het zand van Soedan wordt opgegraven heeft veel te vertellen over het machtige Makuria

De schacht die is uitgegraven om de kathedraal te bereiken aan de oever van de  Nijl in het noorden van Soedan.  Beeld PCMA UW, Mateusz Reklajtis
De schacht die is uitgegraven om de kathedraal te bereiken aan de oever van de Nijl in het noorden van Soedan.Beeld PCMA UW, Mateusz Reklajtis

Onder het zand in Noord-Soedan hebben archeologen de overblijfselen gevonden van een enorme zesde-eeuwse kathedraal. Het gebouw kan ons veel vertellen over het vroege christendom in het gebied

In het noorden van Soedan, langs de Nijl, hebben Poolse archeologen onder de grond de overblijfselen gevonden van een enorme kathedraal uit de Nubische tijd, rond de zesde eeuw na Christus. De kerk is waarschijnlijk de zetel geweest van de aartsbisschop van het christelijke koninkrijk Makuria dat ergens in de vierde eeuw begon en duizend jaar later in verval raakte. De gevonden kathedraal is de grootste in dit deel van Afrika.

De kathedraal ligt in de citadel van de toenmalige hoofdstad van het vorstendom, Oud Dongola. De plaats heet tegenwoordig Gaddar. De bouw van de citadel met paleizen, kerken, gebouwen en de grote kathedraal moet ergens in de zesde eeuw zijn begonnen. Onderzoeksleider Artur Obluski van het Poolse Centrum voor Mediterrane Archeologie van de Universiteit van Warschau graaft vier maanden per jaar in de citadel. Via een Zoom-verbinding vertelt hij over de “zeer bijzondere vondst”, die eind mei bekend werd gemaakt.

“De citadel is ongeveer 200 hectare groot, dat is enorm voor die tijd. Even groot als het Parijs uit de elfde eeuw”, legt Obluski uit. Hij en zijn team wilden weten waar ze het beste hun middelen konden inzetten voor volgende opgravingen. Ze maakten gebruikt van een nieuwe radartechniek om de structuur van de citadel in kaart te brengen. Tot zijn verbazing ontdekten ze een enorme lege ruimte in een deel van het gebied. “We dachten aan een plein voor het vrijdagmiddaggebed van moslims.”

Veel ligt nog verborgen onder het puin

Langs de Nijl in het woestijnzand groeven ze een schacht naar beneden en waren verrast en verheugd over wat ze aantroffen in de diepte. “Na een paar dagen vonden we geen plein, maar een, uit een veel oudere tijd stammende christelijke kathedraal, zo hoog als een flatgebouw met drie verdiepingen. In het midden stond een apsis, een semi-ronde koepel, die je ook in de latere Europese basilieken ziet. Het is de heiligste plek in een gebedshuis, waar het altaar staat. Eromheen waren twee rijen van muurschilderingen met figuren, waarschijnlijk apostelen of heiligen.”

Veel ligt nog verborgen onder het puin en het zand. “Voorlopig hebben we de portretten alleen geconsolideerd voor later onderzoek”, zegt Obluski, die nu in Libanon zit.

De zoektocht in de kathedraal ging verder. “We vonden in het zuidwesten van de kerk een koepelgraf. We nemen aan dat dit de begraafplaats is van een aartsbisschop, want alleen belangrijke mensen als vorsten, hoge geestelijken en helden werden binnen de muren van een christelijk godshuis begraven, de rest daarbuiten.

Op zoek naar inscripties

In de jaren zestig van de vorige eeuw vond een collega eenzelfde koepelgraf uit diezelfde periode in een kerk in het plaatsje Faras aan de grens met Egypte waar een bisschop lag begraven. Op de binnenwand van de crypte zijn goed bewaarde oude teksten in het Grieks, Koptisch en oud-Nubisch aangetroffen. De koepel in Faras is 1,5 meter groot. Het koepelgraf in Oud Dongola heeft een doorsnede van maar liefst 7,5 meter. De omvang geeft aan dat er een belangrijk iemand begraven ligt.”

Het graf moet nog uitgegraven worden om te zien wat er binnenin intact is en of daar eveneens teksten in zijn aangebracht die meer licht doen schijnen op de geschiedenis van deze kathedraal en het christendom uit die tijd.

Een artist impression van de kathedraal er in de middeleeuwen uit moet hebben gezien. Beeld Universiteit van Warschau
Een artist impression van de kathedraal er in de middeleeuwen uit moet hebben gezien.Beeld Universiteit van Warschau

Makuria was, vertelt Obluski, een machtig koninkrijk dat een gebied omspande zo groot als Spanje en Frankrijk samen. Aanvallen van Arabische legers, die in de middeleeuwen een deel van het Byzantijnse rijk veroverden, werden door de troepen van Makuria keer op keer afgeslagen.

Het duizendjarige christelijke koninkrijk begon als opvolger van het rijk van de zwarte Nubische farao’s waarvan de hoofdstad Meroë wat zuidelijker lag langs de Nijl. De Egyptische farao’s waren allang verleden tijd, maar de Nubische zaten nog lang op hun troon. Oud Dongola ligt midden tussen de piramides van de zwarte farao’s.

“Rond de vierde eeuw begint de christelijke opmars in het gebied”, vertelt Obluski. “We zien dat het territorium van de farao’s vrijwel overlapt met dat van Makuria, cultureel zijn er gedeeltelijke overeenkomsten in beide tijdperken en ook de instituties van de overheid gingen in elkaar over. Tussen de negende en elfde eeuw was het koninkrijk op het toppunt van zijn macht, pracht en praal.”

Transitie van christendom naar islam

In de dertiende eeuw nam de invloed van de islam in het gebied toe. “We zien dat aan de aardlagen waarin we graven in de citadel. Vooral in de zestiende en zeventiende eeuw is de islam dominant geworden in Oud Dongola. Met lokale mensen doen we opgravingen naar dat deel van de geschiedenis, zodat zij betrokken worden bij ons archeologische werk”, vertelt Obluski. Hij hoopt meer te weten te komen over de transitie van het christendom naar de islam in Oud Dongola en Nubië.

Tegelijkertijd wil hij verder met het uitgraven van de kathedraal. “We schatten dat het gebouw zo’n 25 meter hoog is. We zijn aan het graven gegaan, maar hebben de vloer niet bereikt, die moet nog een paar meter lager liggen.” De archeoloog verwacht op de muren onder het puin nog veel meer schilderingen en inscripties te zullen vinden.

Een kostbare operatie

Maar voordat hij kan beginnen met de verdere afgraving in de kathedraal moet Obluski op zoek naar nieuwe fondsen, naar nieuwe donateurs. “We hebben veel geld nodig als we de vloer van de kathedraal willen bereiken en onderweg alle schilderingen en inscripties meteen moeten conserveren om te voorkomen dat ze verloren gaan. Bescherming hiervan is een kostbare aangelegenheid.”

Ook wil hij het koepelgraf blootleggen en onderzoeken wie hier ligt begraven. Voorlopig hebben Obluski en zijn team genoeg werk, maar is het wachten op financiële ondersteuning.

Lees ook:

Gezwollen Nijl bedreigt piramides van de zwarte farao’s.

Nu de Nijl uit zijn oevers is getreden, zijn veel piramides en andere oudheden in Noord-Soedan niet meer veilig. Het water van de rivier overstroomt nu de oude hoofdstad Meroë.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten